Dak en Gevel. BRUGSE ROYAL-pan TOEPASSINGSRICHTLIJNEN 1



Vergelijkbare documenten
Dak en Gevel. PALACE ROYAL-pan TOEPASSINGSRICHTLIJNEN 1

BETONDAKPANNEN - STONEWOLD ROYAL DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS PER BETONDAKPAN

BETONDAKPANNEN BRUGSE ROYAL DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS PER BETONDAKPAN

MENUISERITE NT - Onderdakplaat

BETONDAKPANNEN - PALACE ROYAL DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS PER BETONDAKPAN

BETONDAKPANNEN SNELDEK ROYAL DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS PER BETONDAKPAN

Deel 2 Specifieke technische gegevens per kleidakpan

Deel 1 Algemene technische gegevens

ONDERDAKEN MENUISERITE EXTRA NT DEEL 1 ALGEMENE TECHNISCHE GEGEVENS

BETONDAKPANNEN HORIZON ROYAL DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS PER BETONDAKPAN

Dak en Gevel. ALTERNA lei NT. TOEPASSINGSRICHTLIJNEN 1 - Deel 1 van 3

BETONDAKPANNEN - STORMPAN 16/20 ROYAL DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS PER BETONDAKPAN

Deel 2 Specifieke technische gegevens per kleidakpan

ONDERDAKEN ETERROOF DEEL 1 ALGEMENE TECHNISCHE GEGEVENS

BETONDAKPANNEN HORIZON ROYAL DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS PER BETONDAKPAN

Deel 2 Specifieke technische gegevens per kleidakpan

KLEIDAKPANNEN - DOMINO DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS PER KLEIDAKPAN

Deel 2 Specifieke technische gegevens per kleidakpan

KLEIDAKPANNEN - HARMONIE NEW DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS PER KLEIDAKPAN

Deel 2 Specifieke technische gegevens per kleidakpan

KLEIDAKPANNEN - MAXIMA NEW RG9 DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS PER KLEIDAKPAN

ONDERDAKEN ETERWOOD DEEL 1 ALGEMENE TECHNISCHE GEGEVENS

Dak en Gevel. NEW STONIT lei NT. TOEPASSINGSRICHTLIJNEN 1 - Deel 2 van 3. Plaatsing enkelvoudige horizontale dekking

Deel 2 Specifieke technische gegevens per kleidakpan

KLEITEGELPANNEN TYPE HAWKINS DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS PER KLEINFORMAAT KLEITEGELPAN

KLEIDAKPANNEN: DEEL 1 ALGEMENE TECHNISCHE GEGEVENS GELDIG VOOR ALLE KLEIDAKPANNEN

KLEITEGELPANNEN TYPE AMBIENTE DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS PER GROOTFORMAAT KLEITEGELPAN

KLEITEGELPANNEN TYPE ACME DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS PER KLEINFORMAAT KLEITEGELPAN

KLEITEGELPANNEN DEEL 1 ALGEMENE TECHNISCHE GEGEVENS GELDIG VOOR ALLE GROOTFORMAAT KLEITEGELPANNEN

ONDERDAKEN MENUISERITE EXTRA NT DEEL 1 ALGEMENE TECHNISCHE GEGEVENS

Dak en Gevel. NEW STONIT NT lei. TOEPASSINGSRICHTLIJNEN 1 - Deel 1 van 3

Dak en Gevel. ALTERNA lei NT. TOEPASSINGSRICHTLIJNEN 1 - Deel 2 van 3. Plaatsing enkelvoudige horizontale dekking

Dak en Gevel. ALTERNA ruitlei NT TOEPASSINGSRICHTLIJNEN 1. Plaatsing enkelvoudige dekking met ruitleien

VEZELCEMENTLEIEN DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS VOLGENS PLAATSINGSMETHODE DUBBELE DEKKING OF MAASDEKKING

