Inspectierapport Kdv Ienie Mienie (KDV) Paddeweg 24 2992CL BARENDRECHT



Vergelijkbare documenten
Inspectierapport nader onderzoek Timboektoe v.o.f. (KDV) Boxbergerweg BE DEVENTER

Inspectierapport Nader onderzoek Buitenschoolse opvang Kids2Ellens HAARLEM

Inspectierapport Dagverblijf De Lolifantjes ALMERE

Inspectierapport Babbeloes (KDV) H.B. Blijdensteinlaan CA ENSCHEDE

Inspectierapport Het kleine huis aan het plein. nader onderzoek

Inspectierapport Kinderdagverblijf t Kleine Huis. d.d. 13 juli GGD Hart voor Brabant Toezichthouder: B. van Dommelen

Inspectierapport KDV Pluk de Dag (KDV) Dillehof BG OOSTERHOUT NB

Inspectierapport Dagverblijf Kinderdagverblijf Jip & Janneke ALBRANDSWAARD

Inspectierapport SNO Leusden (BSO) Bavoortseweg BM LEUSDEN

Inspectierapport Dagverblijf Babbeloes ENSCHEDE

Inspectierapport Dagverblijf Kinderdagverblijf NJoy Zoetermeer ZOETERMEER. Incidenteel Onderzoek

Inspectierapport Dagverblijf Kinderdagverblijf De Drie Biggetjes BORNE

Inspectierapport Dagverblijf kindercentrum Villa Picasso LEIDERDORP

Inspectierapport Buitenschoolse opvang De Jonge Wereld LEEK

Inspectierapport Dagverblijf Babbeloes ENSCHEDE

Inspectierapport Kinderdagverblijf Uk en Puk (KDV) Runde ZZ HR EMMER-COMPASCUUM

Inspectierapport Op Stoom (KDV) Cypressenstraat AN DORST

Inspectierapport Kinderdagverblijf Lunet

Inspectierapport KDV Huibeven (KDV) Glimmenstraat MZ TILBURG

Inspectierapport Christelijk Buitenschoolse Opvang Joy (BSO) Geert Grootestraat CG ZWOLLE

Inspectierapport Kdv Ziezo (KDV) Middeldijkerplein DL BARENDRECHT

Inspectierapport De Zonnestraaltjes (KDV) Kerkstraat BD BLEISWIJK

Inspectierapport Pluk de dag kinderdagverblijf (KDV) Druivenstraat KB BREDA

Inspectierapport Les Petits Cruquiusweg 39B (KDV) Cruquiusweg 39B 2102LS HEEMSTEDE

Inspectierapport Kinderdagverblijf Kindergarden Te Heemstede Nader onderzoek

Inspectierapport Christelijk Kinderdagverblijf Jiddo EMMEN

Inspectierapport incidenteel onderzoek Timboektoe v.o.f. (KDV) Boxbergerweg BE DEVENTER

Inspectierapport Kinderdagverblijf De Paddestoel (KDV) Wendelmoet Claesdochterlaan 1a 1141JA MONNICKENDAM

Inspectierapport KDV Koningskind (KDV) Generaal Smutslaan XE TILBURG

Inspectierapport Ieniemienie (KDV) Smederij AX VLAGTWEDDE

Inspectierapport Het Elfje (KDV) Camerlingstraat BE DELFT

Inspectierapport Kindcentrum De Wennepe (KDV) Veneweg LE WANNEPERVEEN

Inspectierapport De Morgenster (KDV) Tengnagelshoek NE ZUTPHEN Registratienummer:

Inspectierapport Het Reigernest (KDV) Oorgat CR EDAM

Inspectierapport Buitenschoolse opvang SKSG Ranonkel GRONINGEN

Inspectierapport Op Stoom (BSO) Cypressenstraat AN DORST

Inspectierapport KDV Pukkie (KDV) Diepstraat AT ECHT

Inspectierapport Kinderdagverblijf Benjamin (KDV) Van Hogendorplaan JM AMERSFOORT

Inspectierapport Buitenschoolse opvang bso Het Noorderlicht BREDA

Inspectierapport Buitenschoolse opvang Kinderopvang Blije Gezichtjes ALMERE

Inspectierapport Buitenschoolse opvang Kindercentrum de Waterkant LEIDERDORP

Inspectierapport Buitenschoolse opvang Kindercentrum de Grondzeiler WINSUM

Inspectierapport Kindercentrum Le Garage KDV (KDV) Ravelstraat XD BERGEN OP ZOOM Registratienummer:

Inspectierapport Bso Bunderbos (BSO) Iepenwede GD BARENDRECHT

Inspectierapport BSO De Bron, locatie Beijensweide (BSO) Beijensweide EK BEEK LB

Concept Inspectierapport Risicogestuurd toezicht Dagverblijf Kinderopvang Pinokkio MAASTRICHT

Inspectierapport Nader onderzoek. Kinderdagverblijf Kidsplaza BV HEEMSTEDE

Inspectierapport Het Steigertje (BSO) Mariniershof NA ROTTERDAM

Inspectierapport Kinderdagverblijf Pi (KDV) Dokter van Deenweg BP ZWOLLE

Inspectierapport Tierlantijn (KDV) Princentuin CZ BREDA

Inspectierapport KDV De Harlekijn (KDV) Hoflaan ED LEERSUM Registratienummer:

Inspectierapport BSO De Wensinkhof (voorheen de casmir)

Inspectierapport Dagverblijf Kindercentrum Jippie HORST AAN DE MAAS

Inspectierapport Oki-Doki (KDV) David Tenierslaan ZA VEENENDAAL Registratienummer:

Inspectierapport KinderOpvang De Vlinder (KDV) Veldweg DS GENDRINGEN

Inspectierapport Ieniemienie (KDV) Smederij AX VLAGTWEDDE Registratienummer:

Inspectierapport De Wiebelwagen (KDV) Hootsenstraat AJ EDERVEEN

Inspectierapport Halvedagopvang Okidoki (KDV) Brandsma-akker AA BARENDRECHT Registratienummer:

Inspectierapport Kinderdagverblijf 't Rakkertje (KDV) Kroostweg 33a 3704EA ZEIST Registratienummer:

Inspectierapport Waterlelie (KDV) Vreewijkstraat 12c 2311XH LEIDEN

Inspectierapport Dikkertje Dap (KDV) Haarsteegsestraat JR HAARSTEEG

Inspectierapport Belle Fleur (KDV) Teteringsedijk 297a 4817ME BREDA

Inspectierapport Klein maar dapper (KDV) Rijnlaan PE SPIJKENISSE

Inspectierapport nader onderzoek Poppejans (PSZ) De Bagijnenkamp AW HASSELT

Inspectierapport BSO De Bron, locatie Catharina Labouré (BSO) Minkenbergstraat BJ BEEK LB

Inspectierapport De keyzerskroon (KDV) Randstad BT ALMERE

Definitief Inspectierapport Kinderdagpaleis La Luna (KDV) Chagallweg LE ALMERE

Inspectierapport KDV The Nanny's (KDV) Enschotsestraat DD TILBURG Registratienummer:

Inspectierapport Roots Startgroep (KDV) Brahmslaan BW DELFT

Inspectierapport KDV De Harlekijn (KDV) Hoflaan ED LEERSUM

Inspectierapport De Speelhoeve (KDV) Ivige Leane WB LOENGA

Inspectie Rapport Kinderdagverblijf Papillon

Inspectierapport Kinderdagverblijf Twinnie (KDV) Veeweg AW EINIGHAUSEN Registratienummer:

Inspectierapport KDV Little Family (KDV) Scarlattistraat AM ALMERE

Inspectierapport Autismehuis (BSO) Voorsterweg 38 a 8042AD ZWOLLE Registratienummer:

Inspectierapport De Markiezen (BSO) Mangostraat GL ALMERE

Inspectierapport Kinderdagverblijf Mimpi (KDV) Kalf 124b 1509AG ZAANDAM

Inspectierapport 't Klavertje (KDV) Bolstweg 10a 5464TC VEGHEL Registratienummer:

Inspectierapport KDV Body & Budo World B.V. (KDV) van Goyenstraat VK OUD-BEIJERLAND

Inspectierapport Locatie Veenhof 1712 (BSO) Veenhof AZ WIJCHEN Registratienummer:

Inspectierapport De Vlindertuin (KDV) Ketelmeerstraat JX LELYSTAD

Inspectierapport Tante Kaat (KDV) Hovenierstraat CC DEVENTER

Inspectierapport Dagverblijf Monkey Donky GRONINGEN

Inspectierapport Kindcentrum Eerde (KDV) Valkenbergstraat RS VEGHEL

Inspectierapport KDV Villa Cardan (KDV) Schiphollaan 28a 5042TR TILBURG Registratienummer:

Inspectierapport Just Kiddies (KDV) Hoekeindseweg KB BLEISWIJK

Inspectierapport Buitenschoolse opvang De Boshoeve HAARLEMMERMEER

Inspectierapport Jeckio (KDV) Gansstraat EB UTRECHT Registratienummer:

Inspectierapport KDV Weemeweide (KDV) Koningshof GE VRIEZENVEEN Registratienummer:

Inspectierapport Pippeloentje (KDV) Burgemeester Nawijnlaan PZ ZANDVOORT Registratienummer:

Inspectierapport De Boerderij (KDV) Wolput CE VLIJMEN Registratienummer:

Inspectierapport Calluna (KDV) Arena NW HILVERSUM Registratienummer: Dit is een publicatie van:

Inspectierapport Kinderdagverblijf KIJK (KDV) Scharnerweg 12A 6224JG MAASTRICHT

Inspectierapport B.s.o. Bloesem (BSO) Losplaatsweg CV NOORDWIJK ZH Registratienummer:

Inspectierapport De Dikkedeur (KDV) Heemraadssingel CB ROTTERDAM Registratienummer:

Inspectierapport KiKidsz kinderopvang (KDV) Sint Liduinastraat 94c 3117CW SCHIEDAM Registratienummer:

Inspectierapport Oeken (BSO) Voorsterweg KC BRUMMEN

Inspectierapport. Dagverblijf. Paddington Kinderhotels Prokids BV LAREN

Inspectierapport nader onderzoek Autismehuis (BSO) Voorsterweg 38 a 8042AD ZWOLLE Registratienummer:

Inspectierapport Hummeltjeshonk (KDV) Purperreigerlaan DC ZWARTSLUIS Registratienummer:

