Basisregistratie personen - fraude



Vergelijkbare documenten
- Vaststelling van de regeling bij besluit van burgemeester en wethouders van 26 augustus 2014 (agendapunt nummer 3.11, registratienummer ).

Naam Regeling ter uitvoering van de artikelen 2.48 en 2.49 van de Wet BRP (Beleidsregel)

Jaartal / nummer 2014 / 075. Naam Regeling bestuurlijke boete burgerzaken (Beleidsregel, 2014) Publicatiedatum 6 oktober 2014.

Toelichting op het beleid briefadres

Het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente WAALWIJK,

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Boxmeer,

Toelichting behorende bij de Regeling briefadres gemeente Heemstede 2013

Regeling briefadres van de gemeente Alphen-Chaam 2014

GEMEENTEBLAD. Nr Regeling briefadres gemeente Goes

Besluit van het college van burgemeester en wethouders d.d. 2 juli 2013, tot vaststelling van de Regeling briefadres gemeente Dinkelland 2013.

Bijlage 16. Regeling briefadres Wijdemeren 2015

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Montfoort;

Regeling Briefadressen gemeente Hardinxveld-Giessendam

GEMEENTEBLAD. Nr Regeling briefadres gemeente Venlo 2016

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Noordwijk,

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Korendijk,

Regeling briefadres gemeente Simpelveld Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Simpelveld

GEMEENTEBLAD. Nr Regeling briefadres gemeente Arnhem

Burgemeester en wethouders van de gemeente Albrandswaard;

de Regeling briefadres gemeente Oldenzaal 2013 vast te stellen.

Beleid briefadres gemeente Deurne 2015

CVDR. Nr. CVDR382225_1

Regeling briefadres gemeente Hoogezand-Sappemeer. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoogezand-Sappemeer,

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Meppel,

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Valkenwaard,

Nadere regels briefadres gemeente Heemskerk 2016

CVDR. Nr. CVDR600686_1. Regeling briefadres gemeente Enkhuizen. 21 december Officiële uitgave van Enkhuizen.

Beleidsregels briefadres gemeente Wageningen 2016

Gemeente De Bilt - Regeling briefadres gemeente De Bilt Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente De Bilt

llilil! Illii liilllliilliillllilli lllllll iilliillliillilí

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Aalsmeer,

Regeling briefadres gemeente Neder-Betuwe 2016

REGELING BRIEFADRES GEMEENTE ZANDVOORT

CVDR. Nr. CVDR412889_1

Gemeente Cuijk - Regeling briefadres gemeente Cuijk 2015

04 Bestuurlijke besluitvorming

GEMEENTEBLAD. Beleidsregels briefadres gemeente Houten

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Weststellingwerf,

2. Briefadres: het adres waar voor betrokkene bestemde geschriften in ontvangst worden genomen;

CVDR. Nr. CVDR461243_1

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Middelburg,

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Goes,

GEMEENTEBLAD. Nr Regeling briefadres gemeente Tiel 2014

Regeling briefadres gemeente Waalwijk 2017

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Etten-Leur,

[Regeling briefadres gemeente Wijk bij Duurstede 2017

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nieuwkoop,

de ingeschrevene in de basisadministratie die een briefadres houdt;

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Raalte,

Besluit van burgemeester en wethouders van Oudewater houdende een beleidsregel voor briefadres (Beleidsregel briefadres gemeente Oudewater 2019)

CVDR. Nr. CVDR604810_1. Regeling briefadres gemeente Assen

Regeling briefadres gemeente Heeze-Leende 2018

CVDR. Nr. CVDR380577_1. Regeling briefadres gemeente Rotterdam 2015

CVDR. Nr. CVDR613411_1. Regeling briefadres gemeente Haren 2018

Toelichting op de beleidsregels briefadres

Beleidsregel briefadres gemeente Overbetuwe Onderwerp: Beleidsregel briefadres gemeente Overbetuwe 2017

Nadere regels briefadres gemeente Heemskerk 2017

Het college van burgemeester en wethouders van Teylingen,

Gemeente Midden-Defland - Regeling briefadres gemeente Midden-Delfland. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Midden-Delfland,

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nuth,

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Maasgouw,

besluit vast te stellen de navolgende Regeling briefadres Den Haag 2018:

REGELING BRIEFADRES DEN HAAG Toelichting

Regeling Briefadres gemeente Zoeterwoude 2014

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Aalten;

Artikelsgewijze toelichting Artikelen die geen nadere toelichting behoeven zijn in dit onderdeel niet opgenomen.

( ) van de minister van Binnenlandse Zaken en Koningsrelaties van 6 december

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lansingerland,

Indien er in deze regeling teams of clusters genoemd worden dan is het bepaalde ook van toepassing op de rechtsopvolgers van het team en/of cluster.

Regeling briefadres gemeente Appingedam Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Appingedam,

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waddinxveen

Regeling briefadres gemeente Lelystad 2017

Regeling briefadres gemeente Heumen Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heumen,

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Aalten;

Collegevoorstel. Zaaknummer: Onderwerp: beleid briefadressen 2016

Regeling briefadres gemeente Capelle aan den IJssel 2018

1 Beleidsregels briefadressen Geertruidenberg Burgemeester en wethouders van de gemeente Geertruidenberg;

Artikel 1 Begrippen Alle begrippen uit de Wet Basisregistratie Persoonsgegevens zijn ook van toepassing op deze regeling.

Regeling briefadres wet basisregistratie personen gemeente Almelo Het college van burgemeester en wethouders van de Gemeente Almelo;

Beleidsregels voor briefadressen gemeente Kaag en Braassem december Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Kaag en Braassem,

Regeling briefadres wet basisregistratie personen gemeente Almelo Het college van burgemeester en wethouders van de Gemeente Almelo;

Regeling Briefadres gemeente Zoeterwoude 2017

Registratie briefadres om veiligheidsredenen (waaronder ingeval van verblijf in Blijf-van-mijn-lijf-huizen)

Beleidsregel bestuurlijke boete basisregistratie personen gemeente Overbetuwe 2017

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Noordwijk,

Regeling briefadres gemeente Neder-Betuwe Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Neder-Betuwe,

Regeling opleggen bestuurlijke boete Wet basisregistratie personen (Regeling bestuurlijke boete Wbrp)

NOTA. nota voor burgemeester en wethouders. datum: 15 april 2015 registratienummer: paraaf chef: kopie aan:

Beleidsregels. Regeling briefadres

Regeling briefadres en inschrijving bij adresonderzoek gemeente Lelystad 2010

wijzigingen Wet BRP Bijlage nummer 1 Datum 13 december 2013 Ons kenmerk

Nota van B&W. onderwerp Vaststellen beleidsregel briefadressen Haarlemmermeer 2015

Beleidsregel bestuurlijke boete Basisregistratie personen gemeente Lelystad 2017

Gemeente Tynaarlo - Regeling bestuurlijke boete Wet basisregistratie personen 2017 gemeente Tynaarlo

Beleidsregels voor het houden van een briefadres, gemeente Assen.

Regeling bestuurlijke boete Wet basisregistratie personen gemeente Haaren 2018'.

