Saksen Weimar fase 5 en verder Ecologische check



Vergelijkbare documenten
Nader onderzoek flora en fauna. Spoorverdubbeling, Wehl

Nader onderzoek vleermuizen Hotel Maastrichterweg 11, Valkenswaard

Quickscan flora en fauna. Woonhuis Wijststraat 3 te Heesch

Aanvullend natuuronderzoek locatie Nieuweweg / Parklaan te Hattem

Nader onderzoek fauna Drempel 1 en 2, Oosterbeek

Quickscan flora en fauna. Kilderseweg 2a te Zeddam

Nader onderzoek. Vleermuizen. V.S.O. School de "Keerkring" Woerden. Gemeente Woerden Ecologisch onderzoek en advies.

Nader onderzoek Vleermuizen, huismus en steenmarter Ingen

Quickscan Flora- en Faunawet. t.b.v. sloop Opstallen. Oude Maasstraat 18 gemeente Uden

Quickscan flora en fauna. Hoogstraat / t Dorp te Heesch

! " # $! % & '%(#(#%) * +,,, & -, ".,,,,,!

MEMO. Vleermuizen Sportlaan 2 4 te Gemert

Notitie. 1 Inleiding. Referentienummer Datum Kenmerk PN mei Betreft Roofvogel onderzoek (BMP-R methode)

Buro Maerlant. Veldhoven Zandoerleseweg. Notitie Flora- en faunawet. L a n d s c h a p, E c o l o g i e & R u i m t e l i j k e O r d e n i n g

NATUURTOETS LANGE WEMEN HENGELO VERVOLGONDERZOEK GEMEENTE HENGELO

Nader onderzoek poelkikker en kleine modderkruiper. Opstelterrein Rouaanstraat, Groningen

QUICKSCAN FLORA EN FAUNA

TOELICHTING FLORA- EN FAUNAWET

Vleermuisonderzoek De Waterwijzer Lelystad

Erasmuslijn Den Haag. Quick scan ecologie en vleermuisonderzoek. Movares Nederland B.V. drs. T.P. Seip Kenmerk MNO-TS Versie 1.

Quickscan flora en fauna

Quickscan flora en fauna. Deltaweg te Helmond

Notitie flora en fauna

Beverwijkerstraatweg 44 - Castricum

Quickscan flora en fauna

Adviesnota. Figuur 1: de geprojecteerde locatie van het Noordgebouw is aangegeven middels de gele lijn. Bron: POS plankaart 2010.

Quick scan Ecologie Tunnel Leijenseweg Gemeente De Bilt

Nader onderzoek steenmarters. De Geest

Nader onderzoek vleermuizen. Van Tilburg. Laar 2-10, Nistelrode

Nader onderzoek vleermuizen en huismussen. Voormalige supermarkt, Heteren

Buro Maerlant. Gemert Heuvel 21. Notitie Flora- en faunawet. L a n d s c h a p, E c o l o g i e & R u i m t e l i j k e O r d e n i n g

Resultaten Quickscan, vissen en vleermuisonderzoek met betrekking tot de Flora- en Faunawet.

Quickscan flora en fauna. t Dorp te Heesch

Aanvullend natuuronderzoek voormalig Zoutdepot Breukelen

Notitie verkennend Flora- en faunaonderzoek Lettele

Buro Maerlant. Rotterdam Marinestraat. Notitie Flora- en faunawet. L a n d s c h a p, E c o l o g i e & R u i m t e l i j k e O r d e n i n g

ACTUALISEREND ONDERZOEK FLORA- EN FAUNAWET KREKENBUURT TE ELST

Ruimtelijke ontwikkelingen en de Flora- en faunawet

Steenuil en ontheffingsaanvragen van de Flora- en faunawet. Martijn van Opijnen (Dienst Regelingen) Wouter van Heusden (Dienst Landelijk Gebied)

Buro Maerlant. Heesch Wijststraat 15. Notitie Flora- en faunawet. L a n d s c h a p, E c o l o g i e & R u i m t e l i j k e O r d e n i n g

Bijlage 1 Wettelijk kader

Projectplan steenuil. Fabrieksterrein Beckers, Meijel

Samenvatting quickscan natuurtoets

Tabel 1: Inventarisatieschema onderzoek Waterspitsmuis.

