5 October 1956. 1. t ari s-generaal der V.N. cc M



Vergelijkbare documenten
MINISTERIE 'S-GRAVENHAGE. ' *f'

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus BA Amsterdam

18475/11 las/gra/fb 1 DG H 2A

Verdrag betreffende de vrijheid tot het oprichten van vakverenigingen en de bescherming van het vakverenigingsrecht, San Francisco,

vast te stellen de navolgende Verordening Georganiseerd Overleg Hefpunt

15445/1/06 REV 1 wat/hor/mg 1 DG H 2B

PERMANENTE VERTEGENWOORDIGING VAN NEDERLAND

Advies IS - Irak. Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law. Postbus BA Amsterdam T

Artikel 1. Artikel 2. Artikel 3

Tweede Kamer, vergaderjaar , (R2114), nr. 9 2

poli/tïeke samenwerking van de Zes.

'S-G R AVE N H AG E. 9 k APR iqc"7 /J 4 i*^7 Datum: </~&'

Tekststudio Schrijven en Schrappen lotty@schrijven-en-schrappen.nl -

Overlegverordening van het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard.

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

Reacties en antwoorden op gestelde vragen Einde onderzoek De feiten

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1995 Nr. 100

EURO-MEDITERRAAN PARLEMENTAIR FORUM

Verdrag inzake de erkenning van echtscheidingen en scheidingen van tafel en bed

Rapport. Datum: 9 juli 1998 Rapportnummer: 1998/270

Deel 2: basisregelingen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

ALGEMENE BEDRIJFSVOORWAARDEN WERVING & SELECTIE FLEXURANCE B.V.

gelet op artikel 63, eerste alinea punt 3 van het EG-Verdrag,

geraadpleegd door de Raad overeenkomstig artikel 39, lid 1 van het EU-Verdrag (C5-0757/2000),

jurisprudentiële fundamenten meer dan veertig jaar geleden zijn gelegd 2, bevestigd en versterkt.

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJKDERNEDER LAN DEN. JAARGANG 1951 No. 4 Overgelegd aan de Staten-Generaal door de Minister van Buitenlandse Zaken

Plein 1813 nr. 4- 's-geavewhage. Onderwerp: Weekoverzicht.

GERECHTSHOF TE s-gravenhage, derde meervoudige belastingkamer. 12 september 1989 Nr. 3701/85-M-3 EP/1 U I T S P R A A K

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, is het navolgende gebleken.

ECLI:NL:CRVB:2014:3478

Tweede Kamer der Staten-Generaal

BESTUURSREGLEMENT STICHTING ADMINISTRATIEKANTOOR CONTINUÏTEIT ABN AMRO GROUP

vfas- (SCHEIDINGS)MEDIATIONOVEREENKOMST vfas-lid (advocaat-mediator)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. A.M.T. Wigger, voorzitter en mr. P.G. Salvadori, secretaris)

Verdrag inzake de wet welke van toepassing is op verkeersongevallen op de weg. De Staten die dit Verdrag hebben ondertekend,

(versie geldend vanaf )

Beoordeling. h2>klacht

Zaak T-205/99. Hyper Srl tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

IN NAAM DER KONINGIN

een gedraging van de Douane van Curaçao, welke gedraging toe te schrijven is aan de Minister van Financiën, (hierna de Minister).

R A A D V O O R G E S C H I L L E N van de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2002 Nr Europees Verdrag inzake de erkenning van de rechtspersoonlijkheid

Interventie Syrië. Faculteit der Rechtsgeleerdheid Afdeling Internationaal en Europees recht

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer,

Rolnummer Arrest nr. 55/2015 van 7 mei 2015 A R R E S T

P5_TA(2002)0269. Toekomstige ontwikkeling van Europol

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

REGLEMENT VAN ORDE 2. Jongeren Organisatie Vrijheid en Democratie. Inhoudsopgave INHOUDSOPGAVE

INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING 2 2 WAT SCHRIJFT DE WET VOOR 3 3 DEFINITIES 4 4 PROCEDURE VOOR BEHANDELING 5 5 GESCHILLENINSTANTIE 6

Model van een tuchtreglement

vfas- (SCHEIDINGS)BEMIDDELINGSOVEREENKOMST FAMILIEMEDIATOR

Datum van inontvangstneming : 06/03/2017

VERDRAG NOPENS DE ERKENNING EN DE TENUITVOERLEGGING VAN BESLISSINGEN OVER ONDERHOUDSVERPLICHTINGEN JEGENS KINDEREN

INHOUD. Bladzijde A-PUNTEN

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Van moeilijke naar toegankelijkere woorden

Artikel 1; Algemeen. Artikel 2; Prijzen en betalingen. Artikel 3; Aansprakelijkheid