Regeling briefadressen en adresonderzoeken gemeente

Transcriptie:

Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Basisregistratie personen - fraude Programma / Programmanummer Dienstverlening & Burgerzaken / 1011 Portefeuillehouder H.M.F. Bruls Samenvatting De Wet Basisregistratie Personen (BRP), voorheen gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (GBA), is in werking getreden. Deze wet geeft nieuwe handvatten om adresfraude te bestrijden. Daarnaast wordt een aantal regelingen vervangen door reglementen die zijn aangepast aan de nieuwe wet. BW-nummer Directie/afdeling, ambtenaar, telefoonnr. PU20, Martijn van der Linden, 9685 Datum ambtelijk voorstel 11 augustus 2014 Registratienummer 14.007278 Ter besluitvorming door het college 1. De beleidsregels bestuurlijke boete burgerzaken vast te stellen. 2. De beleidsregels ter uitvoering van artikel 49 van de wet GBA met betrekking tot briefadres (2008) in te trekken en te vervangen door de regeling briefadres gemeente Nijmegen 2014 3. De regeling ter uitvoering van de artikelen 73 en 74 Wet GBA in te trekken en te vervangen door de regeling van de artikelen 2.48 en 2.49 Wet basisregistratie personen 4. Aan te sluiten bij de pilot Registratie Eerste Vestigingsadres. Steller Martijn van der Linden Paraaf akkoord Datum Alleen ter besluitvorming door het College Besluit B&W d.d. 26 augustus 2014 X Conform advies Aanhouden Anders, nl. nummer: 3.11 Bestuursagenda Paraaf akkoord Datum Portefeuillehouder Collegevoorstel basisregistratie personen - Fraude

Collegevoorstel 1 Probleemstelling De Wet basisregistratie personen (BRP) trad op 6 januari 2014 in werking. Deze wet vervangt de Wet Gemeentelijke Basisadministratie Persoonsgegevens en is de basis voor de bevolkingsregistratie in Nederland. Door deze nieuwe wetgeving moet een aantal beleidsregels worden geactualiseerd, maar de wet geeft ook nieuwe handvatten om adresfraude te bestrijden. Adresfraude (o.a. fraude met toeslagen door het opgeven van valse adressen) is een landelijk probleem, waarvan de omvang tot op heden nog niet goed in beeld gebracht is. Uit onderzoek door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is gebleken dat een bewust foutieve inschrijving, binnen een gezin met een modaal inkomen, 500,- per maand aan extra toeslagen oplevert. Voor Nijmegen zijn er geen cijfers bekend. We nemen aan dat het overgrote deel van de inwoners zich correct inschrijft. Er doen zich wel specifieke situaties voor die de aandacht vereisen en waarbij fraude een rol kan spelen. Het gaat om de volgende vier situaties. Briefadressen In artikel 2.23 van de wet BRP staat omschreven: Indien een woonadres ontbreekt wordt op aangifte een briefadres opgenomen. Een briefadres wordt gezien als een groot risico op fraude, omdat een vast woonadres ontbreekt. Het gaat in Nijmegen om 140 personen die bij particulieren verblijven. Onjuiste inschrijvingen Binnen de gemeente Nijmegen voeren we administratieve adresonderzoeken uit als er een signaal binnenkomt van een mogelijk onjuist adresgegeven. Echte sancties om op te treden bij bewust niet correcte inschrijving ontbraken. Daarnaast voldoen we niet aan de voorschriften van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties die bij signalen een gedegen onderzoek voorschrijft. Met gedegen onderzoek wordt bedoeld dat een adres niet alleen administratief wordt gecontroleerd, maar dat ook de situatie ter plekke wordt onderzocht. Door gebrek aan capaciteit vindt het feitelijk onderzoek niet plaats. Registratie eerste vestigingsadres Bij de invoering van de Wet BRP is de gemeente Nijmegen door het ministerie aangewezen als loketgemeente voor het registreren van Niet-Ingezetenen. Dit loket verstrekt een burgerservicenummer aan personen die niet in Nederland wonen of hier tijdelijk werken. Al deze personen worden niet in de basisregistratie opgenomen, maar in een speciaal register niet-ingezetenen. Dit register maakt wel onderdeel uit van de basisregistratie. In het register wordt alleen het adres in het buitenland geregistreerd. Hierdoor weten we niet waar deze personen in Nederland verblijven. Emigratie (achtergelaten vrouwen en kindontvoeringen) Op 14 mei 2013 heeft u de Regeling ter uitvoering van de artikelen 73 en 74 van de wet GBA vastgesteld. Dit om achterlating van vrouwen, ontvoering van en getouwtrek met kinderen te voorkomen. Een deel van deze regeling is momenteel vastgelegd in de Wet BRP. Het geheel intrekken van de regeling is niet wenselijk omdat er in de Nijmeegse regeling specifieke voorschriften staan die duidelijkheid geven aan de inwoners. De wet is vooral bedoeld om ter voorkoming van achterlatingen en kindontvoeringen. Daarom moet iedere emigrant zich in persoon aan de balie melden in de Stadswinkel. In praktijk zien we dat vooral expats en studenten die teruggaan naar het land van herkomst

Collegevoorstel Vervolgvel 2 zich melden aan de balie. Dit brengt voor de RU en de grote bedrijven, maar ook voor burgerzaken extra administratieve rompslomp met zich mee. De wet schiet hiermee zijn doel voorbij en we weten niet of iedereen zijn vertrek nu meldt en dat heeft weer gevolgen voor de basisadministratie. 2 Juridische aspecten De Wet Gemeentelijke Basisadministratie Persoonsgegevens is vervangen door de Wet basisregistratie personen. Daarnaast zijn er ook circulaires uitgebracht om deze wet toe te lichten (correctie registratie op een briefadres, registratie briefadres om veiligheidsredenen en bestuurlijke boete). 3 Doelstelling 1) Een actuele registratie van met name persoonsgebonden adresgegevens; 2) Bestrijden adresfraude; 3) Aanpassing aan de nieuwe wetgeving. 4 Argumenten Briefadressen Het is noodzakelijk om voor aanvragers van een briefadres alsmede de persoon die zorg draagt voor de doorzending van de post duidelijkheid te bieden over het begrip woonadres en de manier waarop de controles zijn ingericht. Het ontbreken van een vast woonadres brengt namelijk risico s met zich mee. Mensen die verblijven in een instelling vallen hier buiten. Onder de paragraaf uitvoering en evaluatie beschrijven wij de uitvoering. Onjuiste inschrijvingen Tot de komst van de Wet BRP had de gemeente geen middel om af te dwingen dat inwoners hun wijzigingen doorgaven. Met de komst van de nieuwe wet mag de gemeente een bestuurlijke boete opleggen als geconstateerd wordt dat een inwoner niet aan zijn of haar verplichtingen heeft voldaan. Van de boete moet vooral een preventieve werking uitgaan. Bovendien moet de boete alleen worden ingezet in gevallen waar de kans op fraude het grootst is (zie paragraaf uitvoering en evaluatie). Vooraf moet nauwkeurig onderzoek worden gedaan. Een buitendienstonderzoek maakt hiervan onderdeel uit. Wij onderzoeken de komende tijd hoe wij deze onderzoeken door samenwerking binnen de gemeente kunnen uitvoeren. Emigratie (achtergelaten vrouwen en kindontvoeringen) In het verleden zijn goede afspraken gemaakt met de RU en de grote werkgevers. Zij beschikten over formulieren, zodat hun studenten en expats eenvoudig het vertrek konden doorgeven. Vanaf januari 2014 is dit door de nieuwe wet niet meer mogelijk. Burgerzaken heeft vanaf januari 70 personen extra aan de balie ontvangen en 112 extra adresonderzoeken uitgevoerd. De minister is niet voornemens de wet aan te passen. Meer studentensteden kampen met dit probleem en willen gezamenlijk een bestuurlijk geluid laten horen. Namens de burgemeesters van deze steden wordt een brief gestuurd naar de minister om nogmaals de aandacht te vragen voor de gevolgen van deze wetgeving.

