SVT series. Inverter voor zonnepanelen. GE Consumer & Industrial Power Protection PVIN02KS, PVIN03KS, PVIN04KS, PVIN05KS. Gebruikshandleiding v1.



Vergelijkbare documenten
PDM-8-MB POM (VOEDING OVER MODBUS) Montage & gebruiksvoorschriften

Installatie & Snelstart Gids iais Wireless(draadloos) AIS Ontvanger en NMEA Server

Zonnestroom omvormer voor het elektriciteitsnet ES2200/ES3300 ES4200/ES5000. Gebruikershandleiding

Verkorte gebruikshandleiding Growatt-omvormer

KABELTESTER en DIGITALE MULTIMETER. Turbotech TT1015

INSTALLATIE INSTRUCTIES Alleen geschikt als permanente installatie, onderdelen genoemd in de handleiding kunnen niet buiten gemonteerd worden.

AT1G rev Toegangscontrole Module AT1G Handleiding. thinks outside the box!

Installatie handleiding Emergency Battery System.

Gebruiksaanwijzing. 2in1 LAN Tester & Multimeter. Model: LA-1011

Nederlands. Handleiding. Inhoud :

Handleiding AT1G Toegangscontrole Module. rev ver1

Installatie handleiding Emergency Battery System.

Intelligente Zonne-energie Regelaar Solar30

Keystone OM13 - EPI-2 driedraads module Handleiding voor installatie en onderhoud

DVM830L -- Digitale Mini Multimeter

1. BESCHRIJVING. "-" aansluiting. power LED. ventilator "+" aansluiting zekering. ON/OFF schakelaar. AC uitgangsstopcontact 2.

Installatiehandleiding CEMM basic+, voor Modbus meters

ALCT 6/24-2 GEBRUIKSAANWIJZING

1. BESCHRIJVING spanningsindicator. voedingsschakelaar. AC uitgangs stopcontact krokodilleklemmen. ventilator 2. VERBINDINGEN

Terugmeld module in combinatie met andere merken 13. Aansluiten van de meldingangen 14. In gebruik nemen en testen van de terugmeld module 16

1. BESCHRIJVING. power LED. sigarettenplug. ON/OFF schakelaar. ventilator. AC uitgangsstopcontact. zekering 2. AANSLUITINGEN

Gebruikshandleiding JFY omvormer Deze handleiding is bedoelt voor de volgende types: SUNTREE-8000TL, SUNTREE TL

F O R E S T S H U T T L E S / L

Installatiehandleiding

Installatie & Onderhoudsinstructies

Gumax Terrasverwarmer

MS Semen Storage Pro

MINI INBOUW SCHAKELAAR

FLEXESS AQUA CODETABLEAU EN PASLEZER TC-CS200 CS VERGRENDELINGEN. t f MODELLEN CS200 SPECIFICATIES

ILUMEN PID OPLOSSING BINNEN BUITEN ILUMEN PIDBOX MINI INSTALLATIEHANDLEIDING. Ilumen PIDbox mini Versie 1.8

HANDLEIDING MULTIMETER MET AUTOMATISCHE BEREIKKEUZE MODEL TT 201

Installatie instructies

Installatie & Onderhouds Instructies WARNER-LT 03/11

Powerpack. gebruikshandleiding

LPTTX KANAALS SOFT TOUCH DMX SCHAKELPANEEL

FACILA DP091, DP092. Buitenpost opbouw met camera. Montage- en gebruikershandleiding

DIGITALE STROOMTANG - KEW SNAP MODEL 2017/2027RMS voor het meten van wisselstroom. Klauwen. Klauwopener. Bereikkeuzeschakelaar. Veiligheidsarmband

GPRS-A. Universele monitoringsmodule. Quick start. De volledige handleiding is verkrijgbaar op Firmware versie 1.00 gprs-a_sii_nl 02/18

Storing indicatie van LED binnen/buiten en eerste oordeel

OPTISCHE-AKOESTISCHE BUITEN SIRENE/FLITSER SP-4002

Installeren van de FOREST SHUTTLE AC

GEBRUIKSAANWIJZING PORTADIAL INTERFACE TYPE 5. Toepasbaar vanaf software versie: V1.4

BDS-001, besturing voor handbediende schuifdeuren

MATRIX STURING VOOR INDUCTIELUSSEN

Elektronische draadloze ruimtethermostaat D9380 RF-T

ATP2S200. rev Toegangscontrole Module. Handleiding. thinks outside the box!

Installatie- en Onderhoudsinstructies KAPTIV-CS-HP-S. Elektronisch niveaugestuurde condensaataftap 06/14

Gebruikershandleiding SAJ Sununo omvormers

Installatie & Snel Start Gids Aqua PC Serie AquaPro Versie

MILAN. Aanwezigheidssensor voor industriële poorten BESCHRIJVING TECHNISCHE SPECIFICATIES NEDERLANDS

STAKA. Handleiding elektrische bediening. Dakluiken Flachdachausstiege Roof access hatches Trappes de toit

Gebruikershandleiding

09/2010. Mod: TAV-B2/D. Production code: CBC210

FLEXESS TERRA CODETABLEAU EN PASLEZER TC-CS100 CS VERGRENDELINGEN. t f MODELLEN CS100 SPECIFICATIES

Applicatie Notitie Oplossen van problemen m.b.t. isolatiefouten

DTTH SCHAKELAAR VOOR TEMPERATUUR EN VOCHTIGHEID. Montage & gebruiksvoorschriften

HP Power Distribution Rack

ADRESSEERBARE ZONE UITBREIDING int-adr_nl 05/14

Handleiding HCS VB5224

HANDLEIDING VOOR INSTALLATIE & GEBRUIK MONOFASIGE GROWATT OMVORMERS

GEBRUIKSAANWIJZING v. 1.1 AC-1000 STEKKERDOOSSCHAKELAAR

FP400-serie. Klassieke microprocessorgestuurde brandmeld- en detectiepanelen. Gebruikershandleiding

