vrouw-naar-man zelfhulpgroep(en) en informatie over de behandeling

Vergelijkbare documenten
Baarmoederverwijdering

H Laparoscopisch verwijderen van eileiders en/of eierstokken met cystes

Baarmoederslijmvlieskanker

Verwijderen van de baarmoeder

H Laparoscopische baarmoeder en/of eierstokken en eileiders verwijdering

DIEP reconstructie Borstreconstructie met eigen buikhuid en -vet

Verschillende manieren om een borst te reconstrueren

Informatie. Voorwandplastiek

Plastische chirurgie. Informatie borstreconstructie

Maatschap Gynaecologie. Verwijderen van de eileider/eierstok met de laparoscoop (laparoscopische adnex extirpatie)

Bekkenbodem- en incontinentie-operaties aanvullende informatie bij de folder Bekkenproblemen bij vrouwen

TVT-O operatie voor vrouwen met stress-incontinentie Gynaecologie-verloskunde. Patiënteninformatie

Okselklierdissectie. Mammapoli

Wat is een TVT-operatie? De kans dat de operatie uw klachten verhelpt Hoe verloopt een TVT-operatie?

Gynaecologische operatie

gynaecologische operatie

Verwijderen van een (gedeelte van een) nier door kijkoperatie. Laparoscopische (partiële) nefrectomie

Algemene Informatie. Overzicht van activiteiten. van de patiëntenorganisatie

Borstverwijdering bij borstkanker (ablatio mamma)

Adviezen na een operatie aan de baarmoeder

TVT-O operatie voor vrouwen met stress-incontinentie

Borstamputatie. Het kan ook zijn dat een borstsparende operatie wel mogelijk is, maar dat u zelf voorkeur hebt voor een borstamputatie.

Vleesbomen in de baarmoeder Behandelingsmogelijkheden

Verwijderen van de baarmoeder

H Het verwijderen van uw borst (Borstamputatie)

Subcutane mastectomie (borstamputatie bij vrouw-man transseksuelen)

Voordat u wordt opgenomen, wordt uw algemene gezondheid onderzocht. Tevens vindt een intakegesprek plaats bij Bureau Opname.

Voorbereiding op de operatie Wij vragen u om uw oksel niet meer te ontharen vanaf het moment van bericht van opname tot aan de operatie.

Vleesbomen in de baarmoeder Behandelingsmogelijkheden

De buikwandplastiek Operatie van de buikwand. Poli Plastische Chirurgie

Littekenbreukoperatie

Inleiding 2. Vóór de operatie 2 Aandachtspunten vóór de operatie 2. Wat gebeurt er bij de operatie? 3. Na de operatie 3 Leefregels na de operatie 4

Verwijderen van de galblaas. Polikliniek chirurgie

Borstreconstructie. Reconstructievormen. De primaire reconstructie

Liesbreukoperatie. Hernia Inguinalis. Een liesbreuk. Diagnose en onderzoek. De opname

Verwijderen van de baarmoeder

Maatschap Gynaecologie. Informatie over de laparoscopie

Binnenkort wordt bij u een tumorprothese geplaatst. Deze folder geeft u informatie over de operatieve behandeling met een tumorprothese.

Hersteloperatie van de eileiders

Een operatie bij eierstokkanker

Vleesbomen in de baarmoeder

Littekenbreuk. Poli Chirurgie

Bekkenbodem- en incontinentie-operaties aanvullende informatie bij de folder Bekkenproblemen bij vrouwen

BUIKWANDCORRECTIE PLASTISCHE EN RECONSTRUCTIEVE CHIRURGIE EN HANDCHIRURGIE

Verzakkingsoperaties met vaginale matjes. Poli Gynaecologie

Gynaecologische operaties curettage laparoscopie verwijderen van de baarmoeder verwijderen van de eierstokken verzakking

Chirurgie. Liesbreukoperatie. Hernia inguinalis

Inleiding Wat is een gynaecologische laparoscopie?

PATIËNTENINFORMATIE. DE LAPAROSCOPISCHE OPERATIE Vakgroep chirurgie

Inleiding 3. Verwachtingen en mogelijkheden 3 Littekens 3 Het gevoel in de tepel 3 Het resultaat van een borstlifting 4

GYNAECOMASTIE (BORSTVORMING BIJ MANNEN) PLASTISCHE EN RECONSTRUCTIEVE CHIRURGIE EN HANDCHIRURGIE

Borstreconstructie. na een borstverwijdering. Poli Plastische Chirurgie

Littekenbreukoperatie

Gynaecologie. Leefregels na een gynaecologische operatie

STERILISATIE VAN DE VROUW

Adviezen na een operatie aan de baarmoeder

H Baarmoederverwijdering. via de buikwand

Robot-geassisteerde radicale prostatectomie (RALP)

Verwijdering van een nier met behulp van laparoscopie

Borstreconstructie Voorbereiding Prothesen

Therapie. Sacropexie

H Baarmoederverwijdering via snede in de buik

Informatie. Achterwandplastiek

Ontslagadviezen na een gynaecologische operatie herstel van een verzakking verwijdering van de baarmoeder

Plastische chirurgie. Bovenbeenlift.

Bekkenbodemoperaties bij verzakkingen

Borstlifting. Poli Plastische Chirurgie

Verwachting en mogelijkheden

Therapeutische laparoscopie. kijken in de buikholte

NVOG Voorlichtingsbrochure BEKKENBODEM- EN INCONTINENTIEOPERATIES

Baarmoederslijmvlieskanker

Bekkenbodem- en incontinentieoperaties. Afdeling Gynaecologie

De TVT-O-operatie voor urineverlies bij inspanning

Verwijderen van de sternumdraden

Nefrectomie (nierverwijdering) Afdeling Urologie

Reconstructie na lumpectomie bij borstkanker

Baarmoeder verwijderen per laparoscoop Totale laparoscopische hysterectomie (TLH)

BORSTVERGROTING Plastische en Reconstructieve Chirurgie en Handchirurgie

Een gynaecologische buikoperatie Laparatomie

Informatie. Baarmoederverwijdering. schede. Vaginale uterus extirpatie

TVT-behandeling bij stressincontinentie. Behandeling door de gynaecoloog

Voorbereiding 4 1 Roken 4 2 Hormoongebruik 4 3 Groepsconsult 4 4 Zorgverzekering 4

Leefregels na een borstoperatie

Patiënteninformatie. Buikwandcorrectie (operatie van een slappe buik)

Diagnostische laparoscopie. kijken in de buikholte

Inleiding 3. Verwachtingen en mogelijkheden 3. Vóór de operatie 4. De opname 4. Wat gebeurt er bij de operatie? 5.

