Tweede Kamer der Staten-Generaal



Vergelijkbare documenten
Oordeel over de kwaliteit van de verantwoording 2002 van CWI en BKWI

RAPPORT AD/2005/ Inzake de negende voortgangsrapportage Structuur Uitvoering Werk en Inkomen. Auditdienst

Toezegging (+ datum) Stand van zaken per mei 2004 Planning

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Datum 27 november 2009 Betreft Oordeelsbrief Geacht bestuur,

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Het is noodzakelijk om dit proces zorgvuldig te doorlopen en de rapportages en het voorstel voor het alternatief zorgvuldig te beoordelen.

Vernieuwd toezicht: wat betekent dat voor het bestuur? Het toezicht op besturen en scholen per 1 augustus 2017

In deze brief ga ik in op de belangrijkste conclusies en aanbevelingen van het evaluatierapport.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Antwoorden op de vragen van het lid Lempens (SP) over problemen bij sociale werkvoorziening Drechtwerk (ingezonden 19 februari 2009)

*ZE9C48C23CC* Raadsvergadering d.d. 16 december 2014

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 's-gravenhage

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Bestuurlijke integriteit

INITIATIEFVOORSTEL Gemeente Velsen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Iedereen denkt bij informatieveiligheid dat het alleen over ICT en bedrijfsvoering gaat, maar het is veel meer dan dat. Ook bij provincies.

verantwoordingsonderzoek 2016 bij het Ministerie van SZW.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De Minister voor Wonen en Rijksdienst, Handelend in overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad;

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE en

Eigenrisicodragers roepen WGA'ers op voor keuringen

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage

Tweede Kamer der Staten-Generaal

In deze brief informeer ik u over de voortgang van de daartoe door SZW en UWV ingezette activiteiten.

Datum 27 november 2009 Betreft Oordeelsbrief Geacht bestuur,

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

T O E Z I C H T S K A D E R

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar J. van der Meer, (t.a.v. J. van der Meer)

Datum 27 november 2009 Betreft Oordeelsbrief Geacht bestuur,

Briefadvies NVWA. 21 januari 2019

2513 AA1XA. De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1A 2513 AA Den Haag

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Algemene Rekenkamer. Ontwerp Besluit Jeugdwet; overleg op grond van artikel 96 Comptabiliteitswet Geachte heer Van Rijn,

Onderzoeksplan doeltreffendheid en doelmatigheid 2018

Een OVER-gemeentelijke samenwerking tussen Oostzaan en Wormerland

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Strategische visie monitoring en verantwoording sociaal domein

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Generieke I Toets & Advies

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aan de Voorzitter Raad van bestuur SVB de heer drs. E.F. Stoové Postbus BH AMSTELVEEN

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Aanbevelingen Rekenkamer Breda in relatie tot nota Verbonden Partijen

Vrijwillige overstap naar nieuwe Wajong mogelijk vanaf 2013

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Beleidskader intrekken erkenning als Jobcoachorganisatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

vrom Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 11 april 2003

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wijziging van de Wet op het Centraal bureau voor de statistiek in verband met de herpositionering van zelfstandige bestuursorganen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Reglement Bestuur HOOFDSTUK 1 ALGEMEEN

REGLEMENT DIRECTIE - De directie van de stichting: Stichting SOS-Kinderdorpen Nederland, statutair gevestigd te Amsterdam (hierna: "de stichting");

Tweede Kamer der Staten-Generaal

UB/S/2007/12795/ / /193 T-toets amvb in het kader van eenmalige gegevensuitvraag werk en inkomen

Beleidsmedewerker Onderwijs

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Informatieprotocol van de Raad van Toezicht en het Bestuur

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

FS A. A: Beschrijving van de voorgestelde werkwijze B: Toelichting op het MSP en identificatie proces

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Plan van aanpak. Evaluatie van de werking van de reïntegratiemarkt. Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Geachte leden van de rekeningencommissie,

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Algemene Rekenkamer..,

Rekenkamercommissie Wijdemeren

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Transcriptie:

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 26 448 Structuur van de uitvoering werk en inkomen (SUWI) Nr. 126 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELE- GENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 30 maart 2004 1. Inleiding Tijdens het debat op 19 februari jl. heb ik toegezegd u voor 1 april 2004 nader te informeren over de wijze waarop ik de aansturing van en het toezicht op het UWV zal versterken. Via deze brief doe ik, mede namens de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, deze toezegging gestand. 1 Motie Verburg c.s. inzake versterking van het toezicht op zbo s, kamerstukken II, 2003 2004, 26 448, nr. 113. 2 Motie Noorman-den Uyl c.s. inzake bestuurscultuur in de publieke en semi-publieke sector, kamerstukken II, 2003 2004, 26 448, nr. 115. 3 Aan de Tweede Kamer toegezonden bij brief van 16 februari 2004, kamerstukken II, 2003 2004, 26 448, nr. 108. 4 De bij het rapport behorende bijlage (Deze bijlage is ter vertrouwelijke inzage gelegd, alleen voor leden, bij het Centraal Informatiepunt van de Tweede Kamer der Staten-Generaal) wordt als vertrouwelijk aangereikt, omdat dit stuk bedrijfsgevoelige gegevens bevat en zich richt op onderzoek in het kader van een mogelijk vermoeden van een strafbaar feit. Daarnaast bevat deze bijlage privacygevoelige gegevens. 5 Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer. Zoals ik hebtoegezegd op 19 februari jl. wil ik, vooruitlopend op de uitkomst van rijksbrede trajecten, waarbij de moties van mevrouw Verburg 1 en van mevrouw Noorman-den Uyl 2 zullen worden betrokken, op korte termijn de aansturing van en het toezicht op UWV verbeteren. Mijn aanpak hierbij licht ik in deze notitie verder toe. Het vergroten van de wederzijdse transparantie tussen minister en zbo staat hierbij voorop. Enerzijds door afspraken te maken over het aanleveren van volledige en betrouwbare informatie en anderzijds door het vaststellen van heldere kaders waar alle betrokkenen zich aan moeten houden. Bij het vormgeven van de nieuwe aanpak hebik gebruik gemaakt van de suggesties over de sturings- en toezichtsrelatie tussen het ministerie en het UWV uit het rapport van de heer Meijer 3 en uit de rapportage van de heer Annink, die van 17 februari tot 15 maart jl. tijdelijk voorzitter Raad van bestuur UWV was. Het rapport van de heer Annink is bijgevoegd. 4,5 Het sturingsinstrumentarium dient voor alle SUWI-zbo s gelijk te zijn en op dezelfde wijze te worden toegepast. Daarom geldt de lijn die in deze notitie wordt geschetst zowel voor UWV als voor CWI en SVB. KST75302 0304tkkst26448-126 ISSN 0921-7371 Sdu Uitgevers s-gravenhage 2004 Tweede Kamer, vergaderjaar 2003 2004, 26 448, nr. 126 1

