Instelling. Onderwerp. Datum



Vergelijkbare documenten
Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum

Auteur. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Auteur. Elfri De Neve. Onderwerp. Anatocisme. Copyright and disclaimer

Instelling. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Prijsbepaling van effecten bij de geschillenregeling in het vennootschapsrecht - De prijs van de vrijheid

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Auteur. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Hof van Cassatie. Onderwerp. Valsheid in geschrifte - Wegverkeer, algemeen. Datum. 17 juni 2014

Instantie. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum

Hof van Cassatie van België

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. GD & A Nieuwsbrief. Onderwerp. Datum. 31 januari 2017

Instantie. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Auteur. Elfri De Neve. Onderwerp. Echtscheiding in gemeen akkoord. Copyright and disclaimer

Instelling. Onderwerp. Datum

Auteur. Elfri De Neve. Onderwerp. Echtscheiding in volledig akkoord. Copyright and disclaimer

Instantie. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Auteur. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Auteur. Elfri De Neve. Onderwerp. Echtscheiding voor gepensioneerden. Copyright and disclaimer

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Auteur. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum

Transcriptie:

Instelling Integra Business Law update www.integra-advocaten.be Onderwerp Recente rechtspraak in vennootschapsrechtelijke zaken Datum Juni 2015 Copyright and disclaimer De inhoud van dit document kan onderworpen zijn aan rechten van intellectuele eigendom van bepaalde betrokkenen, Er wordt u geen recht verleend op deze rechten. M&D Seminars geeft u via dit document informatie, maar verstrekt geen advies. M&D Seminars garandeert niet dat de informatie in dit document foutloos is. U gebruikt de inhoud van dit document op eigen risico. M&D Seminars, noch een van haar directieleden, aandeelhouders of bedienden zijn aansprakelijk voor bijzondere, indirecte, bijkomstige, afgeleide of bestraffende schade, noch voor enig ander nadeel van welke aard ook bij het gebruik van dit document en van de inhoud van dit document. M&D Seminars 2015 M&D SEMINARS Eikelstraat 38 9840 De Pinte T 09 224 31 46 F 09 225 32 17 info@mdseminars.be www.mdseminars.be

INTEGRA Business law update INTEGRA - Business law update is de nieuwsbrief van INTEGRA advocaten, met kantoor te Hasselt (www.integra-advocaten.be). Juni 2015 RECENTE RECHTSPRAAK IN VENNOOTSCHAPSRECHTELIJKE ZAKEN Geschillenregeling in vennootschappen: Cassatie bevestigt datum van het vonnis als peildatum Indien de conflicten tussen aandeelhouders zodanige proporties aannemen dat zij de werking van de vennootschap verlammen, kan er beroep worden gedaan op de zogenaamde geschillenregeling en kunnen één of meerdere aandeelhouders het initiatief nemen om een andere aandeelhouder uit te sluiten dan wel vragen om zelf uit te treden. Eenmaal beslist dat de aandelen dienen te worden overgedragen (op grond van een uitsluiting dan wel uittreding), is het aan de rechter om te bepalen tegen welke prijs dit zal gebeuren. Deze prijs zal niet enkel afhankelijk zijn van de gehanteerde waarderingsmethode, maar ook van de peildatum, d.i. de datum waarop de aandelen effectief worden gewaardeerd. Dit heeft in de praktijk intussen geleid tot een uitgebreide en uiteenlopende rechtspraak waarbij diverse data in aanmerking werden genomen (zoals onder meer de datum van het ontstaan van het conflict, de datum van afsluiting van de laatste jaarrekening, de datum van dagvaarding en de datum waarop de rechtbank de vordering tot uitsluiting of uittreding toekent). In zijn arrest van 9 december 2010 leek het Hof van Cassatie meer zekerheid te brengen omtrent de peildatum. Het Hof oordeelde dat de waardebepaling van de aandelen dient te gebeuren op het ogenblik van de aandelenoverdracht zoals opgelegd door de rechter, zonder dat er rekening mag worden gehouden met de invloed van het gedrag van de partijen op de situatie die tot de uitsluitings- of uittredingsvordering heeft geleid of met de invloed van dit gedrag op het herstel van de onderneming na het instellen van de vordering. Voor vele auteurs was dit het begin van een nieuwe en vaste lijn in de rechtspraak. Echter, met zijn arrest van 5 oktober 2012 heeft het Hof van Cassatie even voor verwarring gezorgd. Hoewel het Hof in het kader van een uittreding weliswaar opnieuw verwees naar de datum waarop de rechtbank de aandelenoverdracht beval, aanvaardde het tegelijk dat ook de datum van dagvaarding als nuttige peildatum kan gelden, rekening houdende met de specifieke omstandigheden van de zaak. Hiermee werd de indruk gewekt dat de datum waarop de overdracht van de aandelen werd bevolen louter als uitgangspunt dient, maar dat de peildatum nog steeds variabel kan worden bepaald in functie van de specifieke omstandigheden van elk afzonderlijk dossier. Onlangs heeft het Hof van Cassatie de deur die het met zijn arrest van 2012 op een kier open liet staan, terug gesloten. In zijn arrest van 21 februari 2014 bevestigt het Hof immers zijn arrest van 2010 en herhaalt het dat ingeval van een vordering tot gedwongen overdracht van aandelen van een vennootschap, de waarde van de aandelen moet worden 1