Notitie. Inleiding. Wettelijk kader. Verbodsbepalingen. Voortplantingsplaatsen en andere vaste rust- en verblijfplaatsen

Toets flora en fauna Herinrichting locatie Spreeuwenstraat 11 te Nijmegen

Quickscan flora en fauna

Natuurtoets MCS. Planteam Groen, Recreatie en Water

Deze wet beschermt van ongeveer 500 van de dier- en plantensoorten die in Nederland

Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk (KuiperCompagnons)

Onderzoek Vleermuizen. Plangebied Den Hoek te Helvoirt

Colofon. : Nader onderzoek paartijd vleermuizen : Werkensedijk 69 te Werkendam. Titel Subtitel. : 20 september Projectnummer : 10.

Veldinventarisatierapport t Hof 12 te Uddel. Opdrachtgever: Van Beijnum Architecten. 18 mei projectnummer

Vleermuisonderzoek locatie Merenhoef te Maarssen

onderdoorgang Leijenseweg, Bilthoven

Project Status Datum. Sloop en nieuwbouw locatie Emmaschool concept 14 januari Auteur Veldonderzoek Projectcode

Quickscan samenvatting Flora- en faunawet Van Zuylenlaan 9, Hoevelaken

QUICKSCAN FLORA EN FAUNA

Toets flora en fauna Molenstraat 59c te Gemert

- er sprake is van een wettelijk geregeld belang (waaronder het belang van land- en bosbouw,

Notitie Flora- en faunaonderzoek Apeldoorn

Dienst Infrastructuur Verkeer en Vervoer H. van der Meer Postbus HB AMSTERDAM

Quickscan flora en fauna Villapark Florade. Kotkampweg 188 te Enschede

Verkennend natuuronderzoek locatie Smitterijhof te Haaksbergen

Quickscan flora en fauna. Onderdoorgang Tolhuislaan, Den Dolder

Buro Maerlant. Zegge, A.M. de Jongstraat ongenummerd. Ecologische quickscan in het kader van de Flora- en faunawet

Uw aanvraag van de verbodsbepalingen genoemd in artikel 11 van de Flora- en faunawet wijs ik af

Quickscan samenvatting natuurtoets Sint Nicolaasdijk 153, Kampen

Verkennend natuuronderzoek N237 Soesterberg

Vleermuizenonderzoek Middenweg te Heerhugowaard

HABITATSCAN DIEPENBROCKLAAN. Broedvogels & vleermuizen

Toets flora en fauna President Verhofstadtstraat Groeskuilenstraat en Virmundtstraat te Gemert

Buro Maerlant. Groesbeek Cranenburgsestraat. Aanvullende notitie in het kader van de Flora- en faunawet

Flora- en faunascan voor de bouw van een woning aan de Bolenbergweg te Belfeld

Notitie Flora- en faunaonderzoek Enter

Bijlage 1 Ecologisch onderzoek

QUICKSCAN FLORA & FAUNA CATHARIJNESTEEG 10 BARNEVELD ADVISEUR HENK JANSEN VERSIE 1.0

Terneuzen. Quickscan Flora en fauna. Wulpenbek 16 te Hoek. <NL.IMRO.Invullen> concept. I. Dekker MSc. identificatiecode: datum: status:

Natuurtoets Tugelawegblokken

Ecologische Quickscan Beethoven 2de fase

Ecologische quick scan Charloise Lagedijk 610-B, Rotterdam

Quickscan natuuronderzoek bouwblok Kolenbranderweg Haaksbergen

Notitie Quickscan flora en fauna

Actualisatie quick scan in verband met nieuwe Wet natuurbescherming.

