Gebruik van gevaarlijke agentia



Vergelijkbare documenten
1.1 De wetgeving voor de leverancier

Circulaire ETIKETTERING VAN CHEMISCHE PRODUCTEN

VEILIGHEIDS- INFORMATIE- BLAD

Veilig werken met chemicaliën

Risicoanalyse chemische agentia. Wettelijk kader

CLP verordening 1272/2008: de gevolgen. Andy D hollander Local Product Expert Benelux

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD

Omgaan met gevaarlijke stoffen

1. RISK & SAFETY ZINNEN

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD

Veiligheidsinformatieblad volgens Verordening (EG) nr. 1907/2006 (REACH)

ÅM RUBRIEK 1 Identificatie van de stof of het mengsel en van de vennootschap/onderneming

De nieuwe etikettering CLP

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD

1.3. Details betreffende de verstrekker van het veiligheidsinformatieblad. Classificatie overeenkomstig de EG-richtlijnen 1999/45/EG en 67/548/EWG

1. Identificatie van de stof of het mengsel en van de vennootschap / onderneming

Chemische producten In 2010 verandert de etikettering! Synthesedossier

1 IDENTIFICATIE VAN DE STOF OF HET PREPARAAT EN DE VENNOOTSCHAP / ONDERNEMING.

Het Rebo GHS handboek. Hulp bij de etikettering van chemische stoffen (EU-GHS/CLP) (EG) Nr. 1272/2008.

ViB2.0 VERANDERINGEN IN DE WERELD VAN HET VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD. Ivo Erens Dangerous Substances Communication advies.

Wettelijk verplichte gevaarsetikettering

Aard der bijzondere gevaren toegeschreven aan gevaarlijke stoffen en preparaten: R-zinnen

Uitgave nummer: 2 Tel. +31 (0) Pagina 1 van 5 Fax: +31 (0) / E. Tacken

ZETTEX CLEANING WIPES

A7-0319/ Voorstel voor een richtlijn (COM(2013)0102 C7-0047/ /0062(COD)) Door de Commissie voorgestelde tekst

Aard der bijzondere gevaren toegeschreven aan gevaarlijke stoffen en preparaten (R-zinnen)

Gedemineraliseerd Water

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD Pagina 1

GHS-CLP. Veiligheid & Milieu

Veiligheidsinformatieblad volgens Verordening (EG) 1907/2006

Bedankt voor uw vertrouwen in SUBESTA en tot ziens. Pagina 1 van 6

R-zinnen en S-zinnen. R-zinnen... 2 Gecombineerde R-zinnen... 4 S-zinnen... 7 Gecombineerde S-zinnen... 9

Wat betekent EU-GHS voor u?

Enkelvoudige R-zinnen 1 In droge toestand ontplofbaar 2 Ontploffingsgevaar door schok, wrijving, vuur of andere ontstekingsoorzaken.

VOGELVLUCHT Laatste herziening: 16/10/2007, Versie 1.0 pagina 1 / 5

Veiligheidsinformatieblad volgens Verordening (EG) 1907/2006

Wat betekent EU-GHS voor u?

Handelsnaam: * Identificatie van het product * - Aard van het product: dispersie op waterbasis

Risico en Veiligheidszinnen op etiketten en veiligheidsbladen

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD volgens (EU) 2015/830

VEILIGHEIDS INFORMATIE BLAD

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD

Risk & Safety zinnen (Risico- en veiligheidsaanduidingen op etiketten)

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD Print datum Brake Cleaner AL 1 Van 6

Bijlage IX AARD DER BIJZONDERE GEVAREN TOEGESCHREVEN AAN GEVAARLIJKE STOFFEN EN PREPARATEN :

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD 1. IDENTIFICATIE VAN DE STOF OF HET PREPARAAT EN VAN DE VENNOOTSCHAP/ONDERNEMING

BAKKER-HAVU B.V. Storm van s-gravensandeweg JL WASSENAAR - tel Samenstelling/informatie over de bestanddelen

Welzijn en opleidingen

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD

2.2 : Niet brandbaar, niet giftig gas.

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD Volgens EG-richtlijn 91/155/EEG en NEN/ISO

RISICOZINNEN (R-ZINNEN)

Toolbox-meeting Gevaarlijke stoffen

VEILIGHEIDS INFORMATIE BLAD

Wat betekent EU-GHS voor u?

Veiligheidsinformatieblad

Signalisatie door borden en pictogrammen. De gegevens komen van de website:

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD

Veiligheidsinformatieblad

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD PODISAN

DIAMUR Veiligheidsinformatieblad Mortel

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD Volgens EG-richtlijn 91/155/EEG en NEN/ISO

EG-veiligheidsinformatieblad SDS 009.N-ed.E Datum van uitgifte: 01/09/12 Herziening van: 01/05/07

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD

Producent/leveranciers informatie. Straat/postbus: Zonnebaan 56. Telefoon: Telefax:

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD Volgens EG-richtlijn 91/155/EEG en NEN/ISO

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD

MSDS CARWASH MEGA SHAMPOO

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD

Daarnaast zijn er ook S-zinnen; deze geven aanbevelingen voor het veilig werken met bepaalde stoffen. S staat hier voor Safety.

