Toelichting op de Verordening Reclamebelasting Valkenburg aan de Geul 2013



Vergelijkbare documenten
Toelichting op de Verordening Reclamebelasting Valkenburg aan de Geul 2011

Toelichting op de Verordening Reclameheffing Valkenswaard Centrum

De raad van de gemeente Valkenburg aan de Geul; Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 20 september 2011;

Verordening Reclamebelasting Valkenburg aan de Geul gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 23 oktober 2018;

Verordening op de heffing en de invordering van Reclamebelasting Binnenstad 2017

Verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting bedrijventerreinen Tiel 2019.

Verordening reclamebelasting 2017 gemeente Amersfoort

Verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting 2017 in het centrum van Enschede

Verordening op de heffing en de invordering van Redamebelasting

Verordening op de heffing en de invordering van Reclamebelasting Binnenstad Haarlem 2015

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 18 november 2014;

Verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting 2017.

Verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting Gorredijk 2016

Verordening op de heffing en de invordering van Reclamebelasting 2014

Verordening op de heffing en de invordering van reclamebelasting 2019

Verordening op de heffing en invordering van reclamegelden in de gemeente

Verordening reclamebelasting centrum Wijhe 2018

Gemeente Leidschendam-Voorburg Verordening reclamebelasting 2017

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 20 november 2018; Verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting 2019

Verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting Binnenstad 2018

Jaar: 2011 Nummer: 94 Besluit: Gemeenteraad 3 november 2011 Gemeenteblad VERORDENING RECLAMEBELASTING HELMOND 2012

Artikel 1 Begripsomschrijvingen Deze verordening verstaat onder:

Verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting Prinsenbeek.

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude VERORDENING RECLAMEBELASTING 2017.

Verordening op de heffing en de invordering van reclamebelasting 2018

Gebiedsomschrijving De verordening reclamebelasting 2014 is toepasselijk binnen de volgende gebieden van de gemeente Helmond:

Toelichting op de Verordening op de heffing en invordering van de reclamebelasting 2005

Verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting (Verordening reclamebelasting centrumgebied Drunen 2016)

Verordening op de heffing en de invordering van reclamebelasting centrum Boxmeer (Verordening reclamebelasting centrum Boxmeer 2013).

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 28 november 2017, nr.; 46/4, reg. nr. INTB ;

Verordening Reclamebelasting Texel 2018

besluit: vast te stellen de volgende verordening:

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Verordening op de heffing en de invordering van reclamebelasting 2017

gelezen het voorstel van het College van burgemeester en wethouders van 21 november 2017;

Verordening op de heffing en de invordering van reclamebelasting 2010

Verordening Reclamebelasting Olst Centrum 2019

Verordening Reclamebelasting Rijssen-Holten 2016

Datum Van Steller Aan. Verordening Reclamebelasting Valkenswaard Centrum /308845

Verordening op de heffing en de invordering van reclamebelasting Bronckhorst

Verordening op de heffing en de invordering van reclamebelasting 2015, Delft

Verordening reclamebelasting Bedrijventerreinen 2017

Raadsvoorstel 91K. Gemeenteraad. Vergadering 5 november Onderwerp : Verordening Reclamebelasting Helmond 2016

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 22 oktober 2013; VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN RECLAMEBELASTING 2014

Gezien het Convenant stichting promotie Winsum, zoals overeengekomen tussen de gemeente Winsum en de Stichting Promotie Winsum;

Gemeente De Bilt Verordening reclamebelasting gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 22 september 2015;

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN RECLAME- BELASTING 2012.

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouder van 10 oktober 2017;

(Verordening reclamebelasting Meierijstad / Veghel 2019). gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders 9 oktober 2018

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 4 september 2012;

vast te stellen de: Verordening op de heffing en de invordering van reclamebelasting Berkelland 2018

GEMEENTE VALKENSWAARD

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 14 september 2010;

Verordening reclamebelasting Geldrop-centrum Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van Geldrop-Mierlo d.d.

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders nummer ; b e s l u i t : Verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting 2018.

