EEN LEERPLAN, MEER DAN UITTREKSEL VAN DE WETENSCHAP

Vergelijkbare documenten
Een leerplan, meer dan uittreksel van de wetenschap

Tool - Vragenlijst - Wat maakt christelijk onderwijs christelijk

Wie ben ik in het koninkrijk? les 1 DISCIPLE MENTOR

Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen,

1) De ongelovige is blind gemaakt door Satan (2 Korintiërs 4:4).

Gereformeerd onderwijs 2.0

leren omgaan met Diversiteit In je gemeente

Dordtse Leerregels. Hoofdstuk 3 en 4. Artikel 12 t/m 14

verzoeking = verleiden om verkeerde dingen te doen dewijl = omdat wederstand doen = tegenstand bieden de overhand behouden= de overwinning behalen

De Bijbel open (22-09)

De gelijkenis van het huis op de rots en op het zand.

OPDRACHT: Lees de vier tekstgedeelten en beantwoord de 4 bijbehorende vragen. Luk 15:11-32 Joh 3:14-17, Joh 15:9-17 Matt 5:43-48, Joh 13:33-35

Aangenaam: Guido. Informatie over kennismaken met Guido. gelooft

Tuin van Heden.nu 1 Mag ik zijn wie ik ben? Van In 5

1 Korintiёrs 1:9. Marcus 10:45. Handelingen 4:12. Johannes 17:3. 1 Korintiёrs 3:16. Johannes 15:9,10. Psalm 32:8

Teksten bewerkt uit het gezinsboek Ons Dagelijks Brood veertigdagentijd van pastoor M. Hagen door EBP voor

Zondag 29 gaat over het Heilig Avondmaal (2)

Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen,

Preekschets voor 26 mei 2013 Trinitatis. Lezingen : Spreuken 8:22-31 en Johannes 3:1-13

Kapstok. Proces van Geestelijke Groei. Dick Slikker

zondagmorgen 14 november 2010 Welkomkerk ds. W.H. Hendriks-Vogelaar


Boekje over de kerk. voor kinderen van ca jaar gemaakt door de jongste catechisatiegroep

Hij heelt de gebrokenen van hart AANVAARD WIE JE BENT


18. Evangelist in eigen land 19. Onder Jezus zegen Een bereide plaats 20. Water 21. Een gebed om de Heilige Geest Doorwaai mijn hof 22.

Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen van God,

40-dagendagboek. Discipelen van Jezus. Leren leven in de kracht van Jezus. Kees de Vlieger. Een Kerygma studie

Geloven in Scholen met de Bijbel

Voorbeeld voordat de kinderen van groep 4 en 5 naar KBC gaan: Jongens en meisjes, wie van jullie puzzelt wel eens? En dan bedoel ik zo n puzzel.

Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen,

1. Gods eigendom. Op Toonhoogte 265

Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen,

Ik ben blij dat ik nu voor u lijd Ik ben blij dat ik voor mijn geloof mag lijden Ik ben blij dat ik mag lijden voor de Kerk van Jezus Christus

Het WOORD van GOD. Emmaus Correspondence School te Dubuque, U.S.A. (Dutch The Word of God )

Verder op weg met Jezus

assie voor het leven Noteer voor jezelf een aantal opmerkingen en kernwoorden Lees de tekst nog eens door en bespreek met elkaar als groep

Er zal geen verzengende hitte, geen dorst en geen honger meer zijn want Hij zal ze weiden aan water dat vloeit uit het hart der woestijn.

PERSOONLIJKE VORMING 1

Laat idealen de lesinhoud bepalen

Gemeente van onze Here Jezus Christus,

Rivieren van levend water zullen stromen uit het hart van wie in mij gelooft (Joh. 7:3 8)

Traject24-4 oktober 2015

De tien Geboden. Tien belangrijke regels. Aangepaste dienst Zondag 17 april 2016 Ds. Henk Bondt

Identiteit en verlegenheid bij vaksecties

GODS GEZIN. Studielessen voor 4-7 jarigen

Y-choice. Luister naar De keuzes die je maakt van Van Dik Hout. Het nummer staat op de CD Het beste van De songtekst vind je in bijlage 1.

