Examenopgaven VMBO-KB 2003



Vergelijkbare documenten
Examenopgaven VMBO-GL en TL 2003

sfeerlichthouders. Daarnaast staat een tekening van het bovenaanzicht van deze figuur.

3 maximumscore 6 De hoogte van het grondvlak van het prisma met de stelling van Pythagoras berekenen: (10. 1 x 8,6 x 10= ) 43,30 (cm 2 ) 1

Correctievoorschrift examen VMBO-KB 2003

Correctievoorschrift examen VMBO-GL en TL 2003

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 1 donderdag 22 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VMBO-GL en TL 2008 wiskunde CSE GL en TL tijdvak 1 donderdag 22 mei uur

wiskunde CSE GL en TL

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 1 dinsdag 15 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

wiskunde CSE GL en TL

Examen VMBO-KB 2005 WISKUNDE CSE KB. tijdvak 2 dinsdag 21 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examenopgaven VMBO-KB 2003

oppervlakte grondvlak hoogte oppervlakte grondvlak hoogte

wiskunde CSE GL en TL

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 1 dinsdag 19 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 2 woensdag 17 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Achter het correctievoorschrift zijn twee aanvullingen op het correctievoorschrift opgenomen.

Examen VMBO-KB 2005 WISKUNDE CSE KB. tijdvak 1 donderdag 26 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 2 dinsdag 22 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 1 woensdag 17 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Eindexamen wiskunde vmbo gl/tl I OVERZICHT FORMULES: omtrek cirkel = π diameter. oppervlakte cirkel = π straal 2

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 2 dinsdag 17 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

1 oppervlakte grondvlak hoogte

wiskunde CSE GL en TL

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 1 maandag 21 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 2 dinsdag 23 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

wiskunde CSE GL en TL

Examen VBO-MAVO-C. Wiskunde

wiskunde CSE GL en TL

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 2 dinsdag 21 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 1 donderdag 19 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VMBO-GL en TL. wiskunde CSE GL en TL. tijdvak 2 maandag 17 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Extra opgaven Aanzichten, oppervlakte en inhoud

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 2 dinsdag 19 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 2 dinsdag 17 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Bereken hoeveel populieren hiervoor gebruikt zijn. Schrijf je berekening op.

Eindexamen wiskunde vmbo gl/tl I OVERZICHT FORMULES: omtrek cirkel = π diameter. oppervlakte cirkel = π straal 2

wiskunde CSE GL en TL

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 2 dinsdag 18 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 1 woensdag 30 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

1. rechthoek. 2. vierkant. 3. driehoek.

Examen VMBO-BB. wiskunde CSE BB. tijdvak 1 donderdag 22 mei uur

Kyra van Leeuwen (Nederlands Jeugdkampioen golf van 2002 tot en met 2004)

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 2 dinsdag 19 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

wiskunde CSE GL en TL

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 2 maandag 19 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VMBO-GL en TL. wiskunde CSE GL en TL. tijdvak 2 dinsdag 21 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 1 woensdag 22 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen HAVO. wiskunde B1,2. tijdvak 2 woensdag 18 juni Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

wiskunde CSE GL en TL

Examen VMBO-GL en TL. wiskunde CSE GL en TL. tijdvak 2 dinsdag 18 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 1 donderdag 16 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

wiskunde CSE GL en TL

Examen VBO-MAVO-D Wiskunde

Examen VMBO-GL en TL. wiskunde CSE GL en TL. tijdvak 1 dinsdag 19 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VBO-MAVO-D. Wiskunde

Examenopgaven VMBO-GL en TL 2003

Examenopgaven VMBO-KB 2004

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

wiskunde CSE GL en TL

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 1 maandag 19 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VMBO-GL en TL 2005

Examen VMBO-BB. wiskunde CSE BB. tijdvak 1 vrijdag 24 mei uur

wiskunde CSE GL en TL

Examen VMBO-BB. wiskunde CSE BB. tijdvak 1 donderdag 24 mei uur. Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje.