DE RAAD DER GEMEENTE DEURNE BESLUIT. Verordening op de heffing en de invordering van reclamebelasting gemeente Deurne 2015

Er is gestreefd naar een eenvoudige en efficiënte heffing. Om dit te bereiken zijn onder andere de volgende maatregelen in de verordening opgenomen:

Verordening op de heffing en de invordering van reclamebelasting gemeente Horst aan de Maas 2019

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 18 september 2018;

Verordening reclamebelasting Veghel Centrum gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 november 2015;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 1 november 2016; VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN RECLAMEBELASTING 2017

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 4 november 2014;

Verordening reclamebelasting Mierlo-centrum Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van Geldrop-Mierlo d.d.

VERORDENING RECLAMEBELASTING BEDRIJVENTERREINEN GRAVE gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 23 oktober 2018.

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude VERORDENING PRECARIOBELASTING 2016.

Verordening precariobelasting Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2016 (Verordening precariobelasting 2016)

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 17 november 2015,

ï^isten RAADSBESLUIT

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Delft houdende regels omtrent reclame belasting Verordening reclamebelasting Delft 2018

vast te stellen de navolgende Verordening op de heffing en de invordering van reclamebelasting 2017.

BIJLAGE 10 Reclameverordening

Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2019.

GEMEENTEBLAD. Nr

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr , d.d. 27 september 2016;

eurne DE RAAD DER GEMEENTE gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d, 21 oktober 2014, nr. 86; BESLUIT

Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 27 mei 2014, nummer 14b&w00259

Onderwerp; Vaststelling Verordening reclamebelasting Bedrijventerrein Wijchen Oost 2017

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.6 november 2017, afdeling Financiën & Control, nr ;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 25 oktober 2016;

Raadsvoorstel. 24 oktober Geachte raad,

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN RECLAMEBELASTING 2018 (VERORDENING RECLAMEBELASTING 2018)

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN PRECARIOBELASTING 2018

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN DE PRECARIOBELASTING 2015 (versie geldig vanaf )

Overige relevante gemeentelijke regelingen die betrekking hebben op dit onderwerp

Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2019

Verordening precariobelasting 2019

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 1 november 2016

Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2010

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 25 oktober 2012;

voor het instellen v a n e e n O n d e r n e m e r s f o n d s e n hebben e e n draagvlakmeting onder alle

Verordening op de heffing en invordering van de precariobelasting 2016

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN PRECARIOBELASTING WASSENAAR 2019

gelezen het raadsvoorstel van burgemeester en wethouders van 9 oktober 2018;

Verordening precariobelasting 2018.

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 7 november 2016 (Gemeenteblad 2016, nr. XXX);

Verordening op de heffing en de invordering van. precariobelasting Oosterhout 2012

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 28 oktober 2010;

Artikel 1 Inleidende bepaling

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude. De raad van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude;

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN PRECARIOBELASTING WASSENAAR 2017 (Verordening precariobelasting Wassenaar 2017)

Transcriptie:

Toelichting op de Verordening Reclamebelasting Valkenburg aan de Geul 2013 Algemene toelichting De uit de reclamebelasting verkregen opbrengst kan in beginsel vrij besteed worden. De reclamebelasting is net als bijvoorbeeld de OZB en de hondenbelasting een vrij besteedbare heffing. De opbrengst wordt ingezet ter dekking van de extra investeringen in infrastructurele voorzieningen en evenementen, welke uit de Agenda Valkenburg en het evenementenbeleid voor de gemeente Valkenburg aan de Geul voortvloeien. Wij hechten er aan op te merken dat de investeringen in de infrastructurele voorzieningen en evenementen, die bekostigd worden met de reclamebelasting uitdrukkelijk niet behoren tot de reguliere publieke taak van de gemeente. Het gaat hier om extra inzet van de gemeente, boven de reguliere uitgaven en investeringen. Omdat de invoering van de reclamebelasting is gekoppeld aan de Agenda Valkenburg en het evenementenbeleid, dat zich met name richt op de kern Valkenburg en niet op de andere kernen van de gemeente Valkenburg aan de Geul, is er een rechtvaardigingsgrond voor het beperkte gebied waarbinnen de reclamebelasting wordt geheven. De exacte afbakening van het aangewezen gebied is aangegeven op de bij de verordening behorende kaart. Er bestaat bij een dergelijke geografische afbakening geen strijd met het gelijkheidsbeginsel (zie verder de toelichting bij artikel 2). Er is gestreefd naar een eenvoudige en efficiënte heffing. Om dit te bereiken zijn de volgende maatregelen in de verordening opgenomen: 1. Beperking van het gebied waarbinnen de reclamebelasting wordt geheven. Zie voor een uitgebreide toelichting de toelichting bij artikel 2. Openbare aankondigingen buiten dit gebied zijn geen belastbaar feit. 2. Hanteren van een zeer beperkt klassenstelsel. Door optelling van de openbare aankondigingen tot een totaal wordt voorkomen dat tegen iedere aankondiging apart bezwaar kan worden gemaakt. De grootste groep van de reclamemakers valt in dezelfde tariefklasse. Alleen de reclamemakers met zeer grote oppervlakken betalen een hoger bedrag. Zie voor een uitgebreide toelichting de toelichting bij artikel 5. 3. Alleen permanente of semi-permanente aankondigingen worden belast. Artikelsgewijze toelichting Artikel 1 Begripsomschrijvingen Openbare aankondiging De naam reclamebelasting is enigszins misleidend. Een openbare aankondiging hoeft namelijk geen reclame te zijn. Het is niet noodzakelijk dat in de openbare aankondiging een bepaald product of een bepaalde dienst aan de man wordt gebracht. Zo is een waarschuwingsbord langs de openbare weg in beginsel ook een openbare aankondiging, evenals het bord van 40cm x 40 cm bij de voordeur van de notarispraktijk waarop uitsluitend 1

