Liturgie voor de overstapdienst van Kinderkerk naar Tieners op 15 juni 2014 Thema: Fietsen visje-fiets-kerk: Is bidden op de fiets zoiets als wandelen met God? Voorganger: ds. Nita van der Horst-Kattenberg Organist: Jolanda Zwoferink m.m.v. kinderkerk en tienerclubs Overstapper: Sibren van der Woerdt -------------------------------------------------------------------------------------
Orgelspel: Freewheelen I Welkom Intochtslied: Lied 803, 1 en 2 1. Uit Oer is hij getogen 2. Uit Oer is hij getogen aartsvader Abraham ten antwoord op een stem om voortaan te geloven die riep hem uit de hoge in 't land van Kanaän, op naar Jeruzalem. om voortaan als een blinde En allen die geloven te zien een donker licht, zijn Abrahams geslacht, om voortaan helderziende geboren uit den hoge te zijn op God gericht. getogen uit de nacht. Begroeting: In de kerk groeten we elkaar wat plechtiger dan wanneer we elkaar onderweg ontmoeten. We spreken uit dat God altijd bij ons wil zijn en zo groeten we elkaar in de naam van de Vader, de Zoon en de heilige Geest. Drempelgebed Zingen: Uit Alles wordt nieuw I,29: Komt laat ons vrolijk zingen 1. Komt laat ons vrolijk zingen tot God die alles schiep: die bloemen, vissen, vogels uit niet tot leven riep; met nevels als een sluier de groene aarde tooit; zijn dauw als vreugdeparels over de velden strooit. 2. Die heuvels schiep en dalen waar Hij de aard' betrad; die zon en maan en sterren tot licht gaf op ons pad. Looft Hem die ook de mensen tot vreugd geschapen heeft en die ons onze schulden om Jezus' wil vergeeft.
Tien geboden voor de fietsers Regel voor regel gelezen door de tieners, inleiding door tienerleiding 1. Gij zult niet andermans zadel begeren 2. Gij zult uw fiets onderhouden, zoals ook gij onderhouden wilt zijn 3. Gij zult niet door modder rijden 4. Gij zult niet te kort door de bocht gaan 5. Gij zult hard trappen, behalve op E-bikes 6. Gij zult uw verlichting in orde houden 7. Gij zult uw waterfles delen met de dorstigen 8. Gij zult u niet hovaardig gedragen tegenover andere weggebruikers 9. Eert uw voor- en achterwiel opdat u geen lekkage rijdt 10.Gij zult niet van rijbaan wijzigen zonder juiste richting 11.Gij zult genieten Rap via youtube van de tien geboden. 1. Ik ben de God die jullie bevrijd heeft uit Egypte. Je mag geen andere goden dan Mij vereren. 2. Je mag geen beelden vereren. 3. Je mag mijn naam niet misbruiken. 4. Je mag niet werken op de zevende dag. Dat is de rustdag die Ik je gegeven heb. Het is een dag voor vreugde, liefde en gebed. 5. Je moet eerbied hebben voor je ouders. 6. Je mag niemand doden. 7. Je moet goed voor je man of vrouw zorgen. 8. Je mag niet stelen. 9. Je mag niet liegen. 10. Je mag niet jaloers zijn op wat andere mensen hebben. Als het volk deze geboden volgde, zouden ze leven als kinderen van God. Gitaarspel door Charlotte Mulder en Helma Gorzeman: 1. Love Lomond 2. Vredelied Zingen: Lied om de heilige Geest 675, 1 en 2
