Nota Bijzondere bijstand in de Gemeente Edam-Volendam 2011



Vergelijkbare documenten
Beleidsregels bijzondere bijstand GEMEENTE WADDINXVEEN BELEIDSREGELS BIJZONDERE BIJSTAND

- Intrekking van publicatie GB op 7 april Gemeenteblad Nijmegen. Jaartal / nummer 2011 / 042

Informatieblad bijzondere bijstand voor inwoners van Krimpen aan den IJssel

besluit vast te stellen de Verordening bijzondere bijstand 2015 gemeente Heerde.

Waar kunt u bijzondere bijstand voor aanvragen?

Hieronder staat een overzicht van de belangrijkste kosten die voor bijzondere bijstand in aanmerking komen en welke voorwaarden hierbij horen.

Collectieve zorgverzekering. Informatieblad bijzondere bijstand voor inwoners van Zuidplas (Bij de brochure bijzondere bijstand)

Informatieblad bijzondere bijstand voor inwoners van Zuidplas

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Wierden; Vast te stellen: de Beleidsregels bijzondere bijstand gemeente Wierden 2013.

Minimabeleid en Bijzondere Bijstand Deze brochure geeft informatie over financiële regelingen waarop u een beroep kunt doen als u een laag inkomen en

- vast te stellen de beleidsregel bijzondere bijstand 2015 (Participatiewet); - en tegelijk in te trekken de huidige beleidsregel bijzondere bijstand

CVDR. Nr. CVDR466900_1. Beleidsregels bijzondere bijstand Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Richtlijnen bijzondere bijstand gemeente Utrecht 2018

Bijzondere bijstand en minimaregelingen

Beleidsregels Bijzondere Bijstand Noordoostpolder 2015

Wat is bijzondere bijstand? informatiefolder

GEMEENTE UTRECHT: Richtlijnen bijzondere bijstand Utrecht

BIJZONDERE BIJSTAND. informatie over bijzondere bijstand. Voor dingen die noodzakelijk zijn. Een steuntje in de rug

Moment aanvragen bijzondere bijstand (terugwerkende kracht) (B062)

BELEIDSREGELS BIJZONDERE BIJSTAND EN AMSTELVEENPAS GEMEENTE AMSTELVEEN. HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN. Artikel 1. Begripsomschrijving.

Minimaregelingen. Landelijke regelingen; Gemeentelijke regelingen;

Brochure over. Minimafonds (inwoners Westerveld) juli Bij wie kunt u de aanvraag indienen?

Voor vermogen geldt dat wanneer uw vermogen hoger is dan de bedragen in onderstaande tabel, het meerdere draagkracht is. 18 tot 21 jaar.

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Wierden; Vast te stellen: de Beleidsregels bijzondere bijstand gemeente Wierden 2017.

Richtlijnen bijzondere bijstand gemeente Utrecht de artikelen 5,11,12,13,14,15,16,18,35,49 van de Participatiewet;

MEMO. Lokaal. Geachte raad,

De gemeente Hulst hanteert geen drempelbedrag als bedoeld in artikel 35 lid 2 WWB.

B&W-nr.: d.d Wijziging Beleidsregels Bijzondere Bijstand

Nieuwsbrief Minimabeleid 2010 Gemeente Schagen

Beleidsregels bijzondere bijstand 2015 gemeente Velsen

Algemene uitgangspunten bijzondere bijstandsbeleid ISD Bollenstreek

De helpende hand bijzondere bijstand en andere regelingen

Inhoudsopgave 1. Inleiding Minimabeleid gemeente Sluis

B e s l u i t: Vast te stellen de Beleidsregels bijzondere bijstand zorg en minimabeleid gemeente Aalten.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen ten aanzien van de bijzondere bijstand

Iedereen kan meedoen. Financieel steuntje in de rug voor inwoners met een minimaal inkomen

Overzicht huidige minimaregelingen

Informatieblad bijzondere bijstand voor inwoners van Krimpen aan den IJssel (Bij de brochure bijzondere bijstand)

I-SZ/2015/1803. Beleidsregels Bijzondere bijstand en Minimabeleid - Algemene bepalingen 2015

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen ten aanzien van de bijzondere bijstand Gemeente Grootegast

Beleidsregels bijzondere bijstand gemeente Gilze en Rijen (september 2017)

brochure minimaregelingen Iedereen doet mee

GEMEENTE SCHERPENZEEL

AANVULLENDE (EXTRA) ZIEKTEKOSTENVERZEKERING AVX EN TAND-G-PAKKET

Brochure over Bijzondere bijstand en Minimabeleid 2012 (inwoners Steenwijkerland) juli 2012

Evaluatie. Minimabeleid. gemeente De Marne

Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling. Bijzondere bijstand. Informatie van Sociale Zaken & Werkgelegenheid.

Iedereen kan meedoen financieel steuntje in de rug voor inwoners met een minimaal inkomen

De eerste nieuwsbrief in het nieuwe jaar willen we graag beginnen door u alle geluk en gezondheid toe te wensen!

voor de inwoners van de gemeente Dongeradeel

GEMEENTELIJK BESLUIT BIJZONDERE BIJSTAND WWB

Aanleiding. Bevoegdheid college

Versie 2.4. BELEIDSREGELS TEGEMOETKOMING ONDERSTEUNINGSFONDS CHRONISCH ZIEKEN EN GEHANDICAPTEN 2015 Gemeente Breda

Beleidsregels Bijzondere Bijstand gemeente Schouwen-Duiveland 2016

Nota bijzondere bijstand en minimaregelingen gemeente Edam-Volendam 2016

Minimaregelingen. en bijzondere bijstand. Minimaregelingen. en bijzondere bijstand

Beleidsregels Compensatieregeling Schoonmaakondersteuning WMO

Motie met betrekking tot eigen bijdrage voor de functie begeleiding geestelijk gehandicapten

Regeling maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen

Beleidsregels bijzondere bijstand en Amstelveenpas gemeente Amstelveen.

Heeft u een laag inkomen? Dan hebben wij een aantal regelingen waar u gebruik van kunt maken.

Interne Memo nr. commissie MO G.E. Oude Kotte Datum: december 2014 Onderwerp: BOT-overleg armoedebeleid 2015 Afschrift aan: vul in

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente De Ronde Venen; Beleidsregels bijzondere bijstand en minimabeleid De Ronde Venen 2019

Verordening individuele bijzondere bijstand RSDHW 2015

Informatie over minimaregelingen

Met ingang 2015 zijn er op het gebied van de bijzondere bijstand een aantal zaken veranderd.

