Protestantse Gemeente te Hoofddorp De Lichtkring Zondag 29 november 2015, 1 e advent Thema: Hoe laat is het? Tijd om te verwachten Ouderling van dienst is Lieneke Westerveld Diaken is Bea ten Kate Het orgel wordt bespeeld door Jan Quakkelaar De kostersdienst staat o.l.v. Cees de Kreij en Cor de Raadt Lector is Dorien van Nimwegen Beamist is Jan ten Kate ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Hartelijk welkom in deze dienst waarin ds. Coen Wessel voorgaat In deze dienst wordt John Pronk herbevestigd tot ouderling. Wij wensen u een gezegende dienst toe. DE VOORBEREIDING Tijdens orgelspel bereiden wij ons voor op de dienst Welkom Met het licht van de Paaskaars steken we de 1 e adventskaars aan Kind: De eerste kaars mag aan, een lichtje heel erg klein. Zie ons in het donker staan, wachten tot het kerst zal zijn. Wij staan op en worden stil voor God Zingen: lied 458a Drempelgebed Zingen: lied 458a Zuivere vlam, verdrijf met je licht de angsten van ons hart Dralend op de drempel van deze eerste adventszondag, maken wij ruimte om op zoek te gaan naar een weg voor onze voeten om niet te verdwalen en in het donker te eindigen. Wij stellen ons open voor Uw geest. Zuivere vlam, verdrijf met je licht de angsten van ons hart 1
Groet Voorganger: De Heer zij met U Gemeente: OOK MET U ZIJ DE HEER Voorganger: Onze hulp is in de naam van de Heer Gemeente: DIE HEMEL EN AARDE GEMAAKT HEEFT Voorganger: Die trouw houdt tot in eeuwigheid Gemeente: EN NIET LAAT VAREN HET WERK VAN ZIJN HANDEN Intochtslied: lied 435: 1, 2 en 3 Hef op uw hoofden, poorten wijd We gaan zitten Kyrië Diaken: Roepen wij tot God, om de nood van de wereld Kyriëgebed Zingen: lied 462: 1 (allen), 2 (allen), 3 (vrouwen), 4 (mannen), 5 (allen) en 6 (allen) Zal er ooit een dag van vrede DIENST VAN HET WOORD Gebed bij de opening van het Woord Inleiding op het adventsproject Moment met de kinderen Kinderlied: lied 464: 1 en 2 Een engel spreekt een priester aan 2
Na het zingen van dit lied wordt de kaars aangestoken en gaan de kinderen van groep 1-8 met Ruth van der Helm achter het licht aan naar de kindernevendienst. De kinderen hebben in de nevendienst hun eigen dienst met gaven en gebeden en komen voor het slotlied bij ons terug. De tienplussers gaan met Eddie Kramer mee. Eerste lezing: Jesaja 6: 1-7 6 1 In het sterfjaar van koning Uzzia zag ik de Heer, gezeten op een hoogverheven troon. De zoom van zijn mantel vulde de hele tempel. 2 Boven hem stonden serafs. Elk van hen had zes vleugels, twee om het gezicht en twee om het onderlichaam te bedekken, en twee om mee te vliegen. 3 Zij riepen elkaar toe: Heilig, heilig, heilig is de HEER van de hemelse machten. Heel de aarde is vervuld van zijn majesteit. 4 Door het luide roepen schudden de deurpinnen in de dorpels, en de tempel vulde zich met rook. 5 Ik schreeuwde het uit: Wee mij! Ik moet zwijgen, want ik ben een mens met onreine lippen, en ik leef te midden van een volk dat onreine lippen heeft. En nu heb ik met eigen ogen de koning, de HEER van de hemelse machten, gezien. 6 Toen nam een van de serafs met een tang een gloeiende kool van het altaar en vloog daarmee op mij af. 7 Hij raakte mijn mond ermee aan en zei: Nu zijn je lippen gereinigd. Je schuld is geweken, je zonden zijn tenietgedaan. Zingen: Lied 848 Al wat een mens te kennen zoekt Tweede lezing: Lucas 1: 5-25 5 Toen Herodes koning van Judea was, leefde er een priester die Zacharias heette en tot de priesterafdeling Abia behoorde. Zijn vrouw, Elisabet, stamde af van Aäron. 6 Beiden waren vrome en gelovige mensen, die zich strikt aan alle geboden en wetten van de Heer hielden. 7 Ze hadden geen kinderen, want Elisabet was onvruchtbaar, en beiden waren al op leeftijd. 8 Toen de afdeling van Zacharias eens aan de beurt was om de priesterdienst te vervullen, 9 werd er volgens het gebruik van de priesters geloot en werd Zacharias door het lot aangewezen om het reukoffer op te dragen in het heiligdom van de Heer. 10 De samengestroomde menigte bleef buiten staan bidden terwijl het offer werd gebracht. 