VERSLAG EX ARTIKEL 73A FAILLISSEMENTSWET Verslagnummer : 5 Datum: : 18 januari 2013 Gefailleerde : CBZ B.V. Faillissementsnummer : F 11/427 Datum uitspraak : 19 september 2011 Curator : mr. D. Meulenberg Rechter-Commissaris : mr. A.A.A.M. Schreuder Activiteiten onderneming Omzetgegevens Personeel gemiddeld aantal : Het (doen) produceren en verkopen van mobiele huisvestingen (chalets) en onderdelen daarvan, het verrichten van service- en verbouwingswerkzaamheden, alsmede het verlenen van diensten onder meer op het gebied van financieel beheer, financiële administraties en management. : De omzetgegevens zijn: 2008/2009 5.627.203,- 2010 4.551.689,- januari 2011 t/m juni 2011 2.332.844,- : ongeveer 32 personen Verslagperiode : 10 september 2012 t/m 18 januari 2013 Bestede uren in verslagperiode : 5,6 uur Bestede uren totaal : 125,3 uur 1. INVENTARISATIE 1.1 algemeen, directie, aandeelhouders en onderneming CBZ B.V. (verder gefailleerde) is door de rechtbank Zwolle-Lelystad op 19 september 2011 in staat van faillissement verklaard met benoeming van mw. mr. E.B.E.M. Rikaart-Gerard tot rechter-commissaris en ondergetekende tot curator. Bij beschikking van de rechtbank Zwolle- 1
Lelystad d.d. 4 januari 2012 is mr. E.B.E.M. Rikaart-Gerard ontheven en mr. A.A.A.M. Schreuder benoemd als rechter-commissaris in onderhavig faillissement. Gefailleerde is statutair gevestigd te Zwolle en feitelijk aldaar gevestigd aan de Holsteinstraat 2 (8028 RT). Gefailleerde is op 9 december 2008 opgericht. Aandeelhouders van gefailleerde zijn Mulwa B.V. en MB & C Invest B.V. Bestuurder van gefailleerde is Mulwa B.V.. Bestuurder van Mulwa B.V. is Oving Participatie & Advies B.V.. Bestuurder van Oving Participatie & Advies B.V. is de heer H.W. Oving, hierna Oving. Gefailleerde heeft geen raad van commissarissen. De hiervoor vermelde gegevens zijn ontleend aan openbare bronnen. Deze gegevens zijn niet gecontroleerd. Ook de hierna te vermelden feiten en omstandigheden zijn tot heden niet gecontroleerd. Nader onderzoek zou derhalve tot andere feiten en conclusies kunnen leiden. 1.2 Winst en verlies Volgens de jaarrekening van 2009 is vanaf 8 december 2008 tot en met 31 december 2009 een verlies na belastingen geleden van 622.935,-. Volgens de jaarrekening van 2010 is er in 2010 een verlies na belastingen gelden van 422.146,-. 1.3 Balanstotaal Volgens de jaarrekening van 2010 was het balanstotaal per ultimo 2009 1.276.976,- en per ultimo 2010 1.215.117,-. 1.4 Lopende procedures Volgens opgave van de heer Oving lopen er geen gerechtelijke procedures. Tot heden is de curator het tegendeel niet gebleken. De curator beschouwt dit punt vooralsnog als afgesloten. 1.5 Verzekeringen Gefailleerde was partij bij de volgende verzekeringsovereenkomsten: - Verzuim/inkomen verzekering; - Motorrijtuigverzekering; - Brandverzekering; - Aansprakelijkheidsverzekering; - Bedrijfsrittenaansprakelijkheidsverzekering; 2
- Werkmaterieelverzekering; - Eigen vervoerverzekering; - Computerverzekering. Ten aanzien van de brand-, aansprakelijkheids- bedrijfsrittenaansprakelijkheid- werkmaterieel en de eigen vervoerverzekering zijn er medeverzekerden. Een van de medeverzekerden heeft de verzekering voortgezet. Bij beëindiging van de verzekering zou de curator een bedrag ad 2.870,04 aan restitutie ontvangen. Dit bedrag is nu voldaan door de medeverzekerde die de verzekering voortzet en op de boedelrekening bijgeschreven. De verzuim/inkomensverzekering en de computerverzekering zijn opgezegd. De curator heeft om restitutie van de verzekeringspremie verzocht. 1.6 Huur Gefailleerde was onderhuurder van het pand aan de Holsteinstraat 2 te Zwolle. Onderverhuurder van het pand aan de Holsteinstraat 2 is Likon B.V.. De huurovereenkomst is door de verhuurder en de curator schriftelijk met wederzijds goedvinden beëindigd per 1 november 2011. 