Transcriptie:

Inspectierapport Kdv Ienie Mienie (KDV) Paddeweg 24 2992CL BARENDRECHT Toezichthouder: GGD Rotterdam-Rijnmond Datum inspectiebezoek: 08-02-2012 In opdracht van gemeente: BARENDRECHT

Inhoudsopgave Inleiding...3 Algemene gegevens kindercentrum...4 Algemene gegevens toezicht...5 Beschouwing toezichthouder...6 Advies aan gemeente...6 Overzicht bevindingen toezichthouder per inspectiedomein...7 Het inspectieonderzoek: Uitwerking beoordeling toezichthouder per inspectie-item...9 Zienswijze houder kindercentrum...17 2 van 19

Inleiding Waarom toezicht? De rijksoverheid stelt aan kindercentra kwaliteitseisen op het gebied van ouderinspraak, personeel, veiligheid en gezondheid, accommodatie en inrichting, groepsgrootte en beroepskracht-kind-ratio, pedagogisch beleid en pedagogische praktijk, klachten en voorschoolse educatie. Jonge kinderen zijn kwetsbaar. De kwaliteit van de eerste jaren van een kind heeft grote invloed op zijn latere ontwikkeling. Het aanbieden van verantwoorde kinderopvang in een gezonde en veilige omgeving is daarom belangrijk. Wie is waarvoor verantwoordelijk? Het kindercentrum is verantwoordelijk voor het leveren van kwalitatief goede kinderopvang. De gemeente is verantwoordelijk voor het toezicht en de handhaving op die kwaliteit. In opdracht van de gemeente voert de GGD inspectieonderzoeken uit, waarbij zij beoordeelt of kindercentra aan de gestelde eisen voldoen. Zo nodig adviseert de GGD aan de gemeente om maatregelen te nemen. Waarop is het toezicht gebaseerd? Om de kwaliteit te kunnen beoordelen heeft de rijksoverheid regels in de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen, de Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen en het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie geformuleerd 1. Om te kunnen beoordelen of aan deze regels wordt voldaan, werken alle toezichthouders in Nederland met dezelfde veldinstrumenten, zoals vragenlijsten, om op een gestructureerde manier informatie te verzamelen tijdens een inspectiebezoek. Het toezicht door de GGD vindt risicogestuurd plaats. Dit houdt in dat minder toezicht gehouden wordt bij de kindercentra waar dat kan, en meer waar dat nodig is. Wat is het doel van het inspectierapport? De bevindingen van het inspectieonderzoek staan in dit inspectierapport. Het doel van dit rapport is: 1. Weergeven van het oordeel over het al dan niet voldoen aan de gestelde kwaliteitseisen. Het kan gaan om de eisen die gesteld worden aan kindercentra om in het landelijk register opgenomen te worden dan wel om eisen die aan kindercentra gesteld worden die al in exploitatie zijn. 2. Aan de gemeente rapporteren in hoeverre het kindercentrum aan de kwaliteitseisen voldoet en een advies uitbrengen over eventuele vervolgstappen. 3. De (toekomstige) ouders informeren over de mate waarin het kindercentrum aan de kwaliteitseisen van de Wet kinderopvang en de Wet klachtrecht cliënten zorgsector voldoet. Leeswijzer Dit inspectierapport geeft een overzicht van de getoetste eisen en geeft hierbij aan wat de toezichthouder heeft geconstateerd en wat zijn beoordeling is. In het Overzicht bevindingen staan de bevindingen van de toezichthouder heel kort per inspectiedomein samengevat en in Het inspectieonderzoek staan ze per inspectie-item uitgewerkt. Een toezichthouder oordeelt of er aan de gestelde voorwaarde is voldaan ( ja ), of dit niet het geval is ( nee ), of dat hij niet tot een oordeel kon komen ( niet beoordeeld ). Om de gemeente van de benodigde informatie te voorzien om te kunnen bepalen of en in welke mate gehandhaafd dient te worden geeft de toezichthouder, indien op een domein niet aan alle voorwaarden is voldaan, een beschrijving van de context van de voorwaarde(n) waaraan niet voldaan is. Ook bevat het inspectierapport een beschouwing door de toezichthouder en het advies van de toezichthouder aan de gemeente met betrekking tot de handhaving. Daarnaast bevat het inspectierapport een aantal basisgegevens van het kindercentrum, de gemeente en de toezichthouder en, indien van toepassing, de zienswijze van de houder van het kindercentrum. 1 Normen direct ontleend aan de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen gelden als eis waarvan niet mag worden afgeweken. Normen ontleend aan de beleidsregel gelden als richtlijn. De houder mag daar eventueel van afwijken, mits hij daarvoor een goede reden heeft en tenminste een gelijkwaardig alternatief biedt voor hetgeen de betreffende norm in de beleidsregel beoogt. Is dat het geval dan is de beleidsregel op dat onderdeel niet van toepassing. 3 van 19