Bedieningshandleiding. Netgelijkrichter 24 V, 5 A met UPS Oproepsysteem 834

Gebruiksaanwijzing PCE-123

Professional Supplies EIERKOOKAPPARAAT. Modelnr.: *

MultiPlus-II 48/3000/ V (voorheen MultiGrid-II)

Handleiding: instelling en werking LCD display t.b.v. ombouwset 007 en prolithium Daily Driver, Juice, Stick, Heavy Duty, Hammer en Monster

HANDLEIDING WINDMETER IED SAG-105WR (10/2009)

P1G2. Handleiding. firmware datum auteur Aanpassing

VOEDING aps-612_nl 03/17

DUO OPLADER JDC0010 HANDLEIDING

Verkorte Gebruiker Handleiding

Handleiding GuardCam-LED

Digitale multimeter 700b

Multi Purpose Converter 20A

ALGEMENE AANWIJZINGEN VOOR VERLICHTINGSARMATUREN

em4 Toebehoren Analoge uitbreidingen

GEBRUIKSAANWIJZING v. 1.0 AGDR-3500 TUIN STEKKERDOOS SCHAKELAAR ZWAAR

LCR METER. Turbotech TT9930

HANDLEIDING CIFERO XT CODEKLAVIER

Power Amplifier Q2 - Q4 AUDAC PROFESSIONAL AUDIO EQUIPMENT. Power Amplifier Q2 Q4. Gebruikershandleiding & Installatiegids

MONTAGEHANDLEIDING WINDBEVEILIGING EOLIS 2

FLEXESS AQUA CODETABLEAU EN PASLEZER TC-CS200 CS VERGRENDELINGEN. t f MODELLEN CS200 SPECIFICATIES

Regeling en controle van heat-tracing voor meerdere toepassingen in commerciële en residentiële gebouwen

Lithium Jumpstarter en DC power source GEBRUIKSAANWIJZING. Lees goed de gebruiksaanwijzing voordat u het product gebruikt.

Opstarten. Hoofdstuk 1

Installatie & Snelstart Gids BOATraNET

Draai de schroeven goed aan zodat u een optimale verbinding bekomt.

Dendermondesteenweg 268 B Destelbergen tel.: 09 / fax: 09 / HANDLEIDING

GEBRUIKSAANWIJZING 20274_ HK855 TM ALL RIGHTS RESERVED MARMITEK

Installatiehandleiding

INSULATION TESTER UT501A

Locobuffer Handleiding

Fout # Single Fase Error # Drie Fase LCD boodschap N/A Fan # Failure Een of meerdere ventilatoren zijn defect

BREEZE PLUS LX40 HANDLEIDING

4 poorts PoE Switch Gebruikers Handleiding SW-104 ( )

Technische handleiding Versie 01/11 SERVER-CONTROL

GEBRUIKSHANDLEIDING versie 1.1 AWMR-230 MINI INBOUW SCHAKELAAR

Emotron I/O-board 2.0 Optie

KERN YKB-01N Versie /2009 NL

Transcriptie:

GE Consumer & Industrial Power Protection Inhoudsopgave Voorwoord VEILGHEIDSINSTRUCTIES SVT series Inverter voor zonnepanelen PVIN02KS, PVIN03KS, PVIN04KS, PVIN05KS 1 Overzicht 1.1 Externe afmetingen 1.2 Omschrijving van de unit 2. Installatie 2.1 Uitpakken 2.2 Vereisten voor de installatieplaats 2.3 De unit bevestigen 2.4 Elektrische installatie 3. Omschrijving van de display-functies 4. De inverter starten 4.1 Operationele test en installatieinstructies 4.2 Controle van meetwaardes & cijfers gedetecteerd door de inverter 4.3 Statusomschrijvingen van de inverter 5. De communicatie-interface 5.1 Standaard communicatie-interface 5.2 Optie: communicatiekaart 6. Statusdiagnose en herstelling van de inverter 7. Specificaties Gebruikshandleiding v1.1 1

Voorwoord Wij danken u voor uw aankoop van deze inverter. Dit apparaat werd ontwikkeld met een jarenlange ervaring in het ontwikkelen van stroomvoorzieningsapparaten. Wij hopen dat dit apparaat uw zonne-energiesysteem een jarenlange storingsvrije werking zal bieden. We vermelden echter dat een inverter een ingewikkeld elektronisch systeem is dat geconfronteerd wordt met een breed spectrum van plaatselijke omstandigheden. Indien u vragen hebt of wanneer er een storing optreedt, aarzel dan niet uw gespecialiseerde dealer te contacteren. Hij of zij zal trachten u zo snel en zo efficiënt mogelijk te helpen. Lees deze gebruikershandleiding zorgvuldig om u vertrouwd te maken met het apparaat. Let vooral op bij de informatie over de installatie en de ingebruikname van het apparaat. VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Deze handleiding bevat belangrijke instructies die gevolgd moeten worden gedurende de installatie en het onderhoud van de GE inverter voor zonnepanelen. Gelieve deze eerst te lezen en te begrijpen vooraleer het systeem te installeren Gevaar: Duidt op een procedure of een handeling die strict moet opgevolgd worden om te vermijden dat er een letsel of zelfs de dood van een persoon kan veroorzaakt worden. Opgelet: Duidt op een procedure of een handeling die strict moet opgevolgd worden om te vermijden dat materiele schade aan de installatie kan optreden. Aandacht: Duidt op een procedure of een handeling die strict moet opgevolgd worden om de toepassing te optimiseren. BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Algemeen Gevaar! Een onjuiste werking en onjuist uitgevoerde werken kunnen ernstige verwondingen en schade veroorzaken! Uw SVT mag enkel door bevoegd personeel geïnstalleerd worden volgens de respectievelijke technische richtlijnen. Neem het apparaat niet in gebruik of voer geen herstellingen of onderhoud uit alvorens u het hoofdstuk "Veiligheidsrichtlijnen" gelezen hebt! Gevaar! Deze onderhoudinstructies mogen enkel uitgevoerd worden door bevoegd personeel. Om het risico op elektrische schokken te verminderen, raden wij u aan geen andere handelingen uit te voeren dan degene die beschreven zijn in de werkingsinstructies tenzij u bevoegd bent om deze uit te voeren. Deze handleiding bevat belangrijke instructies voor de SVT PVIN02KS, PVIN03KS, PVIN04KS en PVIN05KS die dienen gevolgd te worden tijdens de installatie en het onderhoud van deze inverters. Behuizing Enkel gekwalificeerde installateurs zijn bevoegd om de behuizing te openen. Open de behuizing niet wanneer de inverter onder stroom staat. Enkel opgeleid servicepersoneel is bevoegd de bovenzijde (vermogengedeelte) van de inverter te openen, en dit enkel wanneer het apparaat niet onder stroom staat. Herstellingen Installatie Enkel goed opgeleid servicepersoneel is bevoegd om herstellingen uit te voeren aan de SVT-unit. De PV inverter moet geïnstalleerd worden met alle beschermingsaccessoires. 2 3