Notitie. Quickscan natuuronderzoek. Parallelweg 9 in Neede. In het kader van de Flora- en faunawet. oktober rapportnr: 13477

6 Flora- en fauna quickscan

Toets flora en fauna Kolping te Nijmegen

Nader onderzoek vleermuizen Alexanderstraat Velp

Quickscan samenvatting twee percelen Staphorst

Quickscan samenvatting Stephensonstraat Harderwijk

Rapportage: Eric Verkaik Veldwerk: Elmar Prins. Quickscan. Spankerenseweg 20 Dieren

Notitie. Inleiding. Methodiek. Delfland S. Jaarsma & M.A.J. Grutters. Vervolgonderzoek Dijkhoornseweg Den Hoorn. Projectnummer: 1029

Toets flora en fauna. 1 Inleiding. 2 Wettelijk kader. Pastoor Attendorenstraat Gemert

ECOLOGISCHE QUICKSCAN UTRECHTSEWEG 302 AMERSFOORT. Adviseur Henk Jansen I versie 1.0

Quickscan flora en fauna

Ecomilieu R. Gerritsen Bergweg 5A 7671 TA VRIEZENVEEN. Datum 16 maart 2016 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet

QUICKSCAN BURGEMEESTER SLANGHENSTRAAT HOENSBROEK

Huidige situatie Het plangebied bestaat uit bebouwing, verharding, opgaande beplanting en watergangen.

Staatsbosbeheer T. Muusse Hilweg MT WERKENDAM. Datum 7 augustus 2014 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet

: QuickScan Flora & Fauna Meijelseweg 60a te Beringe, gemeente Peel en Maas

Transcriptie:

Saksen Weimar fase 5 en verder Arnhem, 11 december 2014

P a g i n a 2 Colofon Titel : Saksen Weimar fase 5 Subtitel : Projectnummer : 14.125 Datum : 11 december 2014 Veldonderzoek : T. Kooij Auteur(s) : T. Kooij Goedgekeurd door : A. Zandstra Opdrachtgever : De Groene Treden Contactpersoon : P. Verduijn Bezoekadres : Tivolilaan 205 Postbus : 2 Postcode : 6800 AA Arnhem Telefoon : 026-8454583 info@ekoza.nl www.ekoza.nl Ekoza is lid van het Netwerk Groene Bureaus: www.netwerkgroenebureaus.nl

P a g i n a 3 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 4 2. Wettelijk kader... 5 2.1 Flora- en faunawet... 5 3. Gebiedsbeschrijving... 7 3.1 Gebiedsbeschrijving... 7 3.2 Voorgenomen ingreep... 8 4. Onderzoeksmethode... 9 4.1 Eerder onderzoek... 9 4.2 Veldonderzoek... 9 4.1.1 Bomencontrole fase 5 en verder ten behoeve van de kap... 9 4.1.2 Controle van het terrein op beschermde soorten... 9 4.3 Uitwerking en rapportage... 10 5. Resultaten... 11 5.1 Vleermuizen... 11 5.2 Vogels... 12 5.3 Planten... 13 5.4 Overige beschermde soorten... 13 6. Conclusies en aanbevelingen... 14 Bronnen... 15 Literatuur... 15 Websites... 15