Intra-Operatieve Radiotherapie bij endeldarmkanker

Baarmoederverwijdering

Liften van de bovenarm

Baarmoeder- operatie

Nierverwijdering door kijkoperatie (laparoscopische nefrectomie)

Baarmoederverwijdering. Gynaecologie

Galblaasoperatie. Ligging en functie van de galblaas. Galstenen. Diagnose en onderzoeken. Figuur 1. Plaats van galblaas tussen de andere organen

Het verwijderen van een nier

Verwijdering van lymfeklieren via een kijkoperatie

Patiënteninformatie. Voorwand- en/of achterwandplastiek

Maatschap Urologie. Orchidectomie (chirurgische verwijdering van één of beide teelballen)

Leefregels na een borstreconstructie

Bekkenbodemoperaties bij verzakkingen

Het verwijderen van de baarmoeder en/of eierstokken. Algemene informatie

Transcriptie:

vrouw-naar-man zelfhulpgroep(en) en informatie over de behandeling

vrouw-naar-man zelfhulpgroep(en) en informatie over de behandeling 3

4

Inleiding Transseksualiteit, genderdysforie, transgender. Woorden voor het gevoel te behoren tot het andere geslacht, een gevoel dat maar moeilijk aan anderen is uit te leggen. Wanneer je worstelt met dergelijke gevoelens, kan dat heel lastig zijn. Je kunt er vaak niet met anderen over praten. Hoe moeilijk is het? De vrouw-naar-man transseksueel is in een vrouwenlichaam geboren maar heeft een mannelijke identiteit. Genderdysforie is een fenomeen dat voor veel mensen nauwelijks voorstelbaar is en ver van hen af staat. Dat maakt het vaak moeilijk om er over te praten. Ook is het niet eenvoudig om met je gevoel transseksueel te zijn iets te doen, zoals je aanmelden bij een genderteam of het ondergaan van een behandeling om zo dicht mogelijk bij het lichaam te komen dat bij jouw identiteit hoort (transitie). Denk daarbij aan een behandeling met het mannelijk geslachtshormoon testosteron en aan diverse operaties. Een transitie heeft grote gevolgen voor je lichaam, voor je toekomst en voor je rol in je sociale omgeving. Hoezeer een transitie ook gewenst is, de meeste mensen kunnen in dit proces informatie, hulp en steun heel goed gebruiken. Dit geldt vaak net zo goed voor je omgeving. Patiëntenorganisatie Transvisie Sinds enige jaren is er een patiëntenorganisatie, Patiëntenorganisatie Transvisie, die zich inzet voor de genderdysfore mens en zijn omgeving. Patiëntenorganisatie Transvisie doet dit door middel van zelfhulpgroepen, belangenbehartiging en informatievoorziening. De medewerkers van Patiëntenorganisatie Transvisie zijn vrijwilligers. Aanbod Patiëntenorganisatie Transvisie Patiëntenorganisatie Transvisie biedt voor vrouw-naar-man transseksuelen in verschillende fases van hun transitie, en voor diegenen die er nog niet uit zijn wie ze zijn en wat ze willen, de gelegenheid om gelijkgestemden te ontmoeten in groepen. Er is ook een aparte groep waar naasten elkaar kunnen ontmoeten. 5

Aanbod in vogelvlucht! Maandelijks is er een bijeenkomst in Amsterdam voor iedereen die vrouw-naar-man transseksueel is, of bezig is de eigen genderidentiteit te ontdekken.! Maandelijks zijn er in Groningen bijeenkomsten voor zowel vrouwnaar-man transseksuelen als man-naar-vrouw transseksuelen.! Enkele keren per jaar zijn er bijeenkomsten voor mannen die hun transitie al enige jaren achter de rug hebben ( veteranen ).! Familieleden, partners, vrienden en andere naasten zijn welkom bij de activiteiten van (H)Erkenning, een gespreksgroep van en voor naasten.! Diverse publicaties en folders die informatie geven over verschillende aspecten van transseksualiteit.! Een informatieve website.! De mogelijkheid om telefonisch of via e-mail contact te zoeken om vragen te stellen.! Bezoek in het ziekenhuis na een trans-gerelateerde operatie, door een ervaringsdeskundige vrijwilliger. Groepen en individuele gesprekken Transseksuelen, transgenders en hun naasten kunnen met hun vragen, angsten en onzekerheden terecht bij onze groepen en bij onze vrijwilligers. Deze kunnen antwoord geven op vragen en praktische tips aanreiken. In de groepen worden vaak gesprekken met elkaar gevoerd, maar ook een individueel gesprek met een van onze vrijwilligers is mogelijk. Tijdens de gesprekken kunnen o.a. de volgende onderwerpen aan de orde komen:! Hoe ervaar je je eigen identiteit?! Hoe staan je identiteit en je lichaam tot elkaar?! Wil je wel of niet een medische behandeling?! Hoe betaal je de (delen van de) behandelingen die niet worden vergoed?! Hoe ga je verder als je wordt afgewezen voor een behandeling?! Hoe en wanneer vertel je het aan je partner en/of je kinderen?! Hoe en wanneer vertel je het aan je familie? En aan je collega's?! Hoe ga je om met relaties en seksualiteit?! Hoe geef je je nieuwe leven als man invulling?! Hoe ga je na je behandeling om met je verleden? Onze groepen worden vrijwel uitsluitend door vrijwilligers begeleid; veelal zijn dit ervaringsdeskundige vrijwilligers. De groepen werken op basis van 6