PV module (photo-voltaïsche module) 1. OVERZICHT 1.1 Externe afmetingen Alvorens de zonne-energiemodules aan te sluiten, moet u controleren of de spanningsparameters die gespecificeerd zijn in de gegevens van de producent overeenstemmen met de werkelijke parameters. Bij de controle van de spanning moet rekening gehouden worden met het feit dat zonne-energiemodules een hogere niet-ladingsspanning aangeven wanneer de temperatuur laag is en het zonlichtniveau ongewijzigd blijft. Bij -25 C mag de open kringspanning van de PV modules nooit 500V overschrijden. Het informatieblad van de zonne-energiemodule geeft u de toepasselijke temperatuurfactoren voor het bepalen van het theoretische open-circuitvoltage bij -25 C. Wanneer de zonne-energiemodule een open-circuitvoltage van 500V overschrijdt, zal dit mogelijk schade aan de SVT veroorzaken en vervalt elke garantie van het apparaat. De SVT bevat een verliesstroomcontroleunit (RCMU) in overeenstemming met VDE0126-1-1. Dit apparaat meet de aarding van de PV-serie en vermijdt dat de inverter het net voedt in geval van een aardingsfout. Verbinding aan het electriciteitsnet Voorzijde Onderaanzicht Referenties PVIN02KS PVIN04KS Afmetingen (mm) PVIN03KS PVIN05KS L 455 455 H 430 510 D 170 170 Enkel geschikte en vergunde aannemers zijn bevoegd om de SVT met de zonnepanelen te verbinden. Raadpleeg de plaatselijke autoriteiten voor specifieke vereisten. Alvorens de SVT met de zonnepanelen te verbinden, moet u toestemming hebben van het nutsvoorzieningsbedrijf. 4 5

1.2 Omschrijving van de unit 2. Installatie Lees de veiligheidsinstructiesgids (pagina s 2 tot 4) alvorens de PV inverter te installeren. 2.1 Uitpakken Inspecteer de PV inverter bij ontvangst. De fabrikant ontwikkelde een robuuste verpakking voor uw product. Tijdens het transport of verzending kan schade zijn opgetreden. Verwittig de vervoersmaatschappij en de dealer indien dit het geval is. De verpakking is recycleerbaar; bewaar ze voor hergebruik of sorteer ze bij het afval. Verwijder de inverter uit de kartonnen doos. Controleer de inhoud van de verpakking. Standaard bevat de verpakking: (1) LCD & LED Display: Toont de operationele informatie ( status van de inverter) (2) Inputpoorten : Poorten voor verbinding van de zonne-energiemodules (De SVT PVIN02/03KS/05KP hebben slechts twee PV -kabelverbindingen) (The SVT PVIN02/03KS/05KP only have one PV string input). (3) Standard communicatiepoort: EPO & RS232. (4) Optionele communicatiepoort: USB, RS485, Dry contact, TCP/IP. (5) AC uitgangterminal : AC uitvoer voor de verbinding met de stroomtoevoer 1 set draden + connectoren geassembleerd met kabels 1 set data CD-ROM (monitoring software, meertalige gebruiksmanuel, een software manuel en de specificaties van de inverter 1 set bevestigingsframe "Accessoirekit" zoals onderaan weergegeven: 6 7

2.2 Installatievereisten (2) De SVT is ontwikkeld voor installatie aan een verticale wand. Wanneer u de unit buitenshuis installeert, zorg ervoor dat hij niet naar voren gekanteld is. De SVT is zwaar. Hou rekening met het gewicht wanneer u een installatieplaats en -methode kiest. Wij raden af de unit buitenshuis horizontaal te installeren. 29kg Voor een juiste werking en lange levensduur, plaats de Inverter altijd volgens onderstaande vereisten : (1) Installeer de inverter verticaal Installeer de inverter nooit De SVT is ontwikkeld voor installatie buitenshuis en moet geïnstalleerd worden op een plaats binnen of buiten die niet aan rechtstreeks zonlicht is blootgesteld. De opbrengst van het PV-systeem kan verminderen bij verhoogde omgevingstemperaturen of wanneer het geïnstalleerd is op slecht verluchte en warme plaatsen binnenshuis. Wij adviseren een omgevingstemperatuur van -25 C tot +50 C. (3) of achterwaarts gekanteld horizontaal of voorwaarts gekanteld. Bij de keuze van een installatieplaats, zorg ervoor dat er voldoende ruimte is voor warmteverspreiding. Onder normale omstandigheden moeten volgende richtlijnen toegepast worden inzake vrije ruimte rond de inverter. Zijwanden Bovenzijde Onderzijde Voorzijde Minmale vrije ruimte 20cm 20cm 20cm 5cm evestive vochtigheidsgraad (non-condensatie) 8 9