P a g i n a 4 1. Inleiding Op het voormalige kazerneterrein Saksen Weimar te Arnhem zullen woningen gebouwd gaan worden. Fase 1 en 2 zijn gebouwd, fase 3 wordt gebouwd, fase 4 zal op korte termijn gebouwd worden en fase 5 is in voorbereiding. Voor fase 1 en 2 is een ontheffing van de Flora- en faunawet verkregen omdat er enkele beschermde soorten op het terrein voorkwamen. Voor fase 3 en 4 bleek geen ontheffing noodzakelijk, uit de diverse onderzoeken bleek dat er op dit deel van het terrein geen beschermde soorten voorkomen. Fase 5 en verder is nu in voorbereiding waarbij het bestemmingplan aangepast zal moeten worden. Ook voor deze fase is het noodzakelijk om een aantal aspecten te onderzoeken. Hierbij moeten ook de eventuele gevolgen voor natuur aan de orde komen. Eén van de haalbaarheidsstudies die hiervoor dient te worden uitgevoerd is toetsing aan de natuurwet- en regelgeving. De bebouwing en groene elementen kunnen als rust- of verblijfplaats dienen voor verschillende diersoorten. Veel dieren en planten zijn middels de Flora- en faunawet beschermd. Om inzichtelijk te krijgen of voor het uitvoeren van de werkzaamheden een ontheffing nodig is in het kader van de Flora- en de faunawet, is het noodzakelijk om te weten of er beschermde dieren en/of planten op het terrein voorkomen. Mogelijk liggen er beschermde gebieden in de directe omgeving van het terrein waarop de ingreep effect kan hebben. Dit is van belang te weten in verband met de Natuurbeschermingwet. Deze onderzoeken hebben in het verleden voor zowel het gehele terrein als specifiek ook voor fase 1 t/m 4 plaatsgevonden waarbij een aantal beschermde waarden zijn aangetroffen. Voor fase 1 en 2 is hiervoor een ontheffing van de verbodsbepalingen van de Flora- en faunawet verkregen. Natuur is dynamisch. Onderzoeken en ontheffingen hebben daarom een beperkte periode waarvoor ze gelden. Het is daarom noodzakelijk om voor fase 5 en verder te bepalen of de situatie nog min of meer hetzelfde is qua beschermde natuurwaarden. De voorliggende rapportage beschrijft de resultaten van de update van de eerdere natuuronderzoek. Het betreft een beoordeling van de huidige en potentiële aanwezigheid van beschermde soorten planten en dieren op de onderzoekslocatie en de te verwachten effecten van de voorgenomen ingreep op beschermde soorten. In hoofdstuk 2 staat het wettelijke kader uiteengezet, waaraan getoetst dient te worden. Hoofdstuk 3 geeft een beschrijving van het onderzoeksgebied en de voorgenomen ingrepen. Hoofdstuk 4 geeft een korte beschrijving van de onderzoeksmethodes die gebruikt zijn. In hoofdstuk 5 worden de resultaten van het onderzoek besproken en getoetst aan de Flora- en faunawet. Tenslotte wordt in hoofdstuk 6 de conclusies en aanbevelingen gegeven.