UITTREKSEL uit het Huishoudelijk Reglement van de Stichting ROTA 8 mei 2014

OVEREENKOMST EN DE REGERING VAN HET KONINKRIJK BELGIE DOOR DE REGERING VAN HET KONINKRIJK BELGIE AAN DE REGERING VAN DE REPUBLIEK INDONESIA

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 30 maart 2007 (13.04) (OR.en) ST 8028/07 Interinstitutioneel dossier: 2006/0135(CNS) LIMITE JUSTCIV 75

VEB Partner Reglement

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Openbaar lichaam PlusTeam. Reglement van Orde van het Algemeen Bestuur

HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN DE VLAAMSE TOEZICHTCOMMISSIE VOOR HET ELEKTRONISCHE BESTUURLIJKE GEGEVENSVERKEER

C O N C E P T. gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 14 maart 2017, corsanummer ;

Hebben besloten hiertoe een Verdrag te sluiten en zijn overeengekomen als volgt:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

ECLI:NL:CRVB:2009:BI9049

Artikel 63 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

3. De afhandeling van de klachten worden uitgevoerd door het onafhankelijke instituut KIGID.

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

punt nadrukkelijke aandacht.

Uitspraak /1/A2 en /1/A2

KLACHTENREGELING. de cliënt een vertegenwoordiger van een cliënt nabestaande(n) van een overleden cliënt. b Klacht een klacht kan zijn:

Advies- en Arbitragecommissie Rijksdienst

H. Correia tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

het College van bestuur van het C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever

PUBLIC. Brussel, 8 november 2010 (12.11) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE /10 Interinstitutioneel dossier: 2007/0267 (CNS) LIMITE FISC 129

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

De zienswijze is op de OPTA website onder thema interconnectie te vinden.

Klachtenregeling n.a.v. ingang WKKGZ (Wet Kwaliteit, Klachten en Geschillen Zorg) per

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

PUBLIC RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 24 april 2009 (30.04) (OR. fr) 6094/1/09 REV 1 LIMITE JUSTCIV 32 CO SOM 21

Partijen: De medezeggenschapsraad van de openbare basisschool "De Quint" te Alkmaar, nader aan te duiden als medezeggenschapsraad (MR)

Maatwerk bij het bepalen van de ontslagvolgorde: nu en na de WWZ

Vragenlijst conflicthantering

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 11 maart 2010 (17.03) (OR. en) 6792/10. Interinstitutioneel dossier: 2009/0157 (COD) LIMITE

Inhoud KLACHTENREGELING IZER, JANUARI

CONCEPT UITSLUITEND VOOR DISCUSSIEDOELEINDEN INTENTIEVERKLARING. [ ], [ ], (kantoorhoudende [ ], te [ ],hierna te noemen: de Verkoper,

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN

Transcriptie:

1219 8 $1330 - ' C ' MEMORANDUM C cc M Z DGPZ Hierbi j doe ik U twee ontwerpen toekomen, welke een beeld geven van de wijze, waarop U een agendapunt over de Nederlands-Indonesische betrekkingen in de V.N. zoudt kunnen aanhangig maken, De eerste nota is een ontwerp voor de Ministerraad, de tweede is een ontwerp voor het toe- lichtend memorandum, dat door bír Schurmann aan de Secre- t ari s-generaal der V.N. zou kunnen worden aangeboden. Beide stukken zijn tentatief en behoeven nadere commentaar, met name van bír Blom. Ik hoop echter, dat zij kunnen dienen om in meer specifieke zin duidelijk te maken op welke wijze U eventueel deze aangelegenheid zoudt kunnen presenteren. 7 5 October 1956. 1 t