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD DRIEHOEK VLOEIBARE ZEEP NATUURLIJKE REINIGER NL

Wat betekent EU-GHS voor u?

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD volgens 2001/58/EG. Vanish Oxi Action Vlekverwijderaar. RECKITT Datum: BENCKISER Pag. : 1 van 5.

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD Conform EU No. 1907/2006 (REACH), Annex II. Demula BV 20

DEEL 1: GEVARENAANDUIDINGEN ; H-zinnen

Wat betekent EU-GHS voor u?

bladzijde : 1 VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD Herziene uitgave nr : 2 : Huiselijk. Industrieel. Zie technische fiche voor gedetailleerde inlichtingen.

Betekenis H-zinnen. Gevarenaanduidingen voor materiële gevaren

Dit product wordt niet als gevaarlijk beschouwd volgens de wettelijke bepalingen. Bijgevolg

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD

Codex over het welzijn op het werk. Boek I.- Algemene beginselen. Titel 2. Algemene beginselen betreffende het welzijnsbeleid

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD GripFactory TitaniumGrip Cleaner. Geschikt gebruik: Reiniger voor vloeroppervlakken.

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD 1. IDENTIFICATIE VAN DE STOF OF HET PREPARAAT EN VAN DE VENNOOTSCHAP/ONDERNEMING

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD volgens 2001/58/EG. Silvo Zilverglans. Datum: BENCKISER Pag. : 1 van 5.

1. IDENTIFICATIE VAN DE CHEMISCHE STOF OF HET MENGSEL EN DE ONDERNEMING

Chemicaliën op de werkvloer: een nieuw etiketteringssysteem

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD 1. IDENTIFICATIE VAN DE STOF OF HET PREPARAAT EN VAN DE VENNOOTSCHAP/ONDERNEMING

*** VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD ***

Gevarenaanduidingen voor materiële gevaren.

> < Gevaarlijke stoffen. Wat zijn gevaarlijke stoffen?

bladzijde: 1/6 REAXYL Veiligheidsinformatieblad volgens Verordening (EG) nr. 1907/2006

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD

EG-veiligheidsinformatieblad SDS 007.N-ed.E Datum van uitgifte: 01/09/12 Herziening van: 01/05/07

G 491 EROL cid Laatst bewerkt op: Pagina: 1 van 6

Veiligheidsblad p. 1 / 5

Mengsel van ethanol 96% (gedenatureerd met 3% isopropyl alcohol), gezuiverd water, chloorhexidine digluconaat 20% en azorubine.

Veiligheidsblad p. 1 / 8

Transcriptie:

Information card 010 Gebruik van gevaarlijke agentia De evolutie van de Europese reglementering in verband met chemicaliën brengt een reeks wijzigingen met zich mee die rechtstreeks betrekking hebben op de gebruikers van deze chemicaliën, voornamelijk op het vlak van de etikettering en de veiligheidsinformatiebladen (VIB's). Welke gevolgen heeft dit voor de gebruiker op de bouwplaats? De wetgeving voor de leverancier : De REACH-verordening (verordening EG nr. 1907/2006) bepaalt de criteria voor het op de markt brengen van chemische stoffen door middel van de registratie, beoordeling en autorisatie van deze stoffen door de bevoegde instanties. Een van de instrumenten voor een goede werking van REACH is de CLP-verordening (verordening EG nr. 1272/2008) met betrekking tot de indeling, etikettering en verpakking van deze chemicaliën. Met deze verordening is een nieuw systeem (GHS: Globally Harmonized System) ingevoerd voor de indeling en de aanduiding van de risico's. Het doel hiervan was om te beschikken over een wereldwijd geharmoniseerd systeem en op die manier eenzelfde taal te kunnen spreken, ongeacht waar de stoffen gefabriceerd zijn en/of gebruikt worden. In de praktijk: Het nieuwe systeem brengt een reeks wijzigingen met zich mee waar gebruikers van chemicaliën aandacht aan moeten besteden: De criteria voor de indeling veranderen en het aantal gevarenklassen gaat van 15 naar 28. Ook het systeem van de pictogrammen die gebruikt worden, verandert. Ten slotte worden ook de gevarenaanduidingen en de veiligheidsaanbevelingen bijgewerkt Vandaag bestaan het oude DSD-systeem (Dangerous Substances Directive 67/548/EEG) en het nieuwe GHS-systeem naast elkaar, maar op 1 juni 2015 zal het nieuwe systeem het oude definitief opheffen. Zowel voor 'zuivere' stoffen als voor mengsels zal definitief afgestapt worden van de zwarte symbolen op een vierkante oranje achtergrond en zal overgegaan worden op zwarte symbolen op een witte achtergrond die omrand wordt door een rode ruit, en dit voor alle gevaarlijke agentia (stoffen en mengels) die gebruikt worden bij de beroepsuitoefening. Er is echter nog het bijzondere geval van bepaalde mengsels die op de markt gebracht worden tussen 2010 en 2015 en waarvoor de uiterste datum met een afwijking verschoven kan worden naar 1 juni 2017. De wetgeving voor de gebruiker Wat de wetgeving voor de gebruiker betreft, zijn er, naast de wet van 4 augustus 1996, waarin de preventiebeginselen en het begrip risicoanalyse vastgesteld worden voor elke arbeidssituatie, nog een groot aantal uitvoerende koninklijke besluiten die bepaalde verplichtingen opleggen voor het gebruik van chemische stoffen in het kader van de beroepsuitoefening. Hieronder de belangrijkste wetgevende teksten die van toepassing zijn: het KB van 11 maart 2002 betreffende de bescherming van de gezondheid en de veiligheid van de werknemers tegen de risico s van chemische agentia op het werk aangevuld bij KB van 20 februari 2002 wat de kankerverwekkende en mutagene agentia betreft; het KB van 28 mei 2003 betreffende het gezondheidstoezicht op de werknemers; het KB van 13 juni 2005 betreffende het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM's); het KB van 25 januari 2001 betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen. Overeenkomstig de hiërarchie van de preventiebeginselen gaat de voorkeur, na een beoordeling van het risico en na het uitschakelen van de risico's die vermeden kunnen worden, naar collectieve beschermingsmaatregelen, waarbij de nadruk gelegd wordt op een weldoordachte organisatie van het werk. PBM's worden enkel gebruikt als aanvulling op de collectieve maatregelen. Ze worden gratis verstrekt en onderhouden door de werkgever. In het punt "Preventiemaatregelen" gaan we dieper in op de praktische toepassing van deze reglementering. De CLP-indeling : meer precisie bij de etikettering en bij veiligheidsinformatiebladen Deze indeling, die gebaseerd is op het GHS-systeem, vervangt de 15 categorieën van het DSD-systeem door 28 gevarenklassen (16 fysische gevarenklassen, 10 gezondheidsgevarenklassen en 2 milieugevarenklassen). Elk van deze klassen is nog eens onderverdeeld in categorieën volgens de ernst van de risico's. Voor de

