Examen HAVO. geschiedenis (nieuwe stijl)



Vergelijkbare documenten
8*. Na de dood van Karel de Grote werd de eerste grondslag gelegd voor Grenzen in Europa. Leg uit.

geschiedenis (nieuwe stijl)

Eindexamen geschiedenis nieuwe stijl havo 2008-I

Eindexamen geschiedenis pilot havo II

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

Examen HAVO. geschiedenis (nieuwe stijl)

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

Eindexamen geschiedenis-nieuwe stijl havo 2006-II

geschiedenis (nieuwe stijl)

Eindexamen geschiedenis nieuwe stijl havo 2008-II

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

Tijd van jagers en boeren? 3000 v. Chr. Prehistorie. Kenmerkende aspecten. Begrippen

Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang:

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

Examen HAVO en VHBO. Geschiedenis en staatsinrichting oude en nieuwe stijl

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

Eindexamen geschiedenis n.s.havo 2007-II

geschiedenis (nieuwe stijl)

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

Verslag Geschiedenis Tijdvakkendossier tijdvak 2: tijd van Grieken en Romeinen

Examen HAVO. geschiedenis

1. Zet de onderstaande gebeurtenissen in de juiste chronologische volgorde. Noteer alleen de letters.

3 (4pnt) Gebruik bron 1. In deze tekst beschrijft de Engelse filosoof Hobbes zijn ideeën over de inrichting van de ideale staat.

Tijdvakken en kenmerkende aspecten.

1. Zet de onderstaande gebeurtenissen in de juiste chronologische volgorde. Noteer alleen de letters.

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

Geschiedenis (nieuwe stijl) en geschiedenis en staatsinrichting (oude stijl)

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

Eindexamen geschiedenis vwo 2008-II

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

Examen HAVO. Geschiedenis (nieuwe stijl) en geschiedenis en staatsinrichting (oude stijl)

Examen HAVO. geschiedenis (pilot) tijdvak uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Tijdwijzer. Het begin. Voor en na Christus

geschiedenis geschiedenis

Examen VMBO-GL en TL 2006

Examenprogramma geschiedenis havo

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

GROTE-LIJN-OVERZICHT VAN TIJDVAKKEN BEHANDELD IN LEERJAAR 1

GESCHIEDENIS EN STAATSINRICHTING CSE KB

geschiedenis geschiedenis

Geschiedenis (nieuwe stijl) en geschiedenis en staatsinrichting (oude stijl)

Eindexamen geschiedenis havo 2007-I

Examenprogramma geschiedenis havo/vwo

Eindexamen geschiedenis pilot havo I

Geschiedenis (nieuwe stijl) en geschiedenis en staatsinrichting (oude stijl)

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

Examen VWO. geschiedenis

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

De Tien Tijdvakken. Tijd van de jagers en boeren, tot 3000 v.c.

Examen VWO. geschiedenis

geschiedenis (nieuwe stijl) en geschiedenis en staatsinrichting (oude stijl)

Examenprogramma geschiedenis vwo vanaf CE 2015

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

Examen HAVO en VHBO. Geschiedenis en staatsinrichting

Eindexamen havo geschiedenis pilot I

Eindexamen geschiedenis pilot vwo I

Geschiedenis (nieuwe stijl) en geschiedenis en staatsinrichting (oude stijl)

geschiedenis en staatsinrichting CSE GL en TL

Eindexamen geschiedenis pilot havo II

Eindexamen geschiedenis pilot havo I

Eindexamen havo geschiedenis pilot 2014-I

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

geschiedenis geschiedenis

Geschiedenis (nieuwe stijl) en geschiedenis en staatsinrichting (oude stijl)

Geschiedenis en staatsinrichting (oude stijl) en geschiedenis (nieuwe stijl)

Examen VWO. Grieks. tijdvak 1 dinsdag 24 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Geschiedenis (nieuwe stijl) en geschiedenis en staatsinrichting (oude stijl)

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

geschiedenis en staatsinrichting CSE KB

Verspreiding christendom vmbo12

Eindexamen geschiedenis vwo 2007-II

De VOGGP Wat is eigenlijk een VOGGP? De V staat voor een verschijnsel. Wat zijn verschijnselen?

geschiedenis en staatsinrichting CSE KB

Voorbereidende les Cool in Sjoel!

geschiedenis en staatsinrichting CSE GL en TL

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 22 juni uur

Tijd van monniken en ridders ( n. Chr.) 3.4 De islam in Europa. Allah. Het ontstaan en de verspreiding van de islam.