Ontwerp-Not a voor de Ianisterraad GErnIM Het Neaerlandse beleid jegens Indonesië in de Verenigde Naties l Het nieuwe Kabinet treedt op i n een periode, waarin in het geheel der Nederlands-Indonesische relaties een diepe malaise heerst. Noch de goede intenties van Nederlandse zijde in de afgelopen jaren betoond, noch de onbetwistbare kracht der van Nederlandse zijde gebruikte argumenten, noch de van verschillende zijden op Indonesië uitgeoef ende druk hebben kunnen verhinderen, dat de verhouding tussen de beide landen uitgesproken slecht is geworden, Naar het mij voorkomt is dit niet te wijten aan het gevoerde beleid doch een vrijwel onvermi jdeli jk gevolg van de nationalistische bewust ei jnsverenging, welke in zo sterke mate het politieke denken en handelen van vrijwel alle Indonesische staatslieden bepaalt, Indonesië doet het gaarne voorkomen als zou het door Nederland t.a.v. Nieuw- Guinea ingenomen standpunt hieman de oorzaak zijn, Het geschil met Indonesië omtrent Nieuw-Guinea is echter slechts één factor in een politieke ontwikkeling, welke heeft geleid tot verschijnselen als de opzegging der R.T.C accoorden, de niet-betaling der schulden en de arrestantenkwestie, waardoor een crisis der relaties over een breed front is ontstaan, In de voorafgaande jaren is herhaaldelijk door de Regering de mogelijkheid onder de ogen gezien aperte inbreuken op de bij de overdracht der souvereiniteit getroffen verbintenissen voor te leggen aan de Verenigde Naties in de vorm van een beroep op de UNCI, het orgaan waarin de mede-verantwoordeli jkheid der Verenigde Naties voor de modaliteit en der souvereini tei tsoverdracht was belichaamd. Daarbi j werd gesteld, dat de UNCI, die een belangrijk aandeel had gehad in de totstandkoming van de in 1949 bereikte accoorden, behoorde op te treden t egen de latere Indonesische inbreuken op deze accoorden, Tegen deze op zich zelf logische gedachtengang bestonden echter practische bezwaren. In de eerste plaats is de UNCI als politieke realiteit in 1950 overleden, en het is vrijwel onmogelijk een lichaam, dat niet meer heeft gefunctionneesd en dat samengesteld is uit landen, die voor een deel zouden weigeren een nieuwe opdracht te aanvaarden, weer tot vruchtbare activiteit te wekken, Daar komt bi j, dat een aanhangig maken van Nederlandse grieven bi j de UNCI, welke een zelfstandig werkend orgaan van de Veiligheids- raad was, van geen invloed m u zijn op de tactische positie van Nederland in de Algemene Vergadering der V,N,, waar het geschil inzake Nieuw-Guinea aanhangig is. De nadelen, welke in de Mgemene Vergadering aan het koloniale aspect van dit geschil zijn verbonden, worden niet verminderd door de sterke argumenten, welke verscholen zitten in die punten, die aan een ander lichaam, de UNCI, zouden worden voorgelegd. Deze beide overwegingen leiden mi j tot de conclusie, dat de UNCI voor de verdediging van de Nederlandse positie in het kader der V,N, instrument moet worden b.eschouwd. als een ondeugdelijk

3 Dit neemt niet weg, dat ik het ogenblik gekomen acht U voor te stellen de tot dusverre door Nederland t.a.vo Indonesie gevoerde afwachtende houding te laten varen en in de V,N, te trachten een zodanig initiatief te ontwikkelen, dat een mogelijk perspectief ontstaat voor verbetering van onze internationale positie, Daarbij zal de Regering goed doen zich te realiseren, dat momenteel een zeker gevaar voor een gespletenheid van denken in het Nederlandse beleid t.a.v. Indonesië en de V.N. ckreigt te ontstaan, Enerzijds immers hebben wij ons steeds verzet tegen de inhetnging van de V.N. in de Nieuw-Guinea kwestie, maar anderzijds voelde de Regering een zekere neiging om de opzegging der R.T.C. accoorden en de schrapping der schulden bi j de VoNo aanhangig te maken, terwi j1 tevens in wijde kring in Nederland het verlangen tot uiting kwam bi j de V.N. in beroep te gaan terzake van het notbire onrecht van de arrestantenpro~essen~ In de VoNe zou de wens bepaalde aspecten van de Nederlands- Indonesische relatie wel, doch andere niet fer sprake te brengen niet worden begrepen en argwaan wekken, Het 'Nederlandse beleid moet een keus maken tussen twee mogelijkheddnr Òf men houdt de V.N. buiten het geheel der Nederlands-Indonesische relaties, Òf men neemt het initiatief om het peheel der Nederlands-Indonesische relaties voor de VoNe te brengen, Tussen die twee mogelijkheden, die elk voor zich een krachtig en consequent beleid mogelijk maken, ligt geen andere middenweg dan zigzag-koers en inconsequentie, met als gevolg gebrek aan resultaat, 4. Wanneer de Regering zou overwegen harerzijds de Nederlands- Indonesische betrekkingen ter discussie te stellen in de V.N, 5 is slechts op één punt een principiële beslissing vereist, i, namelijk t.a.v. de vraag of de Regering bereid is een verminde- ': ring of volledige pri jsgave van de Nederlandse souvereini teit in - > Nieuw-Guinea te overwegen, dan wel of ei j deze souvereiniteit onverkort wil handhaven, Van dit Kabinet kan krachtens zijn progrma niet anders dan het laatste worden verwacht, Het uitgangspunt voor het Nederlandse beleid, zowel in de bilaterale relatie met Indonesië als in het multilaterale kader van de V.N, zal moeten zi jn, dat de souvereiniteit over Nieuw-Guinea bi j Nederlwd berust en moet blijven, zodat tea.v. dit punt van Nederland geen concessies zijn te verwachten. Op basis van dit uitgangspunt is de verdere keuze van het beleid niet van principiële, doch van tactische aard. Het is een vraag van tactiek of men een voortzetting van het tot dusverre gevoerde, op zich zelf verantwoorde, beleid wil, nol, verweer, van geval tot geval, tegen door Indonesië tea onzen detrimente genomen initiatieven; dan wel of men wil uitzien naar een nieuwe tactische benadering, waarbi j het initiatief sterker aan onze zijde zou komen te liggen, De prognose voor het eerste soort beleid is weinig gunstig, omdat men altijd in het defensief verkeert en gedwongen is te reageren op rechtsschendingen in een door interne Indonesische politieke f actoren bepaald proces van afglijden van Be Nederlands-Indonesische relaties. Het tweede beleid ziet er momenteel beter uit,