zelfhulp en daarom zijn de (groeps-) gesprekken die plaatsvinden geen therapie. Mannengroep Amsterdam De Mannengroep Amsterdam is bedoeld om elkaar te ontmoeten en met elkaar te praten over je gevoelens. Het is een zelfhulpgroep voor alle vrouw-naar-man transseksuelen. Er zijn ook mannen die twijfels hebben over hun identiteit. Zij willen hier graag over praten en kunnen in de groep hun weg vinden. Sommigen ontdekken zo dat hun identiteit weliswaar mannelijke trekken heeft, maar toch voor het overgrote deel vrouwelijk is. De meeste bezoekers weten al sinds lange tijd dat zij een mannelijke identiteit hebben. In de Mannengroep kan gepraat worden met anderen met dezelfde gevoelens. De mensen die doorgaans de Mannengroep bezoeken zijn in verschillende stadia van de transformatie. Een aantal is net zoekend, een aantal is net begonnen met de medische behandeling en anderen hebben al een of meer operaties ondergaan. Maar ook mannen die de transitie volledig hebben doorlopen, komen nog wel eens naar de Mannengroep. Gespreksonderwerpen Je kunt in de Mannengroep terecht met vragen. Regelmatig zijn er gesprekken over vragen die de meeste transseksuele mannen bezighouden. Bijvoorbeeld :! Hoe vertel ik het mijn familie?! Hoe verloopt de behandeling bij het ziekenhuis?! Wat doen hormonen met mijn lichaam?! Hoe gaat dat met relaties?! Hoe zit het met mijn werk of met mijn opleiding?! Hoe gaat het juridisch met mijn naam- en geslachtswijziging? Maar ook een vraag als hoe zit het met mijn seksuele geaardheid kan gerust worden gesteld. Vaak komen er, als je met de behandeling bent begonnen, allemaal nieuwe vragen op. Vragen die betrekking hebben op je nieuwe rol in de wereld, op je veranderende lichaam, intimiteit en seksualiteit, of op het gebied van werk en opleiding etc.. In de gespreksgroep kunnen al deze vragen aan bod komen en zoek je, samen met anderen, naar jouw eigen antwoorden. Deelnemen aan het groepsgesprek is geen verplichting; je hoeft niets te zeggen als je daar niet voor voelt. 7

Gastsprekers Soms worden gastsprekers uitgenodigd die als specialist werkzaam zijn op een bepaald gebied en veel meer over een bepaald onderwerp kunnen vertellen. Gastsprekers kunnen specialisten van het genderteam van het VUmc zijn, die ingaan op hun werk (plastische chirurgie, hormoongebruik etc.), maar er zijn ook veel andere levensterreinen en onderwerpen die van belang zijn voor vrouw-naar-man transseksuelen, zoals stemgebruik, werk en opleiding, kleding. Ook als er een themagesprek of gastspreker is, blijft er altijd tijd over om elkaar informeel te ontmoeten of rustig te praten met één van de vrijwilligers. Niet alleen jij bent welkom in de Mannengroep. Ook je partner of je ouders, een familielid of iemand anders die belangrijk is voor jou, is welkom. Veel mannen hebben al eens iemand meegenomen naar de groep. Waar en wanneer Mannengroep Amsterdam Meer informatie over de bijeenkomsten van de Mannengroep in Amsterdam vind je op onze website. Ook de data van de bijeenkomsten zijn op deze website te vinden. Mannengroep Genderhome Groningen Ook in Groningen worden mannengroepen georganiseerd. Een aantal keren per jaar vallen de activiteiten van de Mannengroep Groningen samen met de Vrouwengroep Groningen. Ook bij de Mannengroep Groningen vinden themagesprekken plaats, worden gastsprekers uitgenodigd en worden activiteiten georganiseerd. Waar en wanneer Mannengroep Groningen Meer informatie over de bijeenkomsten van de Mannengroep in Groningen, vind je op onze website. Ook de data van de bijeenkomsten zijn op deze website te vinden. 8

(H)Erkenning voor partners, ouders en andere naasten Het proces van verandering is niet altijd even makkelijk. Niet alleen voor de transseksueel zelf, maar ook voor degenen in zijn/haar omgeving. Partners en andere naasten hebben zelf ook veel vragen, zoals:! Hoe kan ik het beste met mijn transseksuele of transgender partner omgaan?! Verandert alleen het lichaam? Of ook de persoon?! Verandert mijn relatie met deze persoon?! Hoe vang ik mijn kinderen op, die nu een transseksuele of transgender ouder hebben?! Hoe vertel ik het mijn familie, vrienden en kennissen?! Hoe ga ik om met de gevoelens die het bij mij los maakt?! Hoe kan ik deze verandering accepteren?! Wat kan ik verwachten van de hulpverlening?! Waar kan ik terecht met mijn verhaal?! Wat zijn de ervaringen van andere partners en naasten? (H)Erkenning is er voor alle naasten van transseksuelen en transgenders: partners, kinderen, broers en zussen, ouders, grootouders, vrienden, enz.. Kortom, iedereen die zich in zijn/haar omgeving geconfronteerd ziet met de transseksualiteit of het transgender-zijn van een dierbare. Waar en wanneer (H)Erkenning Meer informatie over de bijeenkomsten van (H)Erkenning vind je op onze website. Ook de data van de bijeenkomsten zijn op deze website te vinden. Verder is er de aparte folder van (H)Erkenning. Naasten kunnen ook bellen met een vrijwilliger van (H)Erkenning. Het telefoonnummer staat op onze website en de folder is via de website te bestellen. 9