de naam van de notaris staat vermeld. Hoewel het begrip openbare aankondiging dus ruimer is dan uitsluitend een reclame-uiting wordt in de verordening gesproken van reclameobject. Onder reclameobject wordt verstaan: een openbare aankondiging in letters, symbolen, of kleuren, of een combinatie daarvan, voor zover niet door middel van tijdschriften of nieuwsbladen gedaan. Dit laatste aspect stond vroeger in de Gemeentewet, doch wordt nu algemeen erkend als uitzondering op de reclamebelasting. Onderscheid dient te worden gemaakt tussen de aankondiging en het voorwerp waarop die aankondiging is aangebracht. In diverse procedures is aan de orde gekomen of reclamebelasting wordt geheven ter zake van een voorwerp met opschrift dan wel van een opschrift. In het arrest van de Hoge Raad van 7 oktober 1998, nr. 33 553, BNB 1998/384, is beslist dat het heffingsobject een voorwerp met opschrift in de betreffende verordening meer omvat dan een openbare aankondiging in de zin van de Gemeentewet. Om die reden werd de betreffende verordening onverbindend verklaard voor zover zij heffing over meer dan een opschrift toelaat. Het begrip opschrift wordt in de jurisprudentie overigens ruim uitgelegd, maar omvat dus niet het voorwerp waarop het is aangebracht. Ook de ambulante handel profiteert veelal mee van de activiteiten in een centrumgebied. Om te realiseren dat deze ook bijdragen aan de investeringen, zijn de bepalingen hierop toegesneden dat deze groep, die vaste dagen in het centrum aanwezig is, ook meebetaalt. Zichtbaar vanaf de openbare weg De openbare aankondiging dient op grond van artikel 227 van de Gemeentewet zichtbaar te zijn vanaf de openbare weg. Aankondigingen zijn openbaar indien ze geschieden op plaatsen waar het publiek daarvan kennis kan nemen. Onder het begrip openbare weg wordt verstaan, zoals is beslist in HR 21 september 2001, nr. 35 502, BNB 2001/378, indien de betrokken wet zelf er niets over zegt, de definitie die daarvan wordt gegeven in de Wegenwet. Uit deze wet blijkt dat onder openbare wegen mede worden verstaan: voetpaden, fietspaden, jaagpaden, dreven, molenwegen, kerkwegen en andere verkeersbanen voor beperkt gebruik en bruggen. Permanent of tijdelijk Om de uitvoeringskosten/perceptiekosten zo laag mogelijk te houden, worden uitsluitend de reclames die permanent of semi-permanent aanwezig zijn belast. Voorts wordt bij de vergunningenadministratie aangesloten om de vergunde reclamevoorwerpen te achterhalen. Daarmee wordt voorkomen dat er meer controleslagen per jaar moeten worden gemaakt. Door de gekozen bepalingen worden ook kraampjes en stalletjes die meer dan 2 dagen in het centrum staan, al dan niet met vergunning, in de heffing betrokken, indien zij openbare aankondigingen voeren. Artikel 2 Gebiedsomschrijving Alleen binnen de kern Valkenburg geplaatste of aangebrachte openbare aankondigingen vallen onder de reclamebelasting. Op de bij de verordening gevoegde kaart is aangegeven hoever het bereik van de reclamebelasting gaat. Ter zake van aankondigingen buiten de 2