2. Opzet aansturing Balans in verantwoordelijkheden Ik moet in staat zijn mijn ministeriële verantwoordelijkheid waar te maken en tegelijk moet er voldoende ruimte zijn voor het zbo om de eigen verantwoordelijkheid en professionele zelfstandigheid waar te maken. Dit geldt zowel voor het primaire proces van de uitvoering als voor de bedrijfsvoering in algemene zin. De versterking van sturing en toezicht die hierna wordt uitgewerkt, is nadrukkelijk bedoeld om de verantwoordelijkheid van de minister beter te waarborgen en laat de noodzakelijke ruimte van het zbo intact. Sturende rol minister In de verhouding tussen minister en zbo is van groot belang dat de spelregels helder zijn. Die spelregels bestaan primair uit de wet- en regelgeving. Daarnaast vormen de zgn. «meibrief» (de jaarlijkse brief waarin ik de zbo s de kaders voor het eerstvolgende jaarplan en meerjarenbeleidsplan meegeef) en bestuurlijke afspraken tussen minister en zbo s belangrijke pijlers voor de invulling van mijn rol. Via de jaarplannen maak ik afspraken met de zbo s over meetbare resultaten en bijbehorende financiële kaders. De doelen van SUWI zijn in concrete prestatie-maatstaven vertaald. Om het «speelveld» te completeren is nu het ontwikkelen van toetsingskaders voor huisvesting en voor investeringen ter hand genomen. Verderop in deze brief ga ik daar nader op in. Bovendien is van belang dat er alleen dan sprake kan zijn van een goede balans tussen minister en zbo, als het zbo op een adequate wijze verantwoording aflegt. Via het zgn. «verantwoordingsmodel» leg ik jaarlijks vast over welke onderwerpen het zbo zich in ieder geval moet verantwoorden. Volledigheid, transparantie en betrouwbaarheid zijn de sleutelwoorden bij de verantwoording. Rol zbo s Waar het de uitvoering betreft, zijn de zbo s aan zet. Zij zijn zelf verantwoordelijk voor het leveren van de afgesproken prestaties en zij moeten dat op doelmatige wijze doen. De zbo s werken in het publieke domein. Dat stelt bijzondere eisen aan de omgang met bedrijfs- en financiële middelen. Van de zbo s mag worden verwacht dat zij zich daarvan bewust zijn bij het nemen van beslissingen, zoals op het gebied van huisvesting. In feite gaat het hier om «goed publiek bestuur», waaronder begrepen integer en transparant handelen. De kwaliteit van de informatie die in de «planning en controlcyclus» door het zbo wordt opgeleverd, mag niet voor twijfel vatbaar zijn. De jaarverslagen worden al gevalideerd en vanaf 2004 zal deze bij alle zbo s een zogeheten bedrijfsvoeringsverklaring bevatten. Daarin wordt onder andere ingegaan op de aandachtspunten die gedurende de uitvoering van bedrijfsprocessen naar voren zijn gekomen en de daarvoor te treffen verbetermaatregelen. Ik hebmet genoegen geconstateerd dat CWI in februari jl. een «Regeling integriteitsregels voorzitter en leden Raad van bestuur CWI» heeft vastgesteld waarin, naast betrouwbaarheid en zorgvuldigheid, het aspect van soberheid (in huisvesting) expliciet naar voren komt. Van de SVB heb ik begrepen dat zij als lid van de Handvestgroep Publiek Verantwoorden thans betrokken is bij het opstellen van een integriteitscode voor de publieke sector naar analogie van de Code Tabaksblatt. Van UWV Tweede Kamer, vergaderjaar 2003 2004, 26 448, nr. 126 2

