Heteluchtkanon HP18 / HP 30 / HP 45 RVS BEDRIJFSVOORSCHRIFTEN 1G:\002 Leverancier\030 Producten\005 Onderhoudsinstructies\TECHNISCHE GEGEVENS EN ONDERDELEN BOEKJES\BEDRIJFSVOORSCHRIFTEN
Belangrijk Alvorens de heteluchtkanon in bedrijf genomen word eerst de bedrijfvoorschriften goed doorlezen. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor ondeskundig gebruik. 1. Branderkamer 2. Nozzlehouder 3. Nozzle 4. magneetventiel 5. Oliepomp 6. Motor 7. Ventilator 8. Brandstoffilter 9. Brandstof circuit 10. Brandstoftank 11. Aan/uit schakelaar 12. Controlelampje 13. Kabeldoorvoer ruimte thermostaat Algemene aanbevelingen voor heteluchtkanonnen De heteluchtkanon wordt met dieselolie gestookt. Zowel de warmelucht als verbrandingsgassen komen in de ruimte. Voor correcte bediening en werking van de heteluchtkanon dienen volgende punten in acht genomen worden: Volg de correcte instructie zoals beschreven in het handboek op. De heteluchtkanon mag niet in ruimtes geplaatst worden waar explosiegevaar bestaat. Geen opslag van ontvlambare materialen in de direkte omgeving van de heteluchtkanon. Zorg voor voldoende goedgekeurde brandblusapparaten. Zorg voor voldoende ventilatie in de ruimte. (verbrandingsgassen in de ruimte en zuurstof voor verbranding) Er mag geen verstopping in de aanzuig - & uitblaaszijde aanwezig zijn. B.v. brandbare voorwerpen op het apparaat. Bijvullen van de olietank dient met grote zorg in acht genomen te worden. Het apparaat dient regelmatig gecontroleerd worden voor en tijdens het gebruik. In de direkte omgeving van het apparaat geen kinderen of dieren toelaten. Zorg voor een vrije uit - & inblaas van het apparaat voordat de stekker in het stopcontact bevestigd wordt. Na gebruik de stekker uit het stopcontact verwijderen. 2G:\002 Leverancier\030 Producten\005 Onderhoudsinstructies\TECHNISCHE GEGEVENS EN ONDERDELEN BOEKJES\BEDRIJFSVOORSCHRIFTEN
Inbedrijfstelling Voor de inbedrijfstelling dient gecontroleerd te worden of de spanning in het netwerk overeenkomt met het typeplaatje op het apparaat. PAS OP STOP De netspanning voor het apparaat moet voorzien zijn van een goede geaarde stekker en aardlekschakelaar in de meterkast. Het apparaat kan alleen automatisch aan en uit geschakeld worden als het is voorzien van een ruimtethermostaat. De thermostaatkabel kan doorgevoerd worden (13). Daarna kan de kabel aangesloten worden op klemmen F3 & F4 van de branderautomaat. Doorverbinding op klemmen F3 & F4 moet daarvoor verwijderd worden. Om het apparaat in te laten schakelen dient de ruimtethermostaat op de gewenste ruimtetemperatuur ingesteld te worden. De schakelaar (11) met de gekenmerkte vlam op positie De ventilator begint te draaien waarna enkele seconden de ontbranding plaats vindt. Bij de eerste inbedrijfstelling of bij een lege dieseltank kan de dieseltoevoer niet voldoende zijn om te ontbranden. Hierbij zal het apparaat in storing vallen. Zet dan de schakelaar op positie 0. Enige minuten wachten, daarna schakelaar (11) op het zetten. Het apparaat zal dan opnieuw ontbranden. Als het apparaat niet ontbrand, controleer dan of: Er de juiste spanning (230V, 50 Hz) aanwezig is. Er voldoende dieselolie in de tank zit. De schakelaar (11) misschien op positie 0 staat en eventueel daarna omzetten op positie. Als het apparaat na deze controle nog in storing valt moet u zich wenden tot pagina storingen en oplossingen. 3G:\002 Leverancier\030 Producten\005 Onderhoudsinstructies\TECHNISCHE GEGEVENS EN ONDERDELEN BOEKJES\BEDRIJFSVOORSCHRIFTEN
PAS OP STOP Als de netspanning naar 190 Volt terugvalt zal het lampje (12) gaan knipperen en de verbranding al stoppen. Als de netspanning weer naar 230 Volt gaat zal het apparaat automatisch weer opstarten. Uitschakelen: Om het apparaat uit te schakelen dient u de schakelaar (11) op positie 0 te zetten of de ruimtethermostaat omlaag te zetten. De ontbranding stopt en de ventilator zal zolang doordraaien totdat het apparaat is afgekoeld. Veiligheidsvoorziening: Voor de controle van de ontbranding is het apparaat uitgevoerd met een fotocel. Als de fotocel geen of onvoldoende licht ziet valt het apparaat op storing en gaat het lampje (12) aan. Voor het opnieuw in bedrijfstellen van het apparaat deze punten controleren en moet u zich wenden tot de pagina s storingen en oplossingen. Transport en/of verplaasten: PAS OP STOP Voordat u het apparaat verplaatst dient u volgende punten in acht te nemen: Schakelaar (11) op positie 0 Apparaat af laten koelen totdat het automatisch stopt Stekker uit het stopcontact verwijderen Voor het transporteren of verplaatsen controleer of de tankdop goed vast zit. Onderhoud: Voor het optimaal gebruik van het apparaat dient u regelmatig verbrandingskamer, brander, ventilator en olietank te reinigen. PAS OP STOP Voordat men onderhoud gaat doen dient u volgende maatregelen te nemen: Het apparaat uitschakelen Apparaat af laten koelen totdat het automatisch stopt Stekker uit het stopcontact verwijderen. 