grenzen van dat gebied kan de gemeente dus geen reclamebelasting heffen, ook al zijn deze aankondigingen zichtbaar van de openbare weg binnen die grenzen. Als uitgangspunt geldt het gebied dat profiteert van de extra infrastructurele investeringen die voortvloeien uit het project Agenda Valkenburg en evenementen die voortvloeien uit het evenementenbeleid. Steun in de jurisprudentie voor deze beperking van het gebied van de reclamebelasting kan gevonden worden in de uitspraak van de Rechtbank Middelburg van 30 januari 2008, AWB 07/443, Belastingblad 2008, blz. 587. De rechtbank besliste onder verwijzing naar (kennelijk) het arrest van de Hoge Raad van 21 juni 2000, nr. 33 816, Belastingblad 2000, blz. 829, dat de reclamebelasting gelet op de gemeentelijke autonomie slechts in een deel van de gemeente kan worden ingevoerd, mits daarvoor een objectieve en redelijke grond bestaat. Ook de met het heffen van reclamebelasting gepaard gaande perceptiekosten kunnen een rol spelen bij de beslissing tot het al dan niet invoeren van deze belasting. Het beperken van de perceptiekosten als zodanig vormt geen dragende objectief onderscheidende overweging bij de beslissing om slechts in een deel van de gemeente reclamebelasting te heffen. Deze beperking dient dan ook gebaseerd te zijn op andere (objectief onderscheidende) gronden, zoals bijvoorbeeld het feit dat de opbrengsten van de reclamebelasting dienen ter (verdere) dekking van extra investeringen in de infrastructurele voorzieningen in de binnenstad, welke plaatsvinden met het oog op het behoud en verbetering van de aantrekkingskracht van het stadscentrum. Het Gerechtshof Den Haag heeft in de uitspraak van 23 augustus 2009 de uitspraak van de rechtbank Middelburg bevestigd. Zoals reeds opgemerkt is de invoering van de reclamebelasting in het aangewezen gebied van Valkenburg aan de Geul bedoeld voor de gedeeltelijke dekking van de kosten van infrastructurele voorzieningen en evenementen. Zo zullen een aantal winkels worden gesloopt, waarna een ondergrondse parkeergarage zal worden aangelegd, met op de begane grond winkels en op de verdiepingen stadswoningen. Daarnaast zal de openbare ruimte van het winkelcentrum en het historische centrum opnieuw worden ingericht, o.a. door de aanleg van nieuwe bestrating, de uitbreiding van de autoluwe gebieden en het plaatsen van nieuw straatmeubilair en nieuwe verlichting. Tevens worden investeringsimpulsen gegeven aan evenementen die aansluiten op het evenementenbeleid van Valkenburg aan de Geul. Deze voorzieningen en investeringen zijn in het bijzondere belang van en van bijzonder profijt voor alle belastingplichtigen die onder het bereik van de heffing vallen. Door duurzaam te investeren in infrastructurele voorzieningen en evenementen wordt de toeristische aantrekkingskracht van Valkenburg op consumenten immers in stand gehouden c.q. verbeterd. Omdat met name het gebied historische centrum meer profijt heeft van de investeringen in evenementen dan het winkelgebied, geldt voor dit gebied een ander tarief. Zowel in het winkelgebied als in het historische centrum wordt gewerkt met twee tarieven: Winkelgebied nl. 525,- per jaar respectievelijk 1050,-. Historische centrum nl. 651,- per jaar respectievelijk 1.302,- 3