2.3 De unit bevestigen We raden aan de SVT te bevestigen d.m.v. de meegeleverde wandbevestigingbeugel. Voor de selectie van bevestigingsmaterialen voor verticale installatie en installatie aan betonnen of bakstenen muren, moet rekening gehouden worden met het gewicht van de SVT. 2.3.1 Installatiestappen Stap1: Plaats de beugel op de wand. Om de boorgaten te markeren, kunt u de beugel gebruiken als model voor de boorgaten. Bevestigingsflenzen Schroeven moeten aangepast zijn aan de materialen van de wand en het gewicht van het apparaat. Schroefkoppen moeten volledig verzonken en niet gestript zijn. Bevestigingsflenzen Stap2: Hang nu de SVT in de wandbeugel d.m.v. de bevestigingsplaat aan de bovenzijde zodat deze niet zijdelings kan bewegen. Indien u de meegeleverde bevestigingsbeugel niet als model gebruikt, vindt u de afmetingen in bovenstaande afbeelding. De procedure voor bevestiging van de inverter d.m.v. de wandbeugel wordt beschreven op de volgende pagina's. Stap3: Zorg ervoor dat de SVT stevig aan de beugel bevestigd is. 10 11

2.4 De electrische installatie De volledige installatie van de SVT wordt schematisch weergegeven in volgend diagram (Fig. 1a & b): Fig. 1a Gelieve de geschikte kabeldiameter te kiezen aan de hand van onderstaande tabel Fig. 1b Gelieve de geschikte kabeldiameter te kiezen aan de hand van onderstaande tabel Referenties PVIN02KS/ PVIN03KS PVIN04KS/ PVIN05KS Zijden Diameter Φ (mm) Opp. (mm²) AWG nr. DC >2.0 >3.5 >14 AC >2.5 >5.0 >12 DC >2.0 >3.5 >14 AC >2.59 >5.5 > 10 De connectoren worden geleverd met 3 meter kabelaansluiting (gekrimpt en Referenties PVIN05KP De connectoren worden geleverd met 3 meter kabelaansluiting (gekrimpt en geassembleerd). Zijden Diameter Φ (mm) Opp. (mm²) AWG nr. DC >2.5 >5.0 >12 AC >2.59 >5.5 > 10 geassembleerd). 12 13

2.4.1 Verbinding van de zonnevelden (DC gelijkstroom) 2.4.1.1 Vereisten voor photo-voltaïsche modules De SVT is ontwikkeld voor verbinding met één kring voor de SVT 02KS/03KS/05KP of twee kringen voor de SVT PVIN04/05KS, waarbij PV modules van hetzelfde type in serie geplaatst worden (modules van hetzelfde type, identieke orientatie, kanteling en nummer). 2.4.1.2 Verbinding met de PV Module De SVT is uitgerust met PV snelverbindingen voor snelle verbinding van maximaal twee PV-kabels (Enkel bij SVT PVINK04KS/ PVINK05KS). PV Snelverbindingen De unit beschikt over vier DC verbindingen (twee voor elke kabel) voor verbinding van de PV modules. De verbindingskabels van de PV modules moeten ook uitgerust zijn met dit type van plugverbinding. Het is aanbevolen de door GE meegeleverde kabel te gebruiken voor de verbinding tussen de inverter en de DC verbindingsdoos. Lijst van meegeleverde kabels en connectoren. Referenties Aantal AWG Lengte Afbeelding PVIN02KS, PVIN03KS, PVIN04KS 3 3 12 12 3m 3m PVIN05KS 2 2 1 1 1 1 12 12 10 10 12 12 3m 3m 3m 3m 0,2m 0,2m Verzegelkapje 3 N/A N/A 3 N/A N/A Speciale bedradingen: Indien de toepassing een speciale bedrading vereist moet er extra voor gezorgd worden dat de connectoren correct gekrimpt worden.een slechte verbinding kan gevaarlijke situaties tot gevolg hebben. Bestelreferenties voor de verschillende connectoren: Kabelkoppeling mannelijk Verzegelkapje Paneelverbinding mannelijk PV-KST4/6Ⅱ PV-SVK4 PV-ADSP4/6 Kabelkoppeling vrouwelijk Verzegelkapje Paneelverbinding vrouwelijk PV-KBT4/6Ⅱ PV-BVK4 PV-ADBP4/6 Voor meer informatie, raadpleeg: www.multi-contact.com De richtlijnen voor het bepalen van de zonnevelden met de SVT PV-Inverter ingangen en het bepalen van het aantal vereiste panelen noodzakelijk in de photo-voltaïsche kring moeten aan volgende drie vereisten voldoen : 1. Om schade aan de inverter te vermijden, zorg ervoor dat de maximale open-kring spanning (Voc) van elke PV -kring lager is dan 500VDC in elke omstandigheid. Een spanning hoger dan 500 Vdc zal de inverter beschadigen. 2. Overschrijd de maximale kortsluitstroom van het apparaat niet. (vermeld op het apparaat) 3. Voor een maximale energieopbrengst te bekomen, zorg ervoor dat de VMP (spanning bij maximale stroomsterkte) in de meeste omstandigheden nooit lager is dan 150 Vdc en nooit hoger dan 450 Vdc. 14 15

Om de photo-voltaïsche module met de SVT Inverter PVIN02KS, PVIN03KS, gelieve volgende stappen te volgen : Stap 1: Verzeker U dat de DC schakelaar op de verbindingsdoos uitgeschakeld is. Stap 2: Controleer of de connectoren van de PV-panelen de juiste polariteit hebben en de maximaal toegelaten kringspanning niet overschrijden. Stap 3: Verbind de positieve (+) draad van kring #A met de + van de snelverbinding op de inverter. Stap 4: Verbind de negatieve (-) draad van kring #A met de van de snelverbinding op de inverter. Stap 5: Indien nodig, herhaal stappen 2 en 3 voor de andere kringen. Controleer nogmaals of de draden juist geplaatst werden. Om de photo-voltaïsche module met de SVT Inverter PVIN02KS, PVIN03KS, gelieve volgende stappen te volgen : Stap 1: Verzeker U dat de DC schakelaar op de verbindingsdoos uitgeschakeld is. Stap 2: Controleer of de connectoren van de PV-panelen de juiste polariteit hebben en de maximaal toegelaten kringspanning niet overschrijden. Stap 3: Verbind de positieve (+) draad van kring #A met de + van de snelverbinding op de inverter. Stap 4: Verbind de negatieve (-) draad van kring #A met de van de snelverbinding op de inverter. Stap 5: Indien nodig, herhaal stappen 2 en 3 voor de andere kringen. Controleer nogmaals of de draden juist geplaatst werden. Stap 6: Sluit de onnodige DC invoerpoorten d.m.v. de beschermingskapjes in de accessoirekit. OFF OFF Afb. 2a - DC verbindingen voor een zonneveld met 3 kringen Afb. 2b - DC verbindingen voor een zonneveld met 1 kringen 16 17