geraamd op het tijdstip waarop de rechter de overdracht ervan beveelt, aangezien het recht op betaling van de prijs van de aandelen ontstaat op het tijdstip van de eigendomsoverdracht. Het Hof herhaalt tevens dat bij die raming de rechter abstractie moet maken van zowel de omstandigheden die geleid hebben tot de vordering tot overdracht van de aandelen als van het gedrag van de partijen ten gevolge van de vordering. Dit houdt in dat de uittredende of uitgesloten aandeelhouder de minderwaarde die het gevolg zou zijn van beweerde fouten van de tegenpartij niet in rekening kan brengen bij de waarderingsoefening. Daarvoor zal hij genoodzaakt zijn om een vordering wegens bestuurdersaansprakelijkheid of enige andere passende vordering in te stellen. Einde van het bestuursmandaat: besturen tot vervanging? Artikel 518, 3 W.Venn. bepaalt dat de duur van de opdracht van de bestuurders zes jaren niet te boven mag gaan en dat de bestuurders te allen tijde door de algemene vergadering kunnen worden ontslagen. Luidens artikel 1991, lid 2 B.W. is de lasthebber (bestuurder) daarenboven gehouden de zaak waarmee ten tijde van de uitdoving van de lastgeving een aanvang was gemaakt, ten einde te brengen indien de aangelegenheid geen uitstel gedoogt. Het Hof van Cassatie diende recent de vraag te beantwoorden of het bestuursmandaat in een NV, die de duur van zes jaren had overschreden, nog langer kon voortduren dan de tijd die de algemene vergadering redelijkerwijs nodig had om bijeen te komen om een opvolger te benoemen. Het Hof oordeelde in zijn arrest van 27 juni 2014 dat uit de bovenvermelde bepalingen niet volgt dat de functies van een bestuurder wiens opdracht geëindigd is, slechts zouden voortduren gedurende de tijd die de algemene vergadering redelijkerwijs nodig heeft om bijeen te komen teneinde in zijn vervanging te voorzien. Dit houdt in dat er m.a.w. wel situaties denkbaar zijn waarbij het mandaat van de bestuurder blijft voortduren en dit zelfs na het verstrijken van de termijn van zes jaren. Dit heeft niet enkel onschuldige gevolgen aangezien ook de aansprakelijkheid van de bestuurder bijgevolg blijft voortduren. Indien de bestuurder verlost wil worden van zijn mandaat en aansprakelijkheid, maar geconfronteerd wordt met een raad van bestuur die de algemene vergadering niet bijeenroept, blijft er voor de ontslagnemende bestuurder geen andere optie over dan het vorderen van een lasthebber ad hoc die gelast wordt met de taak om de algemene vergadering op geldige wijze samen te roepen. Ad nutum-herroepbaarheid nogmaals bevestigd De rechtbank van koophandel te Gent heeft in zijn vonnis van 22 mei 2014 het principe van de ad nutum-herroepbaarheid, met name dat een bestuurder te allen tijde kan worden ontslagen, nogmaals herhaald alsook dat dit principe deel uitmaakt van de openbare orde. Daarnaast heeft de rechtbank bevestigd dat dit principe impliceert dat de herroeping kan gebeuren zonder opzeg, zonder verwittiging vooraf en zonder een hoorrecht te moeten naleven ten aanzien van de bestuurder wiens mandaat wordt herroepen. Er dient dan ook geen reden of verantwoording te worden opgegeven. 2

