Belijdenis/Doopdienst CGK Onstwedde, 24 februari 2013 In deze dienst zal Marjan van der Heide openbare belijdenis doen van haar geloof. Remko van der Heide en Vera Visser zullen het Heilige Sacrament van de doop ontvangen. Gezang 21, vers 1 en 7 1. Alles wat adem heeft love de Here, zinge de lof van Isrels God! Zolang ik hier in het licht mag verkeren, roem ik zijn liefde en prijs mijn lot. Die lijf en ziel geschapen heeft worde geloofd door al wat leeft. Halleluja! Halleluja! Gezang 21, vers 1 en 7 7. Roemt dan, gij mensen, en lofzingt tezamen Hem die zo grote dingen doet. Alles wat adem heeft roepe nu amen, zinge nu blijde: God is goed! Love dan ieder die Hem vreest Vader en Zoon en Heil'ge Geest! Halleluja! Halleluja! Lied 507 't Is goed om U te ontmoeten, met uw kinderen U te prijzen. U geeft mij vrolijkheid, Heer; k zing een lied en geef U eer. 't Is goed om U te ontmoeten, met uw kinderen U te prijzen. U geeft mij vrolijkheid, Heer; k zing een lied en geef U eer. Lied 507 U laat mijn voeten dansen, U vult mij met uw lied; U geeft mij reden voor een feest, een feest. 't Is goed om U te ontmoeten, met uw kinderen U te prijzen. U geeft mij vrolijkheid, Heer; k zing een lied en geef U eer. k zing een lied k zing een lied k zing een lied en geef U eer. Lied 507 1
Psalm 134, vers 3 (STAANDE) BERIJMING 1773 Gezang 334, vers 1 en 4 Dat 's HEEREN zegen op u daal'; Zijn gunst uit Sion u bestraal'. Hij schiep 't heelal, Zijn Naam ter eer: Looft, looft dan aller heren HEER'! 1 Here Jezus, wij zijn nu in het heiligdom verschenen, met ons kind gaan wij tot U wil uw zegen ons verlenen waar de roepstem wordt vernomen: laat de kindren tot Mij komen. Gezang 334, vers 1 en 4 4 Herder, neem uw schaapje aan. Hoofd, maak het een van uw leden. Wees zijn weg, wijs het zijn baan. Vredevorst, wees Gij zijn vrede. Wijnstok, laat dit rankje bloeien, dat er eens veel vruchten groeien. Gemeente van Christus, nu in ons midden de doop is bediend, worden wij allen opnieuw bepaald bij onze opdracht om aan de kinderen in ons midden door te geven waaruit wij leven. Wilt u beloven dat u dit kind in liefde en gebed zult dragen en de ouders alle hulp zult geven om het kind in geloof op te voeden?' De gemeente antwoord: Ja, dat beloven wij. De voorganger sluit af met: Amen. Lied 123 (STAANDE) Lied 123 mijn God en Vader. Er is geen schaduw van omkeer bij U. Ben ik ontrouw, Gij blijft immer Dezelfde die Gij steeds waart, dat bewijst Gij ook nu. groot is Uw trouw, o Heer, iedere morgen aan mij weer betoond. Al wat ik nodig had, hebt Gij gegeven. aan mij betoond. 2
Lied 123 Lied 123 Gij geeft ons vrede, vergeving van zonden, en uw nabijheid, die sterkt en die leidt: Kracht voor vandaag, blijde hoop voor de toekomst. Gij geeft het leven tot in eeuwigheid. groot is Uw trouw, o Heer, iedere morgen aan mij weer betoond. Al wat ik nodig had, hebt Gij gegeven. aan mij betoond. Heer, wijs mij uw weg en leid mij als een kind dat heel de levensweg slechts in U richting vindt. Als mij de moed ontbreekt om door te gaan; troost mij dan liefdevol en moedig mij weer aan. Heer, leer mij uw weg, die zuiver is en goed. Uw woord is onderweg als een lamp voor mijn voet. Als mij het zicht ontbreekt, het donker is; leid mij dan op uw weg, de weg die eeuwig is. Heer, leer mij uw wil aanvaarden als een kind dat blindelings en stil U vertrouwt, vrede vindt. Als mij de wil ontbreekt uw weg te gaan; spreek door uw woord en Geest mijn hart en leven aan. Heer, toon mij uw plan; maak door uw Geest bekend hoe ik U dienen kan en waarheen U mij zendt. Als ik de weg niet weet, de hoop opgeef; toon mij dat Christus heel mijn weg gelopen heeft. 3
