47.337 FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 12 Datum: 18 juli 2012 Gegevens onderneming : Dijkstra-Koudum BV Faillissementsnummer : 09/226 F Datum uitspraak : 6 oktober 2009 Curator : mr. J.H. van der Meulen R-C : mr. J. Smit Activiteiten onderneming : het aannemen van werken in de grond-, weg- en waterbouw Omzetgegevens : zie verslag nummer 10 Personeel gemiddeld aantal : ten tijde van faillissement: 5 personeelsleden exclusief de beide directieleden J. Dijkstra en S. Dijkstra. Verslagperiode : 6 april 2012 tot en met 5 juli 2012 Bestede uren in verslagperiode : 2 uur en 2 minuten Bestede uren totaal : 370 uren en 42 minuten De tijdsbesteding wordt bijgehouden in een geautomatiseerd tijdschrijfsysteem. Een uitdraai van de tijdsbesteding gedurende de verslagperiode, gespecificeerd naar medewerker en activiteit, wordt aangehecht (productie 1). Voorts wordt aangehecht een weergave van de tijdsbesteding, ingedeeld naar tijdschrijfgroepen (productie 2). Uit deze weergave is voorts kenbaar de totaal in het faillissement bestede tijd. 1. Inventarisatie : geheel afgewikkeld, zie vorige verslagen. 2. Personeel : geheel afgewikkeld, zie vorige verslagen. 3. Activa : geheel afgewikkeld. 4. Debiteuren 4.1 Omvang debiteuren : Verwezen wordt naar paragraaf 4.1 van verslag nummer 11.
Een weergave van de stand van zaken is als volgt. - Kanters BV te Veghel: Afgewikkeld. - Noppert Handels- en Transportonderneming: Afgewikkeld. - Huitema: Afgewikkeld. - Tébézo BV: De vordering ad 1.449,50 + p.m. is door de kantonrechter bij vonnis d.d. 5 juni 2012 afgewezen. De reden hiervan is, dat Dijkstra niet geslaagd is in de bewijsopdracht, inhoudend dat Tébézo de schade heeft veroorzaakt en meer in het bijzonder, dat de duwbakken in de periode na einde huurovereenkomst en tot datum uithuurinspectie niet aan derden zijn verhuurd noch anderszins door derden of door Dijkstra zelf zijn gebruikt. Er is een proceskostenveroordeling uitgesproken ten laste van de curator, welke evenwel op nihil is gesteld. Hoger beroep zal niet worden ingesteld. - Bouwbedrijf De Vries: In deze zaak zijn er geen bekende verhaalsmogelijkheden. GDW+ heeft zowel onder de Rabobank Sneek-Zuidwest Friesland u.a. als onder de Friesland Bank te Leeuwarden beslag gelegd. Beide beslagen hebben geen effect gehad. Er was, aldus de mededeling, geen sprake van een rechtsverhouding tussen Bouwbedrijf De Vries en de banken op grond waarvan laatstgenoemden gelden aan De Vries
verschuldigd waren. GDW+ heeft de vordering voor een collega deurwaarder opgevraagd in verband met een faillissementsaanvraag. De vordering is van deze zijde aan GDW+ ter hand gesteld. Het faillissement is door de collega deurwaarder nog niet aangevraagd. De curator wil aan deze kwestie verder geen kosten meer spenderen en boekt de vordering af. - Wetterskip Fryslân: De aanspraak jegens Ippel Dredging wordt nog betrokken in een integrale afwikkeling ter zake van boedelaanspraken. Zie het onderstaande, paragraaf 8.1, pagina 8, sub C. Het gaat om een aanspraak tot betaling ad 8.740,--. Tot zover de debiteuren. 4.2 Opbrengst prefaillissementsdebiteuren: 72.378,79 Opbrengst boedeldebiteuren: - 107.659,15 4.3 Boedelbijdrage : n.v.t. (de bank heeft pandrecht uitgeoefend tot een bedrag groot 45.302,81. 5. Bank/Zekerheden 5.1 Vordering van bank(en) : afgewikkeld (vordering: nihil). 5.2 Leasecontracten : alle afgewikkeld. 5.3 Beschrijving zekerheden : niet meer relevant. 5.4 Separatistenpositie : de positie jegens de separatist is geheel afgewikkeld. 5.5 Boedelbijdragen : n.v.t. 5.6 Eigendomsvoorbehoud : alle afgewikkeld. 5.7 Reclamerechten : n.v.t. 5.8 Retentierechten : n.v.t.