mede omdat Indonesië ons in het afgelopen jaar een aantal argumenten aan de hand heeft gedaan, die de mogelijkheid van een actief optreden in de V.N. hebben geopend,. 6 'Tot dusverre hebben wij in de Algemene Vergadering der VoN. het initiatief aan Indonesië overgelaten, dat tot tweemaal toe de Nieuw-Guinea kwestie aan,de orde heeft gesteld en dit thans voor de derde maal zal doen. Ons verweer hiertegen kon (en zou ook in de toekomst kunnen) leiden tot drie resultaten: a) het verslaan van een Indonesië welgevallige resolutie (dit werd twee jaar geleden bereikt) ; b) het aangaan van een voor Nederland nog net aanvaardbaar compromis in de tekst der resolutie (dit werd het vorige j aar bereikt) ; c) het door de Algemene Vergadering aanvaarden van een voor Nederland ongunstige resolutie en daarop aansluitend het door ons negeren van die resolutie, eventueel gecombineerd mat reacties als het verlaten ener Conunissie, het niet bijwonen van debatten en stemmingen., enz. Het eerste resultaat was gunstig en binnen het kader van dit beleid het optimaal nastreefbare resultaat. Het tweede resultaat is weinig bevredigend, doch ontstond het vorige jam door een specifieke situatie namelijk het feit, dat de Nederlandse Regering t-oren reeds het plan voor de ~enève Conferentie had aanvaard. Ket derde resultaat biedt een hoogst onaantrekkeli jk perspectief, omdat alle verdere initiatieven terzake van Nieuw-Guinea in de V.N. in handen zouden liggen van Indonesië en haar vrienden en wij aan toenemende internationale druk zouden worden blootgesteld. Immers in dat geval zou Indonesi ë erin zijn geslaagd de Nederlands-Indonesi SC he controverse voor de Verenigde Naties te beperken tot slechts één aspect, namelijk het koloniale, zonder dat vd j in de gelegenheid zouden zijn een sterk verweer te voeren. Ik ben geneigd te vrezen, dat in de komende Algemene Vergadering de positie voor Nederland moeilijker zal zijn dan in de beide vorige jaren. In de eerste plaats omdat dit jaar 16 nieuwe leden tot de V.N. zijn toegetreden, waarvan het merandeel eerder bereid zal zijn aan Inclonesië dan aan Nederland steun te verlenen. Hier komt bi j, dat nu de Suezkwestie voor de V,N. ligt, deze zoveel belangrijker aangelegenheid bepaalde gevolgen zal hebben voor de behandeling van de Nieuw-Guinea kwestie in de komende Algemene Vergadering. In de Sue zhfestie liggen de scheidslijnen anders dan bij Nieuw-Guinea. Ket Vesten zal in verband met zi-jn perikelen in het blldden-oosten groot belang hebben bi j de medewerking van landen als Pakistan, Iran, Irak, Ethiopië, Japan enz. en daardoor minder bereid zijn ons te steunen in de Nieuw-Guinea kwestie, waarin deze landen tegenover