Preek over de opdracht: Laat de Geest u vervullen (Efeziërs 5:18b) Van drs Ton de Ruiter. Lees vooraf eerst: Efeziërs 5:1,2 en 5:15-33 en 6:1-10

9 Vader. Vaders kijken anders. Wat doe ik hier vandaag? P Ik leer mijn Vader beter kennen. P Ik weet dat Hij mij geadopteerd

Kingdom Faith Cursus Het geschenk van God

Onderwijs voor de hele mens

Op weg met Jezus. eerste communieproject. Hoofdstuk 5 Bidden. H. Theobaldusparochie, Overloon

Jezus en jij. Tekst: Willem de Vink. Illustraties: Arjan Wilschut, Timo Visser en Willem de Vink

Bij het gekozen thema: Het verlangen van God heb ik mij in de afgelopen dagen afgevraagd wat is mijn verlangen naar God?

De Bijbel open (26-10)

Vraag 62 : Maar waarom kunnen onze goede werken niet de gerechtigheid voor God of een stuk daarvan zijn?

Preek Psalm 78: september 2015 In het spoor van Opening winterwerk Spiegelbeeld I

De Dordtse Leerregels. Hoofdstuk 1. Artikel 12 t/m 14. Werkboek 3

CURSUSMAP 1 (NBG) Discipelen van Jezus. Leren leven in de kracht van Jezus. Dr. Bob Gordon Kees de Vlieger. Een Kerygma cursus

Als je niet goed weet hoe je moet bidden, kun je het leren! Daarom gaan we in deze les kijken wat God ons te zeggen heeft over gebed.

Waar wil je heengaan?

HC zd. 6 nr. 32. dia 1

13 Jij en pesten. Ervaring

Gehele lied 2x zingen 1. We zijn hier bij elkaar om de Koning te ontmoeten. We zijn hier bij elkaar om te eren onze Heer.

Vorm en inhoud geven aan burgerschap. MaatschapJIJ, passie voor vorming CNV Onderwijs, 30 januari 2013

Fundamenten van het Christelijk geloof. Deel 2: Omgang met God -Kringleidershandleiding-

Leerplan Orthodoxe Godsdienst Secundair Onderwijs - 1 e jaar BSO

Bezinning. Je mag op de bloem die je gekregen hebt een wens zetten, een voornemen voor deze vastentijd.

Bij u schuil ik, u bent mijn schild,

Identiteitsdocument Met de Bijbel op weg de wereld in

DE HEMEL, GODS PRACHTIGE THUIS

God bestaat en Hij is belangrijk We hebben God nodig in ons leven Jezus: Zijn leven Jezus: Zijn dood Jezus: Zijn opstanding De Heilige Geest

Een muziekles over Haydns Schöpfung (voorbeeldles basisschool)

Niet bang zijn! God maakt je sterk!

levensbeschouwelijke identiteit van catent Scholen zijn als bomen Leven niet alleen Zonder grond en wortels Leeft geen school, niet één

De gelijkenis van de twee zonen. Eerst lezen Daarna volgen er vragen en opdrachten

Geloven in Scholen met de Bijbel

21 februari 2016 ONLINE MET GOD. Voorganger: Ds.H.Bondt Begeleiding: Entheos / Els Cornelisse

Exodus 17,1-7 - Water uit de rots voor mensen met een kort lontje

40-dagendagboek. Discipelen van Jezus. Leren dienen in de gaven van de Geest. Kees de Vlieger. Een Kerygma studie

Protestantse Gemeente De Levensbron te Rilland. Tweede zondag in de Advent, 6 december 2015 Kerkdienst van Woord en Sacrament

Jouw reis door de Bijbel. Uitgeverij Jes! Zoetermeer

Toon mijn liefde, aan de ander dien de ander, zo heb Ik ook jou liefgehad. Heb elkaar lief, wat er ook gebeurt, de ander, zo heb ik ook jou

Noach bouwt een ark Genesis 6-8

BIJBELSTUDIE Hoe versterk ik mijn relatie met God. Door het jongerenbestuur van de Moeder Godskerk