BETONDAKPANNEN. Plaatsingsgids EDITIE 15.1 BE

BETONDAKPANNEN - CONCRETO VERONA DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS PER BETONDAKPAN

KLEITEGELPANNEN DEEL 1 ALGEMENE TECHNISCHE GEGEVENS GELDIG VOOR ALLE GROOTFORMAAT KLEITEGELPANNEN

Golfplaten profiel ARDEX NT

BETONDAKPANNEN - CONCRETO S DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS PER BETONDAKPAN

VEZELCEMENTLEIEN DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS VOLGENS PLAATSINGSMETHODE QUARTO

HULPSTUKKEN - METALEN NOK- EN HOEKKEPERSTUK VOOR PALACE STONEWOLD DOMINO DAKPANNEN TECHNISCHE FICHE

VEZELCEMENTLEIEN DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS VOLGENS PLAATSINGSMETHODE DUBBELE DEKKING VOLGENS HET CASSETTESYSTEEM

VEZELCEMENTLEIEN DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS VOLGENS PLAATSINGSMETHODE HALFSTEENSVERBAND

BETONDAKPANNEN - DEEL 1 ALGEMENE TECHNISCHE GEGEVENS GELDIG VOOR ALLE ROYAL BETONDAKPANNEN

VEZELCEMENTLEIEN DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS VOLGENS PLAATSINGSMETHODE RUITDEKKING KLASSIEKE PLAATSING EN PLAATSING IN DAMBORDPATROON

ONDERDAKEN ONDERDAKFOLIES DEEL 1 ALGEMENE TECHNISCHE GEGEVENS

Menuiserite DG windscherm: niet structureel TOEPASSINGSRICHTLIJNEN

VEZELCEMENTLEIEN DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS VOLGENS PLAATSINGSMETHODE TRAPDEKKING

VEZELCEMENTLEIEN DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS VOLGENS PLAATSINGSMETHODE HALFSTEENSVERBAND SCHUIN ONDER HELLING GEPLAATST OP GEVEL

VEZELCEMENTLEIEN DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS VOLGENS PLAATSINGSMETHODE DUBBELE DEKKING MET OPEN VOEG OF LEUVENSE DEKKING

VEZELCEMENTLEIEN DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS VOLGENS PLAATSINGSMETHODE HALFSTEENSVERBAND

VEZELCEMENTLEIEN DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS VOLGENS PLAATSINGSMETHODE ENKELVOUDIGE HORIZONTALE DEKKING OF ZWITSERSE DEKKING

TOEPASSINGSRICHTLIJN Duripanel steunplaat voor sierpleister op isolatie

KLEITEGELPANNEN DEEL 1 ALGEMENE TECHNISCHE GEGEVENS GELDIG VOOR ALLE KLEINFORMAAT KLEITEGELPANNEN

VEZELCEMENTLEIEN DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS VOLGENS PLAATSINGSMETHODE QUARTO

Bouwplaten STEUNPLAAT DAKBEDEKKING TOEPASSINGSRICHTLIJNEN 1

VEZELCEMENTLEIEN DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS VOLGENS PLAATSINGSMETHODE ENKELVOUDIGE HORIZONTALE DEKKING OF ZWITSERSE DEKKING

VEZELCEMENTLEIEN DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS VOLGENS PLAATSINGSMETHODE DUBBELE DEKKING OF MAASDEKKING

1 PRODUCTBESCHRIJVING SAMENSTELLING GAMMA 3 2 EIGENSCHAPPEN MECHANISCHE EN FYSISCHE EIGENSCHAPPEN 3 3 TRANSPORT EN OPSLAG 3

Eterspan: steunplaat dakbedekking TOEPASSINGSRICHTLIJNEN

VEZELCEMENTLEIEN DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS VOLGENS PLAATSINGSMETHODE HALFSTEENSVERBAND

NOVEX. Technische gegevens. onderdakplaten

ONDERDAKEN ETER 160 DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS

VEZELCEMENTLEIEN DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS VOLGENS PLAATSINGSMETHODE DUBBELE DEKKING OF MAASDEKKING

BETONDAKPANNEN DEEL 1 ALGEMENE TECHNISCHE GEGEVENS GELDIG VOOR ALLE ROYAL BETONDAKPANNEN

ONDERDAKEN DUO LONGLIFE EXTRA DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS

ONDERDAKEN ETERROOF DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS

Case study roof 10. Bouwen met. Project Haesendonckstraat. Houtem. A r c h i t e c t :

LEIEN. Plaatsingsgids

thermische isolatie HELLENDE DAKEN SARKING Plaatsingsrichtlijn Efisarking BETV NL v04 Pagina 1/17

ONDERDAKEN TRIO DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS

TOEPASSINGSRICHTLIJN Duripanel steunplaat voor sierpleister op isolatie

MODEL DE NIEUWE HOLLANDER Collectie geprofileerde dakpannen

BETONDAKPANNEN. Plaatsingsgids EDITIE 15.1 BE

KLEIDAKPANNEN: DEEL 1 ALGEMENE TECHNISCHE GEGEVENS GELDIG VOOR ALLE KLEIDAKPANNEN

Kloosterwaard H-10 dakpan

Plaatsingsvoorschriften voor DELTA -ALPINA bij pannendaken in beton of gebakken aarde in BENELUX

Daken Platte daken Hellende daken Metalen daken. Warm dak Omgekeerd dak

INFOFICHE BOUWADVIES

Profilo-S Kielgoot Technische documentatie

Figaroll Dryroll Ventilerende afdichting nok en noordboom Technische documentatie

Duurzaam bouwen. Het geïsoleerde hellend dak

UITVOERING Instructies COVERSYS ALPHA SIERRA DELTA. Project3Nederlands :57 Pagina 1 DAKCONCEPT VOORBEREIDING BEVESTIGING

Dak en Gevel. PALACE ROYAL-pan PRODUCTINFORMATIEBLAD 1

DAKHANDBOEK - versie 2 - november 2017

Ubbink indak bevestigingssysteem voor zonnepanelen

BOUWPLATEN. Voor elke toepassing hebben wij dé juiste oplossing. Belgische markt

Panelen van bekleed staal (plastisol, polyester, polyurethaan, PVDF, ). Gemakkelijk te plaatsen en bestand tegen de tand des tijds.

VERWERKINGSVOORSCHRIFTEN

Lerarenopleiding Demodag 1 - Daken

ONDERDAKEN - MENUISERITE EXTRA NT-G EN MENUISERITE EXTRA NT-DG DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS

DAKHANDBOEK - versie 2 - november 2017

MEGA NATUURROOD RENOVATIE Arch. Gérard - Lemaire & Ass. Luik. Mega. een megagrote pan met ribben

BOUWPLATEN. Voor elke toepassing hebben wij dé juiste oplossing. Nederlandse markt

Langenzenn L15 pan. Perfect evenwicht tussen duurzaamheid en budget ideaal voor renovatie met lage dakhelling

Wind- en vochtdicht isolatieschild met de IKO enertherm ALU NF isolatieplaat

KERAMISCHE DAKPANNEN. Plaatsingsgids EDITIE 15.1

P L A AT S I N G S T E C H N I E K

BESCHRIJVING. 3.2 Massa

APPLICATION RULES Mechanische bevestiging van de waterdichting

Transcriptie:

Dak en Gevel BRUGSE ROYAL-pan TOEPASSINGSRICHTLIJNEN 1 1 ALGEMEENHEDEN Deze toepassingsrichtlijnen zijn specifiek bedoeld voor de plaatsing van microbeton dakpannen op een houten draagstructuur. Er worden een aantal basisprincipes weergegeven die moeten worden gevolgd. Voor afwijkingen of bijkomend advies, kan men terecht bij ETERNIT. 2 DAKBEDEKKINGSMATERIAAL Voor productgegevens en de verwerking van de dakpannen wordt verwezen naar de productinformatiebladen, verkrijgbaar bij ETERNIT. 3 TOEPASSINGSGEBIED BRUGSE ROYAL-pannen zijn geschikt voor daken met een minimale helling van 15 (zie Tabel 1). Zij kunnen ook verticaal als gevelbekleding gebruikt worden, mits voldoende mechanische bevestiging. 4 PLAATSINGSGEGEVENS Normalisatie De plaatsing van de pannen moet gebeuren volgens de richtlijnen van de fabrikant, de voorschriften van de ATG 1492, de Technische voorlichting van het WTCB Daken met betonpannen TV-202, de Belgische Norm NBN B21-701 en de regels van goed vakmanschap. Overlap De pannen overlappen elkaar in lengte en breedte. De lengte-overlap is variabel tussen 75 en 100 mm en is afhankelijk van de dakhelling, gemeten op de draagstructuur (Tabel 1). De dubbele zijsluiting heeft een breedteoverlap van 30 mm. In de praktijk zit op deze overlap een spelingsmogelijkheid van 1 mm in meer of minder (trekken en drukken). De dubbele zijsluitingen van 2 elkaar overlappende pannen moeten steeds volledig in elkaars sluitingen vallen. Dakhelling zonder onderdak * Dakhelling met onderdak Tabel 1: Gegevens in functie van helling en overlap. Min. overlap (mm) Latafstand (mm) Aantal pannen per m² (stuks) Gewicht (kg) per m² 20 tot 25 15 tot 20 100 280 17,86 50,0 > 25 tot 30 > 20 tot 25 85 295 16.95 47,5 > 30 > 25 75 305 16,39 45,9 * Voor hellingen lager dan 20 is een Menuiserite -onderdak noodzakelijk. Voor steilere hellingen dan 20 raden wij het onderdak ten zeerste aan. 1 Deze toepassingsrichtlijnen vervangen alle voorgaande uitgaven. ETERNIT houdt zich het recht voor deze richtlijnen te wijzigen zonder voorafgaande kennisgeving. De lezer dient er zich van te vergewissen steeds de meest recente versie van deze documentatie te raadplegen. De richtlijnen in dit document zijn niet-limitatief. De garanties zijn enkel van toepassing indien de toepassingsrichtlijnen worden gevolgd. Bij afwijkende toepassingen is het aangewezen een advies te vragen aan ETERNIT. ETERNIT, Technical Service Center 1/15

Draagstructuur Vooraleer de dakdekker de dakbedekking plaatst, gaat hij na of de draagconstructie overeenstemt met de voorschriften en controleert hij het dakvlak op vlakheid en vorm (schuin lopende muren). Indien er gebreken worden vastgesteld, stelt hij hiervan de architect of eigenaar tijdig in kennis. Op de kepers of spanten wordt bij voorkeur eerst een dampdoorlatend onderdak (Menuiserite) aangebracht en hierop tengellatten met een minimale dikte van 15 mm en minstens 30 mm breedte. Een Menuiserite-onderdak wordt steeds aangeraden en is zelfs verplicht bij een dakhelling lager dan 20. De pannen worden aangebracht op horizontaal geplaatste panlatten, die perfect evenwijdig aan elkaar zijn geplaatst. De doorsnede van de panlatten is afhankelijk van de tussenafstand der steunpunten (Tabel 2). De houtkwaliteit moet conform zijn aan de NBN 272 en beschermd tegen aantasting door schimmels en insecten conform de NBN 471. Tabel 2: Minimale nominale doorsnede van de panlatten Steunpuntafstand in mm Doorsnede van de panlat in mm < 400 26 x 32 < 500 26 x 40 < 600 36 x 40 De afstand tussen de panlatten (Fig. 1) De mogelijkheid om de overlap aan te passen geeft een bepaalde vrijheid in de hoogteverdeling van de pannen. Er dient nochtans rekening te worden gehouden met de minimale overlap die afhankelijk is van de dakhelling. De panlatten worden horizontaal en dus onderling evenwijdig geplaatst. De nagels waarmee de panlatten worden bevestigd, dringen minstens 30 mm in de draagconstructie. De positie van de twee onderste panlatten wordt bepaald door de plaats van de onderste pan ten opzichte van de goot. Bij een hanggoot komt de druiprand van de pan op ongeveer 1/3 van de gootbreedte van binnenuit gemeten. De onderste panlat wordt zo geplaatst dat de onderste pan 40 tot 80 mm vrij draagt. Om de onderste pannenrij dezelfde helling te geven als de bovenliggende, is het noodzakelijk de voetlat te verhogen tot de dubbele dikte van de panlat (Fig. 1). De bovenste panlat komt op max. 40 mm van de nokas, gevormd door de kruising van de tengellatten (Fig. 1). Vervolgens wordt de afstand tussen de bovenrand van de tweede onderste panlat en de bovenrand van de bovenste panlat zo verdeeld dat hele pannen kunnen geplaatst worden rekening houdend met de minimale overlap. ETERNIT, Technical Service Center 2/15