hen &aan langs de klassieke scheidslijn koloniaal tegenover anti -koloniaal, kien kan verwacht en, dat enige Bandung-landen zich voor hun steun inzake de Suezkwestie zullen laten betalen &i j de behandeling van andere agendapunten, Dit zou met zich mede kunnen brengen een sterke druk op Ehgeland en Amerika om t erzake van onderwerpen als Algiers en Nieuw-Guinea tegemoet te komen aan het Aziatische standpunt. Alleen reeds dit feit zou ons kunnen noodzaken tot een herwaardeping van het tot dusverre in de V.N. gevolgde beleid. Op grond van al äe voorgawde overwegingen zou ik de Ministerraad willen voorstellen in de komende Algemene Vergadering Gler V.N, een Nederlands initiatief t e ontwikkelen waarmede ons land jegens Indonesië over de gehele linie der deäerlands-indonesische betrekkingen op rustige wijze in het offensief nou gaan, Di t zou betekenen, dat Nederland een agendapunt aanhangig zou maken, dat zou kunnen heten "De verslechtering der betrekkingen tussen Eederland en Indonesiëu en dat zou kunnen bestaan uit een grote reeks onderdelen zoals: 1. Dle opzegging der Ronde Tafel Overeenkomsten 2, De SC hending der SC huldenovereenkomst 3 Rechtsverkrachting tijdens de pocessen tegen Nederlanders 4, Infiltraties op Nederlands Nieuw-Guinea 5. De oprichting van een bestuursorganisatie voor Nieuw- Guinea, dat onder Eederlandse souvereinitei t berust, Wei gering tot uitwisseling van ambassadeurs. Bi j de present atie van een dergeli Jk punt zouden wij een brede reeks van punten van wrijving nam voren kunnen brengen, waarvan het Indonesisch beleid jegens Nieuw-Guinea slecht s een onclerdeel zou vormen. Tegenover een dergelijk initiatief zou Indonesië voor het forum der V.N. zich in defensieve zin moeten gedragen, Het voornaamste voordeel van een dergelijke presentatie zou zi Sn, dat de Nederlands-Indonesische tegenstelling binnen de V.N. niet volkomen gevangen zou blijven in het kader van de voor ons zo nndelige tegmstelling koloniaal-antikoloniaal, zoals in de vorige j aren bi j de discussie over het Indonesische agendapunt inzake Nieuw-Guinea het geval was, doch dat de basis van de tegenstelling zich zou verbreden, omdat belangrijke internationale beginselen (trouw aan verdragen, mensenrechten enz.) in het geding zouden komen. Het door Indonesië opgevoerde agendapunt inzake Nieuw-Guinea zou niet meer het gehele terrein der di$cussie beheersen, het zou naar alle waarschijnlijkheid tezamen met het Nederlandse agendapunt worden behandeld en het koloni die aspect der Nederlands-Indonesi sche controverse zou een meer bijkomstig karakt er lzri jgen,

Een ander voordeel, dat ik van een brede behandeling in de V.N. vervmcht, zou hierin bestaan, dat Indonesië in schadelijke initiatieven jegens Nederlandse belangen zou worden belemmerd, omdat zodra de V.N. bepaalde onderwerpen in behandeling heeft genomen voor de betrokken landen voorzichtigheid geboden is, teneinde hun positie voor het internationale forum niet te verzwakken, 8 O De door Nederland en door Indonesië aanhangig gemaakte agendapunten zouden aan het einde van het debat moeten uitlopen op een resolutie. Naar het mij voorkomt zouden in een dergelijke resolutie naar alle waarschijnlijkheid de volgende elementen worden opgenomen: een beroep op beide partijen om zich te onthouden van daden, die een verder afglijden der relaties zouden bevorderen; een beroep op beide partijen om hun geschillen in gemeen overleg te regelen; eventueel een aanbod van bemiddeling en goede diensten van de zijde der V,N,; tenslotte een verzoek aan beide pastijen aan de volgende Algemene Vergadering verslag uit te brengen over het verloop hunner contacten en de stand van zaken. De nadelen voor Nederland aan deze procedure verbonden zouden zijn een zekere mate van bemoeienis van de V.T\T. t. a.v. de bestaande geschilpunten, benevens het weer op de agenda verschijnen van de Nederlands-Indonesische relaties in de volgende Algemene Vergadering. Di t zal kunnen impliceren het uit oef enen van druk op Nederland om terzake van Nieuw-Guinea concessies te doen, een druk waaraan van Nederlandse zijde, voor zover het de souvereiniteit betreft, niet zou kunnen en naar mijn mening ook geenszins zou behoeven te worden voldaan, De voordelen van een resolutie als deze en voortgezette V.N. bemoeiing in het algemeen zouden vooral. gelegen zijn in de clausules, dat partijen alles moeten nalaten wat hun verhouding zou veralechteren. Dit zou betekenen, dat voor het eerst internationale druk zou komen te liggen op Indonesie t.a.v. al die activiteiten, waarmede het in de afgelopen j men Nederlandse belangen heeft geschaad of in de toekomst zou kunnen schaden, Hetbelangrijkste voordeel acht ik evenwel, dat voor het eerst sedert lange tijd het initiatief terzake van de behandeling van de Nederlands-Indonesische ralatie op internationaal niveau bi j Nederland zou komen te liggen, viaarrdoor onze positie zou worde~ versterkt en mogelijkheden van tegenspel en Nederlandse

actie worden geboden. Het komt M j tevens voor, dat een dergelijke aanhangigmaking van het door ons ondervonden onrecht zou beantwoorden aan sterke en wijd verbreide gevoelens hier te lande, zodat het initiatief der Regering bevrediging zou wekken. Tenslotte zouden wij door het feit van ons initiatief in staat zijn Be toon van het debat te bepalen, waarbij wij een uiterst behoorlijke en rustige presentatie van het Nederlandse standpunt kunnen geven, 90 De termijn voor het aanhangigmaken van een nieuw agendapunt sluit 30 dagen voor de opening van de Algemene Vergadering, d.w.ze op 12 October van dit jaar. Niettemin kunnen tladditional items of an important a d urgent characterfl nog aanhangig worden gemaals& tot 7 dagen voor de opening van de Algemene Vergadering. Voor de tactisch? positie van het Nederlandse agendapunt is het ongewenst te kort voor de Algemene Vergadering met een voorstel voor een nieuw agendapunt te komen* In verband met het voorgaande stel ik U voor mij te machtigen op de kortst mogelijke termijn tot de indiening van een agendapunt, als hierboven omschreven, over te gaan.