Brochure over Bijzondere bijstand en Minimabeleid 2012 (inwoners Steenwijkerland) Januari 2012

Regeling maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen

Beleidsregels tegemoetkoming bijzondere kosten

BELEIDSREGEL GEMEENTELIJKE TEGEMOETKOMING (KOA-kopje) IN DE KOSTEN KINDEROPVANG 2013 GEMEENTE MENTERWOLDE

Voorliggende voorzieningen

INKOMENSONDERSTEUNING 2018

Informatie over minimaregelingen

Informatie over minimaregelingen 2018

Onderwerp: Verordening persoonlijk minimabudget gemeente Overbetuwe 2015

Gemeente Nijkerk - Beleidsregels bijzondere bijstand Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nijkerk,

De aanvullingen van de gemeente. Rondkomen met een laag inkomen?

Nibud minimumvoorbeeldbegrotingen

Minimabeleid en. Bijzondere Bijstand

Informatie Collectieve zorgverzekering 2016

Financiële regeling voor langdurige minima: langdurigheidstoeslag

Informatieblad. Ondersteuning bij een laag inkomen

Beleidsregel bijzondere bijstand 2015

gemeente Steenbergen De Heen Dinteloord Kruisland Nieuw-Vossemeer Steenbergen Welberg

INKOMENSONDERSTEUNING 2019

Verordening maatschappelijke participatie Wet werk en bijstand Haarlemmerliede en Spaarnwoude 2012.

Toelichting per artikel beleidsregels Bijzondere Bijstand Medemblik 2019

Rondkomen met een laag inkomen? De aanvullingen van de gemeente

Toelichting bij de Beleidsregel bijzondere bijstand

Informatieblad bij aanvraag Bijzondere bijstand WWB 2013

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Doetinchem houdende Beleidsregels Bijzondere Bijstand

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Smallingerland gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 november 2014;

GEMEENTEBLAD. Nr Richtlijnen Bijzondere Bijstand. Inleiding en uitgangspunten November 2015 Inhoudsopgave 1.Inleiding en uitgangspunten 3

gelet op artikel 147, eerste lid van de Gemeentewet en artikel 8, eerste lid onder c en artikel 30 van de Wet werk en bijstand;

Verordening persoonlijk minimabudget gemeente Overbetuwe 2014

TOELICHTING op de Bijstandsverordening / Toeslagenverordening gemeente Oegstgeest 2004

Samenleving SAM

Nota bijzondere bijstand Wet werk en bijstand 2006

Informatie Collectieve zorgverzekering 2017

GEMEENTEBLAD. Nr Richtlijnen Bijzondere Bijstand

Transcriptie:

Nota Bijzondere bijstand in de Gemeente Edam-Volendam 2011 1

1. Vooraf... 3 1.1 Waarom deze nota?... 3 1.2 Procedure en cliëntenparticipatie... 3 1.3 Bekendmaken van de mogelijkheden voor bijzondere bijstand in onze gemeente... 3 1.2 Leeswijzer... 3 2. Algemene wettelijke bepalingen... 4 2.1 Voorliggende voorzieningen... 5 2.2 Bevoegdheden college bij het beleid bijzondere bijstand... 5 2.3 Mogelijke wijziging van de Wet Werk en Bijstand en invoering van de Wet Gemeentelijke Schuldhulpverlening... 5 3. Financiën... 6 3.1 Financiële bepalingen in de Wet Werk en Bijstand... 6 3.2 Overzicht uitgaven bijzondere bijstand vanaf 2007... 6 4. Wanneer komt iemand in aanmerking voor bijzondere bijstand?... 8 4.1 Wie komt in aanmerking voor bijzondere bijstand?... 8 4.2 Inkomen, vermogen en draagkracht... 8 4.2.1. Inkomen... 8 4.2.2 Vermogen... 8 4.2.3 Draagkracht, draagkrachtpercentage en draagkrachtperiode... 9 4.3. Bijzondere bijstand en AOW... 9 4.4 Drempelbedrag en administratieve drempel... 9 5. Waarvoor wordt Bijzondere Bijstand toegekend?... 10 5.1 Collectieve Ziektekostenverzekering via de gemeente... 10 5.2 Medische kosten... 10 5.3 Tegemoetkoming voor ouderen, chronisch zieken en gehandicapten... 11 5.4 Bijdrage in de kosten van schoolgaande kinderen... 11 5.5 Overbruggingstoeslag voor voormalige eenoudergezinnen... 11 5.6 Toeslag bij kortdurende opname in een zorginstelling... 12 5.7 Bijdrage voor maatschappelijke participatie... 12 Voor dit onderdeel is de ingangsdatum 1 januari 2012... 12 5.8 Kinderopvang op basis van een sociaal-medische indicatie... 12 5.9 Opvang voor kinderen met een taal- of ontwikkelingsachterstand... 12 5.10 Woonkostentoeslag... 12 5. 11 Verhuiskosten... 13 5.12 Kosten woninginrichting... 13 5.13 Vergoeding voor de aanschaf of vervanging van duurzame gebruiksgoederen... 13 5.14 Vergoeding voor een babyuitzet en inrichting van een babykamer... 13 5.15 Vergoeding voor kosten, gemaakt door de opname van de partner of een kind in een instelling... 14 5.16 Vergoeding voor bezoek aan gedetineerde partner of kinderen... 14 5.17 Vergoeding van de kosten van rechtshulp... 14 5.18 Vergoeding van de kosten van een uitvaart... 14 5.19 Overbruggingsvergoeding voor statushouders... 14 5.20 Vergoeding voor de kosten van een verblijfsdocument... 15 5.21 Hulp bij schulden... 15 5.22 Vergoeding van de kosten van bewindvoering, inkomensbeheer en mentorschap... 15 6. Slotbepalingen... 15 6.1 Aanpassing bedragen voor vergoedingen... 15 6.2 Onvoorziene gevallen... 15 6.3 Citeertitel... 15 6.4 Datum inwerkingtreding... 15 2

