BELANGRIJK! BEWAAR DE PANELEN OP KAMERTEMPERATUUR IN GESLOTEN VERPAKKING VOOR MINIMAAL 48 UUR TOT AAN HET MOMENT VAN LEGGEN. De kamertemperatuur moet minimaal 18 o C zijn voor en tijdens het leggen. De relatieve luchtvochtigheid moet tussen de 40 en 60% bedragen. Gebruik voor vloeroppervlakken groter dan 100m² en/of lengtes van meer dan 10m, voor de openingen naar andere ruimtes en voor vloeroppervlakken die niet symmetrisch aansluiten, dilatatieprofielen om de vloersecties te verdelen. 1. VOORBEREIDINGEN Alloc XL moet geïnstalleerd worden als een zwevende vloer, dat wil zeggen: de panelen mogen niet verlijmd of bevestigd worden aan de ondervloer of andere vaste objecten. Laat een uitzettingsvoeg van ca. 10mm rondom in de ruimte. Verwijder oude vloerbedekkingen. Meet de ruimte exact op, loodrecht op de legrichting van de panelen. De panelen in de laatste rij moeten minimaal 5cm breed zijn. Indien noodzakelijk kunnen de panelen uit de eerste rij smaller gezaagd worden. Het gereedschap dat nodig is om de Alloc XL te plaatsen is een decoupeerzaag of fijn getande handzaag en afstandsblokjes. TIP! Neem contact op met Forinn voor advies wanneer de luchtvochtigheid in de te leggen ruimte extreem laag is. 2. ONDERGROND Alloc XL kan geplaatst worden op de meeste bestaande ondergronden, zoals bijvoorbeeld houten vloeren, vinyl- en betonvloeren. Tapijt en tapijtresten dienen verwijderd te worden. Verzeker uzelf er van dat het oppervlak schoon, draagkracht, droog en egaal (maximaal 2mm hoogteverschil op 2m lengte) is. Krakende geluiden in de vloer of openingen tussen laminaatpanelen kunnen ontstaan wanneer de ondergrond niet zo vlak is als vereist. Op bestaande houten vloeren dient de Alloc XL haaks op de oude panelen gelegd te worden. De ondergrond moet goed en blijvend droog zijn: houten en uit houtmateriaal bestaande ondergronden, max. 50% relatieve vochtigheid. Beton- en cementvloeren, max. 2,0 CM% Gips- en anhydrietvloeren, max. 0,5 CM% De ondergrond moet zorgvuldig schoon gemaakt worden. Bij alle types beton-, cement-, gips-, anhydriet- en tegelvloeren en andere keramische of stenen vloeren is een dampdicht vochtscherm vereist. Dit is ook nodig als er sprake is van een vloerverwarming, een in de ondervloer geïntegreerd vochtscherm en bij het leggen op PVC of vergelijkbare materialen die op een beton- of gipsvloer zijn gelegd. Gebruik een dampdichte PE-folie met een minimale dikte van 0,2mm. Laat de banen van de PE-folie minimaal 20cm overlappen en plak deze dicht. Laat de folie tegen de wanden omhoog staan en snijd deze netjes af nadat de gehele vloer is geplaatst. Voor het installeren van de Alloc XL dient een lichte dunne indrukbare ondervloer aangebracht worden. Ultra Foam en Combiflex zijn hiervoor de beste producten.
3. VLOERVERWARMING Voor het leggen van de Alloc XL vloer moet een dampdicht vochtscherm met een minimale dikte van 0,2mm geplaatst worden. Alle verwarmingselementen moeten uit staan gedurende het leggen van de vloer en de ondergrond moet tussen de 15 en 25 o C zijn. De maximale oppervlaktetemperatuur van Alloc XL is 28 o C. De gelegde vloeroppervlakken Alloc XL mogen alleen bestaan uit deels verwarmde en deels onverwarmde vloergedeelten wanneer deze gedeelten door dilatatieprofielen van elkaar gescheiden worden. Kijk op onze website www.alloc.nl voor meer informatie ( Alloc op vloerverwarming ). De effecten van de vloerverwarmingselementen mogen niet groter zijn dan: Verwarmingskabels: 60 W/m² (PE-folie gelegd direct onder de Alloc panelen). Verwarmingsmatten: 60 W/m² (PE-folie gelegd direct onder de verwarmingsmatten). Warmwater verwarming: De inkomende en uitgaande watertemperatuur moet zodanig gereguleerd worden dat de er niet meer dan 60 W/m² opgewekt wordt (PE-folie gelegd direct onder de Alloc panelen). Het reguleren van de temperatuur na het leggen of wanneer de vloerverwarming gedurende langere tijd uit heeft gestaan: 1. Gedurende de eerste week moet de verwarming op een lage temperatuur gezet worden (16-20 o C). 2. In de daarop volgende week mag de verwarming bijgesteld worden conform de eerder genoemde maxima. Bedenk dat losse matten in bepaalde gevallen zullen functioneren als warmte-isolator en daardoor de temperatuur laten stijgen boven de toegestane maximale oppervlakte temperatuur van 28 o C. 4. REINIGING EN GEBRUIK Reinig de vloer regelmatig met een stofzuiger of Blue Dolphin bodemplaat met stofdoek. Wanneer nodig kan de vloer ook schoon gemaakt worden met een goed uitgewrongen duodweil en een synthetisch reinigingsmiddel (zie voor de goedgekeurde reinigingsmiddelen ons onderhoudsvoorschrift). Vermijd het gebruik van teveel water. Gemorst water moet meteen opgeveegd worden. N.B. Het oppervlak kan gladder zijn (gereduceerde anti-slip eigenschappen) wanneer de vloer nat is. We bevelen aan om TziT meubelviltjes te gebruiken onder meubels en zware objecten en om Carpet Saver matten te gebruiken onder bureaustoelen met harde wieltjes. De ideale relatieve luchtvochtigheid in een ruimte is 40-60% bij 20 o C. Zie voor meer informatie onze onderhoudsvoorschriften op www.alloc.nl. 5. INSTALLATIE WANNEER HET PRODUCT HORIZONTAAL IN ELKAAR GEZET WORDT, ZAL HET KLIKSYSTEEM BESCHADIGEN EN DE GARANTIE IS IN DAT GEVAL NIET MEER GELDIG. Lees alle instructies alvorens te beginnen met het leggen. Controleer de panelen voor het leggen. Het inbouwen van panelen met een beschadigde toplaag of andere zichtbare afwijkingen sluit een mogelijke compensatie voor dit materiaal uit. N.B. Er kunnen klikgeluiden te horen zijn in net geplaatste vloeren. Dit betekent dat de vloer nog ingelopen moet worden. Dit geluid zal na enige tijd verdwijnen. Witte strepen aan de zijkanten van de panelen zullen ook na korte tijd verdwijnen. Verschil in glans dat uit bepaalde hoeken zichtbaar kan zijn hoort bij het materiaal en is geen reden voor claims. Het aluminium klikprofiel is van dien aard dat wanneer het door welke reden dan ook vervormd of naar beneden gebogen is, dit makkelijk gecorrigeerd kan worden door het terug te buigen.