verwacht ik een aanvulling op het bestaande integriteitsbeleid, dat op dit moment wordt geëvalueerd. 3. Praktijk aansturing nieuwe stijl Strakker afsprakenkader in nieuwe situatie De zgn. «meibrief» zal een meer op resultaat gericht karakter krijgen. Ik zal in mijn beoordeling van de jaarplannen en de overige afspraken die ik met de zbo s maak dan ook expliciet toetsen op de vraag of er voldoende uitzicht is dat de voornemens daadwerkelijk worden uitgevoerd. Uitgesproken ambities moeten kunnen worden waargemaakt. Bij afspraken die een nieuwe ambitie voor de uitvoering bevatten, hoort een tijdsplanning, voortgangsbewaking en verantwoording. Taak zbo s in nieuwe situatie Een jaarplan dient zodanig te zijn onderbouwd, dat de inhoud getoetst kan worden aan eisen van rechtmatigheid, doelmatigheid, redelijkheid en billijkheid. Op basis van lopende afspraken is al veel in gang gezet, maar ik ben van plan nadere afspraken te maken met de zbo s over de wijze waarop zij kunnen garanderen dat zij betrouwbare en volledige gegevens aanleveren. Ik verwacht van de zbo s dat zij zelf aangeven hoe deze kwaliteitsborging wordt vormgegeven. Voor zover zbo s om welke reden dan ook nog niet in staat zijn de betrouwbaarheid en volledigheid van gegevens volledig te garanderen, zullen afspraken worden gemaakt over het verbeterpad, dat in elk geval in 2006 dan moet SUWI volledig zijn ingevoerd moet zijn afgelegd. Verbeteracties zijn niet vrijblijvend. De Inspectie Werk en Inkomen (IWI) zal de uitvoering van de verbeterafspraken periodiek monitoren en mij daarover rapporteren. 4. Toetsingskader huisvesting en investeringen Toetsing huisvestingsbeslissingen Omdat de Wet SUWI weinig concrete aangrijpingspunten biedt, heb ik in nauw overleg met de zbo s gezocht naar een helder en transparant toetsingskader voor huisvesting. Ook de Rijksgebouwendienst heeft hieraan zijn medewerking verleend. Over het toetsingskader, dat inhoudelijk wordt beschreven in de bijlage bij deze brief, het volgende. Het meerjarenbeleidsplan dient de strategische overwegingen van het huisvestingsbeleid te bevatten. Dit plan vormt de basis voor de verdere uitwerking van het huisvestingsbeleid en de concrete beslissingen die daaruit voortvloeien. Het gaat hierbij met name om de volgende aspecten: het takenpakket van de organisatie en voorziene ontwikkelingen daarin, de visie op de organisatie en inrichting van de eigen organisatie, de visie op de relatie met de klant en met derden en de implicaties van het werken in het publieke domein. De zbo s zullen met voorrang aan een meerjarenbeleidsplan huisvesting werken en dit ter beoordeling aan mij voorleggen. Dit plan kan worden gekoppeld aan het «brede» meerjarenbeleidsplan, dat de zbo s jaarlijks vóór 1 oktober aan mij toezenden. 1 De Raad van bestuur UWV streeft ernaar het «Masterplan huisvesting UWV» aan mij voor te leggen bij de begroting 2005, zo heeft de heer Annink mij gerapporteerd. Het meerjarenbeleidsplan huisvesting vergt een nadere uitwerking in het «jaarplan huisvesting». Dit jaarplan, waarvan de planperiode een bredere horizon kan hebben dan één jaar, kan onderdeel uitmaken van het reguliere jaarplan van de zbo s 1. Een door de minister positief beoordeeld meerjarenbeleidsplan huisvesting en jaarplan huisvesting vormen de basis voor het toetsen van afzonderlijke huisvestingsbeslissingen. Afwijkingen daarvan dient het zbo te motiveren. Voor zover het jaarplan Tweede Kamer, vergaderjaar 2003 2004, 26 448, nr. 126 3