Bij deze PTA-toets hoort een uitwerkbijlage, die behoort bij opdracht 4c. Pagina 1 van 8. Vestiging Westplasmavo

Examen VMBO-GL en TL. wiskunde CSE GL en TL. tijdvak 2 dinsdag 21 juni 13:30-15:30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VMBO-GL en TL 2005

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 1 maandag 23 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

oppervlakte grondvlak hoogte

Wiskunde-onderdeel Meetkunde november Cijfer=aantal behaalde punten : 62 x Pagina 1 van 7. Vestiging Westplas Mavo

Hoofdstuk 4: Meetkunde

wiskunde CSE GL en TL

wiskunde CSE GL en TL

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 1 vrijdag 21 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Bij het beantwoorden van de vragen 1 tot en met 4 kun je de formule gebruiken.

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 2 dinsdag 21 juni 13:30-15:30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

oppervlakte grondvlak hoogte

Om snel medische hulp te kunnen bieden, staan in vier plaatsen in Nederland speciale helikopters. Zie onderstaand kaartje.

Examen VBO-MAVO-D Voorbereidend

Hieronder zie je een figuur die bestaat uit vier rijen. De figuur is gemaakt van witte en grijze vierkanten.

Examen VMBO-GL en TL 2008 tijdvak 2 dinsdag 17 juni uur

Examen VBO-MAVO-C. Wiskunde

Een fabrikant van practicummateriaal voor natuurkunde heeft in 2009 als reclame onderstaande ansichtkaart verstuurd aan alle scholen in Nederland.

Examen HAVO wiskunde B. tijdvak 1 vrijdag 17 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

blikken b dat nodig is voor de toren. Op de uitwerkbijlage staat een tabel, die hoort bij dit verband. Vul de tabel op de uitwerkbijlage verder in.

wiskunde CSE GL en TL

wiskunde CSE GL en TL

Examen VBO-MAVO-C. Wiskunde

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

Examen HAVO. Wiskunde B (oude stijl)

wiskunde CSE GL en TL

In een museum staan enkele beelden. Hieronder zie je een gedeelte van de plattegrond van het museum. zaal 3

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 1 woensdag 20 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 22 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Opgave 2. ( 4 punten) Bereken de breedte van de tafel, afgerond op hele centimeters. Schrijf de berekening op.

Examen VBO-MAVO-C. Wiskunde

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 18 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VMBO-BB. wiskunde CSE BB. tijdvak 2 woensdag 18 juni uur. Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje.

Transcriptie:

Examenopgaven VMBO-KB 2003 tijdvak1 donderdag 22 mei 13.30-15.30 uur WISKUNDE CSE KB WISKUNDE VBO-MAVO-C Bij dit examen hoort een uitwerkboekje. Dit examen bestaat uit 25 opdrachten. Voor dit examen zijn maximaal 90 punten te behalen. Voor elke opdracht staat hoeveel punten maximaal behaald kunnen worden. 300005-645-533o

TUIN BESTRATEN Sandra wil haar tuin bestraten. In onderstaande figuur zie je een schets van haar tuin. Ze wil in ieder geval een ruitvormig rozenperk in haar tuin. Daar komt dus geen bestrating. In de figuur zijn de maten in meters. 3p 1 Laat zien dat de oppervlakte van de hele tuin (met rozenperk) 60 m 2 is. Schrijf je berekening op. 4p 2 In één van haar ontwerpen wil Sandra haar hele tuin behalve het rozenperk laten bestraten. Bereken hoeveel m 2 Sandra dan moet laten bestraten. Schrijf je berekening op. Bij het bedrijf Janssen moet Sandra voor het bestraten van haar tuin een vast bedrag van 150,- betalen en 30,- per gewerkt uur. 3 2 6 8 2 3 3p 3 Er bestaat een verband tussen de kosten in euro s en het aantal gewerkte uren. Dit verband is aan te geven met een woordformule. Schrijf deze woordformule op. Ga er bij de vragen 4 en 5 van uit dat in één uur 3 m 2 wordt bestraat. 4p 4 In een ander ontwerp wil Sandra 40 m 2 laten bestraten. Bereken hoeveel euro zij dan moet betalen. Schrijf je berekening op. 4p 5 Sandra wil niet meer dan 400,- voor het bestraten betalen. Bereken hoeveel m 2 van haar tuin zij daarvoor kan laten bestraten. Schrijf je berekening op. 300005-645-533o 2 ga naar de volgende pagina