klasse van de ontvlambare vloeistoffen zijn er zo 3 gevarencategorieën bepaald in functie van het vlampunt van de stof. Dat is ook het geval voor kankerverwekkende stoffen, die onderverdeeld worden in categorieën 1A, 1B en 2, naargelang de carcinogeniteit voor de mens bewezen, verondersteld of vermoed wordt. Bij elke klasse en categorie horen een of meerdere van de 9 pictogrammen, die bestaan uit een zwart symbool op een witte achtergrond die omrand wordt door een rode ruit. Afhankelijk van de ernstgraad van het risico staat het signaalwoord 'Opgelet' of 'Gevaar' onder deze pictogrammen, waarbij 'Gevaar' voorbehouden is voor de categorieën met het grootste gevaar. Hieronder vindt u een overzicht van de pictogrammen en hun mogelijke betekenis. Voor gedetailleerdere informatie kunt u ook dit document raadplegen: http://www.poisoncentre.be/img/pdf/gevarenpictogrammen.pdf Aangezien de criteria voor de indeling onderling verschillen tussen de systemen, is de omzetting van de pictogrammen van het oude naar het nieuwe systeem niet zo eenvoudig. Als we het voorbeeld nemen van een vloeistof met een vlampunt van 57 C, classificeert de nieuwe CLP-verordening deze chemische stof als 'ontvlambaar' in categorie 3 (de minst ernstige), terwijl ze in het oude systeem niet beschouwd werd als gevaarlijke chemische stof. Ter informatie heeft de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg wel concordantietabellen opgesteld, die beschikbaar zijn op de volgende website: www.werk.belgie.be/workarea/downloadasset.aspx?id=35868 Het etiket Etiketten zijn het laatste informatieniveau: enkel de eindgebruiker wordt ermee op de hoogte gebracht van de gevaren en, zonder dat ze een reëel preventiebeleid vervangen, geven ze enkele aanwijzingen voor de organisatie van dit beleid. Er moet een etiket aanwezig zijn op elke verpakking van een gevaarlijke stof of mengsel van gevaarlijke stoffen die gebruikt wordt in een beroepsmatige context. Any label for a hazardous substance or mixture has to contain at least the following information: Voor zuivere stoffen: de chemische naam en eventueel een identificatienummer Voor mengsels: de commerciële naam en de chemische naam van de bestanddelen op basis van de classificatie De contactgegevens van de leverancier (naam, adres en telefoonnummer van de verdeler) De passende CLP-pictogrammen Het signaalwoord: aandacht of gevaar (afhankelijk van het risiconiveau) De gevarenaanduidingen (H-zinnen) De veiligheidsaanbevelingen (P-zinnen) De eventuele aanvullende inlichtingen (UEH-zinnen) Hiernaast vindt u een voorbeeld van een etiket dat overeenkomstig de regelgeving is. Symbolen Mogelijke effecten Gioia Chemical SA 28 Rue du danger - 1000 Brussels 02/552.05.18 TRICHLOORETHEEN CE: 201-167-4 CAS: 79-01-6 INDEX: 602-027-00-9 GEVAAR H315: Veroorzaakt huidirritatie H319: Veroorzaakt ernstige oogirritatie H336: Kan slaperigheid of duizeligheid veroorzaken H341: Verdacht van het veroorzaken van genetische schade H350: Kan kanker veroorzaken H412: Schadelijk voor in het water levende organismen, met langdurige gevolgen P202: Pas gebruiken nadat u alle veiligheidsvoorschriften gelezen en begrepen heeft P273: Voorkom lozing in het milieu P308+P313: Na (mogelijke) blootstelling: een arts raadplegen. De stof kan schadelijk, giftig, irriterend en/of sensibiliserend zijn. Ze kan leiden tot allergieën of slaperigheid of duizeligheid veroorzaken. Stof is corrosief. Kan brandwonden aan de huid en/of oogletsels veroorzaken.kan metalen doen doen roesten. 2