1. Vooraf 1.1 Waarom deze nota? Op grond van de Wet Werk en Bijstand (WWB) is de gemeente verantwoordelijk voor de uitvoering van deze wet. Onderdeel van de WWB is de bijzondere bijstand: De bijstand die wordt verstrekt voor de uit bijzondere omstandigheden voortvloeiende noodzakelijke kosten van het bestaan, die niet kunnen worden voldaan uit de bijstandsnorm, het vermogen en het inkomen voor zover dat meer bedraagt dan de bijstandsnorm. (De wetteksten zijn cursief weergegeven in deze nota.) Bijzondere bijstand is dus bedoeld voor inwoners van een gemeente die door bijzondere omstandigheden noodzakelijke kosten moeten maken die niet of slechts gedeeltelijk uit het gewone minimuminkomen betaald kunnen worden. Dat inkomen bestaat in veel gevallen uit een uitkering op grond van de WWB, maar kan ook een andere vorm van inkomen zijn. Het is de bevoegdheid van het college om het beleid bijzondere bijstand voor de gemeente vast te stellen. Op 8 januari 2008 is door het college de beleidsnotitie Bijzondere bijstand en minimabeleid in de gemeente Edam-Volendam vastgesteld. In de uitvoeringspraktijk zijn in deze beleidsnotitie een aantal onduidelijkheden en onvolkomenheden geconstateerd. Daarom is deze nota Bijzondere Bijstand in de gemeente Edam- Volendam 2011 vastgesteld. 1.2 Procedure en cliëntenparticipatie Nadat het college deze nota heeft vastgesteld, wordt deze ter kennis gebracht van het cliëntenoverleg WWB/WIJ en de gemeenteraad. Inhoudelijk zijn er kleine wijzigingen ten opzichte van de vorige nota. Het cliëntenoverleg is mondeling al op de hoogte gesteld van de inhoud van deze nota Bijzondere Bijstand in de gemeente Edam-Volendam 2011. De deelnemers aan het overleg waren er unaniem positief over. 1.3 Bekendmaken van de mogelijkheden voor bijzondere bijstand in onze gemeente Nadat de nota definitief is vastgesteld wordt deze gepubliceerd op de gemeentelijke website en bekend gemaakt in de NIVO en de Stadskrant. Ook wordt een publieksfolder gemaakt over de bijzondere bijstand. De burgers die al een uitkering ontvangen van de gemeente worden bij de periodieke heronderzoeken geattendeerd op de mogelijkheid om in voorkomende gevallen bijzondere bijstand aan te vragen. 1.2 Leeswijzer Hoofdstuk 2 gaat over de algemene wettelijke bepalingen. Daarbij wordt aangegeven wat op grond van de wet de beleidsvrijheid van het college is. In hoofdstuk 3 staan de financiële bepalingen in de WWB ten aanzien van de Bijzondere Bijstand beschreven. Er is een overzicht opgenomen van de bedragen die vanaf 2007 zijn uitgekeerd voor de bijzondere bijstand, met daarbij de bedragen die begroot waren. Hoofdstuk 4 gaat over de berekening van het inkomen, het vermogen en de draagkracht van degenen die bijzondere bijstand aanvragen. Het gaat daarbij om de vraag met welk inkomen iemand in aanmerking komt voor bijzondere bijstand. Er wordt apart aandacht besteed aan de berekening van het inkomen als er sprake is van AOW. Daarnaast wordt ingegaan op het wel of niet hanteren van een drempelbedrag en/of een administratieve drempel. In hoofdstuk 5 staat waarvoor bijzondere bijstand toegekend kan worden. Deze lijst is gemaakt op grond van de toekenningen die de afgelopen jaren aan de orde zijn geweest. Hoofdstuk 6 bevat de slotbepalingen. 3

2. Algemene wettelijke bepalingen In de WWB zijn over de Bijzondere Bijstand een aantal zaken vastgelegd: Een alleenstaande of een gezin heeft recht op bijzondere bijstand voor zover de alleenstaande of het gezin niet beschikt over de middelen om te voorzien in de uit bijzondere omstandigheden voortvloeiende noodzakelijke kosten van het bestaan en deze kosten naar het oordeel van het college niet kunnen worden voldaan uit de bijstandsnorm, het vermogen en het inkomen voor zover dit meer bedraagt dan de bijstandsnorm. Het college bepaalt het begin en de duur van de periode waarover het vermogen en het inkomen in aanmerking wordt genomen. De wet stelt bij de toekenning van bijzondere bijstand de volgende voorwaarden: er moet een toets plaatsvinden van de individuele bijzondere omstandigheden. Een uitzondering voor deze toetsing van de individuele bijzondere omstandigheden mag gemaakt worden voor de zogenoemde categoriale bijzondere bijstand voor ouderen, chronische zieken en voor ouders met schoolgaande kinderen. Aan deze groepen mag op grond van de wet standaard een bepaald bedrag toegekend worden zonder dat een toetsing plaatsvindt of de kosten gemaakt zijn of gaan worden. Wel moet net als bij elke andere aanvraag gekeken worden naar het inkomen en het eventuele vermogen. Naast de toets van de individuele bijzondere omstandigheden stelt de wet: - er moet worden vastgesteld tot welke kosten die bijzondere omstandigheden leiden - er moet worden vastgesteld of, en zo ja tot welk bedrag, de cliënt kosten maakt - er moet worden vastgesteld tot welk bedrag de kosten niet kunnen worden voldaan uit de voor die persoon geldende bijstandsnorm en de aanwezige draagkracht - er moet worden vastgesteld dat de cliënt voldoende besef van verantwoordelijkheid heeft getoond. Een onvoldoende besef van verantwoordelijkheid hoeft niet automatisch te leiden tot een afwijzing van de bijzondere bijstand. Het kan wel zo zijn dat dan een lening wordt gegeven in plaats van een vergoeding van de kosten. De wet maakt het ook mogelijk om bijzondere bijstand te verlenen in de vorm van een collectieve aanvullende ziektekostenverzekering; Bijzondere bijstand kan ook worden verleend in de vorm van een collectieve aanvullende ziektekostenverzekering zonder dat wordt nagegaan of ten aanzien van die persoon de kosten van die verzekering ook daadwerkelijk noodzakelijk zijn of gemaakt zijn. Ten aanzien van de bijzondere bijstand is in de wet opgenomen dat het college bepaalt * wat tot het inkomen wordt gerekend * in hoeverre rekening moet worden gehouden met een eventueel inkomen boven de bijstandsnorm * in hoeverre rekening moet worden gehouden met een eventueel eigen vermogen * over welke periode het inkomen en het vermogen worden berekend. Tot slot bevat de wet een bepaling over het zogenoemde drempelbedrag. Het college kan bijzondere bijstand weigeren indien de kosten waarvoor bijzondere bijstand wordt aangevraagd binnen twaalf maanden een bedrag van 122,00 niet te boven gaan. Zo n drempelbedrag betekent dat een deel van de kosten waarvoor bijzondere bijstand wordt verleend betaald moet worden door de cliënt en dat alleen aanvragen vanaf dat bedrag in behandeling worden genomen. 4

