Bijlagen. 165. 1-2. Tweede Kamer. 1



Vergelijkbare documenten
Regeling van de inkomsten en uitgaven van de Posterijen, de Telegrafie en Telefonie voor 1926.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wet van 24 december 1927, houdende nadere regeling van de Collectieve Arbeidsovereenkomst

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Voorstel van wet van de leden Sterk en Ortega-Martijn ter bevordering van het sparen door jongeren (Jongerenspaarwet)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Bijlagen Tweede Kamer!

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Transcriptie:

Bijlagen. 165. 1-2. Tweede Kamer. 1 Regeling van de inkomsten on uitgaven van do Posterijen, de Telegrafie en Telefonie voor 1028. Zoo is het, dat Wij, den Raad van State gehoord, en met gemoen overleg dor Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: 165. 1. de Tweede Kamer der KONINKLIJKE BOODSCHAP. Aan Staten-Generaal. Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een ontwerp van wet (en bijlage) tot regeling van de inkomsten en uitgaven van de Posterijen, de Telegrafie en Telefonie voor het dienstjaar 1928. De toelichtende memorie (en bijlage), die het wetsontwerp vergezelt, bevat de gronden waarop het rust. En hiermede bevelen "Wij U in Godes heilige bescherming. 's Gravenhage, den 22 September 1927. 165. 2. ONTWERP VAN WET. WILHELMINA. WIJ WILHELMINA, BIJ DE GRATIE GODS, KONINGIN DEK NEDERLANDEN, PRINSES VAN ORANJE-NASSAU, ENZ., ENZ., ENZ. Allen, die deze zullen zien of hooien lezen, salut! doen te weten: Alzoo Wij in overweging genomen hebben, dat ingevolge de wet van den 16den Februari 1912 {Staatsblad n. 85), in verband met de wet van den 31sten December 1913 (Staatsblad n. 464), eene afzonderlijke begrooting van inkomsten en uitgaven voor de Posterijen, de Telegrafie en Telefonie voor het jaar 1928 bij de wet behoort te worden vastgesteld; Artikel 1. De begrooting van Inkomsten en uitgaven voor de Posterijen, de Telegrafie en Telefonie wordt voor den dienst van 1928 vastgesteld als is aangegeven op den bij deze wet behoorenden staat. Artikel 2. Op alle artikelen, behalve 1, 2, 18, 19, 20, 21, 42, 44, 52, 53, 54, en 70 kan uit elk artikel worden af- en overgeschreven. Voorts kan worden overgeschreven tusschen de artikelen 1, 2, en 44, alsmede tusschen de artikelen 18, 19, 20, 52, 53, en 54 en tusschen de artikelen 42 en 70. Artikel :$. De tot het dienstjaar 1928 behoorende uitgaven, welke hare omschrijving niet vinden in eenig artikel der begrooting en moeten dienen ter voorziening in behoeften, welke in den loop yan dat dienstjaar onverwacht opkomen, worden aangewezen op artikel 42 of 70. Die uitgaven worden voor elke soort afzonderlijk in de rekening gebracht en omschreven. Artikel 4. Overschotten op de artikelen 5, 13, 26 en 46 der begrooting van uitgaven kunnen worden toegevoegd aan de kredieten, welke bij de begrooting voor het dienstjaar 1929 zullen worden toegestaan. Artikel 5. De uitkeeringen aan 's Rijks Middelen wegens kapitaalvermindering, voor het vormen van een reserve-rekening en ten bedrage van de zuivere winst worden door de Algemeene Rekenkamer in uitgaaf geleden tot de bedragen, welke de kapitaal-rekening, respectievelijk de Nota van Winst en Verlies, bedoeld in artikel 13 der wet van 16 Februari 1912 (Staatsblad n. 85), aanwijzen, zulks, indien noodig, met buitenwerkingstelling in zooverre van het bepaalde in de artikelen 24 en 27 der wet van 5 October 1841 (Staatsblad n. 40). Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst, en dat alle Ministerieele Departementen, Autoriteiten, Colleges en Ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden. Gegeven te De Minister van Waterstaat, Handelingen der Staten-Generaal. Bijlagen. 1927 1928.