10

Medisch traject Als je tot de conclusie gekomen bent dat je een transitie wilt of in ieder geval wilt onderzoeken of de transitie iets voor jou is, kun je je aanmelden bij een van de genderteams. Het grootste genderteam is te vinden in het VU medisch centrum in Amsterdam (zie voor verdere informatie de website van het VUmc). Een kleiner genderteam maakt onderdeel uit van het Universitair Medisch Centrum in Groningen (UMCG, zie voor verdere informatie de website van het UMCG). Je kunt je bij een van deze genderteams aanmelden. Je hebt daarvoor wel een verwijzing van de huisarts nodig. Na een intake (helaas is er vaak een wachtlijst) start je met de diagnostische fase. Je gaat een aantal keren (aantal kan per persoon verschillen) praten met een psycholoog en wordt gevraagd een aantal testen af te leggen. Op het moment dat de psycholoog van mening is dat je daadwerkelijk genderdysfoor bent en dat een transitiebehandeling je kan helpen en je wilt daadwerkelijk een transitie, legt de psycholoog jouw geval voor aan het genderteam. Indien het genderteam besluit dat de medische behandelfase in kan gaan krijg je het zogenaamde groen licht. Groen licht betekent dat je de real life fase ingaat en dat je start met het gebruiken van mannelijke hormonen. Real Life fase Tijdens de real-life fase ga je leven in de rol en het uiterlijk van het andere geslacht. Het is de bedoeling dat je in deze periode, als je dat al niet eerder hebt gedaan, je familie, vrienden, kennissen, buren en collega s inlicht over je transitie. Tijdens deze periode kom je regelmatig terug bij je psycholoog van het genderteam die de transitie volgt. De real-life fase duurt in ieder geval een jaar. Na de real-life fase kun je in aanmerking komen voor een aantal operaties die je transitie verder vorm moeten geven. Bepaalde operaties kunnen in bepaalde gevallen tegelijk worden uitgevoerd. Iedere keer dat een operatie aan de orde is wordt jouw situatie weer in het genderteam besproken en geeft het genderteam toestemming voor de operatie. 11

Gebruik van testosteron: effecten, bijwerkingen en soorten Inleiding Je bent in het genderteam besproken en men is van mening dat de transformatie je leven zal kunnen verbeteren. De real-life fase gaat beginnen en je gaat het manlijke hormoon, testosteron, gebruiken. Wat doet testosteron? Wat kunnen bijwerkingen zijn? Eerst onderzoek. Het voorschrijven van testosteron gebeurt door een endocrinoloog. Voordat je kunt beginnen met de testosteron, wordt eerst uitgebreid bloed- en urineonderzoek gedaan. Dit is om te controleren of je lichamelijk gezond bent en of er geen lichamelijke bezwaren tegen het gebruik van testosteron zijn. Er wordt bloed- en urineonderzoek gedaan tussen de vijfde en elfde dag na het begin van de menstruatie. De uitslag van het onderzoek krijg je te horen tijdens een gesprek met de endocrinoloog. Als er geen afwijkingen zijn gevonden bij het bloed- en/of urineonderzoek, schrijft de endocrinoloog je een recept voor testosteron voor. De endocrinoloog bepaalt in overleg met jou welke vorm van testosteron je krijgt voorgeschreven. Je kunt testosteron gebruiken door het te injecteren (Sustanon of Nebido), door pillen te nemen (Andriol) of door gel te smeren (Androgel of Testim). Sustanon Je kunt Sustanon 250 injecteren. Dit is een olieachtige vloeistof die in de bil- of bovenbeenspier wordt ingespoten. De arts schrijft de injecties eenmaal in de 2 weken voor. Sommige mannen kunnen na enige tijd eens per drie weken injecteren. Je kunt de eerste dagen na het spuiten spierpijn of een stijf gevoel krijgen op de plaats waar de vloeistof ingespoten is. Maar als je Sustanon langzaam inspuit, dan heb je weinig kans op pijnlijke plekken. Sustanon is een vloeistof die samengesteld is uit een aantal middelen. Het wordt in het lichaam omgezet in het natuurlijke, mannelijke hormoon testosteron. Bij de injectie wordt de hoeveelheid vloeistof als een depot in de spier gebracht. Vanuit dit depot wordt de vloeistof langzaam in het lichaam opgenomen en dit proces zorgt voor een gelijkmatige werking van de testosteron. Je kunt zelf leren spuiten of de injectie door de (assistent van) de huisarts laten zetten. 12

Nebido Nebido wordt ook geinjecteerd. Het verschil met Sustanon is dat de injectie slechts één keer in de 10-14 weken gegeven dient te worden. Bij voorkeur wordt Nebido in de bilspier ingespoten. Nebido heeft een vergelijkbare werking als Sustanon met dat verschil dat de substantie die de depotwerking bepaalt een langzamere afgifte heeft waardoor langdurig een constante testosteronspiegel verkregen wordt. Ook voor nebido geldt dat je zelf kunt leren spuiten of de injectie bij de huisarts kunt laten zetten. Andriol Andriol is een testosteron in pilvorm. Je krijgt afhankelijk van je lichamelijke gesteldheid vier tot zes pillen per dag voorgeschreven. Het is de bedoeling dat je de pillen verdeeld over de dag inneemt. De werking van Andriol is het beste als je iets eet op het moment dat je Andriol inneemt. Belangrijk is dat dit eten wat vet bevat, een klein beetje vet is al genoeg. Andriol is een middel dat in het lichaam wordt omgezet in het natuurlijke, mannelijke hormoon testosteron. Androgel of Testim De laatste mogelijkheid is het smeren van een gel met testosteron. We kennen Androgel en Testim. Androgel 50 mg is een zakje met een inhoud van 50 mg gel die dagelijks, meestal eenmaal per dag, op de huid van de buik, bovenbenen en bovenarmen wordt gesmeerd. De hoeveelheid varieert per persoon en kan variëren van 25 mg tot 100 mg per dag. Testim is ook een gel, die zit in een potje met handpompje. Door de gel dagelijks toe te dienen krijg je een gelijkmatig verdeling van de testosteron. De testosteron wordt door de huid opgenomen. Omdat de gel op de huid wordt gesmeerd kan het voorkomen dat er zich:! Huidreacties voordoen, zoals irritatie of droge huid op de plaats van het smeren.! Overgevoeligheid of prikkeling van de huid voordoet 13