Oasemoment 'Leer mij hoe ik bidden moet' Emmaüsparochie - donderdag 26 juni 2014

Hartelijk welkom in de kerk! Thema 3 Genade, fundament om op te leven

Solidariteit zonder omwegen (Vrienden zonder grenzen) Werkdocument lesimpulsen Onderbouw

De Heer is God! Dertien Bijbelstudies bij Psalm 100

HC zd. 3 nr. 32. dia 1

Johannes 12 : 7. (Judas) dia 1

LIEDERENBLAD TIME 2 SING 18 september 2011 Thema: Je steentje bijdragen. Refrein

De rijkdom van het evangelie

De gelijkenis van de onbarmhartige dienstknecht

HC zondag 32 en 33. Gemeente van onze HEER Jezus Christus, gasten en luisteraars,

Studie Altijd Alleen Jezus

De rijkdom van het evangelie. Ik ervaar meer dood dan leven Gods Geest en het echte leven

Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen,

Goede buren. Startzondag 13 september 2015 m.m.v. Jeugdkoor Joy uit Streefkerk o.l.v. Vincent van Dam

Volgens Henk Kuindersma (lector religieuze educatie) heeft de jongerencoach drie rollen die belangrijk zijn om dit doel te kunnen bereiken:

Transcriptie:

68

EEN LEERPLAN, MEER DAN UITTREKSEL VAN DE WETENSCHAP Dick Janse 69 Leerplannen geven aan dat we in het onderwijs de leerling kennis laten verwerven, maar niet door geheel eigen vragen en vrije onderzoeksactiviteiten. Normerend voor scholing binnen het voortgezet onderwijs is dat leerlingen zich eigen maken wat reeds ontdekt en gesystematiseerd is. Zo wordt de schepping opengelegd in al zijn ontdekte rijkdom.

70 Vakken zijn er trots op dat het leerplan de wetenschappelijke inhoud of de maatschappelijke relevantie projecteert op het verwervingsniveau van de leerling. Maar het is geen goede zaak om de inhoud van een leerplan alleen te laten vaststellen door de zogenaamde wetenschappers: de vakspecialisten en maatschappij-analisten. GEEN INDIVIDUALISME Elk leerplan ademt een visie op de werkelijkheid. Ademt een leerplan op een christelijke school een andere, mogelijk gezondere, lucht voor de leerling? Veel methoden en leerplannen lijken uit te gaan van vragen als: Heeft het waarde voor mij? Kan ik er wat mee? Doet het me wat? Kan ik ermee scoren op de toetsen en testen? Legt het een weg open naar een goede baan of vervolgstudie? Is het bruikbaar en levert het later geld, status of wat dan ook op? Kan ik straks mijn eten wel bestellen in die vreemde taal? De leerling wordt gezien als een los individu, een eiland, die zijn eigen keuzes op een individuele manier maakt. Worden wie je bent. Dat is misschien een heel menselijk denken, maar niet het denken waarin Gods Woord ons voorgaat. Gods Woord tekent ons duidelijk als geschapen tot zijn eer. Geschapen in en tot relatie. Het andere doet een beroep op jou. Dat vraagt om een respectvol antwoord. Niet: word ik er beter van, word ik gevormd, maar ben ik er voor die ander (het andere), wordt die er beter van? Hoe brengen wij onszelf en onze leerling op een juiste wijze in contact met het andere, in een zone van het nabij zijn? Een belangrijke vraag voor een leerplan. Deze vraag maakt ruimte om via het vak naar diepte van de werkelijkheid af te steken. Onderwijs zal juist die ontmoeting in de weg staan wanneer het niet meer is dan het overdragen van de vruchten van wetenschap en onderzoek, of het invullen van maatschappelijk wensen en vormingsidealen. VIER VRAGEN Mijns inziens moeten we vier basisvragen stellen bij het schrijven van vak leerplan. Wat is de natuur/eigenheid van het stukje 1. werkelijkheid dat we bij dit vak onderwijzen? Waartoe behoort het, hoe functioneert het en hoe wordt het opengelegd voor de onderzoeker en de leerling? Wat heeft God met dit deel van de schepping, die taal, die getallenwereld, die historie, etc., bedoeld? Wat is het precies? Hoe ga ik daarmee om in mijn onderwijs zodat het tot zijn recht komt? Dan maakt de inhoud van mijn vak ruimte voor