Collegevoorstel Vervolgvel 3 Registratie eerste vestigingsadres Op 6 januari zijn het Burgerservicenummer het Sofinummer vervangen als registratienummer voor personen die niet of slechts tijdelijk in Nederland verblijven, maar wel een economische relatie hebben met Nederland. Om dit inzicht wel te verkrijgen is de Pilot registratie eerste vestigingsadres gestart. In deze registratie registreren we ook het adres waar personen zich tijdelijk vestigen in Nederland. Door koppeling met andere bestanden en de inzage die andere instanties hebben (Sociale Zaken, Belastingdienst en Omgevingsdienst, komen onrechtmatigheden eerder naar voren. 5 Financiën Dit voorstel heeft geen financiële consequenties. 6 Participatie en Communicatie Voor dit voorstel wordt geen participatie- of communicatietraject opgestart. De besluiten zijn openbaar en worden gepubliceerd op de gemeentelijke website. 7 Uitvoering en evaluatie Uitvoering onderzoek briefadres Van de 500 personen met een briefadres, gaat onze aandacht uit naar ongeveer 140 personen. Van deze categorie is het adres onbekend, of zij verblijven bij een particulier. Hoe controleren wij deze briefadressen? 1. Net als in de huidige situaties worden particuliere briefadressen ieder kwartaal onderzocht. Na 3 maanden ontvangt de briefadreshouder een persoonlijke oproep, na 6 maanden een schriftelijke en na 9 maanden wederom een persoonlijke oproep. 2. Nieuw is achter dat na 1 jaar de onderzoeken worden opgevoerd naar één maal per maand. De bewijslast ligt bij de briefadreshouder. Als hij of zij zich niet verantwoordt, dan mag uw College het adres van de briefadresgever ambtshalve wijzigen; Uitvoering bestuurlijke boete De bestuurlijke boete wordt toegepast bij het niet nakomen van verplichtingen. Een boete kan worden opgelegd bij het niet nakomen van alle verplichtingen die de Wet BRP met zich mee brengt. Wanneer een bestuurlijke boete 1. Een bestuurlijke boete van 250,- wordt opgelegd als een briefadreshouder bewust niet meewerkt om informatie te verstrekken over het briefadres. 2. Als bij vestiging in Nederland geweigerd wordt een brondocument ( bijv. een geboorteakte) te overleggen, dan wordt een boete van 250,- opgelegd. Deze boete wordt opgelegd bij het geen gevolg geven aan een herhaalverzoek. De boete zal opgelegd worden indien er gerede twijfel bestaat aan de kwaliteit van de gegevens die opgenomen staan in de BRP. Dit omdat de drempel om in te schrijven in de basisregistratie moet hierdoor niet verhoogd mag worden.

Collegevoorstel Vervolgvel 4 3. De maximale boete van 325,- wordt opgelegd als een verhuisaangifte bewust niet is gedaan. Dit moet blijken uit een gedegen onderzoek. Indien een persoon bewust nalaat zijn adreswijziging door te geven kan er sprake zijn van fraude met toeslagen of uitkeringen. 8 Risico De basisregistratie personen vormt de basis voor de uitvoering van bijna alle regelingen in Nederland. Andere overheidsorganisaties zijn verplicht de gegevens uit de basisregistratie te gebruiken. De actualiteit is dan ook van het grootste belang omdat er anders onterecht toeslagen en uitkeringen worden verstrekt. Bijlage(n): Regeling bestuurlijke boete burgerzaken, Regeling briefadres Nijmegen 2014, Regeling ter uitvoering van de artikelen 2.48 en 2.49 Wet BRP

Regeling bestuurlijke boete burgerzaken Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nijmegen; Gelet op de artikelen 1.1, 2.38, 2.39, 2.40 lid 5, 2.43 tot en met 2.47, 2.50, 2.51, 2.52 en 4.17 van de Wet basisregistratie personen (Wet BRP). Overwegende dat het noodzakelijk is een beleidsregel in te stellen om personen te kunnen verbaliseren indien zij de verplichtingen die voortvloeien uit de wet basisregistratiepersonen niet uitvoeren. Besluit vast te stellen Regeling bestuurlijke boete burgerzaken Artikel 1 Hoogte bestuurlijke boete Er kunnen twee boetes opgelegd worden: 1. Standaardboete van 250 euro. 2. Maximale boete van 325 euro. De maximale boete wordt opgelegd bij overtreding van verplichtingen die te maken hebben met migratie (o.a. vestiging, adreswijziging en vertrek). Daarbij spelen de volgende criteria een rol: a) het is aannemelijk dat de verplichting bewust niet is nagekomen b) het gaat om de gelegenheid, als bedoeld in artikel 4.17 onder b Wet BRP c) er is sprake van recidive Artikel 2 Procedure 1. Het college constateert dat de burger mogelijk een verplichting in de zin van de wet BRP overtreedt, waarvoor de bestuurlijke boete kan worden opgelegd. 2. Het college stuurt aan de burger een brief waarin wordt gewezen op zijn verplichting. In de brief is opgenomen: a) de termijn waarbinnen alsnog de verplichting moet zijn vervuld; b) een clausule, die vermeldt dat als de burger niet aan de verplichting voldoet, hem een bestuurlijke boete kan worden/wordt opgelegd. Als het college tijdens een gesprek ter plaatse of in persoon aan de balie of tijdens een telefoongesprek van de burger hoort dat hij niet aan de verplichting wil voldoen, dan kan er ook een boeterapport opgesteld worden. 3. De burger voldoet niet binnen de gestelde termijn aan de verplichting. 4. Gaat het om een verplichting op het terrein van aangifte van vestiging, adreswijziging of vertrek: Ga verder naar stap 5. Gaat het om een de verplichting tot het overleggen van documenten waaraan gegevens over de identiteit, de burgerlijke staat en nationaliteit moeten worden ontleend, de verplichting om in persoon te verschijnen of het verstrekken informatie: Ga verder naar stap 9. 5. Er is een onderzoekdossier waaruit blijkt wat de aanleiding is van het onderzoek en welke stappen in dit onderzoek gezet zijn. De brief waarbij de burger gewezen wordt op zijn verplichting met vermelding van de bestuurlijke boete (zie stap 2) maakt deel uit van/ is terug te vinden in dit dossier. 6. Het college stuurt een voornemen dat er een ambtshalve beslissing genomen wordt over het opnemen van persoonsgegevens wanneer de burger niet alsnog binnen in deze brief gestelde termijn de verplichting vervuld.