Fig. 1: Afstand tussen de panlatten 1. Gesherardiseerde schroefnagel met neopreen dichtingsring lengte 65 of 80 mm 2. Nokhaak in aluminium 3. Halfronde nokhaak 4. Noklat 5. Aero-uni ondernok of Eterroll 6. Noklatsteun 7. BRUGSE ROYAL-pan 8. Panlat 9. Tengellat 10. Menuiserite-onderdak 11. Combi verluchtingskam 12. Dubbele panlat 13. Hanggoot Voorbeeld: Gegevens: - Dakhelling: 35 - Minimale overlap: 75 mm (tabel 1) - Maximale latafstand: 305 mm (tabel 1) - Afstand tweede onderste / bovenste lat: 5300 mm Oplossing: - Aantal panrijen: 5300 / 305 = 17,37 dus 18 rijen - De concrete latafstand is: 5300 / 18 = 294 mm - Het totaal aantal parijen bedraagt dus 18 + 1 = 19 ETERNIT, Technical Service Center 3/15

Breedteverdeling van het dak De nuttige breedte van een BRUGSE ROYAL-pan is 200 mm. Een halve BRUGSE ROYAL-pan bestaat niet. Wanneer gevelpannen worden toegepast, moet de totale breedte verminderd worden met tweemaal 195 mm (nuttige breedte van linker en rechter gevelpan = 195 mm). De overblijvende breedte moet gedeeld worden door de nuttige breedte van 200 mm. Per pan kan gerekend worden op een spelingsmogelijkheid van 1 mm in meer of minder. Voorbeeld: - BRUGSE ROYAL - breedte van het gebouw: 12.630 mm - te verdelen breedte: 12,630 (2 x 195) = 12.240 mm - aantal pannen per rij: 12.240 : 200 = 61,20 afgerond op 62 pannen. Het theoretisch teveel van 60 mm (62 x 200 + 2 x 195 = 12.790) kan ingewonnen worden door de pannen te drukken. Fig. 2: Breedteverdeling BRUGSE ROYAL-pannen Plaatsing van de pannen Bij een zadeldak of lessenaarsdak wordt onderaan en bovenaan over de ganse breedte een zelfde aantal pannen geplaatst, gevelpannen inbegrepen. Met de speling in de zijsluiting en het aanpassen van de oversteek van de gevelpannen kan men ervoor zorgen een symmetrische opbouw te bekomen. Halve BRUGSE ROYAL-pannen zijn niet beschikbaar. De plaatsing van de overige pannen begint in de rechter benedenhoek. Om de 4 rijen pannen controleert men door middel van een rechte lat of een smetkoord of de pannen rechtlijnig en loodrecht op de panlatten liggen. Bij aansluitingen rond de schouw of dakvensters worden de pannen verzaagd. Teneinde bij het verzagen van pannen voor kielgoten en hoekkepers steeds 1 ophangneus achter de panlat te kunnen haken. Een dubbele BRUGSE ROYAL-pan kan hiertoe toegepast worden. ETERNIT, Technical Service Center 4/15