P a g i n a 5 2. Wettelijk kader In dit hoofdstuk wordt in het kort het wettelijk kader en de toepassing op ruimtelijke ontwikkelingen beschreven. Bij de bescherming van natuur in Nederland wordt onderscheid gemaakt tussen soortenbescherming en gebiedsbescherming. De soortbescherming is geregeld in de Flora- en faunawet en de gebiedsbescherming in de Natuurbeschermingswet. Dit onderzoek heeft betrekking op toetsing aan de Flora- en faunawet, de Natuurbeschermingswet is in eerdere onderzoeken aan de orde geweest. 2.1 Flora- en faunawet Sinds 1 april 2002 is de Flora- en faunawet van kracht. Deze wet vormt het wettelijke kader voor bepalingen die voorheen in verschillende wetten waren opgenomen, zoals de Vogelwet, de Jachtwet, de Wet bedreigde uitheemse diersoorten en een deel van de Natuurbeschermingswet (soortbescherming). Tevens is de Flora- en faunawet het nationale wettelijke kader waarin de bepalingen van EU-richtlijnen op het gebied van natuurbescherming (soorten) zijn omgezet naar nationaal recht. Doel van de Flora- en faunawet is het in stand houden van de planten- en diersoorten die in het wild voorkomen. Hiertoe is een groot aantal plant- en diersoorten beschermd. In principe mogen er geen handelingen worden uitgevoerd die schadelijk zijn voor de soort. Van de verbodsbepalingen is onder bepaalde voorwaarden een ontheffing mogelijk. Voor alle soorten geldt er een zorgplicht : een ieder dient voldoende zorg in acht te nemen voor in het wild levende planten en dieren. Verbodsbepalingen volgens de Flora- en faunawet: Artikel 8: Het is verboden planten, behorende tot een beschermde inheemse plantensoort, te plukken, te verzamelen, af te snijden, uit te steken, te vernielen, te beschadigen, te ontwortelen of op enigerlei andere wijze van hun groeiplaats te verwijderen. Artikel 9: Het is verboden dieren, behorende tot een beschermde inheemse diersoort, te doden, te verwonden, te vangen, te bemachtigen of met het oog daarop op te sporen. Artikel 10: Het is verboden dieren, behorende tot een beschermde inheemse diersoort, opzettelijk te verontrusten. Artikel 11: Het is verboden nesten, holen of andere voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van dieren, behorende tot een beschermde inheemse diersoort, te beschadigen, te vernielen, uit te halen, weg te nemen of te verstoren. Artikel 12: Het is verboden eieren van dieren, behorende tot een beschermde inheemse diersoort, te zoeken, te rapen, uit het nest te nemen, te beschadigen of te vernielen. Daarnaast is artikel 13 eventueel nog van belang in verband met verplaatsen van soorten. Het vervoeren en onder zich hebben van beschermde inheemse soorten is verboden. Artikel 2: Zorgplicht volgens de Flora- en faunawet: 1. Een ieder neemt voldoende zorg in acht voor de in het wild levende dieren en planten, alsmede voor hun directe leefomgeving. 2. De zorg, bedoeld in het eerste lid, houdt in ieder geval in dat een ieder die weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat door zijn handelen of nalaten nadelige gevolgen voor flora of fauna kunnen worden

P a g i n a 6 veroorzaakt, verplicht is dergelijk handelen achterwege te laten voor or zover zulks in redelijkheid kan worden gevergd, dan wel alle maatregelen te nemen die redelijkerwijs van hem kunnen worden gevergd teneinde die gevolgen te voorkomen of, voor zover die gevolgen niet kunnen worden voorkomen, deze zoveel mogelijk te beperken of ongedaan te maken. Algemene Maatregel van Bestuur Middels een Algemene Maatregel van Bestuur is de regelgeving rond de Flora- en faunawet nader ingevuld. Het belangrijkste gevolg is dat de procedures bij ruimtelijke ingrepen en bij bestendig gebruik en beheer aanzienlijk eenvoudiger worden, aangezien voor de meest algemene soorten er een vrijstelling van de verbodsbepalingen komt (voor onder meer ruimtelijke ingrepen en bestendig gebruik en beheer). Bij het toepassen van de Flora- en faunawet wordt voortaan een onderscheid gemaakt in drie categorieën van beschermde soorten: Tabel 1: De algemene beschermde soorten waarvoor ten aanzien van activiteiten in het kader van ruimtelijke ontwikkeling en bestendig gebruik en beheer een vrijstelling zonder nadere voorwaarden geldt. Tabel 2: De bedreigde beschermde soorten: voor een aantal soor De bedreigde beschermde soorten: voor een aantal soorten planten en dieren geldt een strikter beschermingsregime. Omdat ze in Nederland als bedreigd worden beschouwd. Vrijstelling geldt als op basis van een goedgekeurde gedragscode wordt gewerkt. Ontheffing kan worden verleend als geen afbreuk wordt gedaan aan an de gunstige staat van instandhouding van de soort. Tabel 3: De strikt beschermde soorten: alle vogelsoorten alsmede plant De strikt beschermde soorten: alle vogelsoorten alsmede plant- en diersoorten die vermeld staan in Bijlage IV van de Habitatrichtlijn of bij Algemene Maatregel van Bestuur zijn aangewezen als bedreigde soorten (genoemd in Bijlage 1 van het betreffende besluit). Voor bestendig gebruik en beheer geldt ook voor deze soorten een vrijstelling ten aanzien van de verbodsbepalingen in artikelen 8, 9, 11 en 12, mits men werkt op basis van een door de minister goed gekeurde gedragscode. Voor het overtreden van verbodsbepalingen bij ruimtelijke ingrepen is voor aangewezen bedreigde soorten altijd een ontheffing op grond van artikel 75 van de Flora- en faunawet noodzakelijk. Ontheffing kan alleen worden verleend als er geen andere bevredigende oplossing voorhanden is, er sprake is van een in de wet genoemde reden van openbaar belang en er geen afbreuk worden gedaan aan de gunstige staat van instandhouding van de soort.