1.7 Oorzaak faillissement Ten aanzien van de oorzaak van het faillissement heeft de heer Oving het navolgende verklaard. Gefailleerde had twee grote opdrachtgevers, zijnde Likon B.V. en Muller Construct B.V.. De opdrachten van deze twee opdrachtgevers zijn in 2010/2011 erg afgenomen. Deze afname resulteerde in een omzetdaling. Door de omzetdaling konden de lasten niet meer (volledig) voldaan worden en liep de schuldenpositie op. Dit leidde tot liquiditeitsproblemen bij gefailleerde. Dit heeft ertoe geleid dat het faillissement op eigen verzoek is aangevraagd. De hiervoor vermelde redenen zijn nog niet onderzocht. Aan dit onderdeel is in de afgelopen verslagperiode geen tijd besteed. In totaal is aan dit onderdeel 11,1 uur besteed. 3
2. PERSONEEL 2.1 Aantal ten tijde van faillissement Ten tijde van het faillissement waren er 32 werknemers bij gefailleerde in dienst. 2.2 Aantal in jaar voor faillissement In het jaar voor het faillissement had gefailleerde 49 werknemers in dienst. 2.3 Datum ontslagaanzegging De werknemers van gefailleerde is op 22 september 2011 ontslag aangezegd. Er waren zeven werknemers niet aanwezig. De curator heeft deze werknemers per brief het ontslag aangezegd. Ten aanzien van een aantal personen was niet duidelijk of deze nog in dienst van gefailleerde waren; deze zijn voor zover vereist ontslagen. Er zijn dientengevolge in totaal 38 ontslagbrieven uitgereikt c.q. verzonden. Er heeft op 22 september 2011 een bijeenkomst plaatsgevonden waarin de medewerkers van gefailleerde door de curator zijn toegesproken. Alle aldaar aanwezige werknemers is ontslag aangezegd. Dat ontslag is per brief bevestigd aan alle werknemers. Deze brieven zijn aan het eind van de bijeenkomst aan de aanwezige werknemers uitgereikt nadat zij voor ontvangst getekend hadden. De curator heeft contact met het UWV Werkbedrijf gehad over het ontslag dat door hem zou worden aangezegd. Op dezelfde dag heeft nog een bijeenkomst met het UWV Werkbedrijf plaatsgehad. Omdat het gaat om een ontslag in de zin van de Wet Melding Collectief Ontslag, is het voornemen tot ontslag van de werknemers gemeld bij de relevante vakbonden. Medewerkers van de relevante vakbonden zijn bij de aanzegging van het ontslag aanwezig geweest. De rechter-commissaris heeft de curator toestemming verleend voor het ontslag. De werknemers zijn gewezen op de mogelijkheid om beroep in te stellen tegen de beslissing van de rechter-commissaris en de termijn waarbinnen dat dient te geschieden. Aan dit onderdeel is in de afgelopen verslagperiode geen tijd besteed. In totaal is aan dit onderdeel 9,7 uur besteed. 4
3. ACTIVA Onroerende zaken 3.1 Beschrijving Gefailleerde had ten tijde van het faillissement geen onroerende zaken in eigendom. 3.2 Verkoopopbrengst Niet van toepassing 3.3 Hoogte hypotheek Niet van toepassing 3.4 Boedelbijdrage Niet van toepassing Niet van toepassing Bedrijfsmiddelen 3.5 Beschrijving De bedrijfsmiddelen bestaan uit de kantoorinventaris, bedrijfsinventaris en rollend materieel. 3.6 Verkoopopbrengst De curator heeft de bedrijfsinventaris en het rollend materieel verkocht voor respectievelijk 105.000,- en 15.000,-. De kantoorinventaris is verkocht voor 8.000,-. 3.7 Boedelbijdrage De curator heeft naast de bedrijfsmiddelen ook de andere activa van gefailleerde aan dezelfde koper verkocht. Er is een gezamenlijke boedelbijdrage vastgesteld. De boedelbijdrage bedraagt 15.000,-. 3.8 Bodemvoorrecht fiscus Een deel van de bodem waarop gefailleerde haar onderneming uitoefende is kort voor de faillissementsdatum verhuurd aan de pandhouder. Het gaat om het deel waarop zich de 5