Regeling van de inkomsten en uitgaven van de Posterijen, do Telegrafie en Telefonie voor 1928. POSTERJJEN, TELEGRAFIE EN TELEFONIE. Dienstjaar 11128. STAAT VAN INKOMSTEN EN UITGAVEN. INKOMSTEN. BEDRAG. UITGAVEN. BEDRAG. AFDEELING I. A. Posterijen. Art. 1. Ontvangsten van de Posterijen... B. Telegrafie. Art. 2. Ontvangsten van de Telegrafie... C. Telefonie. Art. 3. Ontvangsten van de Telefonie... D. Yereenisde posten. Art. 4. Ontvangsten van de Posterijen, de Telegrafie en Telefonie Art. 5. Annuïteiten van kapitalen, verstrekt aan woningbouwvereenigingen voor de stichting van woningen, bestemd voor personeel... Art. 6. Opbrengst van de voor het personeel beschikbaar gestelde woningen Art. 7. Gekweekte rente van aangekochte buiienlanusche betaalmiddelen Art. 8. Opbrengst wegens het beschikbaarstellen van muurvlakten, poststempels, drukwerken, enz., ten behoeve van het maken van reclame Art. 9. Bijdragen van het personeel voor eigen pensioen en voor weduwen- en weezenpensioen Art. 10. Opbrengst wegens verhaal op personeel van bijdragen voor inkoop voor pensioen van diensttijd Art. 11. Rente over saldi dor rekeningencourant Art. 12. Uitkeering uit 's Rijks Middelen wegens brandschade Art. 13. Uitkeering uit 's Rijks Middelen wegens beschikking over de reserve-rekening.... Art. 14. Uitkeering uit 's Rijks Middelen wegens kapitaalvermeerdering Art. 15. CTitkeering uit 's Rijks Middelen wegens verlies op de exploitatie, eventueel blijkende uit de Nota var. Winst en Verlies volgens artikel 13 der wet van lö Februari 1912 (Staatsblad n. 85), f 44758350, 6 943 000, 21 944 200, 7 310, 10 000, 50 000, 140 000, 2802 950,- 100 000,- Mcmorie. 300 000,- 4155267,- AFDEELING I. Post-, Telegraaf- en Telefoondienst. Art. 1. Traktementtm en belooningen van het vaste en het tijdelijke personeel, toelagen, vergoedingen, tegemoetkomingen, uitkeeringen en premiën, voor zooveel niet in andere artikelen vermeld. Honoraria of belooningen aan derden f 43 563 210, waarvan wordt overgebracht op artikel 48 voor aandeel van den Postchèque- en girodienst. 1 051 810, Art. 2. Nonactiviteitswedde van den referendaris H. van Boeyen Art. 3. Uitgaven als gevolg van de reorganisatie Art. 4. Reis-, verhuis- en overvaart-, tol- en bruggelden examenkosten; Art. 5. Kantooronkosten; vervaardiging van postzegels en andere geldswaardige stukken; saldo der aanschafnngskosten van uniformkleeding; transport van personeel voor de uitoefening van zijn dienst en niet bedoeld in artikel 4; verder materieel en arbeidsloon....f3 030 200, waarvan wordt overgebracht op artikel 48 voor aandeel van den Postchèque- en girodienst... 62 000, Art. 6. Gebouwen f 540 000,- waarvan wordt overgebracht op artikel 48 voor aandeel van den Postchèque- en girodienst... 87 000,- Art. 7. Aandeel in de kosten van het Internationaal bureel te Bern Art. 8. Oninbare vorderingen op derden.. Art. 9. Vervoer van de brieven- en pakketpost, voor zooveel niet vermeld in de artikelen 10 en 11. Schadeloosstellingen aan aannemers van vervoer, alsmede vorderingen van Stoomvaartmaatschappijen over afgesloten dienstjaren f2 756 450, waarvan wordt overgebracht op artikel 48 voor aandeel van den Postchèque- en girodienst... 90 000, f 42 511400 1 104, 636 500, 2 968 200,- 453 000,- 7 500,- 1 200,- 2666 450,