BELGEDRAG Hieronder zie je een deel van een telefoonrekening van meneer Halstra uit 2002. Hij bekijkt dat deel van zijn telefoonrekening eens wat beter. Periode maart en april 2002 rubriek aantal gesprekken gesprekstijd gesprekskosten uur:min:sec Binnen uw regio 227 21:26:33 29,83 Buiten uw regio 41 2:48:35 6,14 Internationaal 4 30:45 4,99 Naar mobiele nummers 27 15:30 13,38 Naar 0900-servicenummers 3 7:30 4,05 Totale gesprekskosten 58,39 Voor elk gesprek naar een mobiel nummer betaalde meneer Halstra een vast bedrag van 22 eurocent. Daarnaast betaalde hij voor de gesprekstijd een bedrag per seconde. 3p 6 Laat met behulp van een berekening zien dat hij in totaal voor de gesprekstijd naar mobiele nummers 7,44 betaald heeft. 4p 7 Bereken in één decimaal nauwkeurig hoeveel eurocent meneer Halstra per seconde gesprekstijd heeft betaald voor het bellen naar mobiele nummers. Laat zien hoe je aan je antwoord komt. 4p 8 Heeft meneer Halstra in deze periode meer of minder dan 25 uur gebeld? Laat zien hoe je aan je antwoord komt. 4p 9 Bereken in seconden nauwkeurig hoe lang een gesprek binnen uw regio in deze periode gemiddeld duurde. Schrijf je berekening op. 300005-645-533o 3 ga naar de volgende pagina

SFEERLICHT Op de foto hieronder zie je een houder waarin een sfeerlichtje zit. Deze sfeerlichthouder heeft de vorm van een prisma met een gelijkzijdige driehoek als grondvlak. 4p 10 Op de foto hieronder zie je het bovenaanzicht van een figuur gemaakt van zes van deze sfeerlichthouders. In het uitwerkboekje bij vraag 10 zie je een tekening van dit bovenaanzicht. Teken in de tekening in het uitwerkboekje alle symmetrieassen. 2p 11 Op de foto hieronder zie je een bovenaanzicht van een ander figuur, gemaakt van deze zes sfeerlichthouders. Daarnaast staat een tekening van het bovenaanzicht van deze figuur. Geef de kleinste hoek in graden waarover deze tekening draaisymmetrisch is. 300005-645-533o 4 ga naar de volgende pagina

Hieronder zie je een tekening van de sfeerlichthouder. De sfeerlichthouder is massief en gemaakt van kunststof. De zijden van het driehoekige grondvlak zijn 10 cm. De hoogte van de sfeerlichthouder is 2 cm. In het midden van de sfeerlichthouder zit een rond gat voor het sfeerlichtje. De diameter van dit gat is 3,8 cm en de diepte is 1,2 cm. 3,8 diepte rond gat 1,2 hoogte grondvlak hoogte sfeerlichthouder 2 10 3p 12 Laat zien dat de inhoud van het ronde gat voor het sfeerlichtje gelijk is aan 13,6 cm 3. Schrijf je berekening op. 4p 13 Laat zonder schaalberekening zien dat de hoogte van het grondvlak gelijk is aan 8,7 cm. Schrijf je berekening op. 4p 14 Bereken in hele cm 3 hoeveel kunststof er nodig is om deze sfeerlichthouder te maken. Schrijf je berekening op. 300005-645-533o 5 ga naar de volgende pagina

TRAP EN SCHUIFLADDER In doe-het-zelfzaken zijn trappen in diverse maten te koop. De foto hieronder, waarop drie van deze trappen zijn afgebeeld, komt uit een reclamefolder. In de figuur hieronder zie je een schets van het zijaanzicht van een trap. Driehoek ABC is gelijkbenig. In de tabel daarnaast staan gegevens over verschillende trappen. Deze tabel staat ook in het uitwerkboekje bij vraag 15. C platform aantal treden hoogte tot platform (in cm) hoogte tot platform A B 2 3 4 5 67 89 111 133 3p 15 Laat met behulp van de tabel in het uitwerkboekje zien dat de hoogte tot het platform van de trap met zeven treden gelijk is aan 177 cm. 5p 16 Meneer Visser wil zijn huis schilderen. Zijn trap met zeven treden is te kort, daarom leent hij een schuifladder bij de buurman. Op de foto in het uitwerkboekje bij vraag 16 zie je de trap en de schuifladder. De schuifladder is al gedeeltelijk uitgeschoven. Schat in cm nauwkeurig, met behulp van de foto in het uitwerkboekje, tot welke hoogte de schuifladder tegen het huis aan staat. Laat zien hoe je aan je antwoord komt. 300005-645-533o 6 ga naar de volgende pagina