Regeling bestuurlijke boete burgerzaken In het voornemen is een clausule opgenomen dat de bestuurlijke boete wordt opgelegd bij gelegenheid van die ambtshalve beslissing. 7. De burger reageert niet op de voornemenbrief en doet geen aangifte. 8. Het college stuurt de burger twee besluiten. a) Het besluit tot ambtshalve opname van persoonsgegevens i.v.m. de vestiging, adreswijziging of vertrek. b) Het besluit tot het opleggen van de bestuurlijke boete. Bij elk besluit is gemotiveerd en tevens is vermeld dat er bezwaar gemaakt kan worden. Deze twee besluiten kunnen in één brief worden meegedeeld of in twee afzonderlijke brieven. Als u de besluiten in één brief meedeelt, is het wel van belang dat in de brief duidelijk staat dat er afzonderlijk bezwaar gemaakt kan worden tegen de ambtshalve beslissing en tegen de bestuurlijke boete. Het bezwaar moet binnen 6 weken na verzending van het besluit worden ingediend. 9. Na een (eventueel herhaalde) oproep om documenten te overleggen, in persoon te verschijnen of om informatie te geven, heeft de burger niet gereageerd. 10. Het college stuurt de burger een brief waarin het besluit wordt meegedeeld dat aan de burger een bestuurlijke boete wordt opgelegd. Het besluit is gemotiveerd en tevens is vermeld dat er tegen het besluit bezwaar gemaakt kan worden. Het bezwaar moet binnen 6 weken na verzending van het besluit worden ingediend. 11. Na een afwijzende beslissing van bezwaar kan de burger binnen 6 weken beroep in dienen bij de sector Bestuursrecht van de rechtbank Gelderland. 12. De inning van de boete wordt opgeschort totdat de bezwaartermijn is verstreken dan wel wanneer er over het bezwaar of eventueel beroep is besloten en de bezwaar- en beroepstermijn is verstreken. 13. Als geen bezwaar of beroep meer open staat, start het college de inningsprocedure. Artikel 3 Afzien van het opleggen van een bestuurlijke boete Het college kan in een aantal situaties afzien van het opleggen van een boete: 1. er is sprake van zeer dringende redenen; 2. de gedraging valt u helemaal niet te verwijten; 3. voor de gedraging is al een boete via het strafrecht opgelegd; 4. de gedraging is verjaard; 5. de overtreder is overleden. Artikel 4 Matiging 1. Het college kan besluiten om de bestuurlijke boete te matigen, indien de belanghebbende aannemelijk maakt dat op grond van a) de ernst van de overtreding, b) de mate van verwijtbaarheid, c) de omstandigheden waaronder de overtreding is begaan of d) de omstandigheden waarin de overtreder verkeert, het opleggen van een boete volgens deze Beleidsregels onevenredig is. 2. Van een situatie als bedoeld in het vorige lid kan in beginsel slechts sprake zijn, indien sprake is van bijzondere omstandigheden waarin bij de vaststelling van deze Beleidsregels niet is voorzien. Artikel 5 Aan wie kan de bestuurlijke boete opgelegd worden De bestuurlijke boete wordt opgelegd aan de overtreder. De bestuurlijke boete kan ook worden opgelegd aan de juridische vertegenwoordigers van minderjarigen tot 16 jaar.

Regeling bestuurlijke boete burgerzaken Artikel 6 Samenloop De totale bij boetebeschikking op te leggen boete bestaat, ingeval er sprake is van meerdere overtredingen, uit de som van de per overtreding berekende boetebedragen. Artikel 7 Citeertitel Deze beleidsregels worden aangehaald als Beleidsregels Bestuurlijke boete Burgerzaken. Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders op 26 augustus 2014. college van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester, De Gemeentesecretaris, drs. H.M.F. Bruls drs. B. van der Ploeg

Regeling bestuurlijke boete burgerzaken Overtreding Migratie artikel 2.38: vestiging uit buitenland artikel 2.39: adreswijziging Artikel 2.47: inlichtingen verstrekken Briefadres Artikel 2.39: adreswijziging Artikel 2.45: het briefadres Brondocumenten Artikel 2.38: vestiging uit buitenland Artikel 2.44: Overleggen wijzigingen in het buitenland Artikel 2.46: verstrekken documenten op verzoek Lid 1: betrokkene weigert aangifte te doen Lid 2: betrokkene weigert het adres binnen de gemeente Nijmegen te overleggen Lid 4: betrokkene weigert aangifte te doen na wijziging status als bedoeld in art. 2.6 Wet BRP Lid 1: betrokkene weigert aangifte te doen van de nieuwe verblijfplaats binnen Nederland Indien betrokkene weigert inlichtingen te verstrekken over een mogelijke adreswijziging Lid 3: betrokkene geeft briefadres op terwijl er sprake is van een woonadres Lid 4: de briefadresgever weigert informatie te verstrekken over de briefadreshouder Bij recidive Lid 3: betrokkene weigert documenten te overleggen betreffende zijn burgerlijke staat of nationaliteit, indien noodzakelijk voorzien van legalisaties en vertaling door een beëdigd vertaler. betrokkene weigert documenten te overleggen betreffende zijn burgerlijke staat of nationaliteit, welke zich buiten Nederland hebben voorgedaan, indien noodzakelijk voorzien van legalisaties en vertaling door een beëdigd vertaler. betrokkene weigert documenten te overleggen betreffende zijn burgerlijke staat of nationaliteit wanneer hierom verzocht wordt, indien noodzakelijk Bestuurlijke boete 325 325 325 325 325 325 250 325 250 250 250

Regeling bestuurlijke boete burgerzaken Artikel 2.51: verstrekken documenten bij overlijden in buitenland Artikel 2.52: overleggen identiteitsdocumenten voorzien van legalisaties en vertaling door een beëdigd vertaler. De echtgenoot, de geregistreerde partner of andere nabestaande tot en met de tweede graad van een ingezetene die in het buitenland is overleden weigert inlichtingen over dit overlijden te verstrekken indien hierom verzocht wordt. Lid 1: Betrokkene weigert een document te overleggen als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht. 250 250