Regeling vim de Inkomsten en uitgaven van de Posterijen, de Telegrafie en Telefonie voor 1028. INKOMSTEN. l:kl)l:,\(i. U ITO A VEN. ÜEDUAO. Art. 10. Vergoeding van rracht aan spoorwegondernemingen, niet bedoeld in de artikelen!) en il, Ingevolge artikel 0 der Pakketpostwet (Staatsblad n". 566 van 1917) Art. 11. Vergoeding voor het postvervoer door spoorwegen, bedoeld in de wet van 9 Juni 1925 (Staatsblad n". 292) Art. 12. Schadevergoeding voor verloren geraakte brieven en pakketten of voor beschadiging Art. 13. Uitvoering van telegraaf-en telefoonwerken. Overneming en naasting van Locale telefoonnetten Art. 14. Kosten van voorzieningen aan telegraaf- en telefoonlijnen ten behoeve van de electrificatie van spoorwegen Art. 15. Uitgaven ten behoeve van herstellingswerkplaatsen en magazijnen, voor zooveel die niet uit andere artikelen moeten worden gekweten Art. 1G. Dekking van tekorten in de kassen Art. 17. Proceskosten en kosten van commissien Art. 18. Gratificaüën aan ambtenaren ter tegemoetkoming in de kosten van opname en van verpleging in ziekeninrichtingen; aan personen, die, na jarenlang tijdolijken of zijdelingschen dienst te hebben gedaan, zonder aanspraak op pensioen worden ontslagen en aan hunne weduwen, voor zoover deze geen pensioen ontvangen Art. 19. Gratificaüën aan vrouwelijke ambtenaren, die den dienst wegens huwelijk verlaten Art. 20. Onderstandsgelden, vergoedingen en gratificaüën, niet bedoeld bij de artikelen 18 en 19. Tegemoetkomingen, onder meer bestemd om zonder korting op het pensioen daarnevens te worden genoten door eervol ontslagen ambtenaren, vóór 1 Juli 1878 in tijdelijken dienst geweest Art. 21..Subsidies Art! 22. Kosten verbonden aan de ontvangst van personen, die krachtens hun functie met het bedrijf in aanraking komen Art. 2:5. Tegemoetkomingen in schade aan aannemers van leveringen en werken, in verband met bijzondere tijdsomstandigheden.. Art. 21. Tegemoetkomingen in verbouwingskosten aan gewezen kantoorhouders in verband met opheffing van hulpkantoren Art. 25. Wachtgelden Art. 26. Aandeel in de uitgaven voor den Rijksgebouwendienst f 1419414 waarvan wordt overgebracht op artikel -18 voor aandeed van den Postchöque- en girodlenst... 70 000 Art. 27. Uitgaven ingevolge! de Ongevallenwet 1921 en andere sociale wetten Art. 28. Uitgaven wegens zakelijke belasting op het bedrijf, alsmede vergoeding wegens forensenbelasting f 1200, 4 500 000, 10 000, 9 141800, 102 000, 8 000, 12 000, 79 000,- 8 S00,- 18 000, 500, 2 000, 15 000. 530 000, 1849414, 154 000, 91 000,