Artikel 3 Belastbaar feit De omschrijving van het belastbare feit in de verordening is rechtstreeks ontleend aan artikel 227 van de Gemeentewet. Zie voor een toelichting op de verschillende termen uit deze omschrijving de toelichting bij artikel 1. Artikel 4 Belastingplicht Een verordening met betrekking tot de reclamebelasting dient op basis van artikel 217 Gemeentewet te vermelden wie belastingplichtig is. Gemeenten zijn vrij in het kiezen van belastingplichtigen in de belastingverordening, mits een relatie bestaat met openbare aankondigingen, zichtbaar vanaf de openbare weg. In de verordening is uitgangspunt dat belastingplichtig is degene van wie de reclameobjecten zijn, dan wel ten behoeve van wie de reclameobjecten worden aangetroffen. Als de reclameobjecten door tussenkomst van een tussenpersoon of exploitant zijn aangebracht, is de tussenpersoon of exploitant belastingplichtig. Artikel 5 Maatstaf van heffing De Gemeentewet schrijft geen heffingsmaatstaf voor. Bij het bepalen van heffingsmaatstaven of tarieven dient evenwel te worden voldaan aan de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. De gemeentelijke wetgever dient bij het opnemen van de heffingsmaatstaven rekening te houden met de algemene rechtsbeginselen, zoals het gelijkheidsbeginsel en het evenredigheidsbeginsel (Kamerstukken II 1989/90, 21 591, nr. 3, blz. 66-67). De belastingheffing mag niet leiden een onredelijke en willekeurige belastingheffing die de wetgever bij het toekennen van de bevoegdheid tot heffen niet op het oog kan hebben gehad. In de verordening is gekozen voor een tariefklassenstelsel. De bedoeling is om per belastingplichtige voor elke winkel, organisatie of voor elk bedrijfspand slechts éénmaal reclamebelasting te heffen. Dus niet voor ieder reclameobject wordt belasting geheven, maar per vestiging. In het tweede lid wordt daartoe bepaald dat de reclameobjecten van meer gebouwen of bouwwerken die bij elkaar horen, ook bij elkaar worden opgeteld. De reclamebelasting wordt per vestiging geheven. Een bouwwerk of samenstel van bouwwerken is in de praktijk meestal een winkel of bedrijfspand, eventueel met bijbehorende uitstallingen buiten de pandmuren. Deze bepaling moet ertoe leiden dat bijvoorbeeld een winkel als bouwwerk en de vóór die winkel geplaatste reclamezuilen tezamen als één vestiging worden gezien, zodat er maar één keer belasting wordt geheven. Als dezelfde belastingplichtige twee panden naast elkaar in gebruik heeft voor dezelfde winkel, dan wordt slechts één keer belasting geheven. Indien dezelfde belastingplichtige een aantal niet naast elkaar gelegen gebouwen of bouwwerken (winkels of bedrijfspanden) gebruikt waarop reclameobjecten zijn aangebracht, worden meer aanslagen opgelegd. Er is dan sprake van meer belastbare feiten. Gekozen is voor een vrij eenvoudige tariefstelling. De grootste groep ondernemers en organisaties valt in de heffing naar het laagste bedrag. Uitsluitend de ondernemers en organisaties die zeer grote reclameobjecten voeren (20 m 2 of groter), vallen onder het hoge tarief. Daarmee is ook de uitvoering gediend. 4