2.1 Voorliggende voorzieningen In de wet is opgenomen dat - er moet worden nagegaan of de cliënt een beroep heeft gedaan op een zogenoemde voorliggende voorziening en wat het resultaat daarvan was. Bijstandsverlening in bijzondere kosten is niet toegestaan door de wetgever als: de kosten kunnen worden vergoed op grond van een voorliggende voorziening bijv. een ziektekostenverzekering, de WMO of de AWBZ de kosten op grond van de voorliggende voorziening niet worden vergoed nadat een individuele beoordeling heeft plaatsgevonden Deze kosten zijn dan bijvoorbeeld afgewezen omdat ze als niet noodzakelijk zijn beoordeeld. de kosten buiten de werkingssfeer van de voorliggende voorziening zijn gelaten Hierbij gaat het bijvoorbeeld om bepaalde alternatieve geneeswijzen. het kosten van of in verband met ontwikkelingsgeneeskunde betreft Er loopt dan meestal nog onderzoek naar de effectiviteit van een bepaalde behandeling. Het wettelijke verplichte eigen risico bij ziektekosten mag ook niet vanuit de bijzondere bijstand worden vergoed. Eigen bijdragen voor kosten die vanuit een voorliggende voorziening worden vergoed, komen wel in aanmerking voor bijzondere bijstand. De noodzaak van de voorziening is dan al vastgesteld. 2.2 Bevoegdheden college bij het beleid bijzondere bijstand In de WWB is vastgelegd dat het de bevoegdheid van het college is om het beleid Bijzondere Bijstand vast te stellen. Het is daarbij aan het college om te bepalen: of ook bijzondere bijstand verstrekt wordt aan personen onder de 21 jaar die zelfstandig wonen of de bijzondere bijstand verhaald wordt op de onderhoudsplichtige ouder wat tot het inkomen wordt gerekend in hoeverre rekening moet worden gehouden met het eventuele vermogen dat een aanvrager heeft bijvoorbeeld in de vorm van een eigen huis hoe de draagkracht, het draagkrachtpercentage en de draagkrachtperiode bepaald worden of wel of niet een drempelbedrag gehanteerd wordt welke kosten in aanmerking komen voor vergoeding vanuit de bijzondere bijstand om maximale bedragen voor bepaalde vergoedingen vast te stellen hoe bepaald wordt welke kosten noodzakelijk worden gevonden Hierbij gaat het bijvoorbeeld om de inschakeling van deskundigen om de noodzaak van bepaalde kosten vast te stellen. Het gaat daarbij soms ook om de vraag welke soort voorziening noodzakelijk is. welke procedure gevolgd wordt bij aanvragen van Bijzondere Bijstand of nadere regels voor de uitvoering vastgesteld worden 2.3 Mogelijke wijziging van de Wet Werk en Bijstand en invoering van de Wet Gemeentelijke Schuldhulpverlening In mei 2010 is door het vorige kabinet aan de Tweede Kamer voorgesteld om de Wet Werk en Bijstand te gaan wijzigen. De aanleiding hiervoor was dat door de Tweede Kamer een motie was aangenomen die de regering verzocht om met ingang van 2011 sommige gemeenten een financiële korting te geven. Het ging daarbij om gemeenten die onvoldoende zouden bijdragen aan de rijksdoelstelling om het aantal kinderen uit arme gezinnen dat maatschappelijk niet meedoet met de helft terug te dringen. Naar aanleiding van de motie heeft de minister in mei 2010 de kamer voorgesteld een wetswijziging te maken die gemeenten verplicht om een verordening op te stellen met betrekking tot het verlenen van categoriale bijzondere bijstand voor de kosten in verband met de participatie van schoolgaande kinderen uit arme gezinnen. De wetswijziging is er nog niet. In ons beleid was en is de bevordering van de participatie van kinderen uit gezinnen met een minimuminkomen opgenomen. Op grond van het bestuursakkoord 2011 komt de WWB waarschijnlijk per 1 januari 2013 te vervallen, omdat dan de Wet Werken naar Vermogen in werking treedt. Op 30 juni 2011 is de Wet Gemeentelijke Schuldhulpverlening aangenomen. Met deze wet worden de gemeenten verantwoordelijk voor de schuldhulpverlening. De invoering van deze wet is in 2012. 5

3. Financiën 3.1 Financiële bepalingen in de Wet Werk en Bijstand De gemeente ontvangt van het rijk voor de uitvoering van de Wet Werk en Bijstand een budget dat bestaat uit een zogenoemd werkdeel en een inkomensdeel. Het werkdeel is bedoeld voor voorzieningen die gericht zijn op arbeidsinschakeling. De gelden die de gemeente overhoudt op het werkdeel moeten terugbetaald worden aan het rijk. Het inkomensdeel is bedoeld voor de uitkeringen, waaronder ook de bijzondere bijstand valt. Als de gemeente geld overhoudt op het inkomensdeel, hoeft dat niet terugbetaald te worden aan het Rijk. Maar tekorten moeten ook zelf worden bijgepast. Vanaf het jaar 2006 komt onze gemeente niet uit met het inkomensdeel. In het Bestuursakkoord Rijk-VNG van 2007 zijn afspraken gemaakt over de gelden die de gemeenten ontvangen voor de WWB. De omvang van het budget is voor meerdere jaren vastgelegd. Tijdens de looptijd van het bestuursakkoord (tot en met het jaar 2011) vinden geen correcties plaats, behalve als er door conjuncturele ontwikkelingen een afwijking komt in de aantallen van meer dan 12.500 bijstandshuishoudens (meer of minder) dan waarmee in het Bestuursakkoord is gerekend. Als cliënten voldoen aan de voorwaarden die zijn opgenomen in deze nota bijzondere bijstand, dan moet die bijzondere bijstand verleend worden. Hierdoor is de bijzondere bijstand een open einde regeling. 3.2 Overzicht uitgaven bijzondere bijstand vanaf 2007 Voor het jaar 2007 uitgaven Inrichtingskosten / duurzame gebruiksgoederen 87.109 Medische- of paramedische kosten 9.062 vervoerskosten 6.749 begroot Overige algemene levensbehoeften zoals de overbruggingstoeslag voor 23.328 voormalige eenoudergezinnen, bijdrage schoolgaande kinderen, bijdrage maatschappelijke participatie, kosten kinderopvang e.d. Totaal uitgaven bijzondere bijstand 2007 126.248 106.000 waarvan als leenbijstand* 74.370,29 In 2007 is aan leenbijstand terug ontvangen : 15.089,37 De vergoedingen op grond van het GEP zijn apart begroot 10.387,59 2.500 * NB leenbijstand voor (her)inrichtingskosten moet in principe altijd terugbetaald worden, maar als iemand 36 maanden aaneengesloten aan de aflossingsverplichting heeft voldaan, wordt het nog resterende bedrag kwijtgescholden. 6

Voor het jaar 2008 uitgaven Inrichtingskosten / duurzame gebruiksgoederen 29.699 Medische- of paramedische kosten 6.968 vervoerskosten 572 begroot Overige algemene levensbehoeften zoals de overbruggingstoeslag voor 40.896 voormalige eenoudergezinnen, bijdrage schoolgaande kinderen, bijdrage maatschappelijke participatie, kosten kinderopvang e.d. Totaal uitgaven bijzondere bijstand 2008 78.135 103.500 waarvan als leenbijstand 21.300,36 In 2008 is aan leenbijstand terug ontvangen 15.386,30 De vergoedingen op grond van het GEP zijn apart begroot 9.533,25 9.000 Voor het jaar 2009 Uitgaven Begroot Inrichtingskosten / duurzame gebruiksgoederen 49.128 Medische- of paramedische kosten 12.218 vervoerskosten 774 Overige algemene levensbehoeften zoals de overbruggingstoeslag voor 46.257 voormalige eenoudergezinnen, bijdrage schoolgaande kinderen, bijdrage maatschappelijke participatie, kosten kinderopvang e.d. Totaal uitgaven bijzondere bijstand 2009 108.377 109.000 waarvan als leenbijstand 47.677 In 2009 is aan leenbijstand terug ontvangen 12.619,58 De vergoedingen op grond van het GEP zijn apart begroot 9.913,61 9.000 Voor het jaar 2010 Uitgaven Begroot Inrichtingskosten / duurzame gebruiksgoederen 35.252 Medische- of paramedische kosten 12.010 vervoerskosten 1.159 Overige algemene levensbehoeften, zoals de overbruggingstoeslag voor 45.569 voormalige eenoudergezinnen, bijdrage schoolgaande kinderen, bijdrage maatschappelijke participatie, kosten kinderopvang e.d. Totaal uitgaven bijzondere bijstand 2010 93.890 110.000 waarvan als leenbijstand 35.952 In 2009 is aan leenbijstand terug ontvangen 20.415,78 De vergoedingen op grond van het GEP zijn apart begroot 11.068 9.000 7