Ontwerp-Toelichtend memoradurn (in te dienen bij de Algemene Vergadering der V.N.) - Ter toelichting op het verzoek van de Nederlandse Regering tot plaatsing van de ttkwestie van de verslechtering der Indonesisch- Nederlandse betrekkingent1 op de voorlopige agenda der Elfde Algemene Vergadering di ene het volgende. Op 27 december 1949 vond de overdracht plaats van de souved ';, reiniteit asnlindonesië, in de totstandkoming waarvan de VoNo een '1'7 groot aandeel heeft gehad, Op het ogenblik, dat Indonesië zijn onafhankelijkheid verwierf bestond tussen Indonesië en Nederlarid een sfeer van wederzijdse goodvdu, hetgeen op velerlei wijze tot uitd-king kwam. Kort na de souverei~teitsoverdracht echter, toen Nederland geen enkele politieke zeggenschap over Indonesië meer bd, ontwikkelde zich al spoedig over een breed front een achteruitgamg in de onderlinge relaties* Begin 1950 nam de Indonesische Regertng een aantal maatregelen, die een ten uitvoerlegging van de accootden, ter Ronde Tafel Conferentie gesloten, op essentiële punten onmogelijk maakte, Sedertdien zijn de betrekkingen tussen beide landen in een voortdurend proces van verslechtering geraakt, In 1951 bleken bij de Indonesische Regering tegen een voortzetting der Nederlands-Indonesische Unie, welke eveneens bi j de souvereiníteitsoverdracht was overeengekomen, ernstige bezwaren te bestaan, De Nederlandse Regering achtte deze bezwaren weliswaar niet gefwideerd, doch verklaarde zich bereid in gemeenschappelijk >overleg met Indonesië Be streven naar een beëindiging van de Unie. In 1954 werd. $ussen de beide Regeringen over*de opheffing der Unie overeenstexmqing bereikt;. Sen zdvering der atmosfeer en een verbetering der onderlinge rela-ties waren daarvan echter niet het gevolg;, integendeel, de betrekkingen tussen de beide l~den bleven zich in verder neergaande lijn ontwikkelen en hebben inmiddels een gunt bereikt, waarbij voor Nederlandse onderdanen in Indonesië geen rechtezekerheid meer bestaat bij strafprocessen, verdragen met Nederland wil1ateraa.l door ~ndonesie worden verbroken, financiële verpljichtingen door Indonesië aaagegam niet meer worden nagekomen en zeus nornaal dip1omatiek;verkeer tussen de beide landen door Indonesië onmogelijk wordt gemaakt. Deze ontwikkeling brengt de NederLanase Regering er toe de aandacht van de Algemene vergadering te vxsgen voor de verslechtering der Nederlands-Indonesische betrekkingen en in het bijzonder voor de volgende aan deze verslechtering ten grondslag liggende daden en maatregelen: a. Het bealuit der Indonesische Regering (bij wet van 22 mei 19 56) om eenzi j dig ale overeenkomsten -tussen Indonesië en Nederland op te zeggen, welke gesloten werden tijdens de Ronde Tafel Conferentie, in 1949 onder aus~icien van de V*N4 gehouden, 1) 1) ZSe V,N, document no.oo.ooo.. -b-