Om de photo-voltaïsche module met de SVT Inverter PVIN04KS, PVIN05KS, gelieve volgende stappen te volgen : Stap 1: Verzeker U dat de DC schakelaar op de verbindingsdoos uitgeschakeld is. Stap 2: Controleer of de connectoren van de PV-panelen de juiste polariteit hebben en de maximaal toegelaten kringspanning niet overschrijden. Stap 3: Verbind de positieve (+) draad van kring #A met de + van de snelverbinding op de inverter. Stap 4: Verbind de negatieve (-) draad van kring #A met de van de snelverbinding op de inverter. Stap 5: Indien nodig, herhaal stappen 2 en 3 voor de andere kringen. Controleer nogmaals of de draden juist geplaatst werden. Stap 6: Sluit de onnodige DC invoerpoorten d.m.v. de beschermingskapjes in de accessoirekit. Om de photo-voltaïsche module met de SVT Inverter PVIN05KP, gelieve volgende stappen te volgen : Stap 1: Verzeker U dat de DC schakelaar op de verbindingsdoos uitgeschakeld is. Stap 2: Controleer of de connectoren van de PV-panelen de juiste polariteit hebben en de maximaal toegelaten kringspanning niet overschrijden. Stap 3: Verbind de positieve (+) draad van kring #A met de + van de snelverbinding op de inverter. Stap 4: Verbind de negatieve (-) draad van kring #A met de van de snelverbinding op de inverter. Stap 5: Verbind de POSITIEVE (+) draad van kring #A met de POSITIEVE (+) draad van kring #B. Stap 6: Verbind de NEGATIEVE (-) draad van kring #A met de NEGATIEVE (-) draad van kring #B. OFF OFF Fig. 2d - DC verbindingen voor een zonneveld met één enkele kring. Afb. 2c - DC verbindingen voor een zonneveld met 2 kringen 18 19

2.4.1 Verbinding met het netwerk (AC wisselstroom) Om de AC-kabel te verbinden moeten onderstaande stappen gevolgd worden : Stap 1: Vooraleer de PV-inverter te bedraden moet men zich er van verzekeren dat zowel de DC schakelaar als de AC schakelaar uitgeschakeld zijn Stap 2: Meet de spanning en de frequentie van het net. (B) Voer de stroomkabels door de pakkingbus. Verbind de stroomdraden volgens de polariteiten op het terminalblok. L betekent LIJN (bruin), N betekent Neutraal (blauw) en G betekent systeemaarding (geel-groen). Zoals weergegeven in Afb. 3(a) L1 betekent LIJN1 (zwart), L2 betekent LIJN2 (zwart), G betekent systeemaarding (geel-groen). Zoals weergegeven in Afb. 3(b) Spanning en frequentie zijn afhankelijk van verschillende instellingen in verschillende landen. Stap 3: (A) Verwijder de schroeven van de behuizing en verwijder voorzichtig het deksel. Fig. 3 OFF OFF (C) Plaats de afdekplaat op de SVT en draai de schroeven gelijkmatig aan. Om het risico op elektrische schokken te vermijden, zorg ervoor dat de aardingskabel goed geaard is alvorens de PV Inverter in werking te stellen. Aanbevolen aansluitkoppel: 1.2 Nm Fig. 3 20 21

3. Omschrijving van de displayfuncties 4. De inverter starten Alvorens de inverter gestart wordt, controleer volgende zaken: Symbolen op het LCD display De afdekplaat van de behuizing is grondig aangeschroefd. De hoofdzekering staat UIT. Zorg ervoor dat de DC-kabels (PV-kringen) correct verbonden zijn en dat de niet gebruikte connectoren onderaan de behuizing afgeschermd werden met de beschermingskapjes. Zorg ervoor dat de AC (net)-kabel correct verbonden is. 1 LCD Display Symbool LED Indicators 2 3 4 Control Keypads 5 6 Stroombron Omschrijving Inverter werkend in de gespecifieerde mode* Zonnecel Werkingsdiagramma van de inverter 4 digit display Rode led licht continu op om een aardingsfout of een isolatiefout aan de DC ingang aan te geven. Gele led licht continu op wanneer de voeding ( bvb.spanning,frequentie,.. niet met de ingangsstandaard van de invertor overeen stemt. Groene led licht continu op wanneer het vermogen van de zonnecellen het minimaal vereiste vermogen van de inverter overschrijdt (laadtoestand). Deze led knippert wanneer het leverbaar vermogen van de zonnecellen lager is dan de vereiste waarde van de inverter (slaaptoestand ) Speciale functie Inloggen/uitloggen Ga naar vorige pagina of wijzig de instellingen van de inverter Configuratie instructies Verzeker U vooraleer de inverter verbonden wordt, dat deze correct geconfigureerd is met de specifieke settings van het land waarin deze gebruikt wordt. Hiervoor bestaan 2 methodes: Gevaar : Enkel gekwalificeerd en voldoende getraind personeel mag in deze setting mode gaan en hiermee de settings per land veranderen. Setting Mode Stap 3: Druk en houd gedurende 5 seconden gelijkertijd de 2 toetsen en ingedrukt, de LCD schermweergave is zoals Fig. 5d en Fig. 5e. Fig. 5d Fig. 5e Selectie per land. Stap 4: Eenmaal in de setting mode dienen de toetsen of gebruikt te worden om de configuratie settings te kiezen van het land waarin het toestel gebruikt wordt. - Germany - Spain - Italy - France - Belgium Stap 5: Druk toets om te bevestigen en ga naar de volgende stap. 7 Om de wijzigingen van de Inverter-instellingen te bevestigen 8 Ga naar vorige pagina of wijzig de instellingen van de inverter. 22 23