voldoende onderbouwde concrete huisvestingsbeslissingen bevat, kan de goedkeuring hiervan met de goedkeuring van het totale jaarplan plaatsvinden. Deze nieuwe aanpak maakt beslissingen beduidend transparanter dan nu het geval is, omdat thans een beleidskader als referentiepunt ontbreekt. Bij de beoordeling op doelmatigheid, redelijkheid en billijkheid baseer ik mij op de informatie die het zbo aanreikt, mits de betrouwbaarheid daarvan is gewaarborgd. Ik heb de toezegging gekregen dat ik een beroep kan doen op de Rijksgebouwendienst om (vergelijkende) data-informatie aan te reiken en voor advies, ook bij afzonderlijke huisvestingsbeslissingen. Ook in de nog korte periode waarin een meerjarenbeleidsplan huisvesting als referentiepunt ontbreekt, zal ik die expertise nodig hebben, uiteraard zonder afbreuk te doen aan mijn rol en verantwoordelijkheid in deze. De heer Annink heeft aangegeven dat voor UWV een nieuwe organisatorische verankering van het huisvestingsbeleid nodig is. Daar wordt nu aan gewerkt. Ik hebmet CWI en SVB afgesproken dat zij waar nodig hun eigen organisatie op dit punt ook kritisch tegen het licht zullen houden, mij daarover rapporteren en maatregelen treffen indien dit noodzakelijk is. Toetsing investeringsbeslissingen Voor investeringen (zoals in het kader van verbouwingen en ict) geldt het (wettelijk) regime van (de goedkeuring van) de begroting, maar de aanpak en beoordeling daarvan zal overeenkomstig huisvestingsbeslissingen worden vormgegeven. In de eerstvolgende meibrief zal ik concreet aangeven welke eisen ik stel op het gebied van onderbouwing van de begroting en goedkeuring van investeringsbudgetten. 5. Het interne en externe toezicht Intern toezicht Het interne toezicht moet mijns inziens materieel versterkt worden. Om de «checks and balances» binnen het zbo beter te laten werken wil ik dat de Raad van advies naast de adviesfunctie een signaleringsfunctie jegens de Raad van bestuur ontwikkelt. De Raad van advies moet vanuit een pro-actieve houding signalen afgeven aan de Raad van bestuur. De aandacht van de Raad van advies zou naar mijn mening tevens moeten uitgaan naar bedrijfsvoeringsaspecten en het financieel beleid. Ik acht het van belang dat de Raad van advies bij de eerdergenoemde op te stellen strategische huisvestingsvisie voluit wordt betrokken. Dit stelt de Raad van advies tevens in staat het soberheidsaspect in een juiste context (rekening houdend met het kostenelement, beleidsmatige uitgangspunten en de transparantie van besluitvorming) te beoordelen. Met de Raden van bestuur en de Raden van advies zal ik bovendien afspraken maken over de transparantie van de adviesfunctie van de Raad van advies. In dit verband zal de Raad van bestuur in zijn extern jaarverslag op hoofdlijnen verslag moeten doen van de door de Raad van advies gegeven adviezen en afgegeven signalen. De Raad van bestuur blijft jegens de minister onverkort verantwoordelijk. IWI beoordeelt deze verantwoording en zal daarmee bij haar toezicht tekening houden. De Raden van bestuur dienen de Raden van advies waar dit nog niet het geval is uitdrukkelijk regulier te informeren over de voortgang van de werkzaamheden. In mijn periodiek overleg met de respectievelijke Raden van bestuur zal dit ook een terugkerend onderwerp zijn. Tweede Kamer, vergaderjaar 2003 2004, 26 448, nr. 126 4