b. Het besluit der Indonesische Regering, op 4 augustus 1956 genomen, om niet langer de schulden te erkennen en te betalen, welke zij krachtens de R.T.C.-overeenkomsten heeft overgenomen van hasr rechts~oorganger~ 2 ) c. Het voeren van strafprocessen tegen een aental in Indonesië woonachtige Nederlanders, op een zodanige wijze dat van een ernstige schending van de meest elementaire rechtsbeginselen moet worden gesproken, d. Het in 1952, 1953, en 1954 met medeweten en hulp van de Indonesische militaire autoriteiten uitvoeren van raids door gewapende Indonesische troepen op het gebied van Nederlands Ni euw-guinea, e, De door de Indonesische Regering getroffen administratieve maatregelen ten aanzien van het niet-zelfbesturend gebied Nederlands Nieuw-Guinea, dat onder Nederlandse souvereiniteit staat, t.w.: de benoeming van een drietal personen tot lid van het Indonesisch parlement ter vertegenwoordiging van dat gebied, het bij wet instellen van een provincie ltwest-irianu en het benoemen en installeren van een Indonesisch gouverneur van de provincie West-Iriant' f, Het bemoeilijken van een normaal diplomatiek verkeer met Nederland, De Nederlandse Regering is van mening, dat al deze daden en maa'hegelen niet in overeenstexlming zijn met de plicht tot het onderhouden van normale vriendschappelijke relaties tussen twee staten en in strijd met de beginselen en doeleinden, welke zijn neergelegd in het Handvest der V.No; in het bijzonder oordeelt zij deze daden in strijd met de eerbied voor de menselijke rechten en fundamentele vrijheden, met het respect voor uit verdragen voortvloeiende verplichtingen, met de beginselen van verdraagzaameid, rechtvaardigheid en internationaal recht alsook met de plicht der volkeren om onderling vriendschappelijke 'betrekkingen na te streven en te bevorderen. De Nederlandse Regering is van oordeel, dat de verslechtering in de verhoudingen tussen ~ndonesie en Nederland thzns zover is voortgeschreden, dat zij behandeling dient te vinden voor het forum der Aigemene Vergadering, Zij verzoekt derhalve de Algemene Vergadering deze kwestie in discu-ssie te nemen en aanbevelingen te doen welke geëigend zijn een verdere verslechtering der betrekkingen tussen Indonesië en Eederland te voorkomen en aldus bij te dragen tot de vervulling van de in Nederland sterk levende wens met ~ndonesie betrekkingen van vriendschap te onderhouden. 2) Zie V.N. document no,.,,.e

Nummer - 0 Bijlage J

Van : Mr. N. S. BLOM Aan: M MEMORANDUM No. 83 GEHEIM DGPZ Chef DI0 Chef DB1 Betreft: Nederlands beleid jegens Indonesië in de V.N. Tot dusverre onthield ik mi j van schriftelijk commentaar op de U door Chef DI0 bij diens Memorandum van 5 october aangeboden ontwerpen betreff ende de wij ze, waarop U een agendapunt over de Nederlands-Indonesische betrekkingen in de VeNo aanhangig zou kunnen maken. Bi j enkele gelegenheden -.o.m. in mijn Memoranda van 1 en 4 october j,l. r heb ik reeds de bezwaren tegen het ondernemen van een dergelijke stap kenbaar gemaakt, doch nu.de mogelijkheid bestaat dat de onderwerpelijke kwestie - zijdelings of rechtstreeks - in de eerstvolgende vergadering van de qinisterraad ter sprake komt, meen ik goed te doen deze be-. zwarén hieronder samen te vatten en te preciseren. Hierbij moge achterwe& blijven een nadere beschouwing omtrent de waargenomen ontwikkeling der situatie in Indonesië zelf, en de daarvan te ver wachten gevolgen voor de ~ederlands-~rídonesisdhe betrekkingen in het algemeen, In dit verband zou ik willen volstaan met de constatering dat bedoelde situatie als labiel kan worden gekenschetst, en dat de vooruitzichten met betrekking tot de Nederlands-Indonesische betrekkingen somber zijn. Bij een beoordeling vul de vraag, of het door Chef DI0 aanbevolen initiatief al dan niet wenselijk moet worden geacht, dient in de eerste plaats vast te staan, welk doel daarmede wordt beoogd, Als ik Chef DI0 goed begrijp, staat hem bij een ontwikkeling van dit initiatief voornamelijk voor ogen het openen van een "mogelijk perspectief voor verbetering van onze internationale positieu. Nog afgezien van de vaagheid dezer doelstelling gevoel ik daartegen het bezwaar, dat zij uitgaat van een mei, zeker niet over de gehele linie te rechtvaardigen pessimisme omtrent onze internationale positie, welke overigens niet met onze specifieke positie in de VeNo mag worden gerdentificeerd. Ik meen trouwens, dat - wanneer door de publieke opinie bij de Regering wordt aangedrongen op het nemen van een initiatief - l$4 111970) -