P a g i n a 7 3. Gebiedsbeschrijving 3.1 Gebiedsbeschrijving Het terrein bestaat uit een voormalig kazerneterrein aan de rand van Arnhem waarop woningbouw zal plaatsvinden. Fase 1 en 2 zijn al gebouwd, fase 3 wordt nu gebouwd en fase 4 zal op korte termijn starten. Fase 5 is nu in voorbereiding. Het gebied ligt tussen de tussen de Apeldoornseweg, de Monnikensteeg nsteeg ingeklemd en omvat de voormalige sportvelden en gronddepot Paasberg. Figuur. Fase 5 en verder Saksen Weimar

P a g i n a 8 3.2 Voorgenomen ingreep Fase 5 en verder is in het voorbereidende stadium, het bestemmingsplan zal eerst gewijzigd moeten worden. Uiteindelijk zal op het terrein woningbouw gaan plaatsvinden. Het terrein bestaat grotendeels uit voormalige sportvelden met enkele bomen eromheen. De bomen en struiken zullen deels gekapt worden. Daarna wordt het terrein bouwrijp gemaakt en zullen er woningen gerealiseerd worden. Figuur. Fase 5 zoals het er nu bij ligt.

P a g i n a 9 4. Onderzoeksmethode 4.1 Eerder onderzoek Het gehele terrein en fase 1 t/m 4 zijn diverse keren onderzocht op het voorkomen van beschermde soorten (zie literatuurlijst). De resultaten van deze onderzoeken zijn als basis voor het huidige onderzoek meegenomen. De belangrijkste resultaten hieruit zijn: Geen verblijfplaatsen van vleermuizen, alleen foeragerende gewone dwergvleermuizen Vossenburcht buiten het terrein Mogelijke eekhoornnesten in fase 1 en 2 Wilde marjolein en brede wespenorchis in fase 1 en 2 4.2 Veldonderzoek 4.1.1 Bomencontrole fase 5 en verder ten behoeve van de kap De resultaten uit de eerdere onderzoeken hebben mede bepaald welk onderzoek er noodzakelijk was voor de bomen. Uit de eerdere onderzoeken is steeds naar voren gekomen dat er geen holten in de bomen aanwezig zijn waarin vleermuizen of andere beschermde soorten kunnen huizen. Alle bomen op het terrein zijn visueel gecontroleerd op boomholten en de aanwezigheid van jaarrond beschermde nesten van roofvogels en eekhoorns. De controle van de bomen van fase 5 en verder heeft plaatsgevonden op 5 december 2014. 4.1.2 Controle van het terrein op beschermde soorten Het terrein is op 5 december onderzocht op de aanwezigheid van beschermde soorten dieren en planten. Het is terrein afgezocht op sporen, met name holen van zoogdieren. Ook is er gelet op de aanwezigheid en vooral geschiktheid voor reptielen en amfibieën. Vanuit de eerdere onderzoeken was duidelijk dat de verwachting hiervoor niet groot was. Het terrein is ook onderzocht op de mogelijkheid voor beschermde planten. Het veldwerk is begin december uitgevoerd waardoor vooral ook is gelet op locaties waar beschermde planten zouden kunnen voorkomen. In de eerdere onderzoeken zijn wilde marjolein en brede wespenorchis aangetroffen. Kansrijk stukken zijn afgezocht op aanwezigheid en op potentie.