4. Wanneer komt iemand in aanmerking voor bijzondere bijstand? 4.1 Wie komt in aanmerking voor bijzondere bijstand? Elke inwoner van de gemeente Edam-Volendam die 18 jaar of ouder is, een inkomen heeft dat gelijk is aan of lager dan de voor hem of haar geldende bijstandsnorm, geen vermogen heeft en door bijzondere omstandigheden noodzakelijke kosten heeft moeten maken, komt in aanmerking voor bijzondere bijstand. In het algemeen wordt hierbij uitgegaan van een inkomen van 100% van de voor de persoon geldende bijstandsnorm. Voor deelname aan de collectieve ziektekostenverzekering, de tegemoetkoming in de kosten van schoolgaande kinderen en de bijdrage voor maatschappelijke participatie wordt uitgegaan van een inkomen van 105 % van de bijstandsnorm. Voor de vergoeding van duurzame gebruiksgoederen komt men in aanmerking als iemand gedurende 3 jaar een inkomen heeft van maximaal 105 % van de bijstandsnorm. Als bijzondere bijstand wordt toegekend aan personen onder de 21 jaar verhalen wij dit niet op een eventuele onderhoudsplichtige ouder. 4.2 Inkomen, vermogen en draagkracht 4.2.1. Inkomen Bij de bepaling van het inkomen worden in onze gemeente dezelfde regels gehanteerd als voor de algemene bijstandsuitkering. Een aantal zaken worden, net als bij de toekenning van de algemene bijstandsuitkering, niet bij de berekening van het inkomen betrokken, onder andere de kinderbijslag, de eigen woningbijdrage, de tegemoetkoming buitengewone uitgaven, de zorgtoeslag, vergoedingen op grond van de WMO en onkostenvergoedingen voor vrijwilligerswerk. Een eventuele langdurigheidstoeslag wordt door onze gemeente ook niet tot het inkomen gerekend. 4.2.2 Vermogen In onze gemeente wordt rekening gehouden met het eventuele vermogen dat een aanvrager heeft. Hierbij wordt, net als voor de algemene bijstandsuitkering, de wettelijke vermogensvrijlating gehanteerd. Ter informatie: op 1 juli 2011 waren dit de volgende bedragen: 11.110 voor gehuwden en alleenstaande ouders 5.555 voor alleenstaanden. Als het vermogen vast zit in een huis, wordt de algemene bijstand verstrekt in de vorm van een lening (krediethypotheek) die terugbetaald moet worden. In dat geval geldt de wettelijke vermogensvrijlating voor een woning. Per 1 juli 2011 is dit maximaal 46.900. Als een cliënt alleen bijzondere bijstand aanvraagt (en dus geen uitkering) wordt een eventuele eigen woning niet tot het vermogen gerekend en hoeft er geen krediethypotheek gevestigd te worden. Bij personen die 3 jaar of langer een inkomen hebben van maximaal 105 % van de voor hen geldende bijstandsnorm wordt een andere vermogensvrijlating gehanteerd als zij een aanvraag doen om bijzondere bijstand voor duurzame gebruiksgoederen Hierbij is het maximaal vrij te laten vermogen bepaald op het bedrag van twee maal de bijstandsnorm die geldt voor gehuwden/samenwonenden (het maandbedrag inclusief de vakantietoeslag). Ter informatie: Op 1 juli 2011 is dit: 2639,70. De wettelijke bedragen worden door de rijksoverheid twee keer per jaar aangepast: per 1 januari en per 1 juli. 8

4.2.3 Draagkracht, draagkrachtpercentage en draagkrachtperiode Als de cliënt een inkomen en/of een vermogen heeft dat boven de bijstandsnorm ligt dan moeten de bijzondere kosten geheel of gedeeltelijk door de cliënt zelf worden betaald. Het bedrag dat cliënten zelf moeten bijdragen wordt de draagkracht genoemd. Het draagkrachtpercentage is het percentage van het inkomen boven de bijstandsnorm dat de cliënt zelf moet bijdragen. Het draagkrachtpercentage is gesteld op 35 % van het inkomen boven de bijstandsnorm. Bij toekenning van de woonkostentoeslag is het draagkrachtpercentage 100%. De cliënt moet dan dus het volledige meerinkomen boven de bijstandsnorm zelf bijdragen. De draagkrachtperiode is de periode waarover de draagkracht wordt berekend. Er wordt uitgegaan van 12 maanden vanaf de maand van de aanvraag. Als er sprake is van een vermogen, moet het bedrag boven het wettelijk vrij te laten vermogen eerst geheel worden aangesproken om de bijzondere kosten te dekken. 4.3. Bijzondere bijstand en AOW De AOW is iets hoger dan de bijstandsnorm van mensen van 65 jaar en ouder. In onze gemeente wordt bij aanvragen voor bijzondere bijstand een AOW-inkomen gelijkgesteld aan de bijstandsnorm voor iemand van 65 jaar en ouder. 4.4 Drempelbedrag en administratieve drempel Een drempelbedrag betekent dat een deel van de kosten waarvoor bijzondere bijstand wordt verleend moet worden betaald door de cliënt. Een administratieve drempel houdt in dat alleen aanvragen vanaf een bepaald bedrag in behandeling genomen om te voorkomen dat aanvragen voor minimale bedragen in behandeling moeten worden genomen. Op grond van de wet mag het college een drempelbedrag opleggen van maximaal 122,- over een tijdvak van 12 maanden. In onze gemeente wordt geen drempelbedrag en geen administratieve drempel gehanteerd. 9