l Van : Mr. N. S. BLOM Aan : -2- MEMORANDUM 8 34607 - '54 (13538) initiatief, als hier bedoeld (tot verleden week over de schuldenkwestie, nu is het Xeer ~chmidt) - geheel andere doelstellingen worden nagestreefd. Ofwel men verlangt een verbetering van de Nederlands-Indonesische betrekkingen en meent daartoe steun te kunnen vinden in enigerlei bemiddeling van de V.N., $fwe> - en dat is bij de meesten de bedoeling - men wil Indonesië voor het V.N.-fom aan de kaak stellen wegens de gep1eegd.e rechtsschennis jegens Nederland en zijn onderdanen. Tenslotte laat zich een andere, meer beperkte doelstelling van zuiver tactische aard denken, m.l. verhindering van het 'aanvaarden der door Indonesië gewenste resolutie met betrekking tot Nieuw-Guinea. Raar., mijn stellige overtuiging km door een V.N.-initiatief van Nederlandse zijde geen der beide eerst genoemde doelstellingen worden verwezerilijkt en is. in ieder geval daarvan schade voor ~ederland te verwachten. Terzake zou ik het volgende willen stellen: - a. Indonesië gaat ervan uit dat een verbetering der Nederlands-Indonesiscfie betrekkingen alleen mogelijk is wanneer Nederland concessies zou doen met betrekking tot souvereini,teit over Nieuw-Guinea (vgl, de uitlatingen van Hatta, vermeld in Hagenaar 983), Dit nu is, mede gezien het in de Regeringsverklaring van Dinsdag j,l. uitgesproken standpunt, uitgesloten. Iedere uitspraak van de V.N., welke voor de verbetering van de Nederlands- Indonesische betrekkingen een Nieuw-Guinea-gesprek tussen de beide landen als onmisbaar element noemt of veronderstelt moeten wij afwijzen. Zouden wij nu het initiatief nemen, dan brengen wij ons zelf in de paradoxale positie van een "koloniale" mogendheid die -iii wel een weg zoekt tot het verbeteren van de Nederlands-Indonesische betrekkingen, doch harerzijds niet bereid is tot wegneniing van het voornaamste struikelblok, de Nieuw-Guinea-kwesti e. b, - Een resolutie welke beoogt Indonesig op enigerlei wijze aan de kaak te stellen, ia onhaalbaar, Een indiening van een zot danige resolutie door Nederland zal dus, naar ik vrees, uiteinde- lijk leiden tot een door Indonesig te incasseren prestigewinst, welke te vergelijken valt met de Rederlandse van 1954, toen wij de Indonesische Nieuw-GuYnea resolutie versloegen. - D it -

-S- MEMORANDUM Van : Mr. N. S. BLOM Aan : Dit zal ook terdege moeten worden overwogen doorken, die uitsluitend ter bevrediging van het Nederlandse rechtsgevoel van de Regering verlangen dat zij het Indonesische wangedrag voor V.N.-forum brengt, ongeacht de kans op aanvaarding van een Indonesi8 veroordelende resolutie..voorts zal de Regering moeten beseffen, dat Zij door het nemen van een dergelijk initiatief toch altijd bepaalde verwachtingen wekt, welke - als zij niet worden verwesenlijkt,- gemakkelijk kunnen omslaan in teleurstelling en critiek op het belegd der Nederlandse Delegatie in de V.N.. - c. Ziet men de entmering van het initiatie2 uitsluitend als tactische manoeuvre ter voorkoming van een ~edérland onwelgevallige Nieuw-Guinea-resolutie, dan biedt dit denkbeeld op het eerste gezicht zekere voordelen, hoewel van tijdelijke aard, Doch afgeeien van de aan een zodanige manoeuvre verbonden grote risico's geldt ook hier het bezwaar van de gewekte verwachtingen voor wat betreft een veroordeling van ~ndonesi~! en van een Indonesioche prestigeminst bi j het achterwege blijven dezer veroordeling. Sanenvattend meen ik te kunnen stellen dat het door Chef DI0 aznbevolen initiatief ons vroeg of laat precies zal brengen in de positie, waarin Indonesië ons wenst: die van een gedwongen gesprekspartner inzake de souvereiniteit over Nieuw-Guinea. Verder vrees ik dat dit initiatief de Regering slechts onaangenaanìbeden zal bezorgen aangezien de daarvan gehoopte veroordeling van Indonesik! zeker achterwege zal blijven. Het gevoel van onbehagen omtrent ' de ~ndonesische zaken zal toenemen wanneer wederom zal blijken dat de Verenigde Naties in onvoldoende mate acht slaan op door Nederland naar voren gebrachte rechtmatige grieven. Daarom zou ik - ter tegemoetkoming aan de steeds sterker gevoelde wensen, dat de Nederlandse Regering ten aanzien van de Indonesische rechtsscheruiis '\iets doetbt in de V.N. - het volgende in overweging willen gevenr

-4- MEMORANDUM Van: Mr. N. S. BLOM Aan : - a. Bij Uw rede tijdens de algemene beschouwingen ter komende hssemblke zou U.E. in minder suave bewoordingen dan verleden jaar aan de Indonesische rechtsschennis aandacht kunnen besteden. -.b. Zoveel rnogeli jk bij de debatten over het door de A. A.- landen aanhangig gemaakt e Ni euw~guinea punt duidelijk en gedegen uiteenzetten welke grieven Nederland tegen Indonesië heeft. c. De Secretaris-Generaal van de V.N. alsnog inlïchten met -. verzoek om distributie over onze bezwaren tegen het vonnia- Schrnidt. d. In de lobby een ruim gebruik makei v& het beschikbare -. do cwnen*tati emat e.riaa1.. --I------- 27 oclober 1956.