P a g i n a 10 4.3 Uitwerking en rapportage Toetsing aan de Flora- en faunawet (soortbescherming) Onderzocht wordt of de verbodsbepalingen van de Flora- en faunawet worden overtreden, een ontheffing noodzakelijk is en of daaruit voortvloeiende e verplichtingen in de vorm van mitigatie of compensatie noodzakelijk zijn. Hierbij is onderscheidt gemaakt in tabel 1 soorten en de tabel 2 en 3 soorten van de Flora- en faunawet. Voor de tabel 1 soorten geldt een algehele vrijstelling voor het overtreden van enkele verbodsbepalingen wanneer sprake is van bestendig beheer en onderhoud en bestendig gebruik of van werkzaamheden in het kader van ruimtelijke inrichting of ontwikkeling. Wel geldt te allen tijde de zorgplicht (zie paragraaf 2.1). Voor tabel 2 soorten, en bij bestendig beheer en onderhoud en ruimtelijke ontwikkelingen en inrichting is het mogelijk om met een door het ministerie van Economische Zaken goedgekeurde gedragscode te werken. Als de beschreven maatregelen van een goedgekeurd gedragscode in acht worden genomen, is een ontheffing in het kader van de Flora- en faunawet niet noodzakelijk. De tabel 3 soorten zijn strikt beschermd. Indien er verbodsartikelen overtreden gaan worden is een ontheffing nodig.

P a g i n a 11 5. Resultaten De werkzaamheden die uitgevoerd zullen worden kunnen effect hebben op beschermde soorten. Dit onderzoek is gericht op het voorkomen van beschermde soorten en de mogelijke invloed van de werkzaamheden op deze soorten. 5.1 Vleermuizen Uit het eerdere onderzoek zijn geen verblijfplaatsen van vleermuizen gekomen. De enige soort die regelmatig op het terrein is aangetroffen is de gewone dwergvleermuis. Dit is een gebouwbewonende soort. Er staan geen gebouwen op het terrein. De bomen langs de rand van het terrein staan zijn niet geschikt om als verblijfplaats van vleermuizen te kunnen dienen. De bomen zijn bijna allemaal te dun. Dikkere bomen zijn gecontroleerd op de aanwezigheid van holen en gaten. Die zijn niet aangetroffen. Ongetwijfeld zullen er vleermuizen over het terrein vliegen om te foerageren. In de omgeving zijn echter zeer veel mogelijkheden voor vleermuizen. Daarmee is er geen sprake van zeer belangrijk of essentieel foerageergebied. Ook is er geen sprake van essentiële vliegroutes. De belangrijke structuren van bomen die vanaf potentiële verblijfplaatsen (gebouwen in de wijk) naar belangrijke foerageergebieden kunnen lopen blijven intact. De voorgenomen bouw geeft geen verstoring van eventuele vliegroutes. Effectenbepaling Er zijn geen verblijfplaatsen van vleermuizen aanwezig. Gebouwen zijn niet op het terrein aanwezig. De aanwezige bomen zijn niet geschikt voor verblijfplaatsen voor vleermuizen. Er zijn vanuit de Flora- en faunawet geen belemmeringen ten aanzien van deze soortgroep.

P a g i n a 12 5.2 Vogels De rand van het terrein is ingeplant met bomen en struiken. In het broedseizoen zullen hier vogels in nestelen. In de uitvoering moet hiermee rekening gehouden worden. De nesten van broedende vogels zijn beschermd. Om verstoring te voorkomen moet eventuele kap plaatsvinden op het moment dat er geen vogels zitten te broeden. Hiervoor wordt meestal het broedseizoen aangehouden van 15 maart tot 15 juli. De Flora- en faunawet kent deze termijn niet. Broedende vogels zijn ook buiten deze periode beschermd. Er zijn geen nesten van jaarrond beschermde soorten aangetroffen. Effectenbepaling Voor fase 5 en verder zijn er geen belemmeringen van uit de Flora- en faunawet ten aanzien van vogels. Figuur. Beplanting rondom het terrein.