Effecten testosteron Het gebruik van testosteron door vrouw-naar-man transseksuelen heeft ongeveer dezelfde effecten als die bij jongens in de puberteit. Je krijgt:! lagere stem (baard in de keel)! haargroei in het gezicht (snor- en baardgroei)! toename van de lichaamsbeharing (buik, armen, benen)! verandering van de vetverdeling op het lichaam! toename van kracht in de spieren! mogelijk verandering van het lichaamsgewicht! toename van het libido! groei van de clitoris (de clitoris kan 1-6 cm groeien)! wegblijven van de menstruatie. Dit kan na gemiddeld twee tot vier maanden hormoongebruik. De veranderingen worden geleidelijk zichtbaar. Het kan enige maanden duren voordat er iets verandert. De totale verandering kan wel drie tot zes jaar duren, net zoals bij jongens in de puberteit. Bijwerkingen testosteron Het gebruik van testosteron kan bijwerkingen hebben. Bekende bijwerkingen zijn:! vermoeidheid (vooral in het begin)! honger door een later optredend gevoel van verzadiging! acne (jeugdpuistjes) door het vetter worden van de huid! hoofdpijn! verhoging van het cholesterolgehalte! vasthouden van vocht! leverafwijkingen! hoge bloeddruk! kans op botontkalking! een hogere kans op hart- en vaatziekten Mensen met een ernstige hart-, lever- of nierziekte kunnen door het gebruik van hormonen complicaties krijgen. De endocrinoloog zal, als hier sprake van is, altijd contact opnemen met je behandelend specialist. Controle Tijdens het eerste jaar hormoongebruik moet je eens in de drie maanden bij je endocrinoloog komen om te controleren of alles goed gaat en of het hormoongebruik voor jou goed voelt. Er wordt dan ook weer bloedonderzoek gedaan. 14

Na het eerste jaar hormoongebruik blijf je voor de rest van je leven onder controle van de endocrinoloog, eens in de 1 à 2 jaar wordt je bloed onderzocht en moet je ook naar de endocrinoloog. Een ander onderzoek dat dat aan het begin maar ook later wordt uitgevoerd is het controleren van je botmassa. Nog voordat je met testosteron begint, wordt een botscan gemaak. Daarmee wordt de botwaarde vastgesteld. Eens in de drie jaar wordt dit onderzoek herhaald om te controleren of je botten goed blijven en er geen sprake is van botontkalking. 15

Informatie over de operaties bij vrouw-naar-man transseksuelen Tijdens de transitie kunnen de volgende operaties worden uitgevoerd: Het verwijderen van de borsten (mastectomie) Het verwijderen van baarmoeder en eierstokken (hysterectomie) Het verwijderen van de vagina (colpectomie) Het maken van een urinebuis Het maken van een (micro)penis Het maken van een balzak Het plaatsen van de balimplantaten Borstoperatie Een jaar na groen licht kom je in aanmerking voor de eerste operatie. In de meeste gevallen is dit de borstoperatie. Soms wordt hiervan afgeweken en vindt er eerst een andere operatie plaats. De medische term voor de borstoperatie is subcutane mastectomie. Bij deze operatie wordt het overtollige borstweefsel verwijderd op een zodanige manier dat er een mannelijke borstkas wordt gevormd. Er zijn verschillende technieken voor deze operatie. Het is belangrijk om je hierin te verdiepen en je vragen en wensen te bespreken met de plastisch chirurg die de operatie gaat uitvoeren. De verschillende technieken hebben met elkaar gemeen dat ze het overtollige borstweefsel en huid verwijderen en de tepel en tepelhof eventueel verkleinen. De operatie duurt zo n anderhalf tot drie uur en gebeurt onder volledige narcose. Welke van de technieken gebruikt wordt hangt af van de grootte van de borsten en de mate dat ze hangen. In het algemeen geldt hoe groter de borsten des te groter de littekens. Verschillende technieken voor operatie van de borsten: 1. Snede en litteken rondom de tepel 2. Snede en litteken onder de borstspier en gesteelde tepel 3. Snede en litteken onder de borstspier en vrij tepeltransplantaat 16

Techniek 1: Snede en litteken rondom de tepel (donut-procedure) Deze techniek is alleen mogelijk bij kleine borsten die niet hangen en een stevige, elastische huid hebben. Deze operatie geeft een klein litteken rondom de tepelhof. De tepel blijft gesteeld. Techniek 2: Snede en litteken onder de borstspier en gesteelde tepel Deze techniek is geschikt voor grotere borsten die weinig of een beetje hangen. Hierbij wordt via een snede die in lijn ligt met de grote borstspier het teveel aan borstweefsel verwijderd. De tepelhof en de tepel blijven gesteeld. Het litteken ligt aan de buitenrand van de grote borstspier en rond de tepel. Een gesteelde tepel betekent dat de tepel blijft vastzitten aan de bloedvaten en zenuwen die tot in de tepel lopen. Het gevoel in de tepel blijft hiermee zoveel mogelijk gespaard. 17

Techniek 3: Snede en litteken onder de borstspier en vrij tepeltransplantaat Deze operatie is geschikt voor grote en hangende borsten. De operatie komt overeen met techniek 2 met als enig verschil dat de tepel wordt losgemaakt (vrij tepeltransplantaat) en daarna wordt teruggeplaatst (gevoel in de tepel verandert). Complicaties die bij de borstoperatie kunnen optreden zijn een nabloeding en het (deels) afsterven van een tepel. De eerste dagen na de operatie kan er een nabloeding optreden. De borst wordt dan dik, blauw en pijnlijk. Meestal is dit reden om met spoed opnieuw te worden geopereerd om de bloeding te stelpen en de bloedstolsels te verwijderen. Afsterven tepel. Meeste kans hierop is na een nabloeding, bij een vrij tepeltransplantaat en als degene die de operatie ondergaat rookt. Meestal wordt er afgewacht en eventueel kan er later een correctieoperatie plaatsvinden. Postoperatieve zorg na een borstoperatie Tijdens de operatie wordt een wonddrain geplaatst die de eerste dagen het bloed en wondvocht afvoert. Het verblijf in het ziekenhuis is meestal drie tot vier dagen, afhankelijk van de vochtproductie in de drains. Ook wordt er vanaf de operatiekamer een stretchkorset (tubigrip) omgedaan om wat druk uit te oefenen op de wonden. Deze zal je tot vier weken na de operatie blijven dragen. De wonden hoeven meestal niet uitgebreid verzorgd te worden. Het verschonen van gaasjes is vaak voldoende. Hierover krijg je uitleg bij het ontslag uit het ziekenhuis. 18