Eindexamen geschiedenis havo 2008-I

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

De klassieke tijdlijn

Examen VMBO-GL en TL. geschiedenis en staatsinrichting CSE GL en TL. tijdvak 2 dinsdag 18 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl II

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Naam: VAN WILLIBRORD tot Statenbijbel

LESTIP bovenbouw havo/vwo: Tijdvakken oefenen

Geschiedenis kwartet Tijd van jagers en boeren

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de examenvragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Beste leerling, Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de examenvragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Examentraining - Geschiedenis. HAVO 5 Republiek Duitsland Koude oorlog

geschiedenis en staatsinrichting CSE KB

Een weg door de geestelijke stromingen vragenlijst voor het Christendom. Naam:

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

Examentraining - Geschiedenis

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 2 Dinsdag 22 juni uur

Transcriptie:

geschiedenis (nieuwe stijl) Examen HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 21 juni 9.00 12.00 uur 20 06 Vragenboekje Voor dit examen zijn maximaal 77 punten te behalen; het examen bestaat uit 26 vragen. Voor elk vraagnummer is aangegeven hoeveel punten met een goed antwoord behaald kunnen worden. Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt. Geef niet meer antwoorden (redenen, voorbeelden e.d.) dan er worden gevraagd. Als er bijvoorbeeld twee redenen worden gevraagd en je geeft meer dan twee redenen, dan worden alleen de eerste twee in de beoordeling meegeteld. 600061-2-68o Begin

2p 1 2p 2 Prehistorie en Oudheid Stel: Bij een opgraving vind je in laag 1: visfuiken, resten van speren, een vuistbijl, resten van vuurplaatsen en in laag 2: resten van een maalsteen en grondsporen van een ploeg. In slechts één van beide lagen was een vaste woonplaats. Beredeneer in welke laag zich de vaste woonplaats bevond. Gebruik bron 1 en 2. In 1897 werd in de venen bij Yde het lijk van een ongeveer zestienjarig meisje gevonden. Deze vondst gaf aanleiding tot twee voorlopige conclusies over de leefwijze van het volk waartoe dit meisje behoorde. Het volk dat leefde bij de venen in de buurt van Yde: straft misdadigers door ze in het veen ter dood te brengen en voert geen straf uit, maar offert mensen in het veen. Ondersteun elke voorlopige conclusie met een aan de bronnen ontleend argument. 2p 3 4p 4 Het volk waarbij het meisje van Yde hoorde, leefde enerzijds wel en anderzijds niet in de prehistorie. Leg dit uit. Gebruik bron 3. De Romeinse politicus en redenaar Cicero (106-43 v Chr) noemde Herodotus de vader van de geschiedschrijving, omdat hij de eerste was die probeerde de geschiedenis op een wetenschappelijke manier te onderzoeken. Leg met twee voorbeelden uit dat Herodotus de geschiedenis op een wetenschappelijke manier tracht te onderzoeken. 2p 5 Gebruik bron 4. Overblijfselen van dergelijke amfitheaters uit deze periode zijn ook gevonden in Griekenland, het Midden-Oosten, Noord-Afrika, Spanje en Trier (Duitsland). waardoor deze grote verspreiding verklaard kan worden welke conclusie je kunt trekken over de culturele beïnvloeding in deze tijd en in dit gebied. 2p 6 De volgende historische gebeurtenissen staan in alfabetische volgorde: 1 De Frankische koning Dagobert I laat in Utrecht een kerkje bouwen op de overblijfselen van een Romeins fort, om van daaruit de Friezen te bekeren tot het christendom. 2 De monnik Maarten Luther verspreidt 95 stellingen om misbruiken in de roomskatholieke kerk ter discussie te stellen. 3 Herdersvolken, waaronder een stam onder leiding van Abraham, een van de aartsvaders van het Joodse volk, vestigen zich in het gebied dat nu Israël heet. 4 In de tijd van Augustus (de eerste Romeinse keizer) wordt in Bethlehem Jezus Christus geboren. 5 Mohammed, grondlegger van de Islam, vlucht uit Mekka naar Medina. 6 Paus Urbanus II roept op tot een kruistocht, de eerste van een reeks, naar het Heilige Land (het huidige Israël en Palestina). Zet deze zes historische gebeurtenissen in de juiste chronologische volgorde, van vroeger naar later. Noteer alleen de nummers. 600061-2-68o 2 Lees verder

