1 Lucas 6: 27-35 (en Johannes 15: 9-17) Zondag 14 februari 2016, Heusden Gemeente van Christus, Vandaag, is het Valentijnsdag, de dag om de romantische liefde te vieren. Komt een beetje overwaaien uit de VS. Het is een typisch Amerikaans samenspel van romantiek en commercie. Ik hoop voor de bloemenhandelaren onder ons dat ze goede zaken hebben gedaan. Valentijnsdag is geen kerkelijk feest, maar wel een aanleiding om na te denken over het bijbelse liefdegebod. Het eerste dat we dan moeten zeggen is dat de liefde waar Jezus vandaag over spreekt (Mijn gebod is dat jullie elkaar liefhebben zoals ik jullie heb liefgehad en Heb je vijanden lief) dat die liefde toch echt een andere soort liefde is dan de liefde waar het op Valentijnsdag over gaat. Romantische, emotionele liefde en de bijbelse liefde voor God en de naaste en zelfs voor de vijand, die twee moeten we niet door elkaar gaan halen. Afgelopen november was de Israëlische schrijver Amos Oz in Nederland. Geweldige schrijver, die in zijn boeken een indringend beeld geeft van het leven in de huidige staat Israël. Hij kwam hier om de vertaling van zijn jongste boek, Judas, te promoten. Ik kreeg het voor Sinterklaas. Mooi boek over liefde, haat en verraad. Die drie liggen vaak vlak bij elkaar: liefde, verraad, haat. Eén van de dingen die Amos Oz in een interview zei, was nogal kritisch richting de bijbel, OT en NT. De Bijbel zegt: Heb uw naaste lief... maar dat kan helemaal niet. Je kunt niet al je naasten liefhebben. Je kunt hooguit van 15 mensen houden, dan is de koek op. De Bijbel heeft het fout, aldus Amos Oz, de Bijbel vraagt teveel van ons mensen. Als theoloog zeg ik dan: Amos Oz, je bent een prachtige schrijver, maar je haalt twee soorten liefde door elkaar. Je hebt de emotionele liefde van ouders voor hun kinderen, van vrienden, van geliefden, die liefde die op Valentijnsdag wordt gevierd. Als het om die liefde gaat, dan kun je inderdaad maar van een man of 15 echt houden... Maar je hebt ook een andere liefde. De liefde die is geworteld in de liefde van Christus. Die liefde is geen emotie, maar een roeping en een overtuiging. Die liefde dient zich aan wanneer we lezen over mensen die 40 jaar bij de V&D hebben gewerkt en die opeens hun baan dreigen te verliezen. Wij kennen al die mensen niet persoonlijk. We hebben geen band met hen. We zeggen niet: wat houd ik toch van je. En toch hebben we hen
2 lief. Want we geloven dat die mensen ook kinderen van God zijn. Kostbare, unieke schepselen. Met dezelfde verlangens en angsten en pijn en hoop als wijzelf. En we geloven dat wij voor God allemaal gelijk zijn. En omdat God van hen houdt, houden wij ook van hen. Dat wil zeggen: wij respecteren hen. We hebben eerbied voor hen. En we hopen en we bidden dat het goed met hen zal aflopen. En waar we kunnen, helpen we hen daarbij. Dat is in bijbelse zin: je naaste liefhebben. Enerzijds hebben we dus de menselijke, emotionele, gevoelsmatige liefde... van een moeder voor haar kind, van een man voor zijn vrouw... van twee geliefden. Valentijnsliefde. Voor die liefde heeft het NT een woord: filos of het werkwoord fileoo. En we hebben een gelovige, bijbelse liefde... die meer is dan gevoel of emotie. Die liefde is een roeping die overgaat in een keuze, een overtuiging, een grondhouding. Dat is de Bijbelse, christelijke liefde. En die liefde stopt niet bij een man of 15. Die liefde is grenzeloos. Voor deze bijbelse liefde heeft het NT ook een woord: agape, of het werkwoord agapaoo. Daar komen we straks op terug. Laten we nog eens goed kijken en luisteren naar dat beroemde, beruchte vers, Lucas 