Verwerking De nokken en de gevelpannen moeten steeds verankerd worden. Voor meer informatie betreffende het verankeren van pannen, raadpleeg de ATG 1492 Dakbedekking met RBB-betonpannen ROYAL (Fig. 3), Technische Voorlichting van het WTCB daken met betonpannen TV 202 en de Belgische norm NBN B03-002-1. Fig. 3: Verankeringzones dakvlak Tabel 3: Bepaling van de waarde a (randzone) Bepaling van a De grootste waarde weerhouden d 1 <= d 2 d 1 > d 2 h >= d 1 /3 h < d 1 /3 h >= d 2 /3 h < d 2 /3 0,45 h 0,45 h 0,15 d 1 0,15 d 0,04 d 2 1 m 1 0,04 d 1 m 2 1 m 1 m Tabel 4: Bevestigingstabel BRUGSE ROYAL-pannen enkel geldig voor gebouwen tot 50m dakhoogte (nok) (Bron: WTCB) Helling Windzone IV: Stad Windzone III: Industrie Rand Midden Rand Midden 15 0 20 42 50 - - 0 11 27 50 - - 20 0 19 39 50 - - 0 10 25 50 - - 25 0 0 31 50 - - 0 0 19 50 - - 30 25 46 50 46 50-15 30 50 30 50-35 22 39 50 39 50-13 25 50 25 50-40 19 33 50 33 50-10 20 50 20 42 50 45 0 27 50 27 48 50 0 16 39 16 32 50 50 0 21 44 21 37 50 0 12 29 12 23 50 55 0 28 50 25 45 50 0 16 41 14 29 50 60 0 20 41 18 31 50 0 11 26 10 19 48 65 0 0 26 0 21 43 0 0 16 0 11 27 70 0 0 0 0 0 25 0 0 0 0 0 14 ETERNIT, Technical Service Center 5/15

Helling Windzone II: Landelijk Windzone I: Kust Rand Midden Rand Midden 15 0 5 14 50 - - 0 0 5 44 50-20 0 5 13 50 - - 0 0 0 38 50-25 0 0 9 47 50-0 0 0 23 50-30 7 16 50 16 40 50 0 6 27 6 19 50 35 6 13 41 13 31 50 0 0 19 0 14 50 40 0 10 31 10 24 50 0 0 13 0 10 47 45 0 7 22 7 17 50 0 0 9 0 6 30 50 0 5 15 5 12 38 0 0 5 0 0 17 55 0 8 24 7 15 50 0 0 9 0 5 26 60 0 5 14 0 9 28 0 0 5 0 0 12 65 0 0 7 0 5 14 0 0 0 0 0 5 70 0 0 0 0 0 7 0 0 0 0 0 0 Legende: x tot x meter dakhoogte (nok) geen bevestigingen nodig y tussen x en y meter dakhoogte (nok) moet 1 op 4 pannen bevestigd worden z tussen y en z meter dakhoogte (nok) moet 1 op 2 pannen bevestigd worden tussen z en 50 meter dakhoogte (nok), moeten alle pannen bevestigd worden Voorbeeld: 0 19 40 : Bij een dakhoogte (nok) 0 / 19 tot 19 meter: 1 pan op de 4 pannen bevestigen 40 tussen 20 en 40 meter: 1 pan op de 2 pannen bevestigen > 40 meter: alle pannen bevestigen of speciale studie Voorbeeld: 0 0 5 : Bij een dakhoogte (nok) 0 / 0 / 5 tussen 0 en 5 meter: 1 pan op de 2 pannen bevestigen > 5 meter: alle pannen bevestigen of speciale studie Voorbeeld: 29 50 - : Bij een dakhoogte (nok) 29 tot 29 meter: geen bevestigingen nodig 50 tussen 29 en 50 meter: 1 pan op de 4 pannen bevestigen - gebouwen > 50 meter vallen buiten dit kader De verankering van de BRUGSE ROYAL-pannen gebeurt met panhaken die in de zijsluiting van de pan grijpen en overdekt worden door de overlappende pan, zodat de panhaak van buitenaf niet zichtbaar is (Foto 1 en Fig. 4). ETERNIT, Technical Service Center 6/15