Deze stof is ontvlambaar. In bepaalde gevallen kan er zelfontbranding van deze stof optreden. Deze stof is oxiderend. Ze bevordert de verbranding van andere stoffen, kan een brand veroorzaken of erger maken, of zelfs een explosie veroorzaken als er ontvlambare producten aanwezig zijn. Deze stof kan ontploffen als bepaalde bijkomende voorzorgsmaatregelen niet genomen worden. Gas onder druk. Kan ontploffen en/of vrieswonden veroorzaken als er geen bijkomende voorzorgsmaatregelen genomen worden. Deze stof is erg giftig en kan dodelijk zijn als ze ingeslikt of ingeademd wordt. Deze stof kan kanker, mutaties, vruchtbaarheidsproblemen, allergieën, astma, ademhalingsmoeilijkheden of andere ernstige aandoeningen veroorzaken. Deze stof is milieugevaarlijk en giftig voor het aquatisch milieu. Codering H200 to H299 H300 to H399 H400 to H499 EUHxxx Codering P100 to P199 P200 to P299 P300 to P399 P400 to P499 P500 to P599 H-zinnen Gevarenaanduidingen Fysische gevaren Gevaren voor de gezondheid Gevaren voor het milieu Risico s van andere aard P-zinnen Preventiemaatregelen Algemene maatregelen Specifieke maatregelen voor het gebruik Maatregelen bij een ongeval Opslag van de stoffen Verwijderen van het afval Wat ten slotte de aanduiding van de gevaren en de daaruit voortvloeiende preventiemaatregelen betreft, zijn de H-zinnen (gevarenaanduidingen) de opvolger van de R-zinnen (risicozinnen) en vervangen de P-zinnen (veiligheidsaanbevelingen) de S-zinnen (veiligheidszinnen). In bepaalde gevallen verduidelijkt een EUH-aanduiding de risico's van een andere aard. Waar in de vorige regeling enkel de vermelding van de R- en S-codes volstond, moeten deze vermeldingen nu voluit en integraal op het etiket staan. In de praktijk was het bij het vorige systeem mogelijk om voor een stof die irriterend is voor de huid, enkel een weinig expliciete vermelding 'R38' op het etiket te zetten, terwijl het etiket vandaag de ondubbelzinnige vermelding 'Veroorzaakt huidirritatie' (eventueel voorafgegaan door de code H315) moet bevatten. Het veiligheidsinformatieblad (VIB) De VIB's (of MSDS-fiches, Medical Safety Data Sheets) worden gebruikt als identiteitskaart voor gevaarlijke stoffen en mengsels. Het zijn documenten die bij gevaarlijke agentia gevoegd worden en die bedoeld zijn om het veilige gebruik van deze agentia te waarborgen. Ze zijn een aanvulling op de etikettering van de stoffen en bevatten gedetailleerde informatie over de risico's en preventiemaatregelen die ingevoerd moeten worden. 3