5. Waarvoor wordt Bijzondere Bijstand toegekend? De hierna volgende lijst is gemaakt op grond van de aanvragen en toekenningen die de afgelopen jaren aan de orde zijn geweest. Als er door bijzondere omstandigheden andere noodzakelijke kosten aan de orde komen dan wordt de mogelijkheid van bijzondere bijstand uiteraard wel bezien. 5.1 Collectieve Ziektekostenverzekering via de gemeente Uitkeringsgerechtigden en overige inwoners van onze gemeente die een inkomen hebben tot 105 % van de voor hen geldende bijstandsnorm kunnen deelnemen aan de collectieve zorgverzekering via de gemeente. Dit collectieve zorgverzekeringspakket omvat: - de Beter Af Polis, de wettelijke basisverzekering - de Beter Af Plus Polis met 3 sterren, een aanvullende verzekering - de Beter Af Tandarts Polis met 2 sterren, een aanvullende verzekering voor tandheelkundige voorzieningen. Deelnemers krijgen een korting op de premies van deze verzekering en daarnaast gratis het Gemeentelijk Extra Pakket, een uitbreiding van de aanvullende verzekering. Voorwaarde voor deelname aan deze verzekering is dat de cliënt kiest voor 0,- eigen risico. 5.2 Medische kosten Algemeen uitgangspunt is dat de noodzaak van de voorziening vast moet staan. De goedkoopste adequate voorziening wordt vergoed. De AWBZ en Zvw vergoeden in het algemeen alle noodzakelijke kosten die verband houden met medische of paramedische behandeling. Beide regelingen gelden samen in het kader van de WWB als een voorliggende voorziening die passend en toereikend is. Bijstandsverlening voor deze kosten is daarom in beginsel uitgesloten (artikel 15 lid 1 WWB). Er wordt dus van uit gegaan dat iemand zich adequaat verzekert tegen ziektekosten. Onder een adequate verzekering tegen ziektekosten wordt verstaan een verzekering met een dekking die vergelijkbaar is met de collectieve zorgverzekering die via de gemeente kan worden afgesloten. Door de zorgverzekeraars worden veel noodzakelijk geachte voorzieningen helemaal vergoed, zonder eigen bijdrage. Voor een aantal voorzieningen wordt een eigen bijdrage gevraagd of wordt de voorziening niet geheel vergoed door de verzekering. Voor het deel dat niet wordt vergoed wordt bijzondere bijstand toegekend. Het gaat bij de vergoeding van medische kosten onder andere om: * Brillen. Hierbij wordt uitgegaan van een standaardbedrag van 100,- voor het montuur, met daarnaast de kosten van de noodzakelijk geachte glazen. * Contactlenzen * Kroon of frameprothese * Orthodontie * Alarmeringskosten * Thuiszorg/hulp bij het huishouden Het gaat hierbij om de eigen bijdrage voor de thuiszorg/hulp bij het huishouden, ook die voor houders van een persoonsgebonden budget. * Dieetkosten. De meerkosten ten opzichte van gewone voeding worden vergoed. * Maaltijdvoorziening. Het bedrag dat de cliënt anders aan gewone maaltijden zou moeten uitgeven wordt afgetrokken van de vergoeding vanuit de bijzondere bijstand. Dit bedrag wordt ontleend aan de Nibud prijzengids voor de bijzondere bijstand. * Ziekenvervoer * Poliklinische bevalling/kraamzorg * Psychotherapie * Hoortoestellen. De AWBZ kent een maximale vergoeding per oorstuk. Als een duurder hoorapparaat dan het maximumbedrag nodig is, worden de meerkosten vergoed. * Orthopedische schoenen. Het bedrag dat de cliënt anders aan gewoon schoeisel zou moeten uitgeven wordt afgetrokken van de vergoeding vanuit de bijzondere bijstand. Dit bedrag wordt ontleend aan de Nibud prijzengids voor de bijzondere bijstand. 10

* Extra kosten die vanwege ziekte of handicap gemaakt moeten worden voor water, energie, bewassing, kleding e.d. 5.3 Tegemoetkoming voor ouderen, chronisch zieken en gehandicapten Ouderen, chronisch zieken en gehandicapten hebben soms te maken met verborgen extra kosten. Kosten die iedereen heeft, maar die voor deze groepen hoger uitvallen, zoals de kosten van telefoon, energie en kosten rond ziekenhuisopnames. De directe kosten als gevolg van een ziekte of handicap worden vergoed door de voorliggende voorzieningen (AWBZ, zorgverzekering of de tegemoetkoming op grond van de Wtcg die door het CAK betaald wordt). De indirecte (verborgen) extra kosten worden daaruit niet vergoed. Aan deze zogenoemde categoriale groepen wordt een jaarlijkse tegemoetkoming van 100,- gegeven voor deze extra kosten Dit bedrag wordt toegekend zonder dat een toetsing plaatsvindt of er extra kosten gemaakt zijn of gemaakt gaan worden. Wel is de inkomens- en vermogenstoets voor de (bijzondere) bijstand van toepassing en er moet sprake zijn van andere kosten die voor bijzondere bijstand in aanmerking komen. Om voor deze tegemoetkoming in aanmerking te komen moet de cliënt die een inkomen op bijstandsniveau heeft, verder aan minimaal één van de volgende criteria voldoen: ontvangt een arbeidsongeschiktheidsuitkering zoals een WAO-, Wajong- of WIA-uitkering heeft op grond van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) een voorziening ontvangt een tegemoetkoming voor de onderhoudskosten van thuiswonende gehandicapte kinderen is minimaal zes maanden aangewezen op thuiszorg ontvangt een persoonsgebonden budget vanuit de AWBZ en/of de WMO is 65 jaar of ouder 5.4 Bijdrage in de kosten van schoolgaande kinderen Ouders met schoolgaande kinderen hebben vaak te maken met extra kosten. De gemeente Edam-Volendam ondersteunt ouders die minderjarige kinderen hebben en een inkomen gelijk aan of lager dan 105 % van de voor hen geldende bijstandsnorm. Dit doet de gemeente door een bijdrage te geven voor de kosten die direct of indirect met de schoolverplichtingen van de kinderen te maken hebben. De bijdrage voor een kind vanaf 13 jaar is hoger dan voor een kind van 4 tot en met 12 jaar. Dit omdat de kosten voor een kind op het vervolgonderwijs hoger zijn. De bijdragen per jaar zijn: 126,00 voor schoolgaande kinderen van 4 tot en met 12 jaar 151,00 voor schoolgaande kinderen van 13 tot en met 17 jaar. Voor het bepalen van de leeftijd van het kind wordt 1 januari van het lopende jaar gehanteerd. 5.5 Overbruggingstoeslag voor voormalige eenoudergezinnen Bij eenoudergezinnen die recht hebben op een bijstandsuitkering wordt de uitkering verlaagd naar de norm voor een alleenstaande wanneer het jongste kind 18 jaar wordt. Er is ook geen recht meer op kinderbijslag als het kind 18 jaar is geworden. Om aan die forse inkomensachteruitgang tegemoet te komen wordt aan die ouder gedurende een jaar bijzondere bijstand verleend in de vorm van een toeslag ter hoogte van het normverschil. De toeslag wordt in 12 maandelijkse stappen afgebouwd tot nul. Een voorbeeld van juli 2011: De netto uitkering voor een alleenstaande ouder 919,70 De netto uitkering voor een alleenstaande 656,93 Het verschil van 262,77 wordt dan met 21,90 per maand afgebouwd. 11