Heer, toon mij uw plan; maak door uw Geest bekend hoe ik U dienen kan en waarheen U mij zendt. Als ik de weg niet weet, de hoop opgeef; toon mij dat Christus heel mijn weg gelopen heeft. NBG 51 De vraag om een teken 1 En de Farizeeën en Sadduceeën kwamen tot Hem en vroegen, om Hem te verzoeken, dat Hij hun een teken uit de hemel zou tonen. 2 Hij antwoordde hun en zeide: [Bij het vallen van de avond, zegt gij: Goed weer, want de lucht ziet rood. 3 En des morgens: Vandaag ruw weer, want de lucht ziet somber rood. Het aanzien van de lucht weet gij te onderscheiden, maar kunt gij het de tekenen der tijden niet?] NBG 51 4 Een boos en overspelig geslacht verlangt een teken, en het zal geen teken ontvangen dan het teken van Jona. En Hij verliet hen en ging heen. De zuurdesem der Farizeeën en Sadduceeën 5 En toen de discipelen naar de overkant gingen, hadden zij vergeten broden mede te nemen. 6 Jezus zeide tot hen: Ziet toe en wacht u voor de zuurdesem der Farizeeën en Sadduceeën. 7 Zij bespraken dit onder elkander en zeiden: Dat is, omdat wij geen broden medegenomen hebben NBG 51 8 Toen Jezus dat bemerkte, zeide Hij: Waarom spreekt gij met elkander erover, kleingelovigen, dat gij geen broden hebt? 9 Ziet gij het nog niet in en herinnert gij u niet de vijf broden der vijfduizend en hoeveel manden gij medenaamt? 10 Of de zeven broden der vierduizend en hoeveel korven gij medenaamt? 11 Hoe begrijpt gij niet, dat Ik u niet van broden sprak? Maar wacht u voor de zuurdesem der Farizeeën en Sadduceeën. NBG 51 12 Toen zagen zij in, dat Hij hun niet gezegd had zich te wachten voor de zuurdesem [der broden], maar voor de leer der Farizeeën en Sadduceeën. VERKONDIGING Koningsgezind... of niet? 1. om tekenen vragen 2. de tekenen verstaan 4
HERZIENE STATENVERTALING Een wonderteken geweigerd 1 En de Farizeeën en de Sadduceeën kwamen naar Hem toe om Hem te verzoeken, en zij vroegen Hem of Hij hun een teken uit de hemel wilde laten zien. 2 Maar Hij antwoordde en zei tegen hen: Als het avond geworden is, zegt u: Mooi weer, want de hemel is rood; 3 en 's morgens: Vandaag storm, want de hemel is somber rood. Huichelaars! De aanblik van de lucht weet u wel te onderscheiden, en kunt u de tekenen van de tijden niet onderscheiden? HERZIENE STATENVERTALING 4 Het verdorven en overspelig geslacht verlangt een teken; maar hun zal geen teken gegeven worden dan het teken van Jona, de profeet. En Hij verliet hen en ging weg. 5 En toen Zijn discipelen aan de overkant gekomen waren, bleek dat zij vergeten hadden broden mee te nemen. 6 Jezus zei tegen hen: Kijk uit, en wees op uw hoede voor het zuurdeeg van de Farizeeën en de Sadduceeën. 7 Zij spraken erover met elkaar en zeiden: Dit zegt Hij, omdat wij geen broden meegenomen hebben. HERZIENE STATENVERTALING 8 En Jezus, Die dat wist, zei tegen hen: Waarom spreekt u er met elkaar over, kleingelovigen, dat u geen broden meegenomen hebt? 9 Ziet u het nog niet in? En herinnert u zich niet de vijf broden voor de vijfduizend, en hoeveel korven u opgehaald hebt? 10 En ook niet de zeven broden voor de vierduizend, en hoeveel manden u opgehaald hebt? 11 Waarom ziet u dan niet in dat Ik tot u niet over brood gesproken heb, toen Ik zei dat u op uw hoede moest zijn voor het zuurdeeg van de Farizeeën en de Sadduceeën? HERZIENE STATENVERTALING 12 Toen begrepen zij dat Hij niet gezegd had dat zij op hun hoede moesten zijn voor het zuurdeeg van het brood, maar voor het onderricht van de Farizeeën en de Sadduceeën. VERKONDIGING Gezang 7, vers 1 en 4 Koningsgezind... of niet? 1. om tekenen vragen 2. de tekenen verstaan 1 Het woord dat u ten leven riep is niet te hoog, is niet te diep voor mensen die 't zo traag beamen. Het is een teken in uw hand, een licht dat in uw ogen brandt. Het roept u dag aan dag bij name. 5