1. Geest van hierboven leer ons geloven hopen, liefhebben door Uw kracht. Hemelse vrede, deel U nu mede aan een wereld die U verwacht. Wij mogen zingen van grote dingen als wij ontvangen al ons verlangen, met Christus opgestaan. Halleluja! Eeuwigheidsleven zal Hij ons geven, als wij herboren, Hem toebehoren, die ons is voorgegaan. Halleluja! 2. Wat kan ons schaden, wat van U scheiden, liefde die ons hebt liefgehad? Niets is ten kwade, wat wij ook lijden, Gij houdt ons bij de hand gevat. Gij hebt de zege voor ons verkregen, Gij zult op aarde de macht aanvaarden en onze koning zijn. Halleluja! Gij, onze Here, doet triomferen die naar U heten en in U weten, dat wij Gods kind'ren zijn. Halleluja! Lezing uit het OT: Daniël 1 Daniël 1, 1-4 vanuit de Statenvertaling In het derde jaar des koninkrijks van Jojakim, den koning van Juda, kwam Nebukadnezar, de koning van Babel, te Jeruzalem, en belegerde haar. 2 En de HEERE gaf Jojakim, den koning van Juda, in zijn hand, en een deel der vaten van het huis Gods; en hij bracht ze in het land van Sinear, in het huis zijns gods; en de vaten bracht hij in het schathuis zijns gods. 3 En de koning zeide tot Aspenaz, den overste zijner kamerlingen, dat hij voorbrengen zou enigen uit de kinderen Israëls, te weten, uit het koninklijk zaad, en uit de prinsen; 4 Jongelingen, aan dewelke geen gebrek ware, maar schoon van aangezicht, en vernuftig in alle wijsheid, en ervaren in wetenschap, en kloek van verstand, en in dewelke bekwaamheid ware, om te staan in des
konings paleis; en dat men hen onderwees in de boeken en spraak der Chaldeeën. Daniël 1, 5-12 vanuit de Nieuwe Bijbelvertaling 5 De koning wees hun een dagelijkse hoeveelheid toe van de spijzen en de wijn van zijn tafel. Na drie jaar onderricht zouden ze in dienst van de koning treden. 6 Onder hen waren enkele Judeeërs: Daniël, Chananja, Misaël en Azarja. 7 Maar de hoofdeunuch gaf hun andere namen; Daniël noemde hij Beltesassar, Chananja Sadrach, Misaël Mesach en Azarja Abednego. 8 Daniël was vastbesloten zich aan de reinheidsvoorschriften te houden en hij vroeg de hoofdeunuch toestemming zich van de spijzen en de wijn van de tafel van de koning te onthouden. 9 God zorgde ervoor dat de hoofdeunuch Daniël gunstig gezind was. 10 Toch zei de hoofdeunuch tegen hem: Ik ben bang voor mijn heer, de koning; hij heeft bepaald wat jullie zullen eten en drinken, en als hij vindt dat jullie er slechter uitzien dan jullie leeftijdsgenoten zal hij mij daarvoor verantwoordelijk stellen. 11 Daarop richtte Daniël zich tot de kamerheer die de hoofdeunuch aan hem en aan Chananja, Misaël en Azarja had toegewezen: 12 Neem de proef op de som en laat uw dienaren tien dagen alleen groente eten en water drinken. Daniël 1, 13-21 vanuit Groot Nieuws 13 Vergelijk dan ons uiterlijk met dat van de anderen die wel de gerechten van de koninklijke tafel hebben gegeten. Kijk hoe we eruitzien en beslis of u ermee door wilt gaan. 14 De bewaker stemde in met het voorstel een proef van tien dagen te nemen. 15 Toen de tien dagen voorbij waren, zagen zij er mooier en gezonder uit dan de jongemannen die wel de gerechten van de koninklijke tafel hadden gegeten. 16 Vanaf die dag gaf de bewaker hun groente te eten in plaats van de gerechten en de wijn die waren voorgeschreven. 17 God schonk de vier vrienden grote wijsheid en kennis. Zij raakten zeer goed thuis in alle wetenschappen. Daniël was bovendien in staat allerlei visioenen en dromen uit te leggen. 18 Toen de driejarige opleiding voorbij was, bracht het hoofd van de hofhouding hen allen bij Nebukadnessar. 19 In het gesprek dat de koning met hen voerde, maakten Daniël, Chananja, Misaël en Azarja verreweg de meeste indruk op hem. Zij kwamen bij hem in dienst. 20 En steeds als hij hun om raad vroeg, overtroffen ze door hun wijze inzicht wel tien keer alle waarzeggers en bezweerders van zijn rijk.