NB De toeslag heeft wel gevolgen voor de eventuele huurtoeslag, omdat het belastbare inkomen door deze toeslag hoger wordt en daarmee wordt de eventuele huurtoeslag lager. 5.6 Toeslag bij kortdurende opname in een zorginstelling Als mensen een bijstandsuitkering hebben dan moet volgens de wet de uitkering worden aangepast met ingang van de dag na opname in een ziekenhuis, verpleeghuis of een andere zorginstelling ongeacht de verwachte duur van de opname. Degene die wordt opgenomen krijgt dan een uitkering volgens de norm voor een persoonlijke toelage voor een persoon in een instelling. Voor de eventuele partner die niet is opgenomen wordt de uitkering aangepast naar de norm van een alleenstaande of alleenstaande ouder. Dit leidt vaak tot een onverwachte daling van het inkomen. Daarom wordt vanuit de bijzondere bijstand een toeslag toegekend in de maand van de opname en de maand erna. De toeslag gaat tot het bedrag van de uitkering voor de opname. Alleenstaanden en alleenstaande ouders kunnen daarna een vergoeding krijgen van de kosten voor de handhaving van de zelfstandige woonruimte. 5.7 Bijdrage voor maatschappelijke participatie Mensen met een laag inkomen moeten vaak bezuinigen op de sociale contacten en/of de deelname aan maatschappelijke activiteiten. De gemeente Edam-Volendam geeft inwoners met een inkomen dat gelijk is aan of lager dan 105 % van de voor hen geldende bijstandsnorm daarom een bijdrage voor maatschappelijke participatie. Het kan hierbij bijv. gaan om de contributie voor een sportvereniging, sportkleding, zwemlessen en/of een zwemabonnement, kaartjes voor concertbezoek, het lidmaatschap van de ouderenbond, een museumjaarkaart en zo meer. De bijdrage is maximaal 150,- per gezinslid. Dit bedrag wordt betaald nadat de betaalbewijzen van de uitgaven voor het betreffende gezinslid zijn overgelegd. Voor dit onderdeel is de ingangsdatum 1 januari 2012. 5.8 Kinderopvang op basis van een sociaal-medische indicatie Wanneer sprake is van een fysieke en/of sociale beperking bij een ouder en/of kind waardoor kinderopvang noodzakelijk is, kunnen de kosten van kinderopvang vanuit de bijzondere bijstand vergoed worden. De gemeente kan een deskundige vragen om een onafhankelijk advies uit te brengen over de noodzaak, de duur en de omvang van de kinderopvang. 5.9 Opvang voor kinderen met een taal- of ontwikkelingsachterstand Het gaat hierbij om vroegschoolse opvang voor kinderen met een taal- of ontwikkelingsachterstand. Deze opvang vindt veelal plaats op een peuterspeelzaal of kinderdagverblijf. De kosten voor deze opvang kunnen worden vergoed. De gemeente kan een deskundige vragen om een onafhankelijk advies uit te brengen over de noodzaak van de opvang, de gewenste duur en de omvang van de opvang. 5.10 Woonkostentoeslag Een woonkostentoeslag kan worden toegekend voor zowel huurwoningen als koopwoningen. Als woonkosten worden bij een eigen woning in aanmerking genomen: de hypotheekrente premie opstalverzekering eigenaarsdeel onroerende zaakbelasting erfpachtcanon rioolrecht & polder- en waterschapsbelasting. De hoogte van de woonkostentoeslag wordt op dezelfde manier berekend als de Belastingdienst dat doet met de huurtoeslag. Extra woonkostentoeslag kan worden toegekend voor zover het zelf te betalen deel van de huur of de woonkosten na aftrek van de huurtoeslag onevenredig hoog blijft. 12

De woonkostentoeslag is in principe altijd tijdelijk (12 maanden) en er is een verhuisplicht aan gekoppeld als de woonlasten meer bedragen dat de huurtoeslaggrens. Aan gehandicapten die in een aangepaste woning wonen, wordt geen verhuisplicht opgelegd. 5. 11 Verhuiskosten Deze kosten zijn over het algemeen voorzienbaar en er kan voor gereserveerd worden of ze kunnen achteraf betaald worden. Als dat door bijzondere omstandigheden niet het geval is, kan bijzondere bijstand worden gegeven voor de verhuiskosten. Welke kosten komen in aanmerking? de verhuiskosten de kosten van dubbele huur. 5.12 Kosten woninginrichting De kosten voor het inrichten van een (nieuwe) woning zijn over het algemeen voorzienbaar en er kan voor gereserveerd worden of ze kunnen achteraf betaald worden. Als dat door bijzondere omstandigheden niet het geval is, wordt voor de woninginrichting leenbijstand gegeven. De lening moet binnen 36 maanden in maandelijkse termijnen worden afgelost. Hierbij wordt er van uit gegaan dat de hoogte van het maandelijks af te lossen bedrag 6 % is van de voor die persoon geldende bijstandsnorm. De hoogte van de leenbijstand voor de aanschaf van de eerste inventaris is: voor een kamerbewoner 1.250 voor een gezin van 4 personen 5.000 voor een alleenstaande 2.310 voor een gezin van 5 personen 5.450 voor een gezin van 2 personen 3.900 voor een gezin van 6 personen 6.000 voor een gezin van 3 personen 4.400 voor elke persoon meer 500 5.13 Vergoeding voor de aanschaf of vervanging van duurzame gebruiksgoederen De kosten van aanschaf of vervanging van duurzame gebruiksgoederen, zoals bijvoorbeeld een koelkast of een wasmachine horen in principe tot de algemene kosten van het bestaan. Ze zijn over het algemeen voorzienbaar en er kan voor gereserveerd worden of ze kunnen achteraf betaald worden. Als dat door bijzondere omstandigheden niet het geval is, wordt hiervoor bijstand in de vorm van een lening gegeven. De lening moet binnen 36 maanden in maandelijkse termijnen worden afgelost. Hierbij wordt er van uit gegaan dat de hoogte van het maandelijks af te lossen bedrag 6 % is van de voor die persoon geldende bijstandsnorm. Als cliënten langer dan drie jaar een inkomen hebben tot 105 % van de voor hen geldende bijstandsnorm wordt de bijstand om niet gegeven Zij hoeven dus niet af te lossen. Hierbij is het maximaal vrij te laten vermogen bepaald op het bedrag van twee maal de bijstandsnorm die geldt voor gehuwden/samenwonenden (het maandbedrag inclusief de vakantietoeslag). De hoogte van de (leen)bijstand voor de aanschaf of vervanging van de duurzame gebruiksgoederen wordt afgeleid van de normen die het NIBUD hiervoor hanteert (zoals opgenomen in de NIBUD prijzengids voor de bijzondere bijstand). 5.14 Vergoeding voor een babyuitzet en inrichting van een babykamer Als er door bijzondere omstandigheden niet gereserveerd kon worden voor een babyuitzet en/of de kosten van de inrichting van een babykamer, wordt bijzondere bijstand toegekend. De Landelijke Vereniging voor Thuiszorg heeft een basispakket voor een baby-uitzet samengesteld van noodzakelijke artikelen. Dit pakket is opgenomen in de NIBUD-prijzengids voor de bijzondere bijstand. De hoogte van de bijzondere bijstand wordt hiervan afgeleid. 13