6: 27. Tot jullie die naar mij luisteren zeg ik: heb je vijanden lief, wees goed voor wie jullie haten, zegen wie jullie vervloeken, bid voor wie jullie slecht behandelen. Vier opmerkingen over dit vers: 1. Jezus spreekt tot wie naar hem luisteren. Tot jullie die naar mij luisteren zeg ik... Luisteren, echt luisteren, aandachtig luisteren is: Tijd nemen. Je open stellen voor de stem van een ander. Luisteren is: je gesloten dichtgetimmerde wereldje (dat natuurlijk niets wil weten voor liefde voor je vijanden!) openen voor de ongewone, wonderlijke stem van de andere kant, van God. Israels geloofsbelijdenis begint niet voor niets met de woorden: Luister Israel, de Heer onze God is de enige. Heb daarom de Heer lief met hart en ziel en met inzet van al uw krachten... (Deut. 6:4,5) Tot jullie die naar mij luisteren, zeg ik... Jezus richt zich dus niet tot degenen die niet openstaan voor zijn andere geluid. Hij weet ook wel dat het evangelie dan als een stuiterbal terugkaatst. Hij weet ook wel dat het evangelie makkelijk belachelijk te maken is door iedereen die er toch niet van wil weten. Alles van waarde is nu eenmaal weerloos.
3 Jezus richt zich tot die mensen die wel willen luisteren. Die even halt willen houden, pas op de plaats willen maken. Die hun eerste afwerende impulsen willen afweren. Die zich willen openstellen voor de wonderlijke, mooie, maar ongemakkelijke stem van Jezus zelf. Bijbelse liefde begint met dit: luisteren. Altijd. Dichtbij en veraf. Als de strijdende partijen in Syrie niet naar elkaar gaan luisteren, een beetje begrip voor elkaar gaan opbrengen.(dan heb ik het nog niets eens over vergeven of liefhebben), dan wordt het daar nooit meer wat. Dan maken ze daar van hun land een permanente hel op aarde. 2. Tot jullie die wel naar mij willen luisteren, zeg ik: heb je vijanden lief... Over de twee vormen van liefhebben in het NT hebben we het al gehad. Het zal u niet verbazen, dat Jezus hier niet het woord fileoo gebruikt (de emotionele liefde, het warme gevoel voor familie, vrienden, je geliefden) Maar Jezus gebruikt hier het woord agapaoo. Het gaat hier om de bijbelse liefde die niet is gegrond op een gevoel of emotie, maar op een overtuiging. Op roeping. Op de liefde van Christus zelf. Agapaoo... dat is trouwens ook het woord dat wordt gebruikt als wordt verteld dat God ons liefheeft, of deze wereld. Alzo lief heeft God deze wereld... God vindt ons niet lief, God heeft ons lief. Zo vraagt Jezus ons niet onze vijanden lief te vinden, maar om hen lief te hebben. Nogmaals: Jezus dwingt ons geen gevoel af. Jezus dwingt een houding af. Een houding van menselijkheid, respect en begrip en menselijkheid. Maar wat als die ander, die vijand van zijn kant nu eens niet menselijk is, niet respectvol, geen begrip toont, zich onmenselijk gedraagt? Het grote gevaar is dat we ons door onze vijanden laten verleiden om af te dalen tot hun niveau. Neem de criminelen en terroristen. Die doen oneerlijke, vreselijke dingen. Waarom zouden we zo n Willem Holleeder eigenlijk nog een eerlijk proces gunnen? Waarom zouden we zo iemand niet net zo hatelijk en wreed behandelen als hijzelf zijn slachtoffers heeft behandeld. Waarom? Omdat hij dan pas echt gewonnen zou hebben. Dan nemen wij zijn normen en waarden over. Willen we dat? Daarom is het goed als dictators en terroristen en criminelen toch een eerlijk proces krijgen. Anders worden wij net als zij. Dan is het kwaad als een virus in ons gekropen, en heeft het kwaad alsnog de strijd gewonnen. Daarom: Overwin het kwade met het goede! zegt Paulus. Daarom: Heb je vijanden lief, zegt Jezus.