bedrijfsinventaris bevond. De bij gefailleerde in gebruik zijnde kantoorruimten zijn niet verhuurd aan de pandhouder. De fiscus heeft aldus slechts een voorrecht aangaande de opbrengst van de bodemzaken, zijnde de kantoorinventaris. De opbrengst van de verkoop van de kantoorinventaris ad 8.000,- heeft de curator op grond van art. 57 lid 3 Faillissementswet gereserveerd voor de fiscus. De onderhandelingen met de betreffende koper hebben veel tijd gekost, evenals de onderhandelingen en het overleg met de pandhouder. Voorraden/ onderhanden werk 3.9 Beschrijving Gefailleerde heeft voorraden hout, staal, bevestigingsmiddelen, beslag, dakbedekkingen en stofferingen. Gefailleerde heeft onder handen werk in die zin dat geplaatste orders voor de bouw/reparatie van chalets half af waren gemaakt op de faillissementsdatum. 3.10 Verkoopopbrengst De voorraden zijn verkocht voor 50.000,-. De onderhanden werken zijn verkocht voor 127.000,-. 3.11 Boedelbijdrage Zie 3.7 De onderhandelingen met de koper en de pandhouder ter zake de verkoop van deze activa hebben als onderdeel van de totale transactie veel tijd gevergd. Andere activa 3.12 Beschrijving De andere activa bestaan uit goodwill, handelsnaam en domeinnaam. 6
3.13 Verkoopopbrengst De domeinnaam en de handelsnaam zijn verkocht voor een bedrag ad 3.000,-. De goodwill is verkocht voor een bedrag ad 17.000,-. Aan dit onderdeel is in de afgelopen verslagperiode geen tijd besteed. In totaal is aan dit onderdeel 22,3 uur besteed. 4. DEBITEUREN 4.1 Omvang debiteuren Per faillissementsdatum waren er vorderingen op debiteuren voor een bedrag van ongeveer 99.625,16 4.2 Opbrengst De vorderingen op de debiteuren zijn niet verkocht. De Rabobank Staphorst-Rouveen is tot uitwinning van de vorderingen op de debiteuren overgegaan. Voor de uitwinning van deze vorderingen op de debiteuren heeft de Rabobank de originele facturen opgevraagd bij de curator. Voor deze werkzaamheden heeft de curator een vergoeding ad 500,- ontvangen. 4.3 Boedelbijdrage Omdat de vorderingen op debiteuren niet verkocht zijn, is een boedelbijdrage niet aan de orde. De vorderingen zijn verpand aan de Rabobank Staphorst- Rouveen en de Rabobank Nederland N.V. (hierna: Rabobank). Gelet op de verpanding zijn de werkzaamheden met betrekking tot dit activum beperkt geweest. Aan dit onderdeel is in de afgelopen verslagperiode geen tijd besteed. In totaal is aan dit onderdeel 0,3 uur besteed. 7
5. BANK/ZEKERHEDEN 5.1 Vordering van bank(en) De Rabobank pretendeert een vordering op gefailleerde te hebben van 624.421,82, te vermeerderen met lopende rente en boeterenten. Na ontvangst van de koopprijs van de aan de bank verpande activa door de Rabobank dient deze vordering verminderd te worden. De curator is in afwachting van de juiste hoogte van deze vordering. Deze vordering zal vervolgens worden geplaatst op de lijst van voorlopig erkende concurrente schuldvorderingen, onverminderd de verplichting van de Rabobank de aan haar verpande vorderingen op debiteuren zo goed mogelijk te incasseren 5.2 Leasecontracten Met betrekking tot één object loopt een leasecontract. Het leaseobject was een reachtruck. De curator heeft het leasecontract beoordeeld en geoordeeld dat er sprake is van een huurovereenkomst. Voordat de curator deze beoordeling had verricht is het leaseobject opgehaald. De overeenkomst is beëindigd. 5.3 Beschrijving zekerheden De Rabobank pretendeert de volgende zekerheden te hebben bedongen. Pandrecht op alle voorraden, inventaris en vorderingen op derden; Borgtocht ten bedrage van 375.000,- gesteld door MB&C Invest B.V.; Borgtocht ten bedrage van 375.000,- gesteld door Mulwa B.V.; Achterstelling en verpanding van de vordering van Mulwa B.V. ad 125.000,-; Achterstalling en verpanding van de vordering van MB&C Invest B.V. ad 125.000,-; Garantieverklaring inzake betaling van rente en schuld krediet in rekening-courant afgegeven door MB&C Invest B.V. en Mulwa B.V.; Vermogensverklaring afgegeven door aandeelhouders CBZ B.V. met een minimum garantievermogen van 30%; Notariële akte van verpanding aandelen CBZ B.V.; Pandrecht op de IE-rechten; 5.4 Separatistenpositie De door de Rabobank gepretendeerde rechten moeten nog gecontroleerd worden. Als de rechten kloppen heeft de Rabobank als pandhouder een separatistpositie. 8