5.15 Vergoeding voor kosten, gemaakt door de opname van de partner of een kind in een instelling. Aan de opname in een instelling van de partner of een kind zijn extra kosten verbonden, zoals bijv. reiskosten. Waar het gaat om kinderen is er in vrijwel alle gevallen sprake van een ouderbijdrage. De volgende kosten komen voor bijzondere bijstand in aanmerking: reiskosten ten behoeve van noodzakelijk (periodiek) contact de ouderbijdrage de kosten die door de instelling bij de ouders/verzorgers in rekening gebracht worden eventuele andere bijzondere kosten. 5.16 Vergoeding voor bezoek aan gedetineerde partner of kinderen Reiskosten horen op zich tot de algemeen gebruikelijke kosten van het bestaan, maar als er sprake is van detentie van de partner of kinderen worden deze kosten vaak hoger dan gebruikelijk. Vanuit de bijzondere bijstand kunnen de reiskosten voor maximaal twee bezoeken per maand vergoed worden. 5.17 Vergoeding van de kosten van rechtshulp De kosten voor rechtshulp worden door de rijksoverheid soms vergoed als er sprake is van een zogenoemde toevoeging. Door de overheid is dan aan de betrokkene een advocaat toegewezen. De kosten van de advocaat worden ook door de overheid betaald, maar de cliënt moet een eigen bijdrage betalen en eventuele aan de zaak verbonden kosten, zoals de griffierechten van de rechtbank. De eigen bijdrage en de aan de zaak verbonden kosten kunnen vanuit de bijzondere bijstand vergoed worden. Voorwaarde is wel dat een cliënt eerst gratis rechtshulp vraagt aan het Juridisch Loket voordat de hulp van een advocaat wordt ingeroepen. Het Juridisch Loket stelt een zogenoemd diagnosedocument op waarin zijn opgenomen: een analyse van het juridisch probleem, een advies en zo nodig een doorverwijzing naar een andere instantie of naar een rechtsbijstandverlener. Is dit diagnosedocument opgesteld, dan is de rechtzoekende een lagere eigen bijdrage verschuldigd voor de verkrijging van verdergaande rechtsbijstand. Als de cliënt de procedure wint, wordt de tegenpartij meestal veroordeeld tot betaling van de proceskosten. In dit geval is de cliënt verplicht om de verleende bijstand terug te betalen. 5.18 Vergoeding van de kosten van een uitvaart Het gaat hierbij om de kosten die nabestaande(n) van een overledene moeten maken voor de uitvaart. Er wordt vanuit gegaan dat een ieder er rekening mee houdt dat men voor deze kosten kan komen te staan, met name waar het gaat om de partner en/of kinderen. Dit kan door een bedrag hiervoor apart te zetten bijv. in de vorm van een deposito dat uitgekeerd wordt bij overlijden of door een uitvaartverzekering af te sluiten. Vanuit de bijzondere bijstand worden de kosten vergoed die niet betaald kunnen worden uit het deposito, de uitvaartverzekering of de eventuele erfenis. De hoogte van het bedrag wordt afgeleid van de normen uit de NIBUD-prijzengids voor de bijzondere bijstand. 5.19 Overbruggingsvergoeding voor statushouders Als statushouders recht hebben op een uitkering, dan wordt deze, net als bij andere uitkeringsgerechtigden, aan het eind van de maand uitbetaald. Dat leidt er soms toe dat mensen een maand lang de noodzakelijke kosten van het bestaan niet kunnen betalen. Ter overbrugging wordt vanuit de bijzondere bijstand een lening toegekend ter hoogte van het bedrag van de maandelijkse uitkering. De lening moet in maandelijkse termijnen worden afgelost. Hierbij wordt er van uit gegaan dat de hoogte van het maandelijks af te lossen bedrag 6 % is van de voor die persoon geldende bijstandsnorm. 14

5.20 Vergoeding voor de kosten van een verblijfsdocument Een legitimatiebewijs hoort tot de algemene kosten van het bestaan. De legeskosten voor een verblijfsdocument zijn wel vaak hoger dan die voor een gewoon legitimatiebewijs. Als cliënten door bijzondere omstandigheden niet hebben kunnen reserveren en ook niet achteraf kunnen betalen vanwege aflossingsverplichtingen, wordt het bedrag dat het verblijfsdocument meer kost dan het gewone legitimatiebewijs vergoed vanuit de bijzondere bijstand. 5.21 Hulp bij schulden Schulden worden niet gezien als noodzakelijke kosten van het bestaan. Hiervoor bestaat in principe geen recht op bijzondere bijstand. Wel kunnen cliënten, wanneer aan de gestelde voorwaarden wordt voldaan, in aanmerking komen voor deelname aan schuldhulpverlening. Er kunnen aanvullende verplichtingen worden opgelegd zoals budgetbeheer en budgetbegeleiding om toekomstige schuldensituaties te voorkomen. De schuldhulpverlening, budgetbeheer en budgetbegeleiding worden in onze gemeente uitgevoerd door de Kredietbank Nederland. De kosten die verbonden zijn aan schuldhulpverlening en de aanvullende verplichtingen vallen onder de bijzondere bijstand. 5.22 Vergoeding van de kosten van bewindvoering, inkomensbeheer en mentorschap Als cliënten door de kantonrechter onder bewind zijn geplaatst worden de kosten voor de bewindvoering vergoed. Dit geldt ook voor eventueel noodzakelijk inkomensbeheer en/of mentorschap. Hierbij wordt uitgegaan van de bedragen die zijn vastgesteld door het landelijk overleg kantonrechters (LOK). De kosten van bewindvoering in het kader van de WSNP (Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen) worden niet vergoed. Deze moeten uit de boedel betaald worden. 6. Slotbepalingen 6.1 Aanpassing bedragen voor vergoedingen Jaarlijks wordt bezien of de in deze nota genoemde bedragen voor de verschillende vergoedingen aangepast worden. 6.2 Onvoorziene gevallen In gevallen waarin deze nota niet voorziet, beslist het college. 6.3 Citeertitel Deze nota kan worden aangehaald als: Nota Bijzondere Bijstand 2011 gemeente Edam-Volendam. 6.4 Datum inwerkingtreding Het beleid zoals vermeld in deze nota treedt in werking met ingang van 1 oktober 2011, met uitzondering van de bijdrage voor maatschappelijke participatie. Hiervoor is de ingangsdatum 1 januari 2012. Voorgaande beleidsnotities over de bijzondere bijstand vervallen vanaf deze datum. 15

16