Algemene gegevens kindercentrum NAW-gegevens kindercentrum Naam kindercentrum (locatie) : Kdv Ienie Mienie Adres : Paddeweg 24 Postcode en plaats : 2992CL BARENDRECHT Telefoon : 0180-616729 Naam contactpersoon : Mevr. M. Stout E-mail : ieniemienie@kinderopvang-barendrecht.nl Website : http://www.kinderopvang-barendrecht.nl Kwaliteitssysteem : Nee Ja, namelijk: HKZ Lid brancheorganisatie : Nee Ja, namelijk: De MOgroep (oud) Opvanggegevens Type opvang : Dagverblijf Aantal groepen : 4 Aantal beroepskrachten : 18 Aantal kindplaatsen : 47 Openingsdagen/ tijden : maandag tot en met vrijdag van 7.30 tot 18.00 uur. Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Nee Ja NAW-gegevens houder Naam houder : Stichting Kinderopvang Barendrecht Adres : Trondheim 14 Postcode en plaats : 2993LE BARENDRECHT Telefoon : 0180 617575 Naam contactpersoon : Dhr. F. van den Brule E-mail : info@kinderopvang-barendrecht.nl Website : www.kinderopvang-barendrecht.nl Registergegevens kindercentrum Datum aanvraag registeropname : n.v.t. Gegevens aanvraag conform de praktijk : Nee Ja n.v.t. Datum opname landelijk register : 01-01-2010 n.v.t. Gegevens register conform de praktijk : Nee Ja n.v.t. 4 van 19

Algemene gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Rotterdam-Rijnmond Adres : Postbus 70032 Postcode en plaats : 3000LP ROTTERDAM Telefoon : 010-4339966 E-mail : menh@ggd.rotterdam.nl Website : http://www.ggd.rotterdam.nl/ Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : BARENDRECHT Adres : Postbus 501 Postcode en plaats : 2990EA BARENDRECHT Telefoon : E-mail : gemeente@barendrecht.nl Website : Naam contactpersoon : Mevr. J Kooiman Telefoonnummer contactpersoon : 0180 698273 E-mail contactpersoon : j.kooiman@barendrecht.nl Inspectiegegevens Type inspectie : Regulier onderzoek (Onaangekondigd) Planning Datum vorig inspectiebezoek : 17-02-2011 Datum inspectiebezoek : 08-02-2012 Opstellen concept inspectierapport : 16-02-2012 Zienswijze houder : 23-02-2012 Opstellen definitief inspectierapport : 24-02-2012 Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie : 24-02-2012 Verzenden inspectierapport naar gemeente : 24-02-2012 Openbaar maken inspectierapport : 16-03-2012 Overzicht gebruikte bronnen Vragenlijst locatie-verantwoordelijke : Niet van toepassing Vragenlijst oudercommissie : Niet van toepassing Interview houder en/of locatieverantwoordelijke : Ja. Na afloop van de inspectie heeft er een gesprek met de locatiemanager plaatsgevonden. Interview anderen : Ja. Aanwezige beroepskrachten. Observaties : Niet van toepassing Andere bronnen : - VOG's en diploma's beroepskrachten en stagiaire. - Pedagogisch beleidsplan SKB 5 van 19

Beschouwing toezichthouder Het inspectiebezoek heeft onaangekondigd plaatsgevonden.in deze inspectie zijn niet alle kwaliteitssdomeien meegenomen. Er zijn voorwaarden beoordeeld die in de praktijk te toetsen zijn. Vooraf zijn geen documenten opgevraagd. De oordelen zijn gebaseerd op gesprekken met de aanwezige beroepskrachten, documenten die ter plekke zijn ingezien of zijn nagestuurd en de observatie. Tevens heeft na het inspectiebezoek een telefonisch gesprek met de locatiemanager plaatsgevonden. Kinderdagverblijf IenieMienie is onderdeel van Stichting Kinderopvang Barendrecht. Er zijn 4 groepsruimtes waar kinderen in de leeftijd van 0 tot 4 jaar worden opgevangen. De beroepskrachten zijn op de hoogte van het pedagogisch beleidsplan en kunnen goed uitleg geven over de uitvoering ervan in de praktijk. Tijdens het inspectiebezoek is naar voren gekomen dat kinderen, vanwege een teruglopend kindaantal op woensdag, op die dag niet altijd in de eigen stamgroep worden opgevangen. Met deze werkwijze was gestart op de dag van de inspectie (zie toelichting toezichthouder item 5.1 en 5.2.) Het opvangen van één of meer kinderen uit de ene stamgroep in een andere stamgroep is niet toegestaan. Ook als kinderen een extra dag(deel) komen, moeten zij worden opgevangen in de eigen stamgroep. Dit is besproken met de locatiemanager. Door de toezichthouder wordt ten aanzien van de overtreding op item 5.1 aan de gemeente Barendrecht advies tot handhaving gegeven. Advies aan gemeente Advies: Wel niet opnemen in landelijk register niet handhaven handhaven conform handhavingsbeleid, hierbij rekening houdend met de verzwarende en verzachtende omstandigheden. eventuele opmerkingen toezichthouder: Zie beschouwing. 6 van 19