Met de aldus te versterken functie van de Raad van advies sluit ik aan op een voorstel terzake dat ik van de heer Annink hebontvangen. Zijn voorstel om de Raad van advies formeel te vervangen door een Raad van Commissarissen neem ik echter niet over. De term «Raad van Commissarissen» kan de indruk wekken dat deze Raad de bevoegdheid heeft om de Raad van bestuur te benoemen en te ontslaan, om de jaarrekening vast te stellen en om bepaalde bestuursbeslissingen goed te keuren, zoals dat in het bedrijfsleven gebruikelijk is. Deze bevoegdheden zullen in het SUWIkader bij de minister van SZW blijven liggen. Een wijziging van bevoegdheden is overigens ook niet bedoeld door de heer Annink. De hier geschetste lijn is binnen het wettelijke kader in te passen en daardoor op korte termijn implementeerbaar. Ik heb er het volste vertrouwen in dat de werking van het interne toezicht hiermee op een adequate en goed hanteerbare wijze wordt versterkt. Mocht het zo zijn dat het kabinetsstandpunt over «Verzelfstandigde organisaties op rijksniveau» nieuwe input voor het denken over het interne toezicht genereert, dan zal ik dit doorvertalen naar mijn terrein. In de «brede» SUWI-evaluatie, waarover in 2006 wordt gerapporteerd, zal de werking van het interne toezicht worden betrokken. Aan de toereikendheid van de bovenvermelde maatregelen zal in deze evaluatie bijzondere aandacht worden besteed. Extern toezicht IWI is op grond van de Wet SUWI belast met het toezicht op de rechtmatigheid en doelmatigheid, waaronder begrepen de doeltreffendheid, van de uitvoering van de aan CWI, UWV en SVB opgedragen taken. IWI richt zich op het analyseren en beoordelen van de kwaliteit van de uitvoering (achteraf), op de samenwerking tussen de verschillende zbo s en de gemeenten en het functioneren van het stelsel als zodanig. IWI beschouwt hierbij de kaders die de minister voor de uitvoering stelt dus ook de kaders met betrekking tot huisvesting en investeringen als referentiepunt voor de invulling van het toezicht. Het externe toezicht richt zich primair op de prestaties van de uitvoering en de mate waarin deze bijdragen aan het behalen van de beoogde doelen. Als de geconstateerde prestaties of de waargenomen effecten daartoe aanleiding geven, kan IWI onderzoek doen naar de bedrijfsvoering van het zbo. De aanleiding voor een dergelijk onderzoek ligt dan in de tekortschietende prestaties of onvoldoende effectiviteit van de uitvoering. Ik zal niet schromen, indien daartoe naar mijn oordeel aanleiding is, IWI te vragen naar zaken, de bedrijfsvoering betreffende, onderzoek te doen. In het licht van de hierboven toegelichte versterking van de aansturing, zal IWI mij periodiek rapporteren hoe de uitvoering van afgesproken verbetermaatregelen verloopt. 6. Makelaarskosten Bij de benoeming van de heer Annink heb ik hem gevraagd zekerheid te scheppen over in het rapport-meijer niet afdoende beantwoorde vragen met betrekking tot courtagekosten. Op grond van de overeenkomst van 26 april 2002 lijkt de aanhuurcourtage die is betaald niet verschuldigd te zijn. Er is makelaarsloon betaald door een derde. De heer Annink heeft opdracht gegeven binnen UWV een feitenonderzoek te doen over door UWV betaalde courtage. In het rapport van bevindingen is opgenomen op welke wijze het te betalen bedrag tot stand is gekomen, op welke wijze en aan de hand van welke documenten dit is vastgesteld. De resultaten van dit onderzoek heeft de heer Annink in een bijlage opgenomen, die u vertrouwelijk wordt verstrekt. Tweede Kamer, vergaderjaar 2003 2004, 26 448, nr. 126 5

In vervolg op dit feitenonderzoek wordt thans in opdracht van UWV nader onderzoek gedaan door een extern bureau. Dit onderzoek heeft betrekking op de vraag of de verkoopcourtage niet is doorbelast/gefactureerd aan UWV en of terecht BTW-schade bij UWV in rekening is gebracht voor betaalde makelaarskosten. Ik verwacht een dezer dagen over de resultaten daarvan te kunnen beschikken. UWV zal de onderzoeken tevens aan de voorzitter van het College van Procureurs-Generaal aanbieden om na te gaan of er sprake is van strafbare feiten. 7. Conclusies In deze brief heb ik mijn plannen ontvouwd voor een verbetering van de aansturing van en het toezicht op de SUWI-zbo s. Transparantie, volledige en betrouwbare informatie, heldere rollen, duidelijke spelregels en soberheid vormen hiervan de sleutelwoorden. De nieuwe aanpak moet leiden tot een aantoonbare verbetering van de uitvoering. Mijn voornemens, die ik heb afgestemd met de zbo s, leiden tot het volgende concrete verbeterprogramma: Verbeterprogramma sturing en toezicht Acties minister andere opzet meibrief en schetsen relevante kaders in meibrief (april 2004) afspraken met zbo s m.b.t. kwaliteitsborging gegevens (april/mei 2004) nadere afspraken over taakuitoefening Raad van advies (april/mei 2004) beoordeling voorgelegde huisvestingsbeslissingen conform nieuwe kaders (ingaande heden) beoordeling meerjarenbeleidsplan huisvesting zbo s (oktober/november 2004) beoordeling jaarplan huisvesting zbo s (oktober/november 2004) beoordeling investeringen in het kader van de begroting (oktober/november 2004) Acties zbo s acties om betrouwbaarheid en volledigheid gegevens te borgen (ingaande heden) nieuwe werkwijze Raad van advies (ingaande heden) opstellen / afronden «integriteitsregeling» (vóór 01-07-2004 opstellen meerjarenbeleidsplan huisvesting door zbo s (vóór 01-10-2004) opstellen jaarplan huisvesting door zbo s (vóór 01-10-2004) opstellen raming investeringen binnen geldende kaders (vóór 01-10-2004) verslag over advisering Raad van advies (2004) (vóór 15-03-2005) Met deze brief is een breed verbeterprogramma van sturing en toezicht neergezet. De nadere uitwerking volgt de komende maanden, maar de opdracht aan alle betrokkenen is van blijvende aard. Minister en zbo dienen over en weer helder, duidelijk en betrouwbaar te zijn. Dit is van groot belang voor het realiseren van de beleidsdoelen. De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, A. J. de Geus Tweede Kamer, vergaderjaar 2003 2004, 26 448, nr. 126 6