Configuratie van de DC ingang Stap 6: Eenmaal het land geconfigureerd is, dient de DC ingang geconfigureerd te worden. De LCD schermweergave is zoals Fig. 5f en Fig. 5g. Fig. 5f Fig. 5g Stap 7: Gebruik toets of om de DC ingang te configureren. Standaard config. (PVIN05KS) Parallel config (PVIN05KP) Stap 8: Druk toets om te bevestigen en ga naar de volgende stap. ID configuratie Stap 9: Na de DC ingang te configureren moet de identificatie (ID) van de inverter bepaald worden. De LCD schermweergave is zoals Fig. 5h en Fig. 5i. Fig. 5h Fig. 5i Stap 10: Gebruik toets of om het ID nummer te kiezen van tot. 4.1 Operationele test en installatieinstructies 4.1.1 Zet de hoofdschakelaar (DC) in de ON stand. De inverter start automatisch van zodra deze een gelijkspanning hoger dan 120 VDC ontvangt. Alle leds lichten op. Het LCD display geeft de waarden weer zoals in figuur 5a Fig. 5a 4.1.2 Na 3 seconden zal het LCD display waarden geven van figuren 5b en 5c. De groene led knippert om aan te duiden dat het ingaand DC vermogen lager is dan het minimaal door de inverter vereiste vermogen. De gele led licht continu op om aan te duiden dat er geen netspanning aanwezig is. Stap 11: Druk toets om te bevestigen en verlaat de setting mode. De LCD schermweergave is zoals Fig. 5j. Fig. 5j 5b 5c Herstart de inverter Opgelet: De nieuwe configuratie wordt in het geheugen van de inverter bewaard, maar het toestel moet terug opgestart worden om de veranderingen op de parameters te zien. Stap 12: Schakel de DC automaat uit en wacht tot het LCD scherm en de LEDS uit zijn, daarna wordt de DC automaat terug ingeschakeld. Controle van de nieuwe configuratie Stap 13: Na de herstart van de inverter moet op de toets gedrukt worden om de configuratie te controleren. De inverter geeft de 3 parameters weer die gewijzigd werden: ID, land en DC ingang. Gebruik toets of om elk van deze parameters te controleren. Druk opnieuw de menu toets om de weergavefunctie te verlaten. Fig. 5k Fig. 5m Fig. 5l 24 25

4.1.3 Schakel de AC automaat in. Wanneer de specificaties van het net (bijvoorbeeld spanning, frequentie,...) overeenstemmen met de specificaties van de inverter, zal na 30 seconden het LCD display figuur 6a weergeven. De gele led gaat uit om aan te duiden dat de netspecificaties aanvaardbaar zijn voor de inverter. Indien de specificaties niet overeenstemmen met de deze van de inverter, zal het scherm een foutcode of foutstatus weergeven. 6a 4.2 Controle meetwaarden & cijfers gedetecteerd door de inverter Indien u de gemeten waarden en cijfers die door de Inverter worden gedetecteerd worden wenst te controleren, gebruik de scroll up- en scroll down-toetsen. Wanneer u gebruik maakt van de scroll down-toets, zullen volgende schermen weergegeven worden : 4.2.1 Input DC spanning van kring A 4.1.4 Na 5 seconden, op voorwaarde dat de opstart van de inverter succesvol is, zal het LCD display figuur 6b weergeven. De groene led blijft knipperen. 6b 4.2.2 Input DC spanning van kring B 4.2.3 Input DC stroom van kring A 4.2.4 Input DC stroom van kring B 4.1.5 Is na 10 seconden de opstart steeds succesvol dan zal het LCD display figuur 6c weergeven. 6c 4.2.5 Uitgaand vermogen van kring A 4.2.6 Uitgaand vermogen van kring B 4.1.6 Indien er een fout optreedt bij de inverter (bvb. de uitgaande stroom is buiten het normale bereik) wordt op het scherm een foutcode of foutstatus weergegeven. ( figuur 6d) 6d 4.2.7 Uitgaande spanning van de inverter (netspanning) 4.2.8 Uitgaande frequentie van de inverter (netfrequentie) 4.2.9 Uitgaande stroom naar de belasting 4.1.7 Wanneer het opstarten van de inverter voltooid is geeft het LCD display figuur 6c weer. 4.2.10 Uitgaand vermogen naar de belasting 4.2.11 Energie (KWH) naar de belasting 26 27