Overzicht bevindingen toezichthouder per inspectiedomein 0. Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang Onder de Wet kinderopvang gelden normen voor het starten van een kindercentrum dat bedrijfsmatig of anders dan om niet gedurende de opvang verzorging en opvoeding biedt aan kinderen in de leeftijd van 0 jaar tot de eerste dag van de maand waarop het voortgezet onderwijs voor die kinderen begint. Dit domein maakt geen deel uit van deze inspectie. 1. Ouders Onder de Wet kinderopvang gelden normen voor het instellen van een oudercommissie, het reglement, de samenstelling en werkwijze van de oudercommissie, het adviesrecht van de oudercommissie en de informatieverstrekking aan ouders. Dit domein maakt geen deel uit van deze inspectie. 2. Personeel Onder de Wet kinderopvang gelden normen voor verklaringen omtrent het gedrag, passende beroepskwalificatie, de inzet van pedagogisch medewerkers in ontwikkeling en het gebruik van de Nederlandse taal. Beoordeling toezichthouder Van de 8 voorwaarden van dit domein: -is aan 5 voorwaarden voldaan -zijn de volgende 3 voorwaarden niet beoordeeld: 2.3 voorwaarden 1, 2 en 3 3. Veiligheid en gezondheid Onder de Wet kinderopvang gelden normen voor de waarborging van de veiligheid en gezondheid van kinderen. De houder legt in een risico-inventarisatie schriftelijk vast welke risico s de opvang van kinderen met zich meebrengt. Verder gelden normen voor de inhoud en uitvoering van de risico-inventarisatie. Dit domein maakt geen deel uit van deze inspectie. 4. Accommodatie en inrichting Onder de Wet kinderopvang gelden normen voor de accommodatie en inrichting van de binnenruimte, de slaapruimte voor baby s en de buitenspeelruimte. Dit domein maakt geen deel uit van deze inspectie. 7 van 19

5. Groepsgrootte en beroepskracht-kind-ratio Onder de Wet kinderopvang gelden normen voor de groepsgrootte en de verhouding tussen het aantal beroepskrachten en aantal kinderen (de beroepskracht-kind-ratio). Beoordeling toezichthouder Van de 12 voorwaarden van dit domein: -is aan 3 voorwaarden voldaan -is aan de volgende voorwaarde niet voldaan: 5.1 Opvang in groepen, voorwaarde 1: De opvang vindt plaats in stamgroepen. -is de volgende voorwaarde niet beoordeeld: 5.2 voorwaarde 3 De overige 7 voorwaarden zijn geen onderdeel van deze inspectie. 6. Pedagogisch beleid Onder de Wet kinderopvang gelden normen voor de aanwezigheid van een pedagogisch beleidsplan, de inhoud van een pedagogisch beleidsplan en de relatie van het beleidsplan met de praktijk. In de praktijk dienen voorwaarden te worden vervuld voor het waarborgen van de emotionele veiligheid van kinderen, de ontwikkeling van de persoonlijke- en de sociale competentie van kinderen en de overdracht van normen en waarden. Beoordeling toezichthouder Van de 24 voorwaarden van dit domein: -is aan 17 voorwaarden voldaan -zijn de volgende 2 voorwaarden niet beoordeeld: 6.2 voorwaarde 6 6.4 voorwaarde 2 De overige 5 voorwaarden zijn geen onderdeel van deze inspectie. 7. Klachten De Wet klachtrecht cliënten zorgsector stelt eisen aan het kindercentrum. Het gaat hier om een klachtenregeling met waarborgen voor een onafhankelijke afhandeling en het vastleggen in een openbaar verslag. De Wet kinderopvang stelt eisen aan het treffen van een klachtenregeling voor oudercommissies. Dit domein maakt geen deel uit van deze inspectie. 8. Voorschoolse educatie Onder de Wet kinderopvang gelden normen voor de kwaliteit van voorschoolse educatie, indien dit wordt gesubsidieerd door de gemeente. Deze normen betreffen de minimale omvang van de voorschoolse educatie, het aantal beroepskrachten, de groepsgrootte, de kwaliteit van beroepskrachten en het voorschoolse educatieprogramma dat gebruikt wordt. Dit domein maakt geen deel uit van deze inspectie. 8 van 19

Het inspectieonderzoek: Uitwerking beoordeling toezichthouder per inspectie-item 2. Personeel 2.1 Verklaring omtrent het gedrag 1 Personen werkzaam bij het kindercentrum zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag. 2 (art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 10 Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 2 De verklaring omtrent het gedrag is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overlegd. (art 1.50 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) 3 De verklaring omtrent het gedrag is bij overleggen niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) 2.2 Passende beroepskwalificatie Voorwaarde 1 Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de CAO kinderopvang is opgenomen. 3 (art 1.50 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 9 lid 1 Beleidsregels kwaliteit 2 Deze verplichting geldt voor de houder, bestuurder, werknemer of vrijwilliger (zoals in de Wet kinderopvang gedefinieerd), met uitzondering van werknemers die niet op het kindercentrum werkzaam zijn. Het gaat hierbij om alle bestuurders, dus ook om leden van een stichtingsbestuur. De verplichting tot overleggen van een verklaring omtrent het gedrag geldt ook voor uitzendkrachten werkzaam op een kindercentrum. Conform art. 10, lid 3, dienen zij alleen de eerste keer dat de werkzaamheden op een kindercentrum aanvangen, een verklaring omtrent het gedrag te overleggen. Voor stagiaires geldt tot 1-7-2012 dat zij wanneer zij minimaal drie maanden worden ingezet in het bezit zijn van een verklaring omtrent het gedrag of dat bij aanvang van hun eerste stageperiode een VOG voor hen moet zijn aangevraagd. Na 1-7-2012 geldt dat alle stagiaires in het bezit moeten zijn van een verklaring omtrent het gedrag. Vanaf 1-7-2012 wordt actief getoetst op de eis dat iedere vrijwilliger over een verklaring omtrent gedrag moet beschikken. 3 Voor personen die vanaf een moment vóór mei 1991 in dienst zijn bij huidige werkgever geldt een overgangsbepaling. 9 van 19