Regeling briefadres gemeente Nijmegen 2014 Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nijmegen, Gelet op de artikelen 1.1, 2.23, 2.40, 2.41 en 2.45 van de Wet basisregistratie personen, artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht en op de circulaires: Correcte registratie op een briefadres in de BRP (BPR2013-0000746309) en Registratie briefadres in veiligheidsredenen (BPR2013-0000746310) van de minister van BZK van 6 december 2013; Overwegende dat het noodzakelijk is om een beleidsregel vast te stellen met betrekking tot de aangifte van een briefadres om het oneigenlijk gebruik van het briefadres tegen te gaan; Besluit vast te stellen Regeling briefadres gemeente Nijmegen 2014 Artikel 1 Begrippen In deze regeling wordt verstaan onder: a. Briefadres: het adres waar voor betrokkene bestemde geschriften in ontvangst worden genomen (artikel 1.1 onderdeel p Wet BRP); b. briefadresgever: de natuurlijke persoon of rechtspersoon, bedoeld in artikel 2.42 Wet BRP, die een briefadres ter beschikking stelt; c. briefadreshouder: de ingezetene in de basisadministratie die een briefadres houdt Artikel 2 Redenen briefadres Redenen voor de aangifte van een briefadres zijn: 1. het ontbreken van een woonadres vanwege: a. dak- of thuisloosheid; b. de uitoefening van een ambulant beroep; c. kort verblijf in het buitenland: gedurende één jaar ten hoogste twee derden van de tijd; d. verblijf in het buitenland en varend op een schip dat de thuishaven in Nijmegen heeft; 2. verblijf in een instelling voor mannen- of vrouwenopvang (blijf-van-mijn-lijfhuizen); 3. verblijf in een instelling als bedoeld in artikel 2.40 van de Wet BRP. 4. om veiligheidsredenen, na oordeel van de burgemeester Artikel 3 voorwaarden 1. De aangifte wordt gedaan in de gemeente waar het briefadres zich bevindt. 2. De aangever is verplicht om bij de aangifte tot briefadres alle benodigde stukken te overleggen. 3. Onder benodigde stukken als bedoeld in het tweede lid wordt in ieder geval verstaan: a. een geldig identiteitsbewijs; b. de schriftelijke verklaring van de aangever met reden voor de aangifte en de te verwachten periode dat het briefadres noodzakelijk is; c. een geldig identiteitsbewijs of een kopie ervan en een schriftelijke verklaring van instemming van degene bij wie het briefadres wordt gehouden; d. een ingevulde en ondertekende vragenlijst briefadres, als het briefadres gevraagd wordt op grond van artikel 2, eerste lid. 4. De briefadresgever die als ingezetene in de BRP ingeschreven staat, kan maximaal aan twee gezinshuishoudens of twee alleenstaanden toestemming geven een briefadres te houden. Artikel 4 Onvolledige aangifte 1. De aangifte is volledig indien alle benodigde gegevens, zoals bedoeld in artikel 3, tweede en derde lid, zijn ingeleverd. 2. Als één of meer gegevens ontbreken, dan wordt de aangever in de gelegenheid gesteld binnen veertien dagen het verzuim te herstellen en de aangifte alsnog aan te vullen. 3. Indien de aangifte niet binnen veertien dagen na aangifte, aangevuld wordt of uitstel gevraagd wordt, wordt de aangifte buiten behandeling gesteld.

Regeling briefadres gemeente Nijmegen 2014 Artikel 5 Rechtspersoon als briefadres 1. Indien een rechtspersoon briefadresgever is moet deze zijn opgenomen in tabel 1 van deze regeling. 2. De contactpersoon zoals aangegeven in tabel 1 van deze regeling moet schriftelijk goedkeuring hebben gegeven voor deze aangifte. Artikel 6 Briefadres om veiligheidsredenen 1. Een briefadres op grond van artikel 2, tweede en vierde lid, wordt uitsluitend toegekend bij goedkeuring van het bureauhoofd burgerzaken uit hoofde van de burgemeester. 2. Een briefadres op grond van artikel 2, tweede en vierde lid, wordt uitsluitend toegekend op het adres van een rechtspersoon. Artikel 7 Weigeringsgronden Het is in ieder geval niet mogelijk om ingeschreven te worden op een briefadres, indien: a. de aangever een woonadres heeft; b. de aangever, niet varend is op een schip dat zijn thuishaven in Nederland heeft, en langer dan acht maanden gedurende één jaar in het buitenland verblijft; c. de aangever varend is op een schip dat zijn thuishaven in Nederland heeft en langer dan twee jaar in het buitenland verblijft en het betreft een privéadres; d. er een onderzoek loopt naar de verblijfplaats van de briefadresgever; e. het briefadres een adres betreft waarop reeds aan twee personen een briefadres is verleend; f. het briefadres geen bestaand adres betreft; g. het briefadres een postbus is. Artikel 8 Termijn briefadres 1. Een briefadres mag worden gekozen voor de duur van maximaal één jaar. 2. Een briefadres op grond van artikel 2 lid 1 onder c mag gekozen worden voor de duur van maximaal 8 maanden. 3. Ieder kwartaal dient de briefadreshouder zijn adres te verantwoorden. 4. Indien de briefadreshouder na één jaar geen woonadres heeft, dient deze zich maandelijks te verantwoorden. 5. Een verantwoording als bedoeld in het tweede en derde lid kan bestaan uit: a. schriftelijke verantwoording b. verantwoording in persoon 6. Indien de briefadreshouder geen verantwoording aflegt, kan dit lijden tot een ambtshalve adreswijziging op grond van artikel 2.22 Wet BRP. 7. Indien een briefadres verstrekt is op grond van artikel 2 lid 3, hoeft geen verantwoording voor de termijn die door de instelling is aangegeven Artikel 9 Bestuurlijke boete Indien de regeling niet nageleefd wordt, zullen de strafbepalingen zoals omschreven in de beleidsregels bestuurlijke boete BRP Gemeente Nijmegen worden toegepast. Artikel 10 Hardheidsclausule Als vanwege bijzondere omstandigheden een strikte toepassing van het bepaalde in deze regeling zou leiden tot een onbillijkheid, kan worden afgeweken van het bepaalde in deze regeling. Artikel 11 Inwerkingtreding Deze regeling treedt in werking op de eerste dag na de dagtekening van het gemeenteblad waarin zij wordt gepubliceerd. Artikel 12 Intrekking De Beleidsregels ter uitvoering van artikel 49 van de Wet GBA met betrekking tot briefadres (2008) worden ingetrokken

Regeling briefadres gemeente Nijmegen 2014 Artikel 13 Citeertitel Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling briefadres gemeente Nijmegen 2014. Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders op 26 augustus 2014. college van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester, De Gemeentesecretaris, drs. H.M.F. Bruls drs. B. van der Ploeg

Regeling briefadres gemeente Nijmegen 2014 TABEL 1 Rechtspersonen als briefadresgever Bijlage bij artikel 5 Naam instelling Adres contactpersoon Gemeente Nijmegen Mariënburgsestraat 26, 6511 RN Nijmegen Klantmanager Bijzondere Doelgroepen Interlokaal Meijhorst 7039, 6537 EP Nijmegen Interlokaal Tweede Oude Heselaan 386, 6542 VJ Nijmegen Interlokaal Bijleveldsingel 10, 6521 AS Nijmegen Iriszorg, locatie MFC opvang van Schevichavenstraat 12 Medewerker Service MFC Iriszorg, de Hulsen Katholiek Sociaal Cultureel Centrum (KSCC) Waalhaven 1k, 6541 AG Nijmegen Directeur en landelijk aalmoezenier Stichting Vluchtelingenwerk R 75 Regulierstraat 75, 6511DP Nijmegen Maatschappelijk werker RIBW Nijmegen Rivierenland in de Betouwstraat 19, 6511 GB Nijmegen Ondersteuner NuNN