4.2.12 Temperatuur van de inverter ( C, ) 5. De communicatie-interface 4.2.13 Warmteafvoer( C, ) 4.3 Statusomschrijvingen van de Inverter SVT start automatisch wanneer het DC vermogen van het PV -paneel voldoende is. Eens de PV-Inverter gestart is, bevindt deze zich in één van volgende statussen: Werking Modus Normaal standby LCD display Omschrijving Wanneer het geleverd vermogen van het PV-paneel voldoende is (500V>PV>120V), converteert SVT inverter de geleverde stroom naar een bruikbare netstroom.in de normale modus licht de groene LED op om aan te duiden dat de SVT het netwerk voedt. Van zodra het geleverd vermogen voldoende is (60V<PV<120V) zet de SVT zich in de wachtmodus en tracht verbinding te maken met het net. 5.1 Standaard communicatie-interface 5.1.1 RS232 interface 5.1.1.1 De RS232 interface moet als volgt ingesteld worden: Baud Ratio 9600 bps Data Lengte 8 bits Stop Bit 1 bit Pariteit Geen 5.1.1.2 Pin -toewijzigen van RS232 : 9 8 7 6 5 4 3 2 1 Pin 2: RS232 Rx Pin 3: RS232 Tx Pin 5: Aarding Fout EPO Uitgeschakeld De interne intelligente controller kan voortdurend controle uitoefenen op het systeem en de systeemstatus aanpassen. Indien de SVT inverter onverwachte omstandigheden detecteert, zoals problemen met het stroomnet of interne storingen, zal deze informatie op het LCD display weergegeven worden en de rode led oplichten. Emergency Power Off (Noodstop) modus. In deze modus wordt de SVT inverter niet meer gevoed door het net. In geval van weinig of geen zonlicht, wordt de SVT inverter automatisch uitgeschakeld. In deze modus wordt de SVT inverter niet meer gevoed door het net. Het display en de leds werken niet meer. 5.1.2 EPO (Noodstop) RJ45 connector Om EPO te activeren, moeten Pin 4 (aarding) en Pin 5 kortgesloten worden Verzeker U dat de verbinding tussen de RJ45 connector en de bedrading correct uitgevoerd werd. Verzeker U dat de functionaliteit van de EPO overeenstemt met de applicatie. ( Test dat de noodstop de stroom van de in werking zijnde invertor spert ) 28 29

5.2 Option communication card 5.2.1 Hardware installatieprocedure 5.2.2 RS-485 interfacekaart Open de bovenzijde en zijkanten van de behuizing -CN1 dient voor de werking van de klemweerstand (die kan gecontroleerd worden Steek de communicatiekaart in het slot d.m.v. de bijgeleverde software). Pin1-2 kortsluiten om de functie in te schakelen en Pin2-3 kortsluiten om de functie te desactiveren. -CN2 dient voor de RS485. -CN3 dient voor de voeding op afstand. Definitie Schroef zijkanten en bovenzijde terug dicht en voltooi de installatie CN2 1 2 3 CN 3 1 2 Driverconfiguratie: Baudratio Datalengte Stopbit Pariteit 1 Aarding 2 A/Data+ 3 B/Data- 1 AC+ 2 AC- 9600 bps 8 bit 1 bit Geen 30 31

5.2.3 USB kaart CN2 voor USB. Compatibel met USB 1.1 & USB 2.0 USB interface (plug & play). Pin toewijzingen van de USB -kaart: 5.2.4 Kaart met relais contacten (DCE-B kaart) Pin toewijzigen van de 10-Pin Terminal: 1 2 3 4 5 6 7 8 1 VCC (+5V) 2 D- 3 D+ 4 Aarding 5.2.5 TCP/IP kaarten SNMP/WEB kaart Voor de installatie, raadpleeg de softwareinstallatiegids van de kaart. Positie: slot 2(CHB) Driverconfiguratie Snelheid 10M voor 10BASE-T Ethernet Protocol TCP/IP Pin 1:De spanning van het net is abnormaal. Pin 2: De spanning van de PV-kringen is abnormaal. Pin 3: De spanning van de PV-kringen is abnormaal Pin 4: De frequentie van het net is abnormaal Pin 5: Anti-isolering Pin 6: De uitgaande stroom van de inverter is buiten de normale werkingslimieten Pin 7: De temperatuur van de koelplaten is te hoog. Pin 8: Algemeen ( common ) 6. Statusdiagnose en herstelling van de Inverter De SVT is uitgerust met een systeem voor zelfdiagnose dat automatisch een groot aantal functionele problemen zelf identificeert en deze weergeeft op het LCD scherm. Daardoor is het mogelijk om technische problemen snel te isoleren en een onderscheid te maken tussen servicecodes m.b.t. de installatie en interne servicecodes. Telkens wanneer dit systeem een probleem identificeert worden de respectievelijke servicecodes op het LCD scherm weergegeven. - De maximale belasting van elk relaiscontact bedraagt 40V DC/25mA. - Flexibele signaaluitvoer voor het N.C contact (Normaal gesloten) of N.O.(Normaal open) contact door pin1-2 of pin2-3 van JP1-5. 32 33