2.3 en inzet van pedagogisch medewerkers in ontwikkeling (PMIO) 1a Alle PMIO ers beschikken over een diploma op minimaal MBO-3 niveau; OF 1b Een HAVO of VWO diploma; OF 1c Een voor de kinderopvang relevant, maar nog niet gelijkgesteld buitenlands diploma én relevante werkervaring. (art 1.50 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 9 lid 2 Beleidsregels kwaliteit 2 Voor alle PMIO ers is binnen 2 maanden na aanvang van de arbeidsovereenkomst een persoonlijk ontwikkelplan opgesteld. (art 1.50 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 9 lid 2 Beleidsregels kwaliteit 3 Alle PMIO ers worden ingezet conform een actueel persoonlijk ontwikkelplan. (art 1.50 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 9 lid 2 Beleidsregels kwaliteit Er zijn geen pedagogisch medewerkers in ontwikkeling werkzaam op deze locatie. 2.4 Gebruik van de voorgeschreven voertaal 4 Voorwaarde 1a De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt. (art 1.55 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) OF 1b Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode. 5 (art 1.55 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) 4 De Nederlandse taal is de voertaal. Daar waar naast de Nederlandse taal, de Friese taal of een streektaal in levend gebruik is, kan de Friese of de streektaal mede als voertaal worden gebruikt. De in Nederland erkende streektalen zijn het Nedersaksisch en het Limburgs. 5 Het gaat hier bijvoorbeeld om een kindercentrum voor kinderen van internationale bedrijven of organisaties waar de voertaal bijvoorbeeld Engels is. 10 van 19

5. Groepsgrootte en beroepskracht-kind-ratio 5.1 Opvang in groepen 1 De opvang vindt plaats in stamgroepen. 6 (art 1.50 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Beleidsregels kwaliteit 2a De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. (art 1.50 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 sub a Beleidsregels kwaliteit OF 2b De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.50 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 sub b Beleidsregels kwaliteit Voorwaarde 1 Tijdens het inspectiebezoek werden er twee kinderen van peutergroep Bert en Ernie opgevangen in de verticale groep Koekiemonster. De beroepskrachten vertelden dat het aantal kinderen dat op woensdag wordt opgevangen is teruggelopen. Daarom worden er nu in de peutergroep Bert en Ernie op woensdag maximaal 7 kinderen opgevangen met 1 beroepskracht. Als er meer dan 7 kinderen van deze groep aanwezig zijn op woensdag worden deze of in de verticale groep Koekiemonster of op de verticale groep Grover opgevangen, afhankelijk van het aantal aanwezige kinderen op die groepen. Hiermee wordt niet voldaan aan de voorwaarde. Opmerking Een kind kan maar in één stamgroep zitten, maar kan wel van twee stamgroepruimtes gebruik maken. Het kan daarbij zijn dat de hele stamgroep in een andere ruimte zit, of dat bijvoorbeeld op rustige dagen stamgroep A en stamgroep B worden samengevoegd in de groepsruimte van stamgroep A. De stamgroepen blijven dan compleet (met een vaste beroepskracht), maar zitten samen in één ruimte. Hierbij mogen uiteraard dan niet meer dan 16 kinderen (12 bij baby's) bij elkaar in één ruimte zitten. Aangezien een stamgroep een vaste groep kinderen is, is het opvangen van één of meer kinderen uit de ene stamgroep in een andere stamgroep niet toegestaan. Ook als kinderen een extra dag(deel) komen, moeten zij worden opgevangen in de eigen stamgroep. 6 Indien het kindercentrum daarvoor kiest, mogen de kinderen bij (spel)activiteiten de stamgroepruimte verlaten. 11 van 19

5.2 Vaste beroepskrachten en vaste ruimtes 3 Ieder kind maakt van maximaal twee stamgroepruimtes gebruik gedurende een week. 7 (art 1.50 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 4 Beleidsregels kwaliteit Opmerking voorwaarde 3 Zie toelichting voorwaarde 1, item 5.1. De locatie was met de daarin beschreven werkwijze gestart op de dag van de inspectie. Het niet voldoen aan voorwaarde 3 deed zich op dat moment niet voor. Daarom is deze voorwaarde niet beoordeeld. Indien de beschreven werkwijze gecontinueerd wordt en de "boventallige" kinderen van de peutergroep Bert en Ernie de ene week op woensdag worden opgevangen in verticale groep Koekiemonster en de andere week op woensdag worden opgevangen in verticale groep Grover, wordt ook aan voorwaarde 3 niet voldaan. 5.3 Beroepskracht-kind-ratio 1 De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 6 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het rekenkundig gemiddelde berekend 8, 9 (art 1.50 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 7 en 8 Beleidsregels kwaliteit Tijdens het inspectiebezoek werd voldaan aan de voorwaarde. 7 Een stamgroepruimte is de ruimte waar de kinderen van de dagopvang het grootste deel van de dag aanwezig zijn. 8 Als bij (spel)activiteiten de kinderen de stamgroep verlaten, kan de beroepskracht-kind-ratio op kindercentrumniveau worden vastgesteld volgens dezelfde sleutel. De op de locatie aanwezige beroepskrachten houden zich bezig met taken die direct met de kinderen te maken hebben. 9 Zie Bijlage 1: Schema voor de berekening van de beroepskracht-kind-ratio bij groepen dagopvang van samengestelde leeftijd en Bijlage 2: Schema voor de berekening van de beroepskracht-kind-ratio bij samengestelde groepen dagopvang en buitenschoolse opvang. 12 van 19