Ze bestaan uit de volgende zestien rubrieken (in de onderstaande tabel staan de algemene inlichtingen op een grijze achtergrond, de gevaren op een rode achtergrond en de adviezen in verband met de preventie op een groene achtergrond): In de praktijk: De 16 rubrieken van een veiligheidsinformatieblad 1. Identificatie van de stof, van de fabrikant/leverancier + noodnummer + voorziene gebruik van de stof 2. Samenstelling en identificatie van de stoffen en desgevallend hun concentratie 3. Identificatie van de gevaren: pictogrammen, gevarenaanduidingen en veiligheidsaanbevelingen 4. Eerstehulpmaatregelen bij noodgevallen 5. Brandbestrijdingsmaatregelen 6. Maatregelen bij het accidenteel vrijkomen van de stof (schoonmaak, verwijdering, dragen van PBM s, ) 7. Specifieke maatregelen bij het gebruik en de opslag van de stof 8. Grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling, controle van de blootstelling van de werknemers, algemene maatregelen en te gebruiken PBM s 9. Fysische en chemische eigenschappen 10. Stabiliteit van de stof en chemische reactiviteit 11. Toxicologische informatie: toxicologische effecten en wegen van blootstelling 12. Ecotoxicologische informatie: schadelijke effecten voor het milieu, verspreiding, afbreekbaarheid, 13. Afvalverwerkingsmethodes 14. Informatie met betrekking tot het vervoer (UN-nummer, verpakking, ADR, ) 15. Reglementaire informatie (etikettering, ) 16. Aanvullende informatie met betrekking tot veiligheid Bij de aankoop van elke gevaarlijke chemische stof moeten de VIB's door de verdeler/fabrikant verstrekt worden in de taal van de gebruiker.* De werkgever moet ervoor zorgen dat er een kopie gegeven wordt aan de arbeidsgeneesheer en aan zijn preventieadviseur. Hij moet rekening houden met hun adviezen bij het vastleggen van de preventiemaatregelen. De bladen moeten ook ter beschikking van de werknemers gesteld worden. it document moet opgenomen worden in de industriële keten wanneer een chemische stof geleverd wordt aan een derde beroepsmatige gebruiker, maar het moet niet verstrekt worden aan het grote publiek als de aanduidingen op het etiket volstaan om de veiligheid van de gebruiker te waarborgen. De VIB's moeten beschikbaar zijn op de werf als 'geheugensteuntje' voor de werknemers die blootgesteld worden aan deze producten, aanvullend op hun werkinstructies. Het is uiterst belangrijk dat elke gebruiker dit document in zijn integraliteit leest voor elk gebruik van een gevaarlijke chemische stof. Ten slotte willen we benadrukken dat rubriek 1 het door de fabrikant voorziene relevante gebruik of het door de fabrikant ontraden gebruik van de stof bevat. In rubrieken 3 en 15 worden dan weer de beperkingen voor het gebruik vermeld als die bestaan. Voorafgaand aan de toepassing van een stof moeten we ons er dan ook altijd van verzekeren dat het gebruik van de stof wel degelijk overeenstemt met het in het VIB beschreven gebruik. Als dat niet zo is, is de gebruiker verplicht om de fabrikant te raadplegen om zijn eigen beoordeling van de chemische veiligheid uit te voeren en om een VIB op te stellen dat aangepast is aan dit gebruik. * Vanuit het standpunt van de REACH-verordening moeten de VIB's verstrekt worden in de officiële taal van de streek. Gezien de doelstelling van deze bladen en de eisen uit het KB van 11 maart 2002 betreffende chemische agentia (werknemers moeten op de hoogte gebracht worden van de gevaren, risico's en preventiemaatregelen) is een versie in de taal van de gebruiker echter nodig als deze een andere taal spreekt. 4

Preventiemaatregelen Net als voor elke preventiemaatregel zijn de algemene beginselen uit de wet van 4 augustus 1996 van toepassing: de preventie moet op een georganiseerde en geplande manier benaderd worden! Eerst en vooral legt de reglementering een evaluatie van de risico's voor de gezondheid op. Voor elke stof die als gevaarlijk gekwalificeerd wordt, stellen GBB's (grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling) de concentratiedrempels vast die niet overschreden mogen worden op de arbeidsplaatsen. Zo verplicht de huidige wetgeving de werkgever om de arbeidsgeneesheer in te lichten over het gebruik van gevaarlijke chemische agentia, zodat deze een opvolging van de werknemers kan verzekeren (gezondheidstoezicht). De GBB's moeten op hun beurt beschouwd worden als maximale waarden die nooit overschreden mogen worden. De risico's en bijgevolg ook de blootstelling en de concentraties aan chemische stoffen moeten beperkt worden tot een strikt minimum! De werkgever is dus verplicht om metingen uit te voeren om de concentraties aan chemische agentia op de arbeidsplaatsen vast te stellen en daar het risiconiveau uit af te leiden. Met behulp van de arbeidsgeneesheer beoordeelt hij de risico s die voortvloeien uit het gebruik van de chemische stoffen en neemt hij de gepaste preventiemaatregelen om te waarborgen dat de blootstelling van de werknemers onder de GBB's blijft. Wanneer er geen reële metingen van de concentraties ter plaatse uitgevoerd worden, zijn een risicobeoordeling en blootstellingsscenario's absoluut noodzakelijk vooraleer er gepraat kan worden over om het even welk aspect van de preventie. Rissicobeoordeling? Bij het uitvoeren van de risicobeoordeling van een chemische stof moet de werkgever, die hulp krijgt van zijn preventieadviseur en zijn arbeidsgeneesheer, onder andere rekening houden met de volgende factoren: de gevarenkenmerken van de chemische stoffen en de inlichtingen met betrekking tot de veiligheid en gezondheid die hij moet verzamelen bij de leverancier (onder andere via de VIB's); het niveau, de wegen en de duur van de blootstelling (via het ademhalingssysteem, via de huid of via andere soorten blootstelling, enkele minuten of enkele uren, een hoge of lage dosis?); de omstandigheden waarin de activiteit met de chemische stof verloopt (ventilatie, ophoping van stof(fen), coactiviteit,?). Vervolgens komt de uitwerking van preventiemaatregelen. We beginnen met het vermijden van de risico's die vermeden kunnen worden. Vervolgens beoordelen we de risico's die niet vermeden kunnen worden en bestrijden we die aan de bron. Daarbij geven we de voorkeur aan materiële en collectieve maatregelen boven persoonlijke beschermingsmaatregelen. Ten slotte volgen instructies en de signalisatie van de resterende risico's. In het kader van een bouwplaats wordt de reikwijdte van de beginselen uit de wet betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk bovendien uitgebreid naar alle aanwezige personen op de bouwplaats door het KB van 25 januari 2001 betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen. In deze context bestaat er een wederzijdse informatie- en samenwerkingsverplichting tussen de verschillende ondernemingen die tegelijk aanwezig zijn of die elkaar opvolgen op de bouwplaats, met inbegrip van zelfstandigen. Het is van essentieel belang dat de werknemers die niet vertrouwd zijn met het gebruik van chemische agentia, ook geïnformeerd worden over de risico's waaraan ze blootgesteld kunnen worden door andere vaklieden die gebruik maken van deze stoffen, zodat ze de meest geschikte preventiemaatregelen kunnen nemen. Om al deze bepalingen te kunnen toepassen en een efficiënt preventiebeleid te kunnen voeren zijn overeenkomstige etiketten en veiligheidsinformatiebladen twee onontbeerlijke communicatiemiddelen, zowel voor de hiërarchische lijn als voor de werknemer (eindgebruiker van het product).het onderstaande schema geeft een samenvatting van de aanpak inzake preventie die gevolgd moet worden bij elke activiteit waarbij werknemers blootgesteld worden aan gevaarlijke chemische agentia. 5