Regeling briefadres gemeente Nijmegen 2014 Toelichting op de Regeling briefadres Toelichting artikel 2, lid 1, sub a: Personen die niet beschikken over een woonadres en gebruik maken van de maatschappelijke opvang (passantenverblijven en dag- en nachtopvang) kunnen met een briefadres ingeschreven worden bij één van de opvanginstellingen. Personen die niet beschikken over een woonadres, maar geen gebruik maken van de maatschappelijke opvang (mensen met een zwervend bestaan), zijn verplicht elders een briefadres te kiezen. Toelichting artikel 2, lid 1, sub b: Personen die vallen onder de categorie ambulant beroep zoals binnenvaartschippers die (met hun gezin) aan boord van een schip wonen en kermismedewerkers die (met hun gezin) met de kermisattractie meereizen. Personen die tot deze categorie behoren komen in aanmerking voor een briefadres, mits zij geen woonadres hebben. Toelichting artikel 2, lid 1, sub c: Als iemand naar het buitenland vertrekt, wordt gekeken voor welke periode iemand naar het buitenland gaat. Iemand moet een briefadres kiezen, wanneer hij/zij voor een kortere periode dan 8 maanden in een tijdsbestek van een jaar naar het buitenland gaat en niet meer beschikt over een woonadres. Op grond van artikel 2.43 Wet BRP kan iemand die voor een periode van meer dan 8 maanden naar het buitenland vertrekt niet als ingezetene ingeschreven blijven in de BRP. In de BRP wordt dan opgenomen dat hij/zij vertrokken is naar het buitenland. In dat geval is de burger verplicht om aangifte te doen van zijn vertrek naar het buitenland. Op grond van de aangifte wordt de bijhouding van zijn persoonslijst in de BRP naar gemeente buitenland gestuurd vanwege emigratie. In dat geval kan geen briefadres gekozen worden. Toelichting artikel 2, lid 1, sub d: Als een inwoner gaat varen aan boord van een schip dat in Nederland de thuishaven heeft en is er bij vertrek de redelijke verwachting dat hij niet langer dan twee jaar buiten Nederland zal verblijven, dan hoeft hij geen aangifte van vertrek te doen. (Artikel 29 besluit BRP) Een voorwaarde is wel dat hij/zij gedurende het verblijf buiten Nederland beschikt over een adres in Nederland. Veelal zal dit een briefadres zijn. Het is de burger wel toegestaan om aangifte van vertrek naar het buitenland te doen in deze situatie. Een verplichting daartoe bestaat niet. Toelichting artikel 2, lid 2: Op basis van artikel 2.41 Wet BRP kan de burgemeester om veiligheidsredenen bepalen dat het opnemen van een woonadres niet wenselijk is, waardoor in plaats van een woonadres een briefadres gekozen moet worden. Bij circulaire van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 6 december 2013 (2013-0000746310) is geregeld dat het hier, in ieder geval, Blijf-van-mijn-lijfhuizen betreft. Toelichting artikel 2, lid 3: Degene die zijn woonadres heeft in een instelling, kan in afwijking van artikel 2.38, lid 1 en artikel 2.39, lid 1 van de Wet BRP, in plaats van inschrijving op zijn woonadres een briefadres kiezen. Op grond van artikel 2.40, lid 3 Wet BRP zijn dit instellingen voor gezondheidszorg, instellingen op het gebied van kinderbescherming en penitentiaire instellingen. Het college van B&W is eveneens bevoegd, op grond van artikel 2.40, lid 4 Wet BRP, instellingen op het terrein van maatschappelijke opvang aan te wijzen. Toelichting artikel 2, lid 4: Op basis van artikel 2.41 Wet BRP kan de burgemeester om veiligheidsredenen bepalen dat het opnemen van een woonadres niet wenselijk is. Buiten de in artikel 2 lid 2 van deze regeling genoemde blijf-van-mijn-lijfhuizen, kunnen dit ook andere vormen van huiselijk- of eer gerelateerd geweld zijn. Bij circulaire van de minister van Binnenlandse Zaken en koninkrijksrelaties van 6 december 2013 (2013-000746310) is geregeld dat hier een briefadres wenselijk kan zijn.

Regeling briefadres gemeente Nijmegen 2014 Toelichting artikel 3, lid 1: Een briefadres kan, in aanvulling op wat de wet regelt en in afwijking van een woonadres, worden gekozen binnen elke gemeente in Nederland. Het is niet verplicht om een briefadres te kiezen in de gemeente waar voor het laatst een woonadres werd gehouden. De aangifte wordt altijd gedaan in de gemeente waar het briefadres zich bevindt. Toelichting artikel 3, lid 2 en 3: Bij de aangifte dient een schriftelijke verklaring van instemming te worden gevoegd van degene bij wie het briefadres wordt gehouden op grond van artikel 2.45 lid 2 van de Wet BRP. In de schriftelijke verklaring van aangifte dienen de redenen van het briefadres en de te verwachten duur te worden opgenomen. De aangever dient tevens een (kopie van een) geldig identiteitsbewijs zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht van zichzelf als van degene bij wie het briefadres wordt gehouden te overleggen. Toelichting artikel 3, lid 4: Maximaal 2 briefadressen betekent maximaal aan twee gezinshuishoudens of twee alleenstaanden of één gezinshuishouden en één alleenstaande. Het blijft mogelijk en is toegestaan dat een briefadresgever meer dan één briefadreshouder op zijn woonadres kan hebben. Bijvoorbeeld een particulier die al dan niet tegen betaling briefadresgever is voor veel gedetineerden, omdat zij hun familie daar niet mee willen belasten. In dat geval kan uitgeweken worden naar de hardheidsclausule van artikel 10. Toelichting artikel 4: Ontbreekt bij de aangifte tot briefadres één of meer van de benodigde stukken, dan wordt de aangifte behandeld als een onvolledige aangifte. De aangever wordt schriftelijk in de gelegenheid gesteld binnen veertien dagen na verzending van het verzoek het verzuim te herstellen en de aangifte alsnog aan te vullen met de ontbrekende stukken. De aangever kan echter in reactie daarop het verzoek doen de termijn om de aangifte aan te vullen eenmalig te verlengen met veertien dagen. Wanneer de aangever niet binnen veertien dagen zijn/haar aangifte aanvult of uitstel aanvraagt, wordt een brief verstuurd waarin vermeld wordt dat de aangifte briefadres buiten behandeling wordt gesteld wegens het ontbreken van de gevraagde documenten. Het is toegestaan om in de mededeling tot aanvulling van gegevens (4:5 Awb) al melding te maken van het voornemen om de aangifte buiten behandeling te stellen (4:7 Awb) in het geval dat niet voldaan wordt aan de aanvulling. Toelichting artikel 5: Het college van burgemeester en wethouders kan op basis van artikel 2.42 lid 2 Wet BRP rechtspersonen aanwijzen om als briefadresgever op te treden. Bij circulaire van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 6 december 2013 (2013-0000746309) is aangegeven dat dit vooral instellingen voor dak- en thuislozen, ex-gedetineerde en bedreigde personen betreft. Bedrijven die hun adres op internet aanbieden vallen niet onder deze regeling. In het eerste lid is een tabel opgenomen (bijlage 1) waarin de instellingen staan welke een briefadres mogen aanbieden. Tevens is het adres expliciet opgenomen en is een contactpersoon aangewezen die de toestemmingsverklaring moet ondertekenen. Bij besluit van het college van burgemeester en wethouders kan de tabel gewijzigd worden. Toelichting artikel 6, lid 1: Conform artikel 2.41 Wet BRP is het verstrekken van een briefadres om veiligheidsredenen een burgemeestersbevoegdheid. Op basis van het tweede lid van artikel 2.41 Wet BRP kan hier nader invulling aan gegeven worden. Toelichting artikel 6, lid 2: Bij circulaire van de minister van Binnenlandse Zaken en koninkrijksrelaties van 6 december 2013 (2013-000746310) is bepaald dat voor een briefadres om veiligheidsredenen vooral personen in