5.5 Boedelbijdragen Zie 3.7 5.6 Eigendomsvoorbehoud Ruim 50 schuldeisers hebben een beroep gedaan op een eigendomsvoorbehoud. Een collega van de curator heeft de schuldeisers de mogelijkheid gegeven om te inventariseren of de door hen geleverde goederen nog aanwezig zijn. Een aantal schuldeisers heeft niet van deze mogelijkheid gebruik gemaakt. Gelet op de beperkte voorraden die nog bij gefailleerde aanwezig waren hebben 31 schuldeisers vanuit een kosten/baten overweging het beroep op het eigendomsvoorbehoud ingetrokken. De discussies met de schuldeisers die een beroep hebben gedaan op een eigendomsvoorbehoud zijn allen gevoerd en afgesloten. 5.7 Reclamerechten Tot heden is het recht van reclame door geen van de schuldeisers ingeroepen. 5.8 Retentierechten Door een schuldeiser is er een beroep gedaan op een retentierecht, dan wel vuistpandrecht op een chalet. Gebleken is echter dat de betreffende chalet geen eigendom van gefailleerde is. De door de Rabobank gepretendeerde pandrechten zijn onderzocht. Zoals gezegd heeft de collega van de curator veel tijd besteed aan het onderzoek van de eigendomsvoorbehouden. Aan dit onderdeel is in de afgelopen verslagperiode 0,2 uur besteed. In totaal is aan dit onderdeel 24,2 uur besteed. 6. DOORSTART/VOORTZETTEN Voortzetten 6.1 Exploitatie / zekerheden Niet vantoepassing. 9
6.2 Financiële verslaglegging Niet van toepassing. Niet van toepassing Doorstart 6.3 Beschrijving In de eerste week na het faillissement hebben zich enkele gegadigden tot de curator gewend. De gegadigden hebben de onderhandelingensvoorwaarden toegestuurd gekregen. Mulwa B.V. was één van de gegadigden en heeft een onvoorwaardelijk bod gedaan op de activa, behoudens de vorderingen op debiteuren, van gefailleerde. Gelet op de getaxeerde waarden was het bod van Mulwa B.V. een goed bod. Mulwa B.V. had aan dit bod een termijn verbonden. Door de onzekerheid omtrent de hoogte van de andere biedingen heeft de curator gemeend dit bod te moeten accepteren, zodat er zekerheid was omtrent de verkoopopbrengst. Het afwachten van andere biedingen werd te risicovol geacht. 6.4 Verantwoording De totale koopprijs voor de activa, exclusief de vorderingen op debiteuren, is 325.000,-. De curator heeft tijdens de onderhandelingen met Mulwa B.V. gebruik gemaakt van een taxatierapport dat is opgesteld door Van Beusekom op 9 september 2011. De onderhandse verkoopwaarde van de onder 3.5 en 3.9 genoemde activa is 339.600,-. De bieding van Mulwa B.V. op de activa was derhalve redelijk. Tevens heeft Mulwa B.V. een redelijk bod gedaan op de goodwill. 6.5 Opbrengst De opbrengst voor alle verkochte activa bedraagt 325.000,-. 6.6 Boedelbijdrage De boedelbijdrage is 15.000,-. Aan dit onderdeel is in de afgelopen verslagperiode geen tijd besteed. In totaal is aan dit onderdeel 2,1 uur besteed. 10
7. RECHTMATIGHEID 7.1 Boekhoudplicht Dit onderdeel dient nog onderzocht te worden. 7.2 Depot jaarrekeningen Uit onderzoek bij het handelsregister blijkt dat de jaarrekeningen tijdig zijn gedeponeerd. De curator beschouwt dit onderdeel als afgesloten. 7.3 Goedk. Verkl. Accountant Bij de jaarrekening van 2009 heeft de accountant verklaard dat op grond van artikel 2:396 BW geen goedkeurende verklaring van een accountant hoeft te worden toegevoegd. De curator heeft de juistheid van deze verklaring onderzocht en acht dit onderdeel afgesloten. 7.4 Stortingsverpl. Aandelen Dit onderdeel dient nog onderzocht te worden. 7.5 Onbehoorlijk bestuur Dit onderdeel dient nog onderzocht te worden. 7.6 Paulianeus handelen Dit onderdeel dient nog onderzocht te worden. Aan dit onderdeel is in de afgelopen verslagperiode 3,7 uur besteed. In totaal is aan dit onderdeel 11,6 uur besteed. 8. CREDITEUREN 8.1 Boedelvorderingen: Door het UWV zijn (gewijzigde) boedelvorderingen ingediend wegens overgenomen loonverplichtingen ter hoogte van in totaal 179.089,75. Daarnaast heeft de verhuurder van de onroerende zaak een vordering ingediend wegens verschuldigde huurpenningen ter hoogte van 40.745,03. 11