Belangrijk is om een paar leefregels in acht te nemen. Douchen mag, maar het is onverstandig om de eerste week uitgebreid in bad te gaan zitten. De reden hiervoor is dat de wonden week worden en kunnen opengaan. De eerste zes weken mag er alleen licht huishoudelijk werk worden gedaan. Het wordt afgeraden om zwaar te tillen of boven de macht te reiken. Dit vanwege een grote kans op nabloedingen of blauwe plekken. Met een vrij tepeltransplantaat wordt er meestal een verband over de tepels vastgehecht om ze goed op hun plek te drukken. Vijf dagen na de operatie moeten deze in het ziekenhuis verwijderd worden. Twee weken na de operatie is de eerste controle en worden er eventueel wat hechtingen verwijderd. Vier tot zes weken na de operatie word je opnieuw op de poli gezien. Littekens kunnen in de loop van de tijd wat breder worden. Om littekens te verzorgen kan gekozen worden voor littekencrème. Indien je lichaam de neiging heeft lelijke littekens te vormen kunnen bv. Scarbanpleisters voorgeschreven worden of kan een huidtherapeut worden bezocht. Het is belangrijk om de eerste periode zonlicht te vermijden zolang de littekens nog rood zijn en daarna goed in te smeren met een zonnebrandcrème met een hoge factor. Soms is het nodig om een correctie te laten uitvoeren. Correcties kunnen niet eerder dan zes maanden na operatie worden uitgevoerd. Buikoperatie: verwijdering van baarmoeder en eierstokken De tweede operatie volgt weer na ongeveer drie maanden, hoewel het ook mogelijk is dat deze operatie, in overleg met de betreffende persoon, gelijk met de borstoperatie wordt uitgevoerd. De tweede operatie is in principe de buikoperatie waarbij de baarmoeder en eierstokken worden verwijderd door een gynaecoloog. De medische term is hysterectomie en ovariëctomie. In principe wordt de operatie uitgevoerd via de techniek van een kijkbuisoperatie ofwel laparoscoop. Hiervan moet soms toch worden afgeweken en moet er een snede in de buik worden gemaakt. 19

Laporascopische verwijdering van de baarmoeder en eierstokken Laparoscopie betekent: in de buik (laparo) kijken (scopie). De operatie gebeurt onder narcose (algehele verdoving). Bij deze techniek maakt de gynaecoloog een paar sneetjes in de buikwand. Eerst wordt de buik gevuld met onschadelijk koolzuurgas. Zo ontstaat ruimte in de buik om de verschillende organen te kunnen zien. Via de snee onder de navel wordt de kijkbuis ingebracht in de buik. Via de andere sneetjes worden instrumenten ingebracht die nodig zijn om de organen te verwijderen. De baarmoeder en eierstokken worden losgemaakt. Aan het einde van de operatie wordt de baarmoeder via de schede verwijderd of in kleine stukken door de kijkbuis weggehaald. 20

Postoperatieve zorg Na de verwijdering van de baarmoeder en eierstokken krijg je een blaaskatheter: een slangetje in de blaas dat de urine afvoert. Ook wordt er vaak een tampon in de schede gebracht. De darmen komen een tot twee dagen na de operatie weer op gang. Binnen een tot enkele dagen mag je weer naar huis. Het herstel zal zeker twee tot vier weken duren. Het is belangrijk om goed te luisteren naar je lichaam en toe te geven aan de moeheid. Na de operatie kan er nog wat bloedverlies optreden. De hechtingen die worden gebruikt zijn doorgaans oplosbaar. Zolang er nog wondvocht uit de wondjes komt, is een pleister of gaasje nodig. Na de operatie vindt er een nacontrole op de poli plaats. Colpectomie Als je besluit tot een genitale operatie (penisconstructie met urinebuisverlenging) zul je een colpectomie moeten ondergaan. Een colpectomie is het operatief verwijderen van de vagina inclusief de vaginawand. De vaginawand is sterk doorbloed weefsel. Na de colpectomie is ook nu weer een herstelperiode nodig van een aantal weken, vergelijkbaar met die na de andere buikoperatie. De complicaties die bij deze operaties (verwijderen baarmoeder en eierstokken en colpectomie) kunnen optreden zijn bijvoorbeeld bloedverlies tijdens de operatie waarvoor bloedtransfusie nodig is, het ontstaan van trombose (bloedprop), een infectie bijvoorbeeld blaasontsteking, een beschadiging van darmen of urinewegen of een nabloeding. De chirurg zal je hier vooraf over inlichten. 21

Genitale operaties Genitale operaties zijn operaties aan de geslachtsorganen die het lichaam een meer mannelijk uiterlijk en functionaliteit moeten geven. Achtereenvolgens wordt besproken:! de constructie van de penis en hierbij wordt onderscheiden: metaidoioplastiek en de phalloplastiek! de verlenging van de urineleider! het vormen van de balzak! het inbrengen van de balimplantaten! het inbrengen van de erectieprothese bij een phalloplastiek De hieronder genoemde operaties worden in een aantal gevallen tegelijk uitgevoerd. De constructie van de penis Er zijn drie mogelijkheden om operatief een penis te construeren:! metaidoioplastiek: een penisopbouw van de clitoris! phalloplastiek: een penisopbouw gemaakt van huid uit de onderarm! phalloplastiek: een penisopbouw gemaakt van huid uit de onderarm en het bovenbeen Genoemde mogelijkheden om een penis te construeren zijn tamelijk ingewikkelde microchirurgische operaties waarbij er nog steeds nieuwe ontwikkelingen zijn. Nog altijd worden nieuwe technieken ontwikkeld en uitgeprobeerd. Metaidoioplastiek Dit is de meest eenvoudige operatie om een penis te creëren. We kennen de metaidoioplastiek met urinebuisverlenging of zonder urinebuisverlenging. De metaidoioplastiek met urinebuisverlenging wordt tegelijk met het verlengen van de urinebuis en het vormen van de balzak uitgevoerd. Bij deze operatie wordt uitgegaan van de clitoris die flink kan zijn gegroeid door het gebruik van testosteron. De clitoris wordt losgemaakt van de omliggende huid en naar boven gestrekt, zodat hij zich niet meer in het gebied tussen de benen bevindt, maar ter hoogte van de onderbuik. De verlengde urinebuis (wijze van uitvoering is hieronder is apart beschreven) wordt gelegd tegen de onderkant van de nieuwgevormde penis en het geheel van penis en urinebuis wordt gewikkeld in een deel van de kleine schaamlippen. 22