P a g i n a 13 5.3 Planten Veldonderzoek Op het terrein van Fase 1 en 2 is in het verleden wilde marjolein aangetroffen. Fase 5 bestaat echter uit een voormalig sportveld met opgaande beplanting eromheen. Het terrein is niet geschikt voor beschermde planten. Effectenbepaling De verwachting is, gezien de aard van het terrein, dat er geen beschermde soorten zullen voorkomen op het terrein van fase 5 en verder. Een ontheffing van de verbodsbepalingen van de Flora- en faunawet niet nodig. 5.4 Overige beschermde soorten Uit eerdere onderzoeken zijn eekhoorn, konijn en vos als gebruikers van het terrein naar voren gekomen. Alle bomen rondom het terrein zijn onderzocht. Er zijn geen nesten van eekhoorns aangetroffen. Er zijn konijnen op het terrein aanwezig. In de randen naar de van het terrein zijn enkele konijnenholen aanwezig. Deze randen blijven grotendeels intact. De vos is in het verleden wel verschillende keren op het terrein gezien maar de burcht ligt buiten het gebied. Ook nu is er geen burcht aangetroffen. Er zullen tabel 1 soorten zoals muizen voor kunnen komen. Voor deze soortgroep geldt een vrijstelling voor or ruimtelijke ingrepen. Het terrein is ongeschikt voor reptielen en voor de meeste amfibieën door de afwezigheid van water en structuurrijke vegetatie. Deze soorten zijn tijdens het veldwerk niet aangetroffen en niet te verwachten. Beschermde ongewervelden elden zijn niet te verwachten op de locatie. Het voor deze soorten vereiste biotoop is niet aanwezig. Effectenbepaling Er zijn geen soorten aanwezig waarvoor het nodig is om een ontheffing van de Flora- en faunawet aan te vragen.

P a g i n a 14 6. Conclusies en aanbevelingen Aan de hand van het voorgaande kan een aantal conclusies worden getrokken en worden aanbevelingen gegeven voor de te nemen vervolgstappen. Ten aanzien van de meeste soortgroepen is de conclusie dat er geen verbodsbepalingen van de Flora- en faunawet overtreden kunnen worden. Dit komt omdat de soorten niet aanwezig zijn of doordat ze niet geraakt worden door de werkzaamheden. In de beplanting rondom het terrein zitten in het broedseizoen broedende vogels. De werkzaamheden zullen buiten de periode dat er broedende vogels aanwezig zijn uitgevoerd moeten worden. In de praktijk wordt hiervoor meestal de periode 15 maart tot 15 juli aangehouden. Echter de wet kent hiervoor geen vaste periode. Indien de kap uitgevoerd wordt in een tijd van het jaar dat er geen broedende vogels aanwezig zijn dan zijn er vanuit de Flora- en faunawet geen belemmeringen. Voor fase 5 en verder zijn er verder geen belemmeringen vanuit de Flora- en faunawet.

P a g i n a 15 Bronnen Literatuur Broekmeyer, M.E.A., F.G.W.A. Ottburg en F.H. Kistenkas, 2003. Flora- en faunawet, Toepassing van artikel 75 in de praktijk. Alterra, Wageningen. De Groene Ruimte, 12318, Veldchecks groenvoorzieningen Saksen Weimar, 21 maart 2012 De Groene Ruimte, 12367, Veldcheck Saksen Weimar fase 2, 11 juli 2012 Ekoza, 14.015, Verslag bomeninspectie Saksen Weimar fase 4, 31 maart 2014 Ekoza, 14.015, Verslag bomeninspectie Saksen Weimar fase 3, 27 februari 2014 Ekoza, 14.035, Saksen Weimar fase 3 en 4, 23 april 2014 Natuurbalans, Beschermde Flora en fauna Saksen Weimar, Arnhem, oktober 2005 Websites www.rijksoverheid.nl www.waarneming.nl www.bing.com