Code Er00 Er03 Er07 Er08 Er17 Er19 Er22 Er24 Er25 Er26 Er30 Er06 Er09 Er11 Tabel 2. Foutcodes Designation Description Repair Pre-Charge DC_BUS storing Inverter spanning abnormaal Te hoge DC_BUS spanning Te lage DC_BUS spanning EEPROM fout op de besturingskaart DC_BUS ontladingstoring Uitgaande relais defect Detectie uitgaande stroom defect Te hoge stroomwaarde van Booster A Te hoge stroomwaarde Van Booster B Configuratie van de driverkaart komt niet overeen met de EEPROM EPO (Emergency Power Off) Overstroom op de wisselrichter wisselrichter in overbelasting De inverter bevindt zich in de startprocedure maar de DC Bus kan de gewenste spanning niet bereiken of aanhouden De uitgaande spanning van de inverter is abnormaal De spanning van de interne DC BUS is te hoog of te laag EEPROM gegevens zijn onjuist De capaciteiten van de DC Bus kunnen niet ontladen worden De uitgaande spanning van de inverter is abnormaal De uitgaande stroom van de inverter wordt niet gedetecteerd Te hoge stroomwaarde aan DC zijde. Deze storingscode wordt weergegeven wanneer de stroom in het DC netwerk groter is dan aangegeven. EEPROM gegevens zijn onjuist De inverter schakelt over naar de EPO modus weergegeven wanneer de stroom in het AC netwerk groter is dan aangegeven. weergegeven wanneer de stroom in het AC netwerk groter is dan aangegeven. Er13 wisselrichter in kortsluiting Kortsluiting aan AC zijde. Er14 wisselrichter PLL storing Synchronisatie niet mogelijk tussen de wisselrichter en de fase van het net Er29 DC uitgang van de wisselrichter overschrijdt de specificaties DC component van de stroomvoorziening in het net is buiten bereik Er10 Er18 Temperatuur van de inverter te hoog Te hoge temperatuur van de koelvinnen Interne temperatuur is te hoog. De temperatuur van de koelvinnen is te hoog. Er01, Er02, Er04, Er05, Er12, Er15, Er16, Er20, Er21, Er23, Er27, Er28, Er31 Indien de foutcode aanhoudt, neem dan contact met uw plaatselijke verdeler. 34 1. Ontkoppel ALLE PV (+) of PV (-) 2. Wacht enkele seconden 3. Nadat het LCD uitgeschakeld is, herstel de verbinding en controleer opnieuw Verwijder de kortsluiting van de EPO-terminal. Schakel de AC hoofdzekering uit.controleer dan de systeemconfiguratie en de verbindingen met het net. 1. Tracht de omgevingstemperatuur te verlagen. 2. Verplaats de inverter naar een koelere plaats. Gereserveerd LCD geeft aan AL00 AL01 AL02 AL03 AL04 AL05 AL06 AL07 AL08 AL 13 AL14 AL09 AL10 AL11 AL12, AL15 ~ AL 31 Table 3. Alarmcodes en omschrijving van alarmcodes Benaming Omschrijving Herstelling Netspanning te hoog Netspanning te laag Netfrequentie te hoog Netfrequentie te laag Ingaande spanning BOOSTER_A te hoog Ingaande spanning BOOSTER_A te laag Ingaande spanning BOOSTER_B te hoog Ingaande spanning BOOSTER_B te laag Anti-Eilandwerking Fasestoring op het net Storing op de vorm van de net golf Onbalans van de inverterspanning CFDI Isolatiefout De spanning van het net is hoger of lager dan de toegelaten waarde. De frequentie van het net is hoger of lager dan de toegelaten waarde. Onder of overspanning aan de DC ingang. Geen net of een netstoring De spanning van de inverter is in onbalans De verliesstroom in de aardgeleider is te hoog. De impedantie is tussen PV (+) & PV(-) en de PV-Inverter is kleiner dan 2MΩ. 35 1. Wacht 1 minuut. Indien het net terug normaal wordt zal de inverter automatisch herstarten. 2. Controleer de verbindingen met het net, zoals draden en connectoren. 3. Zorg ervoor dat de spanning en de frequentie van het net voldoen aan de vereiste specificaties. 1. Ontkoppel ALLE PV (+) of PV (-) 2 Controleer of open PV spanning zich bevindt buiten het gebied 120Vdc ~ 500Vdc. 1. Ontkoppel ALLE PV (+) of PV (-) 2. Controleer de verbindingen met het net zoals draden en connectoren. 3. Controleer toestand van het net. 1. schakel inverter uit (Ontkoppel de zonnecellen van de ingang van de inverter) 2. Controleer de toestand van het net en herstart daarna de inverter (verbind de zonnecellen met de ingang van de inverter) 1.Ontkoppel de zonnecellen van de ingang van de inverter en voer de nodige systeemcontroles uit. 2. Nadat het probleem opgelost is koppelt U opnieuw de zonnecellen aan de inverter. Controleer de PV-Inverter status. 1. Ontkoppel ALLE PV (+) of PV (-) 2. Controleer de impedantie tussen PV (+) & PV (-) en aarding. De impedantie moet groter zijn dan 2MΩ Gereserveerd Indien de foutcode aanhoudt, neem dan contact met uw plaatselijke verdeler.

7. Specifications References 817502 817503 817504 817505 Item PVIN02KS PVIN03KS PVIN04KS PVIN05KS Nominaal AC vermogen 2000W 3000W 4000W 5000W Maximaal uitgaand AC vermogen Toegepaste technologie Nominale spanning Maximale spanning Werkspanning 2200W 3300W 4200W 5300W Transformatorloos design, PWM met hoge frequentie DC Input 360Vdc 500Vdc 120Vdc ~ 500Vdc Aantal ingangsverbindingen 1 1 2 2 Max. spanning voor elke verbinding MPPT Bereik Fase / Draad Nominale wisselspanning Nominale spanning 14.6A 22A 14A 17.65A 150Vdc ~ 450Vdc AC Output 1-fasig/2-dradig (LN) of 1-fasig/3-dradig (LNG) 36 230Vac (184 ~ 253Vac) 50 of 60Hz Nominale frequentie 8.7A 13A 17.4A 21.7A Nominale wisselstroom 10.2A 15.3A 20.4A 25.5A Totale harmonische stroom : minder dan 5% Maximale wisselstroom Enkelvoudige harmonische stroom : minder dan 3% Harmonische vervorming >0.99 bij nominale AC -stroom Gegevens betreffende het rendement Rendement Euro 94% Euro Efficiëntie = 0.03 η5% + 0.06 η10% + 0.13 η20% + 0.1 η30% + 0.48 η50% + 0.2 η100% Rendement bij maximale conversie 96% Karakteristieken betreffende de gebruiksomgeving Bedrijfstemperatuur -25 C ~ +50 C Vochtigheid 30 tot 90%(zonder condensatie) Hoogte 0~2000m Geluidsniveau <35dBA Mechanische karakteristieken Afmetingen (H x W x D) 484 x 455 x 170mm 564 x 455 x 170 mm Gewicht 25 kg 29 kg Beschermingsklasse IP65, buitenshuis Koeling Vrije convectie Netbeveiliging Eilandwerkingsdetectie Kortsluiting EPO Interface The data and illustrations are not binding. We reserve the right to make changes in the course of technical development of the product. Beveiliging Onderspanning/overspanning, te hoge/te lage Frequentie, Aardfout, DC Isolatiefout Passief: Detectie van een plotselinge verandering in de fasering van de spanning Actief: Controle van het vermogen DC input: Input Diode/ Elektronisch Circuit AC output: Output Relais/Elec-ktronisch Circuit Noodstroomuitschakeling: Inverter schakelt onmiddelijk uit. Communicatie Standard: RS232, Ethernet Optional: USB, RS485, contact NO 37