2p 7 3p 8 De Middeleeuwen Gebruik bron 5. In de tijd van Pepijn ontstaat het feodale stelsel. Uit deze tekst blijkt: een oorzaak van het ontstaan van het feodale stelsel en de afhankelijkheid in de vroege middeleeuwen van het centrale vorstelijke gezag van de kerk. Leg dit voor beide conclusies uit. Gebruik bron 5. Het feodale stelsel is een reactie op de economische veranderingen in de vroege middeleeuwen. Leg dit uit. Doe dat door: eerst (zonder bron) een economische verandering in de vroege middeleeuwen te noemen en daarna (met bron) uit te leggen dat het feodale stelsel een antwoord is op deze verandering. 2p 9 2p 10 Het feodale stelsel vormde een oorzaak voor het uiteenvallen van het centraal vorstelijk gezag in de latere middeleeuwen. Leg dit uit. Door de groei van de handel ontstond aan het einde van de middeleeuwen een nieuw machtsevenwicht tussen vorsten en adel. Leg uit welke machtsverschuiving er plaatsvond. 5p 11 Gebruik bron 6. Tussen 1096 en 1291 streden christenen en islamieten om het bezit van het Heilige Land. In de tijd van emir Oesama waren de christenen er de baas. Zijn geschriften zijn een belangrijke bron voor de verhoudingen tussen beide godsdiensten. Beschrijf de verhoudingen tussen beide religies. Doe dat door: eerst twee ervaringen van de emir met de Franken te noemen en daarmee een conclusie te trekken over de verhouding tussen christenen en islamieten op dat moment; daarna een argument te noemen waarom je deze bron bruikbaar vindt om deze conclusie te ondersteunen en een argument waarom je voorzichtig moet zijn met het trekken van deze conclusie op grond van deze bron. 600061-2-68o 3 Lees verder

Vroegmoderne Tijd In de zestiende eeuw begint de Europese expansie overzee en een nieuwe wetenschappelijke belangstelling. Beide ontwikkelingen hebben elkaar beïnvloed. 4p 12 Leg uit met telkens een voorbeeld: waardoor de nieuwe wetenschappelijke belangstelling de Europese expansie mogelijk maakte en dat de expansie de wetenschappelijke belangstelling bevorderde. 3p 13 Over de oorzaken van de Nederlandse Opstand (1568-1648) bestaat onder historici onenigheid. Hieronder staan drie uitspraken van historici: 1 De werkelijke oorzaak van de Opstand was de onderdrukking van de Calvinisten. 2 In 1566 kwam het gewone volk in opstand als reactie op de extreem hoge voedselprijzen. 3 Als de Spaanse koning de wrede hertog van Alva niet had gestuurd, was het conflict nooit zo uit de hand gelopen. Deze uitspraken zijn afkomstig van een katholieke, een protestantse en een socialistische historicus. Verbind elke uitspraak met de historicus die deze uitspraak gedaan kan hebben. Licht je keuze telkens toe. Doe het zo: 1 = (kies uit liberaal, katholiek, socialist) met toelichting, 2 = enz. 4p 14 Gebruik bron 7. De Republiek verschilde van de omringende landen doordat zij een burgerlijk karakter had. waardoor dit uit de indeling van William Temple blijkt en (zonder bron) waaruit dit burgerlijk karakter blijkt met een voorbeeld uit de schilderkunst. 3p 15 De Pruisische koning Frederik de Grote wordt beschouwd als een voorbeeld van een verlicht absoluut vorst. Aan hem wordt de uitspraak toegeschreven Alles voor het volk, maar niets door het volk. Deze uitspraak wordt vaak gebruikt om te laten zien dat verlichte vorsten niet alle ideeën van de Verlichting overnamen. Noem het idee dat zij meestal niet overnamen en verklaar dit. 6p 16 Gebruik bron 8. Deze afbeelding kan gebruikt worden als illustratie bij een aantal paragrafen uit een boek over het Abolitionisme, met de volgende titels: 1 Verlichtingsideeën 2 De transatlantische slavenhandel 3 De Industriële Revolutie Leg voor elke paragraaf uit welk verband er bestaat tussen de titel van de paragraaf en het Abolitionisme, de bron met het medaillon. 600061-2-68o 4 Lees verder