4 3. Heb je vijanden lief. Wie is je vijand? Het tegenovergestelde van je naaste? (De anderen, die ver weg zijn? De Russen, de aanhangers van IS, allerlei gestoorde terroristen, ongewenste gelukszoekers?) Dat kan, dat hoeft niet. Vaak is het juist je naaste die je vijand wordt. De pijnlijkste conflicten spelen zich af binnen huwelijken, binnen families, binnen kerken, binnen bedrijven. De ergste oorlogen zijn burgeroorlogen. Heb je vijand lief betekent daarom ook: zorg ervoor dat je naaste niet je vijand wordt! Laat het zover niet komen! Heb je naaste lief als jezelf. Want echt, die ander is heus niet zoveel anders dan jijzelf bent! 4. Heb je vijanden lief, wees goed voor wie jullie haten. Althans, zo vertaalt de Nieuwe Vertaling. Letterlijk staat er: heb je vijanden lief en DOE goed aan wie jullie haten. In vers 35 van Lucas 6 zegt Jezus dat nog een keer (dan wordt het wel goed vertaald): Heb je vijanden lief, en doe goed... Nogmaals: er worden door geen innerlijke emoties opgelegd. Die laten zich niet dwingen. Er worden wel daden gevraagd. Wat dan? Als eerste noemt Jezus: Zegen wie je vervloekt, bidt voor wie je slecht behandelt. Zegenen is: iemand Gods nabijheid toewensen. Ga met God, en Hij zal met je zijn... Zingen we graag, Lied 416. Wat kun je je vijand beter toewensen? Allicht dat hij daar beter van wordt! En dat dus jouw relatie met hem beter! Daar voegt Jezus een tweede daad aan toe: En bidt voor wie je slecht behandelt... Bidden is dus ook een daad. Bidden, voor iemand bidden, dat is iemand in Gods hand leggen. Wat kun je je vijand beter wensen? Allicht dat hij daar beter van wordt! En dat dus jouw relatie met hem beter. Heb je een vijand? Begin maar met hem te zegenen en voor hem te bidden Vanaf het kruis heeft Jezus de wereld die hem vervloekte en bespotte en vermoordde, met zijn gespreide armen gezegend. Maar vanaf het kruis heeft Jezus voor zijn beulen gebeden: Vader, vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen. Zo overwon hij het kwade met het goede. En God deed dat nog eens dubbel en dwars over op Pasen toen hij Zijn Zoon, die door de wereld was gehaat en gedood, aan diezelfde wereld teruggaf, levend en wel. Zo overwon God het kwade met het goede. Een voorbeeld tot slot. Van dichtbij. Al die stromen kerkgangers die in sommige dorpen of steden zondagmorgen tegen elkaar in gaan. Ik ken het
5 uit vroege gemeenten. Ik sprak er wel eens over met mijn bondscollega. Er heerste 15 jaar geleden een bijna vijandige sfeer van: elkaar negeren, wegkijken, doodzwijgen. Lijken wel vijanden. We hebben er toen bij onze gemeente op aangedrongen om elkaar eens aan te kijken. Om elkaar onderweg naar de kerk te groete. Om elkaar een gezegende dienst te wensen. Om te bidden voor die andere kerk en voor die andere gelovigen. En dat werkte. Niet direcrt, er waren een paar jaar voor nodig. Maar het werkte! We begonnen elkaar aan te kijken, te groeten... Tot jullie die naar mij luisteren zeg ik: heb je vijanden lief, wees goed voor wie jullie haten, zegen wie jullie vervloeken, bid voor wie jullie slecht behandelen. Toegegeven: het blijven weerbarstige woorden! Soms lijkt het alsof Jezus meer vertrouwen in ons heeft, dan wijzelf hebben. Of Jezus meer in ons gelooft, dan wij in hem geloven. Dat wij dit kunnen! Als we zijn woorden moeilijk vinden, als we denken: het zal wel zijn, maar dat kan ik nooit, laten we dan hieraan denken: Jezus geloof dat wij dit kunnen! Amen.