Voor een overzicht van voornoemde vorderingen wordt verwezen naar het als bijlage 1 bijgevoegde overzicht van ingediende boedelvorderingen (niet erkend). 8.2 Pref. vord. van de fiscus: Door de fiscus zijn vorderingen ingediend ter zake omzetbelasting, loonheffingen en motorrijtuigenbelasting. Voor een overzicht van deze vorderingen wordt verwezen naar bijlage 2. Een aantal van de eerder ingediende vorderingen is verminderd of is komen te vervallen, onder andere als gevolg van alsnog ingediende aangiften en verrekening. 8.3 Pref. vord. van het UWV: Door het UWV zijn preferente vorderingen ingediend in verband met overgenomen loonverplichtingen. Op de lijst van voorlopig erkende preferente vorderingen staat thans een bedrag genoteerd van totaal 77.887,08. Daarnaast is door het UWV een preferente vordering ingediend op basis van een dwangbevel ter zake het terugbetalen van een bedrag ad 56.445,77. De vraag is of deze vordering preferent is. De curator is in afwachting van nadere specificaties omtrent deze vordering. Voor een overzicht van voornoemde vorderingen wordt verwezen naar bijlage 2. 8.4 Andere pref. crediteuren: Door een drietal werknemers is een loonvordering ingediend. Twee van deze vorderingen zijn geplaatst op de lijst van voorlopig erkende preferente schuldvorderingen. Verwezen wordt naar bijlage 2. De derde vordering is vooralsnog geplaatst op de lijst van voorlopig betwiste concurrente schuldvorderingen. Verwezen wordt naar 8.7 en bijlage 4. In de afgelopen verslagperiode is door een werknemer een vordering ingediend in verband met teveel ingehouden bijdrage Zorgverzekeringswet. Deze vordering is genoteerd op de lijst van voorlopig erkende preferente schuldvorderingen. 8.5 Aantal concurrente schuldvorderingen : Op de lijst van voorlopig erkende concurrente schuldvorderingen zijn inmiddels 122 vorderingen geplaatst (bijlage 3). 8.6 Bedrag concurrente schuldvorderingen: 702.889,74 (bijlage 3). 12
8.7 Betwiste concurrente schuldvorderingen: De vordering van één werknemer op basis van inkomensschade als gevolg van ontslag is geplaatst op de lijst van voorlopig betwiste concurrente schuldvorderingen. Verwezen wordt naar bijlage 4. 8.8 Verwachte wijze van afwikkeling Zie 9.2 Aan dit onderdeel is in de afgelopen verslagperiode 0,7 uur besteed. In totaal is aan dit onderdeel 21,6 uur besteed. 9. OVERIG 9.1 Termijn afwikkeling faill. Het is nog niet aan te geven op welke termijn het faillissement zal kunnen worden beëindigd. 9.2 Plan van aanpak De komende verslag periode zullen de onderdelen onder 7 gecontroleerd worden. 9.3 Indiening volgend verslag Het volgende verslag is geagendeerd voor 18 april 2013. Aan verslaglegging is in de afgelopen verslagperiode 0,5 uur besteed. Aan dit gehele onderdeel is in de afgelopen verslagperiode 1 uur besteed. In totaal zijn aan dit gehele onderdeel 22,4 uren besteed. Aan dit verslag worden de volgende bijlagen gehecht: 1. overzicht van ingediende boedelvorderingen (niet erkend); 2. overzicht van ingediende preferente schuldvorderingen; 3. overzicht van ingediende concurrente schuldvorderingen; 4. overzicht van ingediende betwiste concurrente schuldvorderingen; 5. tussentijds financieel verslag; 13
6. overzicht van tijdregistratie per tijdschrijfgroep; Vertrouwelijk 7. uitdraai van ABN Amro internetbankieren ter zake de boedelrekening; 8. urenlijsten. Zwolle, 18 januari 2013 D. Meulenberg curator 14