zicht op Gods schepping en herschepping, en bouwt dit onderwijs mee aan het Koninkrijk. Een tweede belangrijke vraag richt zich 2. op de verhouding van mijn vak(gebied) tot het geheel van de werkelijkheid. Hoe blijft de leerling tijdens de lessen en de concrete ontmoetingen met het vakgebied contact houden met heel de werkelijkheid? Hoe voorkom je dat de werkelijkheid uit elkaar valt in losse stukjes, waarbij ieder stukje zichzelf verklaart? Of erger: dat één stukje het geheel wil verklaren? De mensheid blijkt daar steeds weer gevoelig voor. Behavioristen verklaren gedrag vanuit de uitwendige stimuli. Freud daarentegen koos voor inwendige en vanuit het verleden doorwerkende stimuli. De humanistische stromingen zagen weer andere varianten. Binnen de biologie beweert R. Dawkins dat het slechts de genen zijn die ons gedrag aansturen en verklaren. Een fysicus daarentegen is opzoek naar een alles verklarende snaartheorie. Al deze vormen van reductionisme binnen de wetenschap hebben hun duizenden verslagen. Maar het is als bij de parabel met de blinde mannen staande bij een olifant. Degene naast de olifant beschrijft hem als een muur, die de staart beet heeft als een touw, die bij de slurf als etc. Contact met het geheel leidt tot wetenschappelijke bescheidenheid, een belangrijk item binnen christelijk onderwijs. Binnen de vaklessen liggen voldoende mogelijkheden en verbindingen met het geheel waarmee dat vak verbonden is. Daar is werkelijk het contact met, de nabijheid van de werkelijkheid, zodat verdieping, zin en zinvolheid los kunnen komen binnen een les. De oplossing zoeken in vakoverstijgende projecten biedt geen echte oplossing voor het onderwijs. Vanuit de vorige twee vragen en het contact met de werkelijkheid rijst de volgende 3. vraag: wat is de doorwerking van de zonde? Welke verstorende werking treedt hier op en welk licht geeft Gods Woord? Binnen het onderwijs, met al die verschillende vakken, wordt daar best over nagedacht. De doorwerking van het autonome denken van de mens, de gevolgen van zijn ingrijpen op het milieu, zijn falende omgang met de naaste - dat zijn zaken waar het (christelijk) onderwijs zich in woord en daad op richt. Toch moet de vraag gesteld blijven worden of dit in voldoende mate doordacht, verwoord en gebruikt wordt. Wanneer ik de dagelijkse praktijk binnen mijn eigen lessen zie, lijkt dit toch een ondergeschoven kindje te zijn. De methode omzeilt vaak de dood en het ontbreken van zin. We 71