Artikel 6: Berekening van de reclamebelasting In dit artikel is een aantal bepalingen opgenomen die de uitvoeringspraktijk vergemakkelijken. In het eerste lid wordt bepaald dat een gedeelte van een in de tarieventabel opgenomen oppervlaktemaat voor een volle eenheid wordt aangemerkt. In het tweede lid worden nadere bepalingen gegeven voor de gevallen waarin een tarief per oppervlakte in de tarieventabel is opgenomen. Bij andere dan rechthoekige voorwerpen kan het berekenen van de oppervlakte leiden tot ingewikkelde wiskundige berekeningen. In verband hiermee is bepaald dat dan de oppervlakte van een denkbeeldig om het voorwerp geplaatste rechthoek in aanmerking wordt genomen. Artikel 7 Belastingtijdvak Het belastingtijdvak is gelijk aan een kalenderjaar, en loopt aldus van 1 januari tot en met 31 december. Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang In het eerste lid is bepaald dat de belastingschuld ontstaat bij het begin van het belastingtijdvak. Dat betekent dat de aanslag onmiddellijk na aanvang van het belastingtijdvak kan worden opgelegd. Het kan zijn dat de belastingplicht ter zake van reclameobjecten pas in de loop van het belastingtijdvak ontstaat, doordat die objecten ná 1 januari worden geplaatst, bijv. omdat een nieuwe winkel wordt gevestigd in het centrum. Er is dan sprake van een nieuwe belastingplichtige, die eerder in het jaar nog geen voorwerpen of openbare aankondigingen had, althans niet voor dat bouwwerk of samenstel van bouwwerken waarop het nieuwe reclameobject is aangebracht. Het tweede lid biedt de mogelijkheid om in die gevallen een aanslag op te leggen. Het derde lid bepaalt dan de hoogte van de aanslag. Die is gebaseerd op het aantal volle maanden dat na aanvang van de belastingplicht nog overblijft. In de gevallen dat alle reclameobjecten worden weggehaald of worden verkleind, voorziet het vierde lid. De belastingplichtige dient daartoe een verzoek in bij de heffingsambtenaar. Artikel 9 Wijze van heffing Gekozen is voor een vertrouwde heffingstechniek: de oplegging van een aanslag. Indien nodig kan het college omtrent de uitvoering van een en ander nadere regels geven. Artikel 10 Vrijstellingen In dit artikel is een aantal vrijstellingen opgenomen, die in de praktijk veel voorkomen. Het begrip openbare aankondiging is dermate veelomvattend dat aanleiding bestaat tot het in bepaalde gevallen geven van vrijstellingen. Om dubbele betaling te voorkomen, worden aankondigingen waarvoor op basis van een overeenkomst betaling / vergoeding aan de gemeente verschuldigd is, buiten de heffing van reclamebelasting gehouden. Voor grote reclamezuilen, mupi s, abri s en driehoeksborden worden meestal overeenkomsten gesloten met de exploitant. Hiervoor hoeft dus niet alsnog reclamebelasting te worden betaald. 5

Aankondigingen die uitsluitend het openbaar belang dienen en aankondigingen, die met uitdrukkelijke toestemming van de gemeente aanwezig zijn in de uitvoering van de publieke taak worden niet in de heffing betrokken. Verder zijn er diverse vrijstellingen voor openbare aankondigingen die door politieke partijen, scholen, zorginstellingen, ziekenhuizen, kerken en moskeeën worden gedaan. Daarnaast zijn ook de winkeliersverenigingvlaggen vrijgesteld. Tenslotte zijn ook de musea en niet commerciële culturele- en sport instellingen, die zich in hoofdzaak bezig houden met muziek, toneel, dans en kunst (zoals bijvoorbeeld het Openluchttheater) en sportactiviteiten op een niet commerciële basis, vrijgesteld. Om de perceptiekosten zo laag mogelijk te houden, worden aankondigingen die korter dan dertien weken aanwezig zijn, niet in de heffing betrokken Om dezelfde reden is ervoor gekozen om een vrijstelling op te nemen voor bouwactiviteiten, en aankondigingen van verkoop- en verhuur onroerende zaken, indien deze worden gedaan door een tussenpersoon, zoals een makelaar. In het kader van de beheersing van de perceptiekosten is er ook voor gekozen om verkoopartikelen of voorwerpen in de etalage niet te belasten. Indien in de etalage een reclamebord of artikel wordt neergezet dat niet bestemd is voor verkoop of verhuur, wordt dat - als het langer dan 13 weken aanwezig is - wel als belastbaar reclameobject meegenomen. Artikel 11 Betalingstermijn De betaling is zo eenvoudig mogelijk geregeld. De aanslag dient binnen één termijn te worden betaald, die vervalt dertig dagen na dagtekening van het aanslagbiljet. Artikel 12 Kwijtschelding Ter zake van de reclamebelasting wordt geen kwijtschelding verleend. Artikel 13 Nadere regels Het college is bevoegd regelen te geven ter uitvoering van de verordening. Artikel 14 Overgangsrecht De bestaande verordening wordt ingetrokken, maar blijft van toepassing op de belastbare feiten die zich voor de datum van ingang van de heffing van de nieuwe verordening (1 januari 2013) hebben voorgedaan. Artikel 15 Inwerkingtreding en citeertitel In de slotbepalingen is de inwerkingtreding van de verordening geregeld. Behoort bij de verordening Reclamebelasting Valkenburg aan de Geul 2013, vastgesteld door de raad op 17 december 2012. 6