4G:\002 Leverancier\030 Producten\005 Onderhoudsinstructies\TECHNISCHE GEGEVENS EN ONDERDELEN BOEKJES\BEDRIJFSVOORSCHRIFTEN
Onderhoud procedure: Brandstoffilter vervangen Brandstoftank reinigen Bovenzijde apparaat demonteren en ventilator schoonmaken Ontstekingskabels controleren op eventuele beschadigingen en eventueel vervangen. Fotocel demonteren en schoonmaken. Brander demonteren ontstekingspennen reinigen of eventueel vervangen Nozzle demonteren en vervangen Stuwplaat reinigen Afstelling ontstekingspennen (zie fig. 2) Fig. 2 5G:\002 Leverancier\030 Producten\005 Onderhoudsinstructies\TECHNISCHE GEGEVENS EN ONDERDELEN BOEKJES\BEDRIJFSVOORSCHRIFTEN
Elektrisch schema Legenda: FU MV EV SB TA AP IT FA IN FO Zekering 4 Amp. Ventilatormotor Magneetventiel Controlelamp uit Ruimtethermostaat Branderautomaat Ontstekingstrafo Ventilatorthermostaat Resetschakelaar Fotocel 6G:\002 Leverancier\030 Producten\005 Onderhoudsinstructies\TECHNISCHE GEGEVENS EN ONDERDELEN BOEKJES\BEDRIJFSVOORSCHRIFTEN
Storingen en oplossingen: Storing Oorzaak Oplossing Ventilator draait niet en Geen netspanning aanwezig Spanning controleren apparaat ontbrand niet (230V, 50 Hz) Zekering controleren Bedrijfsschakelaar controleren Geen ruimtethermostaat aanwezig Thermostaat monteren of of niet ingeschakeld. inschakelen. Ingestelde temperatuur moet hoger zijn als omgevingstemperatuur Ruimtethermostaat defect Ruimtethermostaat vervangen Motorwikkeling defect Motor vervangen Motorlager vastgelopen Motor vervangen Condensator defect Condensator vervangen Apparaat ontsteekt niet Geen ontsteking Ontstekingstrafo, kabels of en valt in storing pennen controleren Ontstekingspennen reinigen en testen Ontstekingstrafo vervangen Branderautomaat defect Branderautomaat vervangen Fotocel vervuild of defect Fotocel schoonmaken of vervangen Geen of te weinig dieseltoevoer Toevoer controleren op verstoppingen en filters controleren en eventueel vervangen Nozzle vervangen Magneetventiel defect Magneetventiel vervangen Spanning op de spoel controleren Apparaat ontbrand, ventilator Te weinig verbrandingslucht Luchttoevoer controleren draait, echter met veel Luchtafstelling verbranding rookontwikkeling controleren Stuwplaat reinigen Te veel verbrandingslucht Luchtafstelling verbranding controleren Dieselolie vervuild of water in de Dieseltank reinigen en nieuwe tank aanwezig diesel toevoeren Oliefilter vervangen Lucht in dieseltoevoerleiding Olieleiding controleren Te weinig diesel bij de brander Nozzle vervangen Brandstofdruk controleren en afstellen Te veel diesel bij de brander Nozzle vervangen Brandstofdruk controleren en afstellen Lampje (12) gaat knipperen Spanning onder de 190 Volt Spanning controleren (230 V) Apparaat schakelt niet uit Vuil tussen de zitting van het Magneetventiel vervangen Magneetventiel Ventilator schakelt niet uit FA thermostaat defect Thermostaat vervangen Mocht na deze controles het apparaat nog niet werken kunt u zich wenden tot de service dienst of uw dealer. 7G:\002 Leverancier\030 Producten\005 Onderhoudsinstructies\TECHNISCHE GEGEVENS EN ONDERDELEN BOEKJES\BEDRIJFSVOORSCHRIFTEN
Technische HP 18 RVS HP 30 RVS HP 45 RVS gegevens Capaciteit Kcal / h 15.500 25.800 38.700 Luchtopbrengst m³ / h 350 450 1400 Netto capaciteit kw 18 30 45 Brandstofverbruik l / h kg / h 1,90 1,55 3,10 2,55 4,61 3,80 Netspanning Fase Volt Hz 1 230 50 1 230 50 1 230 50 Opgenomen vermogen W 200 290 430 Oliedruk bar 12 11 11 Nozzle USgal / h 0,40-80 S 0,60-80 S 1,00-80 S Branderluchtinstelling mm Fig 3 a = 20 Fig 3 a = 8 Fig 3 a = 20 Tankinhoud Ltr. 17 40 62 Geluidniveau db(a) 73,7 76,3 76,4 Afmetingen Mm 740x300x445 1070X480X663 1091x480x734 Gewicht Kg 20 31,5 42 8G:\002 Leverancier\030 Producten\005 Onderhoudsinstructies\TECHNISCHE GEGEVENS EN ONDERDELEN BOEKJES\BEDRIJFSVOORSCHRIFTEN