6. Doorstart/voortzetten Voortzetten 6.1 Exploitatie/zekerheden : Voor wat betreft de diverse voortgezette projecten: zie verslag nummer 1, paragraaf 3.9 alsmede verslag nummer 2, eveneens paragraaf 3.9 en tenslotte verslagnummer 3, paragraaf 3.9. 6.2 Financiële vastlegging : zie bijlage 4 bij verslagnummer 5. Doorstart 6.3 Beschrijving : Er heeft geen doorstart plaatsgevonden. 6.4 Verantwoording : niet van toepassing 6.5 Opbrengst : niet van toepassing 6.6 Boedelbijdrage : niet van toepassing 7. Rechtmatigheid 7.1 Boekhoudplicht : er is sprake van een deugdelijke boekhouding 7.2 Depot jaarrekeningen : niet van toepassing 7.3 Goedk. Verkl. Accountant : niet van toepassing 7.4 Stortingsverpl. aandelen : voldaan 7.5 Onbehoorlijk bestuur : niet van gebleken 7.6 Paulianeus handelen : tot heden niets van gebleken 8. Crediteuren 8.1 Boedelvorderingen : UWV: 36.531,69. Daarnaast maakt Dijkstra Koudum Vastgoed aanspraak op betaling van huurpenningen na faillissementsdatum. Zie paragraaf 8.1 van verslag nummer 11. Afwikkeling: De heren J.P. Dijkstra en S.F. Dijkstra hebben aan de curator op 21 oktober 2011 een verrekeningsvoorstel voorgelegd. De curator zal dit verrekeningsvoorstel hierna citeren.
De curator heeft een reactie opgeschort totdat de faillissementen Loonbedrijf Dijkstra-Koudum BV, Dijkstra-Koudum BV en Dijkstra-Koudum Materieel BV voor het overige afgewikkeld zijn. Dat is thans het geval, nu de debiteurenvorderingen in het faillissement Dijkstra-Koudum BV alle zijn afgewikkeld (zie hiervoor paragraaf 4.1). Het voorstel van de heren Dijkstra luidt als volgt. 1. Er zijn boedelschulden ter zake van huurpenningen, opeisbaar geworden vanaf faillissementsdatum. Die huur betreft het bedrijfs-onroerend goed te Koudum, destijds eigendom van Dijkstra-Koudum Vastgoed BV (niet failliet). 2. De totale huursom per maand beloopt 5.000,--. De schuldenaren zijn: - Dijkstra-Koudum BV 2.500,-- p/m - Loonbedrijf Dijkstra-Koudum BV - 1.250,-- p/m - Dijkstra-Koudum Materieel BV - 1.250,-- p/m 3. De heren Dijkstra maken dan een overzicht als volgt: Schuldeiser Dijkstra-Koudum/ Dijkstra-Koudum Dijkstra-Koudum bedrag Materieel/bedrag Loonbedr./bedrag Dijkstra-Koudum Vastgoed Huurnota 17.850,-- 8.925,-- nihil Dijkstra-Koudum Vastgoed - 5.950,-- - 2.975,-- - nihil Ippel Dredging (werkzaamheden behoud materieel) - 4.998,-- - 4.998,-- Ippel Dredging (kosten werkzaamheden veiling) - 2.594,-- - 2.594,-- - nihil ----------------- ------------------- ----------------- Totaal door boedels te betalen 31.392,-- 14.494,-- 10.948,-- ========= ========== =========
4. Vorderingen jegens Ippel Dredging BV: Verrekening bankgarantie Wetterskip 8.750,-- 8.750,-- Verrekening container Troostwijk - 6.625,-- 6.625,-- ----------------- ------------------- ---------------- Totaal door Ippel Dredging te voldoen 15.375,-- 8.750,-- 6.625,-- ======== ========= ======== Subtotaal door boedels te betalen 16.017,-- 5.744,-- 4.323,-- Tot zover het voorstel van Ippel Dredging. Reactie curator Dit voorstel kan door de curator niet worden aangenomen om twee hoofdredenen: A. In de eerste plaats is er geen gelijkheid van schuldenaren/schuldeisers over en weer, zodat verrekening reeds daardoor niet mogelijk is. Immers: de huurpenningen zijn verschuldigd aan Dijkstra-Koudum Vastgoed, de vorderingen wegens werkzaamheden na faillissement (opgedragen door de curator) zijn verschuldigd aan Ippel-Dredging. (Nota bene: het gaat hier om werkzaamheden na faillissement tot behoud van het materieel met name betrof het een tijdens de winterperiode door ijsgang gezonken sleepboot en voorts betrof het het repatriëren van het materieel naar de centrale bedrijfslocatie en het inrichten van de bedrijfslocatie ten behoeve van de kijkdag/uitleverdag bij de veiling). B. Verrekening betekent betaling, zulks terwijl de huurnota s concurrente boedelvorderingen zijn (zij concurreren met de boedelvordering van met name het UWV). De stand van de boedel is niet zodanig dat volledige betaling van boedelvorderingen kan plaatsvinden.