Zingen lied 806: Zo maar te gaan met een stok in je hand 1. Zomaar te gaan met een stok in je hand, zonder te weten wat je zult eten. Zomaar te gaan met een stok in je hand; eindeloos ver is 't beloofde land. 2. Zomaar te gaan, wordt het leven of dood? Altijd maar banger, duurt het nog langer? Zomaar te gaan, wordt het leven of dood? In de woestijn worden kind'ren groot. 3. Zomaar te gaan, met Zijn woord als bewijs, altijd maar lopen, altijd maar hopen. Zomaar te gaan met Zijn woord als bewijs: straks wonen wij in een paradijs. "Hoe sterk is de eenzame fietser?" Boudewijn de Groot Kerkverhaal: Welke richting fietsen we op? Zingen: Opwekking 277 1. Machtig God, sterke Rots 2. Lam van God, hoogste Heer U alleen bent waardig. heilig en rechtvaardig, Aard' en hemel prijzen U, stralend licht, morgenster, glorie voor Uw naam. niemand is als U. 3. Prijst de Vader, prijst de Zoon, prijst de Geest, die in ons woont, prijst de Koning der heerlijkheid, prijst Hem tot in eeuwigheid. Droomteksten 1. ouder: We weten nog goed hoe jij je eerste woorden kon zeggen en zo contact zocht en maakte en hoe trots je was, toen jezelf iets moois gemaakt had. Sibren: Er verandert zoveel, wat is nou belangrijk? Allen: Hou vast aan de droom dat er altijd weer goede woorden te vinden zijn om echt contact te vinden en dat je meer kunt dan je denkt.
2. ouder: We weten nog goed hoe jij voor het eerst ging staan en met vallen en opstaan je eerste voetstappen zette, van tafelpoot naar twee uitgestrekte armen. Sibren: Er verandert zoveel, wat is nou echt belangrijk? Allen: Hou vast aan de droom dat je altijd weer kunt opkrabbelen, soms zelfs met hulp van een uitgestrekte arm. 3. ouder: We weten nog goed hoe je ging spelen met vriendjes en vriendinnetjes en spelenderwijs ontdekte dat niet iedereen hetzelfde is. Sibren: Er verandert zoveel, wat is nu echt belangrijk? Allen: Hou vast aan de droom dat je als kind van God spelenderwijs je eigen plek in de wereld mag vinden: daar waar je goed in bent, daar waar jij je thuis voelt. 4. ouder: We weten nog goed hoe je die allereerste dag naar school ging. 's Morgens in alle vroegte op pad met je rugzak, met beker en hapje. Veel plezier beleven bij de juf en de andere kinderen. Sibren: Er verandert zoveel, wat is nou echt belangrijk? Allen: Hou vast aan de droom dat bij elk nieuw begin, hoe moeilijk ook, God en mensen bij je blijven. 5. ds: We weten nog goed hoe je kon luisteren naar de verhalen uit de Bijbel en er langzaam aan steeds meer vragen kwamen en dat je nu misschien zegt: klopt dat allemaal wel? Hou vast aan de droom die verstopt is in die verhalen: de droom van God zelf over een wereld waar het goed is. Overhandigen van een druivenplantje. Het symbool van de druif vinden we in Joh. 15, 1 en 2: "Ik ben de wijnstok en jullie zijn de ranken. Iedere rank die druiven voortbrengt snoeit Hij, om meer vrucht te dragen." Overhandigen van een cadeau door de leiding van de kinderkerk Alle jongeren komen naar voren. Sibren stapt op de éénwieler en wordt door de groep van de tieners opgenomen. Alle jongeren vormen een kring en geven elkaar een hand. De gemeente gaat staan en zingt de jongeren zegenend toe.
Lied 415, 1: Zegen hen Algoede Zegen hen, Algoede neem hen in Uw hoede en verhef Uw aangezicht over hen en geef hen licht. Jongeren gaan weer op hun plaats zitten Collecte (uitleg doel: Alpe d'huzes KWF - door Pieter de Vries) Orgelspel: Freewheelen II Gebeden afgesloten met het Onze Vader Slotlied: Lied 913, 1 en 4 1. Wat de toekomst brengen moge, mij geleidt des Heren hand; moedig sla ik dus de ogen naar het onbekende land. Leer mij volgen zonder vragen; Vader, wat Gij doet is goed! Leer mij slechts het heden dragen met een rustig, kalme moed! 4. Waar de weg mij brengen moge, aan des Vaders trouwe hand, loop ik met gesloten ogen naar het onbekende land. Wegzending en zegen (1x gezongen amen)