5.4 Inzet beroepskrachten in afwijking van de beroepskracht-kind-ratio bij openingstijden van 10 uur of langer 4 Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio. (art 1.50 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 10 Beleidsregels kwaliteit 13 van 19

6. Pedagogisch beleid 6.1.2 Pedagogische praktijk 1 De beroepskrachten kennen de inhoud van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Beleidsregels kwaliteit 2 De beroepskrachten handelen conform het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Beleidsregels kwaliteit 6.2 Emotionele veiligheid 1 De beroepskracht communiceert met de kinderen. peuterspeelzalen; art 2 lid 2 sub a Beleidsregels kwaliteit 2 De beroepskracht heeft een respectvolle houding naar de kinderen. peuterspeelzalen; art 2 lid 2 sub a Beleidsregels kwaliteit 3 Er heerst een ontspannen, open sfeer in de groep. peuterspeelzalen; art 2 lid 2 sub a Beleidsregels kwaliteit 4 De kinderen worden uitgenodigd tot participatie. peuterspeelzalen; art 2 lid 2 sub a Beleidsregels kwaliteit 5 Kinderen hebben vaste beroepskrachten en bekende leeftijdsgenootjes om zich heen. peuterspeelzalen; art 2 lid 2 sub a Beleidsregels kwaliteit 6 Er is informatieoverdracht tussen ouders en beroepskracht. peuterspeelzalen; art 2 lid 2 sub a Beleidsregels kwaliteit Indicator 6 heeft zich niet voorgedaan tijdens de observatie. 14 van 19

6.3 Persoonlijke competentie 1 De beroepskracht ondersteunt en stimuleert individuele kinderen. 2 Er is een goede interactie tussen beroepskracht en individuele kinderen. 3 Kinderen hebben de mogelijkheid om eigen ervaringen op te doen middels spelmateriaal, activiteitenaanbod en inrichting. 4 Er is aandacht voor leermomenten. Hierbij is taal en motorisch spel van jonge kinderen belangrijk. 6.4 Sociale competentie 1 De beroepskracht ondersteunt de kinderen in de interactie tussen kinderen onderling. 2 De beroepskracht ondersteunt de kinderen in het voorkómen en oplossen van conflicten. 3 De kinderen maken deel uit van het groepsgebeuren. Indicator 2 heeft zich niet voorgedaan tijdens de observatie. 15 van 19

6.5 Overdracht van normen en waarden 1 Afspraken, regels en omgangsvormen zijn aanwezig. 2 Afspraken, regels en omgangsvormen zijn duidelijk. 3 Afspraken, regels en omgangsvormen worden aan de kinderen uitgelegd. 4 Beroepskrachten geven zelf in hun spreken en handelen het goede voorbeeld. 16 van 19

Zienswijze houder kindercentrum Reactie op bezoek GGD aan Ienie Mienie op 8 februari 2012 Algemene reactie door de Stichting Kinderopvang Barendrecht op de inspectie van de GGD: Er wordt door de GGD getoetst op basis van het Convenant & Beleidsregels kwaliteit kinderopvang dat op dit moment onderwerp van evaluatie is. De convenantpartijen Branchevereniging Kinderopvang en BOinK (landelijke vereniging die de positie van ouders in de kinderopvang en peuterspeelzalen ondersteunt en versterkt) zijn met betrekking tot een aantal onderdelen van het convenant nog in onderhandeling. De SKB heeft vastgesteld dat het nieuwe concept Convenant meer ruimte laat met betrekking tot het plaatsingsbeleid van kinderen. Over dit onderwerp is nog geen volledige overeenstemming bereikt door de Convenant partijen. De SKB zal anticiperen op het nieuwe Convenant en indien nodig haar beleid aanpassen. De SKB heeft zich in het verleden en zal zich ook in de toekomst altijd aan de pedagogisch medewerker kind ratio houden. Reactie van de locatiemanager van Ienie Mienie: De ouders van de kinderen op Ienie Mienie zijn erover geïnformeerd dat sommige kinderen op woensdag op bepaalde tijdstippen gaan spelen in een andere groep. De kinderen die gaan spelen in een andere groep, behoren nog steeds tot hun eigen vaste stamgroep. De kinderen gaan spelen in een andere groep in het kader van ons open deuren beleid. In het pedagogisch beleid van de SKB is de veiligheid van de kinderen goed gewaarborgd. Binnen de SKB houdt een ieder zich aan de uitgangspunten van het pedagogisch beleid. Als kinderen in een andere groep gaan spelen, zijn dit kinderen van twee jaar of ouder. Voor hen is het een uitdaging en een verrijking om op een andere groep te gaan spelen. Daarbij vinden ze het ook leuk. Op de dag van de inspectie van de GGD werkte de vaste inval medewerker van de peutergroep van de woensdag op de verticale groep. Zij heeft al vanaf 1 oktober 2011 als vaste medewerker op de betreffende groep gewerkt. Ienie Mienie bleef hiermee dus binnen de regels van het Convenant & Beleidsregels kwaliteit kinderopvang. 17 van 19