Nu er sprake is van een negatieve boedel, dient er een afwikkelingsvolgorde vastgesteld te worden ter zake van de boedelschulden. De curator wil daarbij aanhaken aan de door Insolad in het Rapport Afwikkeling Faillissementen (december 2011, pagina 44 e.v.) voorgestelde afwikkelingsvolgorde: a. Door curator reeds betaalde crediteuren met feitelijke voorrang. b. Door curator aangegane verplichtingen jegens door hem ingeschakelde derden. c. Salaris en verschotten curator. d. Preferente boedelcrediteuren overeenkomstig hun rangorde. e. Overige concurrente boedelschulden. 5. Op grond hiervan is, op het voorstel van Ippel Dredging het navolgend commentaar te leveren: a. De huurnota Dijkstra-Koudum Vastgoed BV over de opzeggingstermijn is reeds voldaan. Dit heeft plaatsgevonden in januari 2010. Zie de financiële verslagen. Vanuit Dijkstra-Koudum Materieel BV is betaald 17.850,-- (aan Vastgoed); door Dijkstra-Koudum Materieel BV is ontvangen 13.387,50 (zie het financieel verslag bij baten, onder de sub huurontvangsten ). Laatstbedoeld bedrag is voldaan door respectievelijk Loonbedrijf Dijkstra- Koudum BV ( 8.925,--) en Loonbedrijf Dijkstra-Koudum BV ( 4.462,50). De opvolgende huurnota ( 5.950,--) komt niet voor vergoeding in aanmerking. b. De nota s Ippel Dredging ad 4.998,-- en 2.594,-- komen wel voor vergoeding in aanmerking. Deze kunnen verrekend worden met de aanspraak van de boedel jegens Ippel Dredging wegens aankoop van de container Troostwijk ( 6.625,--). Aldus blijft nog een bedrag te betalen door de boedel Dijkstra-Koudum BV aan Ippel Dredging ad ( 7.592,-- - 6.625,-- =) 967,--.
Toelichting: Bij gelegenheid van de veiling was een geveilde container toegewezen aan Ippel Dredging als tweede bieder (de hoogstbiedende had verstek laten gaan). De container is door Troostwijk vanuit het boedelactie overgedragen aan Ippel Dredging; Ippel Dredging is de koopsom verschuldigd gebleven). c. Vervolgens de vordering wegens bankgarantie Wetterskip ad 8.750,--. Deze vordering komt niet voor verrekening met de aanspraken van Vastgoed wegens huurpenningen in aanmerking. De vordering dient door Ippel Dredging BV aan de boedel voldaan te worden. Hier kan echter wèl verrekend worden met de hiervoor (sub b) bedoelde aanspraak van Ippel Dredging ad 967,--. Per saldo is dan Ippel Dredging aan de boedel verschuldigd 8.750,-- - 967,-- = 7.783,--. Na betaling van voormelde som ( 7.783,--) zijn partijen jegens elkaar gekweten. 6. Voormeld voorstel is tussen partijen nog niet vastgesteld/overeengekomen. Naar verwachting vindt dit plaats gedurende het komende kwartaal. Het netto resultaat van deze werkwijze is, dat weliswaar- de huurpenningen over de eerste periode na faillissement voldaan zijn (en derhalve in feite rang genomen hebben boven de aanspraak van het UWV), maar dat de overige vorderingen wegens huur onvoldaan blijven en dat in zover de UWV-vordering rang neemt boven die overige huurvorderingen. De consequentie is voorts, dat de nota s van Ippel Dredging wegens in opdracht van de curator verrichte werkzaamheden ( 4.998,-- + 2.594,--) door verrekening voldaan worden. Tot zover de afwikkeling van de positie jegens Ippel Dredging. Overige debiteuren zijn het faillissement Loonbedrijf Dijkstra-Koudum BV niet aanwezig. 8.2 Pref. vord. van de fiscus : 256.712,--
8.3 Pref. vord. van het UWV : - loonvordering ex artikel 61 lid 1 WW : 24.692,02 - premie werkgeversdeel : 2.497,34 8.4 Andere pref. crediteuren : De heer Bosje: 390,-- De heer Smeding: 530,-- (vorderingen uit arbeidsovereenkomst) (ongewijzigd ten opzichte van vorig verslag) 8.5 Aantal concurrente crediteuren : tot heden: 79 crediteuren 8.6 Bedrag concurrente crediteuren : 266.852,49 8.7 Verwachte wijze van afwikkeling : zie paragraaf 8.1 hiervoor. Het faillissement is, na afwikkeling van de rechtsverhouding met Ippel Dredging, voor afwikkeling gereed. 9. Overig 9.1 Termijn afwikkeling faill. : maximaal twee komende kwartaalperioden. 9.2 Plan van aanpak : zie hierboven. 9.3 Indiening volgend verslag : 6 oktober 2012. mr. J.H. van der Meulen, curator. Bijlagen: 1. tijdschrijfformulier naar specificatie werkzaamheden 2. tijdschrijfformulier naar tijdschrijfgroepen 3. tussentijds financieel verslag 4. boedelmutatieformulier