Moderne Tijd 2p 17 2p 18 2p 19 De Industriële Revolutie begint in de textielnijverheid. Leg uit waarom de textielnijverheid als eerste gemechaniseerd werd. Gebruik bron 9. Liberale fabrikanten wezen in het algemeen overheidsingrijpen in de economie af. Toch steunden ze vaak regulering van de fabrieksarbeid door de overheid. Noem een reden voor deze steun die uit de bron blijkt. Een bewering: De socialistische arbeidersbeweging in de negentiende eeuw in West-Europa was tegen het imperialisme, maar de arbeiders hadden belang bij de instandhouding van het koloniale rijk van hun land. Leg dit voor beide onderdelen van de bewering uit. 3p 20 Gebruik bron 10. De uitbreiding van het kiesrecht was in het Nederland van de negentiende eeuw één van de belangrijkste politieke kwesties. Lange tijd bleef het kiesrecht beperkt tot een betrekkelijk kleine groep rijke mannen. In 1917 werd het algemeen mannenkiesrecht ingevoerd, twee jaar later gevolgd door het algemeen vrouwenkiesrecht. dat de tekening is gemaakt vóór 1917 en dat de tekenaar de kiesrechtstrijd ziet als een strijd tussen twee klassen. 2p 21 Zowel het communisme als het fascisme hebben een totalitair karakter. Leg met een voorbeeld uit een communistisch en een voorbeeld uit een fascistisch land uit wat dit betekende voor een burger van dat land. 6p 22 Gebruik bron 11. Deze fotocollage van de Duitse kunstenaar John Heartfield geeft de linkse kritiek op Adolf Hitler en de nazi s duidelijk weer. Je trekt de conclusie dat zowel de nationaal-socialisten als de socialisten zich richten op dezelfde bevolkingsgroep. Bespreek deze conclusie. Doe dat door uit te leggen: (met de bron) welke suggestie Heartfield wekt als het gaat om de steun die Hitler krijgt en (met de bron) tot welke kiezers Heartfield zich richt en (zonder de bron) waarom zowel de nationaal-socialisten als de socialisten zich tot deze kiezers richten. 2p 23 3p 24 3p 25 4p 26 Gebruik bron 12 en 13. De bekladding van het huis van de familie Cohen is een voorbeeld van de invloed van propaganda. Toon dit met deze twee bronnen aan. Gebruik bron 12 en 13. De aanpak die uit deze twee bronnen blijkt, is kenmerkend voor de strategie die de nazi s gebruikten om één van hun doelen te bereiken. Noem dat doel en leg uit waardoor deze aanpak hun doel dichterbij brengt. Gebruik bron 14. In deze tekst komt een aantal kenmerken van de periode na 1945 naar voren. Toon dit aan voor drie kenmerken van de Koude Oorlog. Gebruik bron 15 en 16. Deze foto s laten veranderingen in de tweede helft van de twintigste eeuw zien. Noem twee van die veranderingen, bij elke foto één. Licht je antwoord toe met een element uit de foto. Einde 600061-2-68o 5 Lees verder