Regeling van de inkomsten en uitgaven van <lr Posterijen, de Telegrafie en Telefonie voor 1028. I N KOMSTEN. UKDRAG. UITGAVEN. BUDRAG. Art. 29. Vorderingen over liet afgesloten dienstjaar 1927 f 250000, alsmede over overige afgesloten dienstjaren 00000, behoudens die bedoeld in artikel 9, waarvoor op het tijdstip der afsluiting van don dienst, waartoe zij behoorden, de noodige gelden beschikbaar waren op de posten, ten laste waarvan zij, bij tijdige voldoening of verevening, gebracht hadden moeten wolden, alsmede verjaarde en dienvolgens vernietigde vorderingen. Art. 30. Rente over saldi der rekeningencourant Art. 81. Uitkeering aan 's Rijks Middelen van 5 / 0 rente over de kapitalen op 1 Januari 1928 uit 's Rijks schatkist verstrekt en nog niet terugbetaald Art. 32. Uitkeering aan 's Rijks Middelen wegens kapitaalvermindering Art. 33. Uitkeering aan het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds ten bedrage van EP/i % van de salarissen van het vaste en het tijdelijke personeel, voor ambtenaren, die bij de inwerkingtreding van de Pensioenwet 1922 in 's Rijks dienst waren, of daarna in dienst van het Rijk zijn gekomen Art. 34. Uitkeering aan het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds ten bedrage van 10 / 0 van de salarissen van het vaste en het tijdelijke personeel, voor ambtenaren, die na de inwerkingtreding van de Pensioenwet 1922 in 's Rijks dienst zijn gekomen Art. 3-5. Uitkeering aan 's Rijks Middelen ten bedrage van 10 % van de salarissen van het vaste en het tijdelijke personeel, voor ambtenaren, die bij.de inwerkingtreding van de Pensioenwet 1922 in 's Rijks dienst waren.... Art. 86. Uitkeering aan het Algemeen Burgerlijk van diensttijd, welken ambtenaren na de inwerkingtreding van de Pensioenwet 1922 in zijdelingschen dienst of in eene onbezoldigde betrekking hebben doorgebracht Art. 37. Uitkeering aan het Algemeen Burgerlijk van diensttijd, welken ambtenaren vóór de inwerkingtreding van de Pensioenwet 1922 als ambtenaar (ook als tijdelijk ambtenaar) in zijdelingschen dienst of in eene onbezoldigde betrekking hebben doorgebracht Art. 38. Uitkeering aan 's Rijks Middelen als premie wegens brandverzekering Art. 39. Uitkeering aan 's Rijks Middelen van een bedrag voor de vorming van eene reserverekening Art. 40. Kosten, verbonden aan de beschikbaarstelling van woningen, bestemd voor het personeel f 300 000, 6 420 000, 2 150 000, 350 000, 3 550 000, 250000, 39 400, 10000

Bijlagen. 165. 2. Tweede Kamer. Regeling van de inkomsten en uitgaven van de Posterijen, de Telegrafie en Telefonie voor 1928. \ INKOMSTEN. BEDHAG. UITGAVEN. BEDRAG. Art. 41. Geheime uitgaven. Art. 42. Onvoorziene uitgaven Art. 43. Uitkeering aan 's Rijks Middelen ten bedrage van de zuivere winst. (Sluitpost)... f 1000, 40 000, 2 839 609, Totaal van af deeling I f 81211077,- Totaal van afdeeling I.. f 81211077,- AFDEEL1NG II. Postcuèque- en girodienst. Art. 16. Ontvangsten van den Postchöqueen girodienst Art. 17. Rente, gekweekt door de belegging der saldi van postrekeningen, alsmede aandeel in de rente over de saldi van de rekeningcourant met de Schatkist Art. 18. Bijdragen van het personeel voor eigen pensioen en voor weduwen- en weezenpensioen Art. 19. Opbrengst wegens verhaal op personeel van bijdragen voor inkoop voor pensioen van diensttijd Art. 20. Uitkeering uit 's Rijks Middelen wegens brandschade Art. 21. Uitkeering uit's Rijks Middelen wegens beschikking over de reserverekening.... Art. 22. Uitkeering uit 's Rijks Middelen wegens kapitaalvermeerdering Art. 23. Uitkeering uit 's Rijks Middelen wegens verlies op de exploitatie, eventueel blijkende uit de Nota van Winst en Verlies volgens artikel 13 der wet van 16 Februari 1912 (Staatsblad n. 85) f 750 400,- 3 600 000,- 43 250,- 300,- 6000,- Memorie AFDEELING II. Postcuèque- en girodienst. Art. 44. Traktementen en belooningen van den directeur en van het vaste en het tijdelijke personeel bij het bestuur van den Postchèque en girodienst. Toelagen, vergoedingen en uit keeringen, voor zooveel niet in andere artikelen vermeld. Honoraria aan derden Art. 45. Reis- en verhuiskosten Art. 46. Bureel- en lokaalbehoeften en druk werk, alsmede materieel voor de postkantoren en voor verstrekking aan het publiek... Art. 47. Bekendmaking van den dienst. Art. 48. Aandeel van den Postchèque- en girodienst in de kosten van het postvervoer en van de uitvoering van dien dienst op de kantoren en vergoeding van kosten voor hulpverleening aan de directie van den Postchèque- en girodienst Art. 49. Oninbare vorderingen op derden.. Art. 50. Dekking van tekorten in de kassen Art. 51. Proceskosten en kosten van commissiën Art. 52. Gratificatiën aan ambtenaren ter tegemoetkoming in de kosten van opname en van verpleging in ziekeninrichtingen.... Art. 5:5. Gratificatiën aan vrouwelijke ambtenaren, die den dienst wegens huwelijk verlaten Art. 54. Onderstandsgelden, vergoedingen en gratificatiën, niet bedoeld bij de artikelen 52 en 53 Art. 55. Wachtgelden Art. 56. Aandeel in de uitgaven voor den Rijksgebouwendienst Art. 57. Uitgaven ingevolge de Ongevallenwet 1921 en andere sociale wetten Art. 58. Uitgaven wegens zakelijke belasting op het bedrijf Art. 59. Vorderingen over het afgesloten dienstjaar 1927 f 3 000, alsmede over overige afgesloten dienstjaren 2 000, waarvoor op het tijdstip der afsluiting van den dienst, waartoe zij behoorden, de noodigc gelden beschikbaar waren op de posten, ten laste waarvan zij, bij tijdige voldoening of verevening, gebracht hadden moeten worden, alsmede verjaarde en dienvolgens vernietigde vorderingen. 1 220 640,- 1500,- 314 000,- 3 000,- 1360 810,- 6 000,- 1000,- 2 000,- 1000, 200, 2 000, 6 300, 5 000, 21000, 8 000, 5 000, Handelingen der Staten-Generaal. Bijlagen. 1927 1928.