Etiket VIB Hiërarchische lijn Preventieadviseur Risicoanalyse Arbeidsgeneesheer Preventiemaatregelen Opleiding Informatie Collectieve beveiligingen Concentratiemetingen Procedures en instructies Arbeidsmiddelen Persoonlijke beveiligingen Gebruik van de stof Toepassing van de preventiemaatregelen Instructies Signalisatie Resterende risico s Veilig werken Een laatste tip : Ten slotte mogen we het eerste preventiebeginsel, dat aan de basis ligt van alle reglementaire bepalingen in verband met veiligheid op het werk, niet uit het oog verliezen: het risico vermijden! Vooraleer er een gevaarlijke stof gebruikt worden, zou de eerste vraag die gesteld moet worden, dan ook deze moeten zijn: moeten we echt een gevaarlijke stof gebruiken? Bestaan er minder gevaarlijke alternatieven ter vervanging? Watch the NAPO film Danger: chemicals! Enkele praktische aanbevelingen Zonder dat ze een reëel preventiebeleid dat gebaseerd is op een reële analyse van de risico's van de arbeidspost, kunnen vervangen, zijn er toch enkele elementaire raadgevingen van toepassing tijdens het gebruik, het vervoer en de opslag van elke gevaarlijke chemische stof: http://www.napofilm.net/en/ napos-films/multimedia-filmepisodes-listingview?set_language=en&filmid=n apo-012-danger-chemicals Tijdens het gebruik Systematisch van de leverancier eisen dat hij het veiligheidsinformatieblad bij de stof voegt en zich ervan verzekeren altijd over de recentste versies te beschikken. De arbeidsgeneesheer op de hoogte brengen van het gebruik van gevaarlijke stoffen en hem een kopie van de VIB's bezorgen. Op die manier kan hij een gepaste medische opvolging van de werknemers verzekeren. Nooit een etiket van een verpakking halen; de etiketten moeten altijd zichtbaar zijn en moeten verplicht opnieuw aangemaakt worden als ze beschadigd zijn of als stoffen herverpakt worden! Kennis nemen van de etikettering van de stof en van de VIB's en zich ervan verzekeren de risico's en toe te passen preventiemaatregelen goed begrepen te hebben vóór het gebruik. 6