Gezang 7, vers 1 en 4 4 Het woord van liefde, vrede en recht is in uw eigen mond gelegd, is in uw eigen hart geschreven. Rondom u klinkt de stem van God: vrijspraak, vertroosting en gebod, vlak voor u ligt de weg ten leven. Lied 136 VOOR KINDEREN God heeft jou gemaakt van top tot teen. Iemand zoals jij, nee, zo is er niet een, want je bent uniek, heel speciaal en bijzonder, je bent nog zoveel mooier dan een wereldwonder. Hij heeft je gevormd in je moeders buik, en na negen maanden kwam jij er uit, met alles er op en alles er aan. Dus geef Hem alle eer, want Hij heeft dat gedaan. Lied 136 VOOR KINDEREN God heeft mij gemaakt van top tot teen. Iemand zoals ik, nee, zo is er niet een, want ik ben uniek, heel speciaal en bijzonder, ik ben nog zoveel mooier dan een wereldwonder. Lied 136 VOOR KINDEREN God heeft mij gemaakt van top tot teen! Hij heeft mij gevormd in m'n moeders buik, en na negen maanden kwam ik eruit, met alles er op en alles er aan. Ik geef Hem alle eer, want Hij heeft dat gedaan. Lied 88 Lied 88 Een rivier vol van vrede een rivier vol van vrede een rivier vol van vrede in mijn hart! Een rivier vol van vrede een rivier vol van vrede een rivier vol van vrede in mijn hart! Een fontein vol van blijdschap een fontein vol van blijdschap een fontein vol van blijdschap in mijn hart! Een fontein vol van blijdschap een fontein vol van blijdschap een fontein vol van blijdschap in mijn hart 6
Lied 88 Lied 88 Ik heb lief als mijn Jezus ik heb lief als mijn Jezus ik heb lief als mijn Jezus in mijn hart Ik heb lief als mijn Jezus ik heb lief als mijn Jezus ik heb lief als mijn Jezus in mijn hart Een rivier vol van vrede een fontein vol van blijdschap ik heb lief als mijn Jezus in mijn hart Een rivier vol van vrede een fontein vol van blijdschap ik heb lief als mijn Jezus in mijn hart Psalm 119, vers 3 en 17 BERIJMING 1773 Psalm 119, vers 3 en 17 BERIJMING 1773 3 Och, schonkt Gij mij de hulp van Uwen Geest! Mocht die mij op mijn paan ten leidsman strekken! 'k Hield dan Uw wet, dan leefd' ik onbevreesd; Dan zou geen schaamt' mijn aangezicht bedekken, Wanneer ik steeds opmerkend waar' geweest, Hoe Uw geboon mij tot Uw liefde wekken. 17 Leer mij, o HEER', den weg, door U bepaald; Dan zal ik dien ten einde toe bewaren; Geef mij verstand, met Goddlijk licht bestraald; Dan zal mijn oog op Uwe wetten staren; Dan houd ik die, hoe licht mijn ziel ook dwaalt; Dan zal zich 't hart met mijne daden paren. Zegen mij op de weg die ik moet gaan Zegen mij op de plek waar ik zal staan Zegen mij in alles, wat U van mij verlangt O God zegen mij alle dagen lang! Vader maak mij tot een zegen Ga mij niet voorbij Regen op mij met uw Geest Heer Jezus kom tot mij Als de Bron van leven Die ontspringt diep in mij Breng een stroom van zegen Waarin U zelf steeds mooier wordt voor mij 7
Zegen ons waar we in geloof voor leven Zegen ons waar we hoop en liefde geven Zegen om de ander tot zegen te zijn! O God zegen ons tot in eeuwigheid Vader maak ons tot een zegen Hier in de woestijn Wachtend op Uw milde regen Om zelf een bron te zijn Met een hart vol vrede Zijn wij zegenend nabij Van uw liefde delend Waarin wij zelf tot bron van zegen zijn Gezang 456, vers 3 Met een hart vol vrede Zijn wij zegenend nabij Van uw liefde delend Waarin wij zelf tot bron van zegen zijn 3 Amen, amen, amen! Dat wij niet beschamen Jezus Christus onze Heer, amen, God, uw naam ter eer! 8