Regeling briefadres gemeente Nijmegen 2014 aanmerking komen die te maken hebben met huiselijk geweld. Hiervoor worden deze personen opgevangen in blijf-van-mijn-lijf- en andere opvanghuizen. Toelichting artikel 7: Het betreft hier een (niet-limitatieve) opsomming van weigeringsgronden voor de aangifte briefadres. Het is echter wel toegestaan om een briefadresmogelijkheid bij inschrijving op grond van aangifte van verblijf en adres te kunnen kiezen. Dit is in niet strijd met artikel 2.38 Wet BRP. Het kiezen van een briefadres om permanente bewoning van recreatiewoning mogelijk te maken is geen gegronde reden. Er wordt niet voldaan aan artikel 7 onder a van deze regel. Toelichting artikel 7 sub a: Er kan geen briefadres gekozen worden indien de aangever een woonadres heeft. Onder woonadres wordt het adres verstaan als bedoeld in artikel 1.1 onderdeel o van de Wet BRP. Hieronder valt ook het adres, 1. Indien betrokkene op meer dan één adres woont, het adres waar hij naar redelijke verwachting gedurende een half jaar de meeste malen zal overnachten; of 2. Het adres waar, bij het ontbreken van een adres als bedoeld onder 1, betrokkene naar redelijke verwachting gedurende drie maanden ten minste twee derden van de tijd zal overnachten. In de situatie dat geen woonadres vastgesteld kan worden, kan wel gekozen worden voor een briefadres. Toelichting artikel 7 sub b en c: Er dient aangifte van vertrek uit Nederland gedaan te worden als de persoon langer buiten Nederland verblijft dan een periode van 2/3 e deel van een jaar. In dat geval kan niet gekozen worden voor een briefadres. Hierop is één uitzondering in het geval de persoon op een schip vaart. Zie hiervoor de toelichting bij artikel 2, lid 1, sub e. Toelichting artikel 7 sub e: Met de hierin vermelde weigeringsgrond wordt bedoeld dat een briefadres alleen verleend kan worden op een woonadres waar nog geen of slechts één briefadres is geregistreerd. Hierbij geldt een briefadres verleend aan een gezinshuishouden als één briefadres. Dit betekent dat er maximaal of twee alleenstaanden of twee gezinshuishoudens of één alleenstaande en één gezinshuishouden een briefadres kunnen hebben op één adres. Zie ook de toelichting bij artikel 3, lid 4. Toelichting artikel 7 sub g: Een briefadres kan geen postbus zijn. Kenmerk van een briefadres is dat er een waarborg is, dat voor de briefadreshouder bestemde geschriften of inlichten daarover aan deze worden doorgegeven of medegedeeld. Als post naar een postbus wordt gestuurd, wordt aan die voorwaarde niet voldaan. Toelichting artikel 8, lid 1: Om het tijdelijke karakter te bevestigen is besloten om een briefadres voor een periode van één jaar te verlenen. Toelichting artikel 8 lid 2: Deze periode van ieder kwartaal is bewust gekozen om op deze manier in ieder geval na drie maanden een contactmoment te hebben met de burger, om zo te zorgen dat hij/zij snel een woonadres heeft (artikel 2, 1 e lid sub b). Hierop is een aantal uitzonderingen. - Als van te voren al bekend is dat iemand een bepaalde periode in het buitenland zal verblijven en geen woonadres heeft, dan kan een briefadres worden verleend voor maximaal deze termijn. - Een andere uitzondering heeft te maken met de feitelijke onmogelijkheid van de burger om een woonadres te hebben. Hierbij valt te denken aan schippers. Zolang deze schippers varen kunnen zij kiezen voor een briefadres. Het recht op het briefadres kan voor deze categorie bijvoorbeeld om de vijf jaar worden getoetst.

Regeling briefadres gemeente Nijmegen 2014 - Ook voor dak- en thuislozen ligt het voor de hand om een afwijkende termijn te kiezen. Zolang de briefadreshouder een zwervend bestaan leidt kan een briefadres gehouden worden. Per situatie wordt bekeken welke termijn voor deze personen reëel is. Toelichting artikel 8 lid 3: Ondanks de maximale termijn van één jaar, is het mogelijk dat personen langer dan dat jaar niet beschikken over een woonadres. Het is echter zo dat deze situatie niet wenselijk is, uitzonderingen daargelaten, vandaar dat deze personen maandelijks verantwoording moeten afleggen over hun woon- of verblijfplaats. Toelichting artikel 8 lid 4: De verantwoording, zoals genoemd in lid 2 en 3 van dit artikel, kan op twee manieren worden gedaan: Mondeling en schriftelijk. In eerste instantie zal een schriftelijke toestemming worden gevraagd. Indien hier geen, of een onduidelijke, reactie op volgt, zal betrokkene in persoon opgeroepen worden. Toelichting artikel 8 lid 5: Aangezien bij deze personen geen huisbezoek kan plaatsvinden, personen wonen immers niet op het adres waar zij ingeschreven staan, worden personen die geen gehoor geven aan de verantwoordingsverplichting op basis van artikel 2.22 Wet BRP uitgeschreven. Personen worden namelijk niet bereikt en er is geen andere onderzoeksmogelijkheid dan het per post benaderen van deze personen. De verantwoording na één jaar vindt altijd in persoon plaats. Toelichting artikel 8 lid 6: Indien een persoon met een briefadres geen verantwoording aflegt, kan verondersteld worden dat betrokkene onbereikbaar is. Indien een betrokkene niet bereikt kan worden door het college van Burgemeester en Wethouders moet deze overgaan tot het ambtshalve wijzigen van het adres in onbekend. Toelichting artikel 8 lid 7: Een instelling op grond van artikel 2.40 Wet BRP heeft de veranwoordelijkheid over de gezondheid of veiligheid van de briefadreshouder. Het verblijf in een dergelijke instelling staat bij aanvang vast en wordt aangegeven bij de aanvraag van het briefadres. Toelichting artikel 9: In de beleidsregels bestuurlijke boete BRP Gemeente Nijmegen staan situaties beschreven wanneer een bestuurlijk boete opgelegd kan worden. Hierin staan ook de situaties waarin bij briefadressen een bestuurlijke boete opgelegd kan worden. Toelichting artikel 10 In uitzonderingsgevallen kan het gerechtvaardigd zijn om af te wijken van deze regeling, bijvoorbeeld in het geval van de eenmalige verlenging zoals vastgelegd in artikel 8 van de regeling. Een voorbeeld van een gerechtvaardigde afwijking is een particulier die al dan niet tegen betaling briefadresgever is voor veel gedetineerden, omdat zij hun familie daar niet mee willen belasten. Conform artikel 4:84 Awb wordt gehandeld overeenkomstig deze beleidsregel, tenzij dat voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen. Dit kan zich voordoen bij bedreigde personen in de opvang conform circulaire van 17 mei 2005. In deze circulaire zijn de mogelijkheden aangegeven die bewoners van opvanghuizen hebben om in de basisregistratie personen (BRP) een briefadres te kiezen bij een gemeente of aan het kantoor van een opvanghuis.