Systematisch controleren of het gebruik dat u wilt maken van de stof, wel voorzien is in het VIB en niet opgenomen is bij de beperkingen voor het gebruik of de onverenigbaarheden. Als het gebruik niet voorzien is in het VIB, moet u een andere stof gebruiken of contact opnemen met de leverancier om u ervan te verzekeren dat het gebruik van de stof veilig is en het VIB en de preventiemaatregelen aanpassen in functie van het werkelijke gebruik dat u maakt van de stof. Nooit stoffen mengen zonder dat u hun chemische verenigbaarheid gecontroleerd heeft. U er bij herverpakking van verzekeren dat de verpakking verenigbaar is met de stof (reactiviteit). Waken over de fysieke scheiding van onverenigbare producten (zie tabel hierna), zowel bij het gebruik als bij de opslag. De hoeveelheden gevaarlijke stoffen op de arbeidsplaatsen beperken tot een strikt minimum. De rest moet opgeslagen worden op een veiligere plaats. In overleg met de arbeidsgeneesheer en de preventieadviseur de arbeidsmethodes en procedures opstellen en formaliseren door middel van geschreven instructies en een praktische opleiding, zodat de werknemers op de hoogte zijn van de chemische risico's en de preventiemiddelen die ze moeten volgen om zich ertegen te wapenen (methodes, gebruik van arbeidsmiddelen, gereedschappen en machines, basisvoorzorgsmaatregelen, dagelijkse controles, procedures en noodnummer,...). Er is bijzondere aandacht vereist voor nieuwe werknemers, uitzendkrachten en stagiairs, die niet vertrouwd zijn met de risico's en dus een groter risico op ongevallen lopen. De nodige beschermingsmiddelen ter beschikking stellen en de werknemers opleiden over het gebruik ervan. In verband met de gezondheidsrisico's zijn de collectieve beschermingsmiddelen er vooral op gericht het risico op inademing van gevaarlijke stoffen te voorkomen via een opvang aan de bron (prioritair) of een algemene ventilatie van de arbeidsplaatsen (als opvang aan de bron onmogelijk of onvoldoende is). Als de collectieve beschermingsmiddelen onmogelijk of onvoldoende zijn, moeten er PBM's verstrekt worden en moeten deze gedragen worden door de gebruikers (bv.: handschoenen die bestand zijn tegen chemische inwerking, filterend ademhalingsmasker, isolerend gasmasker, combinatie van beschermingsmiddelen, bril die bescherming biedt tegen wegvliegende deeltjes,...). Bij het gebruik van stoffen die een gevaar op brand en/of explosie met zich meebrengen, de aanwezigheid van een ontstekingsbron (vlam, warmtebron, vonk of elektriciteit) vermijden. De geschikte blusmiddelen ter beschikking van de werknemers stellen en de werknemers opleiden over het gebruik ervan. De arbeidsplaatsen moeten uitgerust zijn met een geschikte signalisatie (informatie over de gevaren, verplichting om de PBM's te dragen,...) en mogen enkel toegankelijk zijn voor bevoegde personen met de nodige persoonlijke beschermingsmiddelen. Geen voedsel of dranken opslaan/verbruiken op plaatsen waar chemische stoffen opgeslagen/gebruikt worden en vice versa. Ervoor zorgen dat de verpakkingen altijd onmiddellijk na het gebruik weer gesloten worden. Tijdens het vervoer Rubriek 14 van de VIB's bevat onder andere de reglementaire informatie over het vervoer van gevaarlijke stoffen (is de stof onderworpen aan de voorschriften van het ADR?). De beperkingen die het ADR oplegt, worden niet besproken in dit document. Meer informatie hierover vindt u op de specifieke website van de FOD Mobiliteit en Transport: http://www.mobilit.belgium.be/nl/wegverkeer/goederenpersonen/adr/wetgeving/ We willen wel opmerken dat de van kracht zijnde wetgeving, in functie van de gevaarlijkheid van de stoffen en de vervoerde hoeveelheden, een vergunning (ADR-opleiding) en specifieke preventiemaatregelen kan opleggen. Enkele voorbeelden hiervan zijn een specifieke markering, ladingzekering, specifieke boorddocumenten en veiligheidsuitrusting. Voor het vervoer van gevaarlijke stoffen onder de bovenvermelde maximale hoeveelheden is dan wel geen ADR-vergunning vereist, toch zijn de meeste voorschriften uit het ADR met betrekking tot 7

veiligheid wel degelijk van toepassing! In bepaalde gevallen zijn volledige vrijstellingen van het ADR van toepassing voor bepaalde stoffen. Dat is onder andere het geval voor bepaalde UN 1263-verven. Naast de verplichtingen uit het ADR (wanneer deze van toepassing zijn) en de aanbevelingen uit de VIB's moeten ook enkele goede praktijken gevolgd worden bij het vervoer van gevaarlijke stoffen in een bestelwagen: De stoffen moeten correct geïdentificeerd en geëtiketteerd zijn. De stoffen moeten hermetisch afgesloten en in goede staat zijn (geen tekenen van corrosie, fragiliteit, vervormingen,...). Het vastzetten/zekeren van de stoffen en gereedschappen in de wagen is absoluut nodig om te vermijden dat ze kunnen wegglijden, vallen en beschadigd raken. Een ABC-blusser, nooduitrusting (bv.: absorptiemiddelen, PBM's,...) en eerstehulpvoorzieningen moeten aanwezig zijn in de bestuurdersruimte. Er moet ook ventilatie voorzien worden in de bestelwagen (bv.: ramen open, airconditioning,...). Er moet een rookverbod gesignaleerd en nageleefd worden. Een hermetische starre wand die de bestuurdersruimte scheidt van de opslagzone, wordt sterk aanbevolen. Een bestelwagen is geen refter, zeker niet wanneer er gezondheidsgevaarlijke stoffen in vervoerd worden. De risico's op vergiftiging zijn reëel. Welke producten mogen in de praktijk vervoerd worden zonder ADR vergunning en in welke hoeveelheden? Met behulp van het UN nummer kunt u de transportcategorie (0, 1, 2, 3 of 4) vinden in kolom 14 van de bovenvermelde tabel (VIB). Zonder 'ADR vergunning' moeten de vervoerde hoeveelheden verplicht lager zijn dan de maximaal toegelaten hoeveelheden. Bij het vervoer van meerdere stoffen die tot verschillende vervoerscategorieën behoren, moet elke hoeveelheid vermenigvuldigd worden met zijn vermenigvuldigingscoëfficiënt en moeten de resultaten opgeteld worden. Het totaal mag niet meer bedragen dan 1.000. U kunt een specifiek gratis rekenmachine Vervoe rscatego rie Maximale totale hoeveelheid per vervoersunit Vermeningvuldi gings coëfficient 0 0 1 20 L or kg 50 2 333 L or kg 3 3 1000 L or kg 1 4 unlimited 0 gebruiken met deze link: http://www.specialcargo.nl/?lng=uk&page_id=20 (UN nummers zijn nodig voor de berekening) Bij de opslag Eerst en vooral moeten we ons er voor elke stof van verzekeren dat de verpakkingen stevig, ondoordringbaar, hermetisch afgesloten en correct geëtiketteerd zijn. Vervolgens sporen we de onverenigbaarheden tussen stoffen op op basis van de VIB's en van de onderstaande compatibiliteitstabel. Daarna worden de opslagplaatsen ingericht. Daarbij wordt gezorgd voor een fysieke scheiding tussen onverenigbare stoffen, in het bijzonder tussen zuren en basen, die altijd van elkaar gescheiden moeten worden. Ontvlambare of explosieve agentia moeten ook altijd gescheiden worden van oxidatoren. Zorg er ook voor dat stoffen die reageren met water, opgeslagen worden op een plaats die niet getroffen kan worden door eventuele overstromingen. Een strikt opslagplan wordt sterk aanbevolen. Bij opslag op de bouwplaats blijft het principe hetzelfde. De opslagzones moeten voorzien zijn van de gevarenpictogrammen voor de stoffen in kwestie en van de eventuele beperkingen (bv. verboden te roken). De opslagruimtes voor gevaarlijke stoffen mogen enkel toegankelijk zijn voor bevoegde personen. Er wordt aangeraden om voor de opslag gebruik te maken van kasten die op slot kunnen. 8