In casu werd de rechtbank geconfronteerd met een bestuurder in een NV die zich niet neerlegde bij zijn ontslag als bestuurder. Hij vorderde zowel de nietigheid van de ontslagbeslissing alsook een schadevergoeding. De ontslagen bestuurder steunde zijn vordering op het feit dat hij niet was opgeroepen om de algemene vergadering waarop de bestreden beslissing werd genomen, bij te wonen. De rechtbank erkent evenwel dat de bestuurder zolang hij in functie is een deelnamerecht heeft aan de algemene vergadering. Hij dient aldus ook te worden uitgenodigd voor de algemene vergadering die over zijn ontslag moest beslissen. Maar een miskenning van de oproepingsformaliteiten kan evenwel niets veranderen aan het vermoeden van het reeds bestaande vaste voornemen in hoofde van de algemene vergadering om de bestuurder te ontslaan. Dat de bestuurder, mits hij rechtsgeldig en regelmatig uitgenodigd zou geweest zijn, de aandeelhouders had kunnen overtuigen om hem niet de ontslaan, blijft volgens de rechtbank een puur hypothetische bewering die in casu niet afdoende overtuigend werd gestaafd. Tot slot werd ook de vordering tot schadevergoeding als ongegrond afgewezen aangezien er geen rechtsmisbruik werd aangetoond bij de herroeping van het bestuursmandaat: zelfs de ontijdigheid, bruuskheid of abruptheid van het ontslag kan op zich geen aanleiding geven tot enige schadevergoeding. De rechtbank maakte nogmaals duidelijk dat het loutere feit van het ontslag zelf nooit een recht op schadevergoeding kan opleveren: enkel de wijze waarop of de omstandigheden waarin het ontslag wordt gegeven kan in bepaalde omstandigheden tot een fout leiden op basis waarvan de ontslagen bestuurder gerechtigd is op een schadevergoeding. Zulke fout werd in casu niet aangetoond. Belasting op omzetting aandelen aan toonder retroactief vernietigd Met ingang van 1 januari 2008 werd er een verbod opgelegd tot het uitgeven van nieuwe aandelen aan toonder. De aandelen aan toonder die reeds vóór 1 januari 2008 waren uitgegeven, diende uiterlijk op 31 december 2013 te worden omgezet hetzij in aandelen op naam hetzij in gedematerialiseerde aandelen. Om ervoor te zorgen dat alle aandelen aan toonder zo snel mogelijk zouden worden omgezet en de vennootschappen dit niet zouden uitstellen tot het laatste ogenblik, heeft de wetgever met de wet van 28 december 2011 in een aantal incentives voorzien om eerder tot de omzetting te besluiten. De wet voerde een omzettingstaks in die 1% bedroeg indien de omzetting werd gerealiseerd in 2012 en 2% ingeval de omzetting plaatsvond in 2013 (en dit berekend op de marktwaarde van de aandelen aan toonder). In een arrest van 9 oktober 2014 heeft het Europese Hof van Justitie, als antwoord op een prejudiciële vraag van het Grondwettelijk Hof, evenwel geoordeeld dat de Belgische omzettingsbelasting op de aandelen aan toonder in strijd is met richtlijn 2008/7/EG van de Raad van 12 januari 2008 betreffende de indirecte belastingen op het bijeenbrengen van kapitaal. Met zijn arrest van 5 februari 2015 volgt het Grondwettelijk Hof die redenering en vernietigt het de omzettingstaks met retroactieve werking. Dit betekent dat de financiële instellingen en de vennootschappen die de belasting verschuldigd waren, een vordering kunnen instellen om aldus ten onrechte betaalde belastingen terug te verkrijgen. 3

Normaliter verjaart een rechtsvordering tot terugbetaling van de taks na afloop van twee jaar vanaf de dag waarop de rechtsvordering is ontstaan. Voor zij die de omzetting hebben gerealiseerd in 2013 is deze verjaringstermijn m.a.w. nog niet verstreken. Aangezien de uitspraak over het vernietigingsberoep de wettelijke bepaling ex tunc heeft vernietigd, wordt er daarnaast een nieuwe terugvorderingstermijn geopend. Zij die dus te laat zijn volgens de principieel geldende verjaringstermijn van twee jaar (met name die de omzetting hebben gerealiseerd in 2012) kunnen desalniettemin een beroep daartoe instellen binnen de zes maanden na de bekendmaking van het arrest van het Grondwettelijk Hof in het Belgisch Staatsblad. Gelet op het feit dat het arrest op 27 februari 2015 in het Belgisch Staatsblad werd gepubliceerd, loopt deze termijn dus tot en met 27 augustus 2015. Contactpersonen: (David De Vleeschauwer) Jochen Schraeyen Advocaat-vennoot j.schraeyen@integra-advocaten.be David De Vleeschauwer Advocaat d.devleeschauwer@integra-advocaten.be 4