Regeling van de inkomsten en uitgaven van de Posterijen, de Telegrafie en Telefonie voor 1928. INKOMSTEN. BEDRAG. UITGAVEN. BEDRAG. Art. (10. Rente over saldi der rekeningencourant Art. 61. Uitkeering aan ' Rijks Middelen van 5% rente over de kapitalen op 1 Januari 1928 uit 's Rijks Schatkist verstrekt en nog niet terugbetaald Art. 62. Uitkeering aan 's Rijks Middelen wegens kapitaalvermindering f 82 300,- 83 800,- Art. 63. Uitkeering aan het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds ten bedrage van 5 l / a a / 0 van de salarissen van het vaste en het tijdelijke personeel, voor ambtenaren, die bij de inwerkingtreding van de Pensioenwet 1922 in 's Rijks dienst waren of daarna in dienst van het Rijk zijn gekomen Art. 64. Uitkeering aan het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds ten bedrage van 10% van de salarissen van het vaste en het tijdelijke personeel, voor ambtenaren, die na de inwerkingtreding van de Pensioenwet 1922 in 's Rijks dienst zijn gekomen Art. 65. Uitkeering aan 's Rijks Middelen ten bedrage van 10 / 0 van de salarissen van het vaste en het tijdelijke personeel, voor ambtenaren, die bij de inwerkingtreding van de Pensioenwet 1922 in 's Rijks dienst waren Art. 66. Uitkeering aan het Algemeen Burgerlijk van diensttijd, welken ambtenaren na de inwerkingtreding van de Pensioenwet 1922 in zijdelingschen dienst of in eene onbezoldigde betrekking hebben doorgebracht Art. 67. Uitkeering aan het Algemeen Burgerlijk van diensttijd, welken ambtenaren vóór de inwerkingtreding van de Pensioenwet 1922 als ambtenaar (ook als tijdelijk ambtenaar) in zijdelingschen dienst of in eene onbezoldigde betrekking hebben doorgebracht Art. 68. Uitkeering aan 's Rijks Middelen als premie wegens brandverzekering Art. 69. Uitkeering aan 's Rijks Middelen van een bedrag voor de vorming van een reserverekening Art. 70. Onvoorziene uitgaven 29 750,- 11 000, 43 120, 400, 5 000, 800, 10 000, Art. 71. Uitkeering aan 's Rijks Middelen ten bedrage van de zuivere winst. (Sluitpost)... 1176 330, Totaal van afdeeling II f 4 399 950, Totaal van afdeeling II... f 4 399 950, OVERZICHT. Afdeeling I. Post-, Telegraaf- en Telefoondienst f 81 211 077, Afdeeling II. Postchèque- en girodienst... 4 399 950, Tezamen jf 85 611 027, OVERZICHT. Afdeeling I. Post-, Telegraaf- en Telefoondienst Afdeeling II. Postchèque- en girodienst... Te zamen f 81211077. 4 399 950, f 85 611027,