De complicaties die bij (of na) deze operatie kunnen optreden zijn: een vernauwing van de urinebuis, die meestal poliklinisch opgerekt zal kunnen worden / een lekkage vanwege een opening in de urinebuis die soms na enige tijd spontaan dichtgroeit, maar anders door een operatie opgelost moet worden. In het laatste geval zal men dus een tweede keer opgenomen moeten worden. Het is ook mogelijk om te kiezen voor een metaidoioplastiek zonder urinebuisverlenging. Het enige verschil met een gewone metaidoioplastiek is dat de urinebuis niet wordt verlengd, maar op zijn oorspronkelijke plaats blijft zitten. De urinebuis en de vaginale opening integreren hierbij tot één urogenitale opening, waarbij men plast vanachter de balzak. Groot voordeel van deze variant is dat er een complicaties voorkomen met de urinebuis en dat deze operatie ook mogelijk is als de clitoris weinig tot matig gegroeid is. Het betekent wel dat men zittend moet plassen. (vergelijk verderop de alinea NB! perineostoma ) 23

Phalloplastiek: de penisopbouw vanuit de onderarm Om een penis (phallo) te construeren wordt bij deze operatie een lap huid met bloedvaten en zenuwen losgemaakt uit de onderarm, net boven de pols. De huidlap wordt opgerold tot een penis met in het midden ruimte voor een urineleider. De bloedvaten en zenuwen worden aangesloten op bloedvaten en zenuwen in de onderbuik en lies. De nieuwe urinebuis wordt aangesloten op de eerder al verlengde urinebuis. De clitoris wordt opgenomen in de basis van de penis. Vervolgens wordt de wond op de onderarm bedekt met huid die van het bovenbeen geschaafd is. De arm wordt in het gips gezet zodat de wond goed kan genezen. Na de operatie moet men zeven dagen bedrust houden en mag men de nieuwe verlengde urinebuis niet gebruiken. Tijdens de operatie is een blaaskatheter via de buikwand in de blaas gebracht en via de plasbuis. Tijdens de dagen bedrust wordt regelmatig gecontroleerd of de penis op de nieuwe plaats goed geneest en of de doorbloeding goed verloopt. Na 10-14 dagen, als er een goede genezing is, wordt de katheter die door de plasbuis loopt poliklinisch verwijderd. Dan zal er een foto van de plasbuis worden gemaakt om te zien of deze intact is en geen lekkage heeft. Als de foto goed is dan mag men proberen zelf te plassen. Na enkele dagen wordt er d.m.v. een echo-onderzoek gekeken of de blaas na plassen ook goed leeg is. Als dit goed gaat en er niet te veel urine in de blaas achterblijft, wordt de katheter die via de buikwand loopt verwijderd. 24

25

Phalloplastiek: de penisopbouw vanuit de onderarm en bovenbeen Voor deze opbouw zijn drie operaties nodig. Tijdens de eerste operatie wordt een ballon aangebracht onder de huid van de onderarm en het bovenbeen. Voorts wordt het vaste deel van de urinebuis gemaakt (zie verlenging urinebuis ). Deze ballonnen worden regelmatig bijgevuld om de huid op te rekken. Bij de tweede operatie wordt een huidlap met bloedvaten en zenuwen losgemaakt uit de onderarm waar de plasbuis en eikel van worden gemaakt. De schacht van de penis zal worden gemaakt van een huidlap van het bovenbeen. De bloedvaten en zenuwen worden aangesloten op bloedvaten en zenuwen in de onderbuik en in de lies. De clitoris wordt aan de basis van de penis in de penis opgenomen. De wond op de onderarm of het bovenbeen kan gesloten worden en er blijft een eenvoudig recht litteken over. Bovendien wordt tijdens deze operatie de urinebuis aangesloten op het al verlengde deel van de urinebuis. Ook bij deze ingreep wordt, net als bij de penisopbouw uit de arm, een blaaskatheter via de buikwand ingebracht in de blaas. Een andere blaaskatheter wordt aangebracht via de plasbuis. Na de operatie moet men zeven dagen bedrust houden. In deze periode wordt de bloedtoevoer in de nieuwgevormde penis regelmatig gecontroleerd. De verzorging na de operatie gaat hetzelfde als bij de penisopbouw uit de arm. Het is ook mogelijk om te kiezen voor een zgn. phalloplastiek zonder urinebuisverlenging. Het enige verschil met een gewone phalloplastiek is dat de urinebuis niet wordt verlengd, maar op zijn oorspronkelijke plaats blijft zitten. De urinebuis en de vaginale opening integreren hierbij tot één urogenitale opening, waarbij men plast vanachter de balzak. De verlenging van de urinebuis Bij de man is de urinebuis langer dan bij de vrouw. De urinebuis bij de man bestaat uit twee delen: het eerste deel het vaste deel bevindt zich in het lichaam, het tweede deel het beweeglijke deel bevindt zich in de penis. Bij de constructie van een penis moet, wanneer gekozen wordt voor urinebuisverlenging, zowel bij de metaidoioplastiek, als bij de phalloplastiek, de urinebuis worden verlengd. De urinebuis wordt verlengd door gebruik te maken van bv. bij de metaidoioplastiek, de kleine schaamlippen en bij de phalloplastiek van huid uit de arm. Om de verlengde urinebuis goed te laten genezen, wordt tijdens de operatie een blaaskatheter via de plasbuis ingebracht. Voorts wordt er een katheter via de buikwand geplaatst, waardoor de urine wegloopt. Na vijf dagen bedrust kan men naar huis, mits de plastiek niet te veel is gezwollen. Als de plastiek na 10-14 dagen goed is genezen kan de katheter die in de plasbuis 26

zit worden verwijderd en kan men gaan plassen door de verlengde urinebuis. Als het plassen goed gaat en er niet te veel urine in de blaas achter blijft, kan de katheter die via de buikwand loopt verwijderd worden. Als de penis groot genoeg (4-6 cm) is, is het mogelijk staande te plassen. Mogelijke complicaties bij de verschillende methoden van penisopbouw: In de urinebuis kan een vernauwing optreden, of er kan lekkage voorkomen. Bij deze complicaties zal eerst geprobeerd worden poliklinisch het probleem te verhelpen, maar vaak zal een opname en een volgende operatie noodzakelijk zijn. In het meest extreme geval kan een deel van de penis afsterven. N.B.! Indien de opbouw van de urineweg door omstandigheden, zowel bij de metaidoioplastiek als bij de phalloplastiek, te veel problemen blijft geven, kan een opening worden gemaakt in de urineweg, ongeveer ter plaatse van de oude opening, nu aan de basis van de balzak. Dit wordt een perineostoma genoemd. Het gevolg van deze ingreep is wel dat men voortaan dus weer zittend zal moeten plassen. Bij de phalloplastiek kunnen andere problemen zijn: moeilijker op te wekken seksueel gevoel (clitoris is opgenomen in de penis). Lekkage door moeilijk leeg te drukken urineleider. Bij de metaidoioplastiek kan het voorkomen dat de penis erg klein uitvalt. 27