Bijlage 1 Schema voor de berekening van de beroepskracht-kind ratio bij groepen dagopvang, op grond van artikel 3, tweede en derde lid, van de Beleidsregels kwaliteit kinderopvang. Bij de berekening van het maximale aantal kinderen in een groep en het minimaal vereiste aantal beroepskrachten, wordt bij groepen, samengesteld uit kinderen van verschillende leeftijden, een vaste volgorde aangehouden. De eerste stap daarbij is dat het maximale aantal kinderen per leeftijdscategorie wordt berekend, bijvoorbeeld maximaal vier baby s ( 0-jarigen ) per beroepskracht. De tweede stap is vervolgens de berekening van het resterende aantal kinderen en de daarbij behorende maxima. Er wordt naar boven afgerond; bij een rest van 0,5 of hoger wordt naar 1 afgerond. Een rest lager dan 0,5 zal naar beneden worden afgerond. Leeftijd Beroepskrachten 0 tot 1 1 4 1 tot 2 1 5 2 tot 3 1 6 3 tot 4 1 8 0 tot 2 1 4,5 0 tot 3 1 5 Maximale aantal 0 tot 4 1 5,75 1 tot 3 1 5,5 1 tot 4 1 6,33 2 tot 4 1 7 18 van 19

Bijlage 2 Schema voor de berekening van de beroepskracht-kind ratio bij samengestelde groepen dagopvang en buitenschoolse opvang In het kader van kwaliteit van kinderopvang is een samengestelde groep in de brede leeftijdscategorie van 0-13 jaar geen voorkeursoptie van Convenantpartijen. Maar in sommige situaties kan de kleinschaligheid een dergelijke groepssamenstelling noodzakelijk maken, waarbij bijvoorbeeld kinderen in de BSO-leeftijd voor een deel van de dag worden samengevoegd met de kinderen in de dagopvang. Met een goede, naar leeftijd gedifferentieerde werkwijze kan er dan nog steeds sprake zijn van kwalitatief verantwoorde kinderopvang. Gecombineerde groepen dagopvang en buitenschoolse opvang kunnen in pedagogisch opzicht waardevol zijn, bijvoorbeeld wanneer de jongste BSO-kinderen en de oudste dagopvang-kinderen in een samengestelde groep verblijven, en hier in de pedagogische werkwijze nadrukkelijk condities aan worden gesteld. Bij de uitwerking van de beroepskracht-kind ratio in samengestelde groepen zijn onderstaande uitgangspunten gehanteerd: - Voorondersteld wordt dat er sprake is van een gelijkmatige verdeling van de verschillende leeftijden over de groep. - Vervolgens is het gemiddelde bepaald zoals opgenomen in Convenant, waarbij het aantal kinderen in relatie tot één pedagogisch medewerker de basis van de berekening vormt. - In deze berekening heeft alléén aan het eind van de berekening afronding naar boven plaatsgevonden; het doorrekenen gaat uit van onafgeronde getallen. - De tabel 0 tot en met 3-jarigen blijft onverkort van toepassing. Indien met samengestelde groepen dagopvang en buitenschoolse opvang wordt gewerkt, moet in het pedagogisch beleidsplan een duidelijke, naar leeftijd gedifferentieerde, beschrijving gegeven worden van de activiteiten en dagindeling van deze groep. Leeftijd Beroepskrachten Maximale aantal 0 tot 1 1 4 1 tot 2 1 5 2 tot 3 1 6 3 tot 4 1 8 4 tot 13 1 10 4 tot 8 1 10 8 tot 13 1 10 Leeftijd Beroepskrachten Maximale aantal 0 tot 13 1 6,66 10 1 tot 13 1 7,25 11 2 tot 13 1 8 12 3 tot 13 1 9 13 Bij de berekening van het maximale aantal kinderen in een groep en het minimaal vereiste aantal beroepskrachten, wordt bij groepen, samengesteld uit kinderen van verschillende leeftijden, een vaste volgorde aangehouden. De eerste stap daarbij is dat het maximale aantal kinderen per leeftijdscategorie wordt berekend, bijvoorbeeld maximaal vier baby s ( 0-jarigen ) per beroepskracht. De tweede stap is vervolgens de berekening van het resterende aantal kinderen en de daarbij behorende maxima. Er wordt naar boven afgerond; bij een rest van 0,5 of hoger wordt naar 1 afgerond. Een rest lager dan 0,5 zal naar beneden worden afgerond. 10 Waarvan maximaal vier 0 tot en met 3-jarigen, waarvan maximaal twee 0-jarigen. 11 Waarvan maximaal vier 1 tot en met 3-jarigen, waarvan maximaal twee 1-jarigen. 12 Waarvan maximaal vijf 2 tot en met 3-jarigen. 13 Waarvan maximaal zes 3-jarigen. 19 van 19