4p 17 Meneer Visser schuift de ladder uit tot een lengte van 5,8 meter. Hij zet de ladder tegen de muur. Deze komt dan tot een hoogte van 5,5 meter. Zie onderstaande tekening. hoek Bereken in graden nauwkeurig de hoek die de ladder met de grond maakt. Schrijf je berekening op. CHOCOLADE Een fabrikant van snoepgoed maakt staafjes chocolade van het merk BASITA. De staafjes chocolade worden verpakt in doosjes. Op onderstaande foto zie je een model van het doosje. Dit doosje heeft de vorm van een halve cilinder. De boven- en onderkant zijn halve cirkels met een diameter van 9 cm. 3 cm strookje voor het openen 9 cm hoogte In het uitwerkboekje bij de vragen 18, 19 en 21 is een begin gemaakt met de uitslag van het doosje. Het voorvlak is op schaal 1 : 2 getekend. De hoogte van het doosje is in de uitslag aangegeven. 3p 18 Bereken de hoogte van het doosje met behulp van de schaaltekening in het uitwerkboekje. Schrijf je berekening op. 3p 19 Om het doosje makkelijk te kunnen openen, wordt er aan de voorkant onder het woord BASITA een strookje van 1,5 cm breed gemaakt. Dit strookje zit 3 cm onder de bovenkant. Teken in het uitwerkboekje het strookje in de uitslag van het doosje. 4p 20 Op de voorkant van het doosje staat het woord BASITA. Zie bovenstaande foto. Vóór het woord en ná het woord is 1 cm onbedrukt. Bereken (niet meten) in mm nauwkeurig hoe lang het woord BASITA is. Schrijf je berekening op. 5p 21 Maak in het uitwerkboekje de uitslag af. 300005-645-533o 7 ga naar de volgende pagina

OPENLUCHTTHEATER Op onderstaande foto zie je een openluchttheater in Griekenland. Bij een voorstelling worden kussentjes op de stenen rijen gelegd. Elk kussentje is een zitplaats. In onderstaande figuur zie je een schematische tekening van een gedeelte van het theater. In deze figuur zijn 10 rijen getekend. Op de eerste rij komen 18 zitplaatsen en op elke volgende rij komen er steeds 3 zitplaatsen bij. Op de eerste rij zijn al 5 zitplaatsen getekend. rijnummer 10 rijnummer 2 rijnummer 1 toneel 300005-645-533o 8 ga naar de volgende pagina

Met de volgende woordformule kun je bij elk rijnummer het aantal zitplaatsen van die rij uitrekenen: aantal zitplaatsen = 3 rijnummer + 15 2p 22 Bereken hoeveel zitplaatsen er zijn bij de rij met rijnummer 4. Schrijf je berekening op. In het uitwerkboekje bij de vragen 23 en 24 is een deel van de grafiek getekend die bij deze woordformule hoort. 4p 23 Vanaf welk rijnummer zijn er meer dan 50 zitplaatsen per rij? Licht je antwoord toe. Uit elke rij haalt men twee zitplaatsen weg. Zo ontstaat een nieuwe situatie. 4p 24 Teken in de figuur in het uitwerkboekje, voor rijnummer 1 tot en met rijnummer 10, de grafiek die bij deze nieuwe situatie hoort. 3p 25 Voor het totaal aantal zitplaatsen vanaf rijnummer 1 tot en met rijnummer n geldt in de nieuwe situatie de volgende formule: 1 2 1 2 2 totaal aantal zitplaatsen = 1 n + 14 n Bereken met deze formule het totaal aantal zitplaatsen van de eerste zeven rijen. Schrijf je berekening op. 300005-645-533o* 9 einde