Het vormen van de balzak Tijdens de metaidoioplastiek en de phalloplastiek kan tegelijkertijd de balzak (het scrotum) worden gevormd. Bij deze operatie wordt aan de voorzijde van de beide grote schaamlippen een V-vormige snede gemaakt. Hierdoor wordt het mogelijk de huid naar voren te halen en de balzak te vormen ter hoogte van de onderbuik. De chirurg kan van het materiaal van de beide schaamlippen een balzak vormen met de mogelijkheid er later (bij een andere ingreep) twee balprothesen in te plaatsen. Over het algemeen wordt er voor gekozen eerst de balzak te laten genezen en na drie maanden de prothesen te plaatsen. Het inbrengen van balimplantaten Als de nieuwe penis (metaidoio of phallo) goed functioneert kan de balzak worden gevuld met meestal silicone of metalen balimplantaten. Dit wordt meestal in een aparte operatie gedaan. 28

Het inbrengen van een erectieprothese bij een phalloplastiek In een later stadium, als blijkt dat de penis die is gevormd d.m.v. een phalloplastiek voldoende gevoel heeft ontwikkeld, kan eventueel een erectieprothese worden geplaatst. Met behulp van het in een van de ballen ingebouwde pompje kan de penis worden opgericht, waardoor penetratie veelal mogelijk is. Mogelijke complicatie is dat de prothese irritatie kan veroorzaken of kan worden afgestoten. Seksualiteit en de metaidoio en de phallo Er zijn verschillende mogelijkheden besproken om een penis te vormen de metaidoio en de phallo. Het voordeel van de metaidoioplastiek is dat de penis gevormd is van de clitoris. Omdat de clitoris een seksueel orgaan is, heeft men na de operatie een weliswaar kleine maar wel een gelijkende en seksueel functionerende penis. Penetrerend seksueel contact is echter niet mogelijk. Het voordeel van de phalloplastiek is dat men na operatie een penis heeft die er zoveel mogelijk uitziet zoals iedere andere penis van de gemiddelde man. In seksueel opzicht echter heeft deze penis weinig te bieden. Seksueel gevoel wordt alleen ervaren op de plaats waar de clitoris in de phallo is opgenomen. Tegenwoordig probeert men de zenuwen die seksueel gevoel overbrengen aan te sluiten op de zenuwen in de phallo, om zo ook seksueel gevoel in de penis mogelijk te maken. Indien een erectieprothese is ingebracht is erectie en gemeenschap mogelijk. 29

Juridisch traject Naam en geslacht wijzigen in geboorteakte en BrP Met de invoering van de Transgenderwet is er veel veranderd in de procedure om je naam en geslachtsaanduiding officieel te wijzigen. Deze gegevens staan nu in de Basisregistratie Persoonsgegevens (BrP, voorheen het GBA). Lees op onze website www.transvisie.nl hoe de procedure nu verloopt onder Genderthema s/juridisch. Professionele hulpverlening Naast de informatievoorziening en de zelfhulpgroepen waarvoor je bij ons als patiëntenorganisatie terecht kunt, is er inmiddels op redelijk veel plaatsen in het land professionele hulpverlening mogelijk op individuele basis. Voor informatie over deze hulpverlening kun je bellen met ons secretariaat. Er wordt op een aantal plekken ook groepstherapie gegeven. Dit kan een meerwaarde hebben vooral als er sprake is van een isolement. Ook hierover kunnen wij je informatie geven op ons secretariaat. Vragen Waar kun je terecht met je vragen? Patiëntenorganisatie Transvisie biedt daarvoor de volgende mogelijkheden:! Website en/of telefoon, zie contactinformatie op de achterzijde.! Mannengroep in Amsterdam voor ontmoeting met gelijkgestemden - een zelfhulpgroep, geleid door vrijwilligers. De mannengroep Amsterdam is per e-mail bereikbaar, zie contactinformatie op de achterzijde.! Genderhome in Groningen is een gemengde zelfhulpgroep, bereikbaar per e-mail, zie de website.! Voor overige vragen en info over de patiëntenorganisatie kun je terecht bij het secretariaat van Patiëntenorganisatie Transvisie. De contactgegevens staan op de achterzijde van deze brochure. 30

Contactinformatie E-mail: mannengroep@transvisie.nl Contacttelefoon transmannen: telefoonnummer secretariaat Patiëntenorganisatie Transvisie Zelfhulp, informatievoorziening, voorlichting en belangenbehartiging voor transgenders en hun naasten Secretariaat: T: 020 2050 914 ma-vr 13-17 uur E: info@transvisie.nl I: www.transvisie.nl Postadres en Bezoek: Weteringschans 259 1017 XJ Amsterdam Onze werkgroepen hebben vrijwel allemaal een eigen e-mailadres en sommige een eigen contacttelefoon, zie onze website. Help jezelf en anderen Patiëntenorganisatie Transvisie biedt transgenders en hun naasten een ontmoetingsplaats om ervaringen uit te wisselen, en geeft informatie en ondersteuning aan de doelgroep. Deze activiteiten worden financieel mogelijk gemaakt door de bijdrage van onze trouwe donateurs en door subsidie van de Rijksoverheid. Voorwaarde voor de Rijkssubsidie is dat er voldoende donateurs zijn. Wil jij dat Transvisie haar werk blijft doen voor jou of voor je transgender naaste, steun ons dan met een donatie. Je kunt je aanmelden als donateur via onze website. 25 euro / NL43 RABO 0121 6921 83 / Stichting Transvisie / donatie Deze uitgave is ook te downloaden van onze website juni 2015#2