Fig. 4: Panhaak BRUGSE ROYAL-pan Foto 1: Panhaak BRUGSE ROYAL-pan De gevelpannen zijn voorzien van 1 gat en worden op de panlatten vastgespijkerd. De halfronde nok wordt door middel van een schroefnagel met dichtingsring bevestigd of met een nokhaak en schroefnagel verankerd (Fig. 5). De universele HV-nok en de universele zadelnok worden op de noklat vastgespijkerd met een schroefnagel (Fig. 6 en Fig. 7). Alle bevestigingsmaterialen zijn vervaardigd uit roestbestendig materiaal. Gevelbekleding Indien BRUGSE ROYAL-pannen gebruikt worden voor gevelbekleding, is het noodzakelijk alle pannen te bevestigen met 1 gesherardiseerde schroefnagel met dichtingsring (lengte 45 mm) en een panhaak. Pannen met nagelgat zijn op aanvraag te verkrijgen. ETERNIT, Technical Service Center 7/15

5 PRINCIPEDETAILS Fig.5: Nokafwerking met halfronde nok 1. Nokhaak in aluminium 2. Halfronde nok 3. Noklat 4. Gesherardiseerde schroefnagel met neopreen dichtingsring lengte 45 of 65 mm 5. Aero-uni onderdak of Eterroll 6. Noklatsteun 7. BRUGSE ROYAL-pan 8. Panlat 9. Tengellat 10. Menuiserite-onderdak Fig. 6: Nokafwerking met universele hoekvormige nok (HV nok) 1. Gesherardiseerde schroefnagel lengte 80 mm met neopreen dichtingsring 2. Universele HV nok 3. Noklat 4. Ondernok Eterroll 5. Noklatsteun 6. BRUGSE ROYAL-pan 7. Panlat 8. Tengellat 9. Menuiserite-onderdak Fig. 7: Nokafwerking met universele zadelnok 1. Gesherardiseerde schroefnagel lengte 80 mm met neopreen dichtingsring 2. Universele zadelnok 3. Noklat 4. Ondernok Eterroll 5. Noklatsteun 6. BRUGSE ROYAL-pan 7. Panlat 8. Tengellat 9. Menuiserite-onderdak ETERNIT, Technical Service Center 8/15

Foto 2: Centreren van Eterroll op de noklat Foto 3: Aandrukken van Eterroll op de pannen Fig. 8: Afwerking met shednok 1. BRUGSE ROYAL-pan 2. Panlat 3. Menuiserite-onderdak 4. Keper of spant 5. Shedpan 6. Boordplank 7. Roestvrije schroef Fig. 9: Afwerking aan opgaande muur 1. Menuiserite-onderdak 2. Tengellat 3. BRUGSE ROYAL-pan 4. Panlat 5. Lood of Wakaflex-2 ETERNIT, Technical Service Center 9/15

Fig. 10: Dakrandafwerking met zinken goot 1. Verholen zinken goot 2. Dubbele welpan 3. Panlat 4. Menuiserite-onderdak 5. BRUGSE ROYAL-pan 6. Tengellat 7. Keper of spant Fig. 11: Zijdelingse aansluiting tegen muur 1. Tengellat 2. Menuiserite-onderdak 3. Panlat 4. BRUGSE ROYAL-pan 5. Lood of Wakaflex-2 6. Keper of spant Fig. 12: Dakvoetafwerking 1. BRUGSE ROYAL-pan 2. Verluchtingskam 3. Verhoogde panlat 4. Hanggoot ETERNIT, Technical Service Center 10/15

Fig. 13: Afwerking kielgoot 1. BRUGSE ROYAL-pan 2. Panlat 3. Tengellat 4. Menuiserite-onderdak 5. Afdichting onderdak 6. PVC kielgootelement 7. Bebording 8. Universele verluchtingskam 9. Koperen nagel voor kielgoot en ventilatiekam min. 1 om de 35cm Foto 4: PVC-kielgoot ETERNIT, Technical Service Center 11/15

Fig. 14: Invoegen dubbele BRUGSE ROYAL-pannen bij kielgoten Fig. 15: Invoegen van dubbele BRUGSE ROYAL-pannen bij hoekkepers Foto 5: Opbouw hoekkeper met noklatsteun Foto 6: Hoekkeper afgewerkt met Eterroll ondernok ETERNIT, Technical Service Center 12/15