BIJLAGE ELEMENTEN TOETSINGSKADER HUISVESTING In de brief zijn de hoofdlijnen van het toetsingskader huisvesting beschreven. In deze bijlage wordt nader uiteengezet welke «technische» elementen onderdeel uitmaken van de onderliggende «pijlers» van het toetsingskader. Meerjarenbeleidsplan huisvesting Het meerjarenbeleidplan huisvesting zal een onderbouwde visie op de omvang en samenstelling van de huisvestingsportefeuille bevatten, waarbij wordt ingegaan op: benodigde vierkante meters en aantal panden en de ontwikkeling daarin locatiekeuze in relatie tot de bereikbaarheid voor de cliënt en het bedrijfsverzamelgebouwconcept kwaliteitseisen m.b.t. de huisvesting, waarin aspecten als soberheid, doelmatigheid klantvriendelijkheid en werkklimaat zichtbaar zijn meegewogen (n.b.: ook stedebouwkundige eisen kunnen hierbij worden betrokken) prijsfactor, met de totale huisvestingskosten per m 2 conform NEN 2632 1 als maatstaf om het aspect soberheid eenduidig te kunnen beoordelen functionaliteit (type panden) en flexibiliteit (bijvoorbeeld eisen indeelbaarheid) keuze voor huur of koop dient een financiële paragraaf te worden opgenomen, waarin naast de financiële elementen uit het bovenstaande onder andere wordt ingegaan op de financieringsmethodiek. Jaarplan huisvesting In het jaarplan huisvesting komen onder andere de volgende elementen onderbouwd aan de orde: de planning van de projecten in de tijd (programmaplanning) het globaal programma van eisen (per type kantoor) de contractvorming (soort contract, contractduur) de financiële planning (waaronder de relatie met het budgettair kader) de verankering van het huisvestingsprogramma in de organisatie (de programma-organisatie) de toepassing van de relevante procedures Operationeel niveau (afzonderlijke huisvestingsbeslissing) 1 De norm NEN 2632 is opgebouwd uit de volgende elementen: huur en/of rente/ afschrijving, kosten inbouwpakket, parkeerkosten, servicekosten, onderhoudskosten, kosten gas, water en licht. BTW/BTW-compensatie en per m 2 verhuurbaar vloeroppervlak (vvo). Bij het voorleggen van afzonderlijke huisvestingsbeslissingen kan aan de inhoud van het meerjarenbeleidsplan huisvesting resp. jaarplan huisvesting worden gerefereerd. Afwijkingen daarvan dient het zbo te motiveren. Op het operationeel niveau komen daarmee alle relevante deels eerdergenoemde afwegingsgronden onderbouwd in beeld, zoals de totale huurof koopprijs en prijs per m 2, de locatiekeuze in relatie tot de verwachte omvang van de organisatie, bereikbaarheid en het bedrijfsverzamelgebouwconcept. Aan de onderbouwing van de bedrijfseconomische verantwoording van de keuze, waaronder de relatie met het budgettair kader, zal bijzondere aandacht worden besteed. Tweede Kamer, vergaderjaar 2003 2004, 26 448, nr. 126 7