72 richten ons op het functionele. Zeker, bij tijd en wijle komen er vragen van leerlingen aan het oppervlak van de woelige lespraktijk. Zijn dat echter niet te korte en te willekeurige momenten en zit er voldoende lijn in om de leerling te ondersteunen? Juist omdat in het (ont)breken van de zin, de vraag naar zin zo pregnant naar boven komt. Een vierde, vaak nog minder verwoorde 4. vraag, betreft de wegen tot herstel. Wat zijn mogelijkheden voor het dragen van verantwoordelijkheid? Hoe voorkomen we vals idealisme en utopisme? Het is van wezenlijk belang dat het Evangelie ons leert dat in de menswording en overwinning van de Christus niet zozeer een extra, een verborgen religieuze dimensie van ons bestaan zich opent, een zogenaamd pluspuntje aan het christelijk leven. Nee, binnen ons leven vallen concrete nieuwe mogelijkheden open. Dat brengt leerplaninhouden dicht bij onszelf en bij de leerling met zijn concrete leven. Theorie en praktijk smelten hier samen. Hoe geeft men concreet invulling aan dit burgerschap? Heeft het zin om leerlingen te belasten met diepzinnige wereldvragen en problemen die geen mens kan dragen, noch oplossen? In zekere zin wel. Deze vragen kunnen richting geven, maar lijken zeker niet de belangrijkste. Ze leiden eerder af van het dagelijkse en nabije, en blijven steken in het theoretische, het reflectieve. Het is te vaak een ver-van-mijnbed-show. Belangrijker is het om de leerling zijn verantwoordelijkheid op zich te laten nemen voor bijvoorbeeld de concrete lesinhouden, zijn concrete schoolwerk, zijn concrete schoolsituatie en zijn concrete leefwereld. Daar functioneren de lesinhouden, daar leeft de leerling. Dat zijn verantwoordelijkheden die een leerling kan dragen, waarin hij groeien kan en leren mag. Momenten waarop docent en leerling in het leven van alledag in het spoor van de Heiland gaan. LESGEVEN ALS ÉÉN ZINGEHEEL Wie zijn leerplan nog eens op deze wijze bevraagt, kan opeens veel meer dan het citeren van Bijbelteksten of het aanraken van enkele christelijke onderwerpen op het ethische vlak. De vier vragen bieden een structuur, een grammatica, waarbinnen het lesgeven uitgroeit tot één zingeheel. Ze vragen om een luisterend antwoorden. Verwoordingen die niet zozeer het bestaande van onze fundamenten voorzien, maar eerder wegen openen waarlangs leerlingen kunnen gaan om contact te leggen met die werkelijkheid, om zo tot verstaan ervan te komen. De eerste vraag laat volledig ruimte voor de vakinhouden en wel op zo n manier dat

ze onder het beslag van Gods openbaring vallen. Zelfs wanneer de naam van God daar niet bij genoemd wordt. De vierde vraag legt de weg open naar een christelijk verwoorden en uitleven van de lesinhouden. Informeren gaat hand in hand met transformeren. Daarmee geeft de vierde vraag een belangrijke aanzet om lesinhouden werkelijk in het leven te laten indalen en zinvolheid daaruit te ontvangen. De twee tussenvragen geven zowel richting als inhoud aan de verdere invulling van het leerplan vanuit de christelijke identiteit. DOORDENKING IN GEMEENSCHAP Het doordenken van het leerplan via bovenstaande vragen vraagt best veel van onze tijd, creativiteit en verantwoordelijkheid. Daarbij moeten we bedenken dat het stellen van de vragen, het vinden van de antwoorden en het omwerken naar lesinhouden niet van ons (alleen) kan uitgaan. Laten wij weg blijven bij een eilandencultuur, waar eenieder autonoom voor zichzelf bezig is. Zelfs al verleiden onze lokalen, die kleine koninkrijkjes, ons mogelijk daartoe. Het is de Geest die Gods kinderen Zijn Woord en dus hun roeping doet verstaan. Bij het geopend Woord en in gemeenschap met de Vader, de Zoon en de Geest ligt onze kracht. Verder mogen we staan op de schouders van ons christelijk voorgeslacht. Er is al veel doordacht, onderzocht en geleerd van foute en goede zaken. Zo kunnen we samen de diepte en rijkdom van het spreken van God horen, zien en uitleven. Dus in gemeenschap met hen die ons voorgingen en met elkaar. Met elkaar als team, als sectie en als christelijke scholen. REFLECTIE Sla de lesmethode waarmee u werkt bij een willekeurige paragraaf open en vraag u af waar de uitgedragen visie op de werkelijkheid afwijkt van uw eigen, of de binnen uw school vigerende, visie. Hoe gaat u daarmee om? Welke visie op de werkelijkheid leeft er binnen uw vaksectie? Hoe brengen de vaklessen de leerling dicht bij de gegeven werkelijkheid? Pas de vier kernvragen toe op het onderwerp dat u binnenkort in de lessen gaat behandelen. Wat is de opbrengst? Waar kunnen leerlingen binnen de school en binnen uw vaklessen concreet, op eigen niveau en op Bijbels verantwoorde wijze, verantwoordelijkheid op zich nemen en uitdragen? Wat zijn de mogelijkheden om dat uit te breiden? 73