11 Opeens verscheen hem een engel van de Heer, die aan de rechterkant van het reukofferaltaar stond. 12 Zacharias schrok hevig bij het zien van de engel en hij werd door angst overvallen. 13 Maar de engel zei tegen hem: Wees niet bang, Zacharias, je gebed is verhoord: je vrouw Elisabet zal je een zoon baren, en je moet hem Johannes noemen. 14 Vreugde en blijdschap zullen je ten deel vallen, en velen zullen zich over zijn geboorte verheugen. 15 Hij zal groot zijn in de ogen van de Heer, en wijn en andere gegiste drank zal hij niet drinken. Hij zal vervuld worden van de heilige Geest terwijl hij nog in de schoot van zijn moeder is, 16 en hij zal velen uit het volk van Israël tot de Heer, hun God, brengen. 17 Als bode zal hij voor God uit gaan met de geest en de kracht van Elia om ouders met hun kinderen te verzoenen en om zondaars tot rechtvaardigheid te brengen, en zo zal hij het volk gereedmaken voor de Heer. 18 Zacharias vroeg aan de engel: Hoe kan ik weten of dat waar is? Ik ben immers een oude man en ook mijn vrouw is al op leeftijd. 19 De engel antwoordde: Ik ben Gabriël, die altijd in Gods nabijheid is, en ik ben uitgezonden om je dit goede nieuws te brengen. 20 Maar omdat je geen geloof hebt gehecht aan mijn woorden, die op de voorbestemde tijd in vervulling zullen gaan, zul je stom zijn en niet kunnen spreken tot de dag waarop dit alles gaat gebeuren. 21 De menigte stond buiten op Zacharias te wachten, en de mensen vroegen zich af waarom hij zo lang in het heiligdom bleef. 22 Maar toen hij naar buiten kwam, kon hij niets tegen hen zeggen. Ze begrepen dat hij in het heiligdom een visioen had gezien; hij maakte gebaren tegen hen, maar spreken kon hij niet. 23 Toen zijn tempeldienst voorbij was, ging hij terug naar huis. 24 Korte tijd later werd zijn vrouw Elisabet zwanger. Ze leefde vijf maanden lang in afzondering en zei bij zichzelf: 25 De Heer heeft zich mijn lot aangetrokken. Hij heeft dit voor mij gedaan opdat de mensen me niet langer verachten. 3
Zingen: Lied 440: 1, 2 en 4 Ga, stillen in den lande Uitleg en verkondiging Meditatief orgelspel Zingen: lied 444 Nu daagt het in het oosten De kinderen komen terug uit de nevendienst Op de klok bevestigen de kinderen een afbeelding van het verhaal van deze zondag dat Hij naar je toekomt, Tijd om te verwachten Bevestiging van John Pronk Inleiding Vragen Antwoord We gaan staan Voorganger: Gemeente, John Pronk wil u als ouderling dienen en leiden. Wilt u hem in uw midden ontvangen en hem hooghouden in zijn ambt? Gemeente: Ja, dat willen wij van harte. Zingen: lied 416: 1 en 4 Ga met God en Hij zal met je zijn We gaan zitten 4
DIENST VAN GEBEDEN EN GAVEN Dankgebed, voorbeden, stil gebed, Onze Vader. Onze Vader die in de hemel zijt. Uw naam worde geheiligd, Uw koninkrijk kome, Uw wil geschiede, op aarde zoals in de hemel. Geef ons heden ons dagelijks brood, en vergeef ons onze schulden, zoals ook wij onze schuldenaars vergeven, en leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze. Want van U is het koninkrijk, en de kracht, en de heerlijkheid, in eeuwigheid. Amen. Collecten en mededelingen Mededelingen De 1 e collecte is bestemd voor reservering wisselcollecte noodhulp De 2 e collecte is bestemd voor wijkkerk De kinderen uit de crèche worden opgehaald. Slotlied, staande O kom, o kom, Immanuël (Liedboek 1973 nr. 125): 1, 3 en 5 3. O kom, o kom, Gij Oriënt, en maak uw licht alom bekend; verjaag de nacht van nood en dood, wij groeten reeds uw morgenrood. Weest blij, weest blij, o Israel! Hij is nabij, Immanuël! 5. O kom, die onze Heerser zijt, in wolk en vuur en majesteit. O Adonai die spreekt met macht, verbreek het duister van de nacht. Weest blij, weest blij, o Israël! Hij is nabij, Immanuël! 5
Zegen De gemeente antwoordt zingend met: De uitgangscollecte is bestemd voor onderhoud gebouwen IEDEREEN IS VAN HARTE UITGENODIGD VOOR KOFFIE, THEE OF FRIS! 6