Regeling ter uitvoering van de artikelen 2.48 en 2.49 van de Wet BRP Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nijmegen; Gelet op de artikelen 1.1, 2.38, 2.39, 2.43, 2.45, 2.48 en 2.49 van de Wet basisregistratie personen, op artikel 30 van het Besluit basisregistratie personen op de circulaire: procedure bij aangiften van verblijf en adres, adreswijziging en vertrek die niet door de betrokken persoon zelf zijn gedaan (BPR2005U58068) van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) van 30 juni 2005, op de circulaire: uitschrijving personen uit de GBA bij vermoeden van achterlating in het land van herkomst (BPR2012-0000371368) van de Minister van BZK van 5 juli 2012 en op de circulaire: Handelwijze bij vermoedens van huwelijksdwang en achterlating, onttrekking van kinderen aan overheidstoezicht en aangifte van geboorte en medische verklaring (BRP2014-0000354950) van de Minister van BZK van 7 juli 2014. Overwegende dat het noodzakelijk is om een beleidsregel vast te stellen met betrekking tot de aangifte van verblijf en adres, van adresverandering en van vertrek om het oneigenlijke gebruik van de verplichting of bevoegdheid tot het doen van aangifte voor een andere persoon tegen te gaan; Besluit vast te stellen Regeling ter uitvoering van de artikelen 2.48 en 2.49 van de Wet BRP Artikel 1 Begrippen In deze regeling wordt verstaan onder: a. Aangifte van verblijf en adres: de aangifte bedoeld in artikel 2.38 Wet BRP; b. Aangifte van adreswijziging: de aangifte bedoeld in artikel 2.39 Wet BRP; c. Aangifte van vertrek: de aangifte bedoeld in artikel 2.43 Wet BRP; d. Aangifte van verhuizing: de aangifte bedoeld in artikel 2.38, 2.39 of 2.43 Wet BRP; e. Adres: het woonadres, dan wel bij het ontbreken hiervan of bij toepassing van artikel 2.40, het briefadres; f. Ingeschrevene: degene ten aanzien van wie een persoonslijst in een basisadministratie is opgenomen. g. Inschrijving: de opneming van een persoonslijst in de basisadministratie; h. Partner: echtgenoot, echtgenote dan wel geregistreerd partner Artikel 2 Categorieën van personen die verplicht zijn tot het doen van aangifte van Adreswijziging en vertrek 1. ouders, voogden en verzorgers voor minderjarigen jonger dan 16 jaar; 2. ouders, voogden en verzorgers voor inwonende minderjarigen van 16 jaar en ouder, tenzij de minderjarige zelf de verplichting vervult; 3. curatoren voor onder curatele gestelden. Artikel 3 Categorieën van personen die bevoegd zijn tot het doen van aangifte van adreswijziging en vertrek 1. de ouder en zijn meerderjarige kind, indien beiden hetzelfde woonadres hebben, voor elkaar; 2. echtgenoten dan wel geregistreerde partners die hetzelfde woonadres hebben, voor elkaar; 3. elke meerderjarige voor een persoon die hem daartoe schriftelijk gemachtigd heeft; 4. het hoofd van een instelling voor gezondheidszorg voor een in die instelling verblijvende persoon die wegens de toestand van zijn gezondheid niet in staat kan worden geacht aan zijn verplichtingen te voldoen of een machtiging daartoe af te geven, dan wel de echtgenoot, de geregistreerde partner of andere levensgezel of de bloed- of aanverwanten tot en met de tweede graad van een Regeling ter uitvoering van de artikelen 73 en 74 van de Wet GBA.doc

Regeling Vervolgvel 1 zodanig persoon, onder overlegging van een schriftelijke verklaring ter zake van het hoofd van de betreffende instelling. Artikel 4 Voorwaarden tot het verrichten van aangifte voor een ander 1. De aangifte van verblijf en adres wordt gedaan in de gemeente waar betrokkene het woonadres heeft; 2. De aangifte van verhuizing wordt gedaan in de gemeente waar hij het nieuwe adres heeft en kan uitsluitend worden gedaan indien de aangever hetzelfde nieuwe woonadres heeft; 3. De aangifte van vertrek wordt gedaan in de gemeente van inschrijving, met dien verstanden dat de verplichting uitsluitend vervuld kan worden indien: a. zij die verplichting ook voor zichzelf vervullen, en b. alle andere ingezetenen met hetzelfde woonadres en een gezinsrelatie met de aangever die verplichting vervullen of die verplichting voor hen wordt vervuld; 4. De aangever is verplicht om bij de aangifte alle benodigde stukken te overleggen 5. Onder benodigde stukken als bedoeld in het vierde lid wordt in ieder geval verstaan een kopie van een geldig identiteitsbewijs. Artikel 5 Aanvullende voorwaarden bij vertrek naar het buitenland van een partner eventueel met kinderen terwijl aangever zelf ingeschreven blijft op een adres in Nederland 1. Partner dient zelf aangifte te doen van vertrek naar het buitenland; 2. Van partner dient een kopie van een geldig identiteitsbewijs bij de aangifte van vertrek te worden gevoegd; 3. De aangever dient het adres en telefoonnummer in het buitenland waar ingeschrevene en eventueel de kinderen te bereiken zijn, op te geven. Artikel 6 Aanvullende voorwaarden bij vertrek naar het buitenland van kinderen terwijl aangever en partner zelf ingeschreven blijven op een adres in Nederland 1. Partner dient een verklaring over te leggen dat hij/zij akkoord gaat met de overschrijving van kinderen naar het buitenland. 2. Bij de verklaring, vermeld in het eerste lid, dient een kopie van een geldig identiteitsbewijs te worden gevoegd. Artikel 7 Aanvullende voorwaarden bij verhuizing van kinderen van het adres van de ene ouder naar het adres van de andere ouder 1. Indien het huwelijk van de ouders is ontbonden door een gerechtelijke beschikking waarin vermeld is wat het verblijfadres is van het kind of kinderen, dan is de gerechtelijke uitspraak bepalend voor het verblijfadres van het kind of de kinderen tenzij beide ouders schriftelijk anders bepalen. 2. De ouder die het ouderlijk gezag uitoefent, bepaalt waar het kind wordt ingeschreven. Indien beide ouders het ouderlijk gezag uitoefenen, bepalen zij dit gezamenlijk door het beiden ondertekenen van een verhuisaangifte. 3. Bij de verhuisaangifte vermeld onder het tweede lid dienen kopieën van een geldig identiteitsbewijs te worden gevoegd. Artikel 8 Hardheidsclausule Als vanwege bijzondere omstandigheden een strikte toepassing van het bepaalde in deze regeling zou leiden tot een onbillijkheid kan worden afgeweken van het bepaalde in deze regeling. Regeling ter uitvoering van de artikelen 73 en 74 van de Wet GBA.doc