Foto 7: Hoekkeper met halfronde nok met nokhaken Foto 8: Hoekkeper met Universele HV-nok ETERNIT, Technical Service Center 13/15

6 DAKOPBOUW Fig. 16 geeft een algemeen beeld van een dakopbouw. De dakbedekking met pannen, panlatten en tengellatten is hiervoor reeds uitvoerig besproken. Hiernavolgend schenken we wat meer aandacht aan onderdak, isolatie en binnenafwerking. We willen er op wijzen dat de ganse dakconstructie van binnen tot buiten een geheel vormt en dat fouten in een deel ervan problemen in een ander deel kunnen veroorzaken. Fig. 16: Dakopbouw 1. Menuiserite-onderdak 2. Warmte-isolatie 3. Luchtscherm 4. Leidingspouw 5. Binnenafwerking Onderdak Het onderdak wordt uitgevoerd met Menuiserite-platen. Meer gedetailleerde montagevoorschriften staan vermeld in het boekdeel over vlakke platen. Uitvoerige testen werden uitgevoerd aan de K.U. Leuven in verband met het gedrag van de dakconstructie en de daarin gebruikte onderdaken. Deze testen hebben aangetoond dat capillaire onderdakplaten - zoals Menuiserite een positieve werking hebben op het hygrothermisch gedrag van de gehele dakconstructie. In de praktijk geven ze immers - bij de constructie van geïsoleerde hellende daken bij woningen - geen aanleiding tot druppelvorming onderaan de platen als gevolg van condensatie. Dit in tegenstelling met niet-capillaire folies. Dit is uitermate belangrijk om het nat worden van de isolatie als gevolg van afdruipend vocht te voorkomen. Hierbij speelt niet enkel de lage mu -waarde (waterdampdiffusieweerstandsgetal) een belangrijke rol maar vooral het vermogen van de plaat om water tijdelijk in de poriën van de plaat op te slaan. De combinatie van de eigenschappen dampopen, capillair en hygroscopisch maken Menuiserite tot een onovertroffen onderdakplaat. Isolatie Het is algemeen aan te raden de isolatie te plaatsen zonder restspouwen. Dit betekent dat het beter is geen opening laten tussen binnenafwerking en isolatie, tussen isolatie en onderdak en zeker niet tussen de isolatieplaten onderling. Restspouwen leiden namelijk tot rotatiestromen rondom de isolatieplaten. Dit heeft grote warmteverliezen en vochttransport naar het onderdak tot gevolg. Binnenafwerking De allervoornaamste eis die aan de binnenafwerking moet gesteld worden, is haar luchtdichtheid. Dit heeft voor gevolg dat open voegen en doorboringen onaanvaardbaar zijn. Indien men toch elektrische leidingen in de dakopbouw wil integreren, moet men de binnenafwerking opsplitsen in een luchtscherm en een afwerkingslaag (Fig. ETERNIT, Technical Service Center 14/15

16). De leidingen en de eventuele apparatuur kunnen dan in de tussenliggende leidingspouw opgenomen worden. Wat het dampscherm betreft: in de publicatie TV 134 van het WTCB wordt uitdrukkelijk vermeld dat in de klimaatklasses I tot III aan het dampscherm geen specifieke eisen worden gesteld indien het onderdak uitgevoerd is met Menuiserite (capillaire onderdakplaten). In de klimaatklasse IV (vb. zwemdok, gaarkeukens, ) is in elk geval een specifieke studie van de dakopbouw vereist. 7 VEILIGHEID De werken zullen uitgevoerd worden volgens de veiligheidsvoorschriften voorgeschreven door Codex (ARAB) betreffende Werken op hoogte. ETERNIT nv, Afdeling Dak Kuiermansstraat 1, B-1880 Kapelle-op-den-Bos. 0032 15 717356 *. 0032 15 717319 e-mail: info.dak@eternit.be website: www.eternit.be HR B 633715 BTW BE 466 059 066 ETERNIT, Technical Service Center 15/15