Gebruik van gevaarlijke agentia De opgeslagen hoeveelheden gevaarlijke chemische agentia moeten beperkt zijn, in het bijzonder de hoeveelheden springstoffen, ontvlambare stoffen of stoffen onder druk, om kettingreacties te vermijden bij een ongeval. Bij het ontwerp van de opslagruimtes zorgen we ervoor dat deze uitgerust zijn met de nodige veiligheidsvoorzieningen, zodat: o het ontstaan van schadelijke en/of explosieve atmosferen verhinderd wordt doordat een (natuurlijke of geforceerde) ventilatie/verluchting gewaarborgd is en er zich dan ook geen stoffen kunnen ophopen. Als explosieve atmosferen niet vermeden kunnen worden, moet de installatie aangevuld worden met ATEX-beschermingsmiddelen; o ze bestand zijn tegen corrosie; o ze het gewicht van de stoffen kunnen dragen en verhinderen dat deze kantelen; o elke vervuiling voorkomen wordt door geschikte vuilopnamesystemen; o een voldoende grote brandweerstand gewaarborgd kan worden (de verzekeringen en brandweerdiensten eisen vaak brandwerende wanden met een weerstandstijd van 120 min); o een goede zichtbaarheid mogelijk is (geschikte verlichting). Geef de voorkeur aan opslag op een andere plaats dan de arbeidsplaatsen, in een afgesloten, maar verlucht lokaal, dat bescherming biedt tegen hitte en extreme koude, tegen vocht, licht en trillingen. De opslagplaats moet zich indien mogelijk uit de buurt van andere gebouwen, en minstens uit de buurt van woningen, bevinden. In de buurt moeten geschikte brandblusmiddelen en eerstehulpvoorzieningen beschikbaar zijn, met een duidelijke signalisatie. Ook de noodnummers moeten dichtbij uitgehangen worden. Met de invoer van een regel 'eerst binnen/eerst buiten' kan de opslagduur beperkt worden, zodat elke corrosie/beschadiging van de verpakkingen vermeden wordt. Er moet permanent een inventaris van de stock bijgehouden worden. De toegangs-/rijwegen moeten vrij blijven van elk obstakel. Het verbod om te eten, drinken of roken moet gerespecteerd worden. De beschikbaarheid van inerte absorptiemiddelen (aangepast aan de stoffen) wordt sterk aanbevolen. Aarzel niet om de brandweerdiensten en andere deskundigen te raadplegen voor de inrichting van uw magazijn. Compatibiliteitstabel 9

Legende: + : De stoffen zijn verenigbaar voor de opslag, tenzij de VIB's het tegendeel vermelden. - : De opslag van deze stoffen houdt risico's in bij een lek/breuk van de verpakking. VIB: Onmogelijk om ons uit te spreken zonder de VIB's te raadplegen als het etiket enkel het pictogram '!' vermeldt. O : De opslag is verenigbaar op de onderstaande voorwaarden. O1 : Kettingreacties vermijden door beperkte hoeveelheden. O2 : Kettingreacties vermijden door beperkte hoeveelheden + oxiderende gassen scheiden van brandbare gassen. O3 : De opslag van oxiderende en/of corrosieve stoffen die verpakkingen onder druk zouden kunnen aantasten, beperken. O4 : Zuren en basen nooit samen opslaan. Deze tabel wordt slechts ter indicatie gegeven, alleen de inlichtingen van de FOD's hebben rechtskracht (zie rubrieken 7 en 10). 10