Het begin Begin in een hoek. Plaats het paneel met de groef van het kliksysteem richting de ruimte en leg van links naar rechts. Zorg ervoor dat de kopse kant minimaal 10mm van de wand gelegd wordt, gebruik hiervoor afstandsblokjes (wiggen). De afstand aan de lange zijde van de panelen ken aangebracht worden nadat drie rijen geplaatst zijn. Plaats het volgende paneel in de groef van de eerste en buig het op zijn plaats. Zorg er voor dat er een perfecte kopse verbinding tussen de panelen is. Leg de eerste rij op dezelfde manier. Het einde van de rij Plaats het laatste paneel met de toplaag naar beneden en veer richting de wand. Leg de kopse kant ca. 10mm van de wand. Teken de plek af waar het paneel doorgezaagd moet worden. Plaats het paneel met de toplaag naar beneden op het werkoppervlak en zaag het op maat met een decoupeerzaag. Gebruik een paneel als geleiding om in een rechte hoek te zagen. Zaag met de toplaag naar boven bij het gebruik van een cirkelzaag of een fijne getande handzaag. Gebruik een zaagbeweging die zo horizontaal mogelijk is ten opzichte van het paneel. Beginnen met de tweede rij Gebruik het afgezaagde restdeel van de vorige rij om de volgende rij mee te beginnen. Dit stuk moet minimaal 30cm lang zijn. Zorg altijd dat de kopse naden minimaal 30cm verspringen. Plaats het paneel in een hoek ten opzichte van de panelen in de eerder gelegde rij, druk het tegelijkertijd naar beneden en naar voren. Leg de vloer verder Plaats het volgende paneel op dezelfde manier. Zorg er bij het plaatsen van het volgende paneel voor dat het uiteinde recht boven de interlock strip van het voorgaande paneel gepositioneerd wordt (schuif het paneel zijwaarts tot het helemaal tegen het voorgaande paneel ligt). Duw het paneel zachtjes naar beneden richting de vloer. Het paneel zal nu in het voorgaande paneel klikken. Gebruik, wanneer nodig, een aanslagblok om de panelen zachtjes tegen elkaar te tikken aan de kopse kant. Uitlijnen tegen de muur Schuif de vloer naar de muur nadat 3 complete rijen panelen gelegd zijn en zorg er daarbij voor dat de juiste minimum ruimte van ca. 10mm ten opzichte van de muur gehandhaafd blijft. Gebruik afstandsblokjes (wiggen).
Uitlijnen bij een ongelijke muur Als de muur ongelijk is moet de vloer aangepast worden aan de contouren ervan. Trek de vloer van de muur en verwijder de eerste rij (zie hieronder bij verwijderen van de vloer ). Zaag de panelen op maat en plaats ze dan terug door ze onder een hoek onder de panelen te schuiven die al in positie liggen. Verwijderen van de vloer Als u de vloer wilt verwijderen, til dan de vloer enkele centimeters op en klop langs de naad op de panelen. Dit zorgt ervoor dat de panelen los komen en uit de andere rij getrokken kunnen worden. N.B. Buig de panelen altijd omhoog om beschadigingen van het kliksysteem te voorkomen. Als een rij helemaal los is, kunnen de panelen uit elkaar gehaald worden door ze kops uit elkaar te schuiven. De laatste rij De laatste rij moet meer dan 5cm breed zijn. Meet de breedte van de missende rij en denk er aan een ruimte van minimaal 10mm tot de muur te laten. Zaag vervolgens het onnodige deel (in lengterichting) van het paneel af. N.B. Het is het gedeelte in de lengterichting met de geïntegreerde veer dat afgezaagd moet worden.
Doorgaande objecten Boor gaten in de panelen voor buizen (of kabels/schroeven). Meet en markeer de positie van het paneel. De diameter van de gaten die geboord moeten worden dient minimaal 12-20mm groter te zijn dan de diameter van de buizen. Zaag zoals weergegeven in het plaatje. Lijm vervolgens het afgezaagde gedeelte op de juiste plaats aan het paneel nadat dit geplaatst is. Nadien kunnen de gaten met rozetten afgedekt worden. Afwerken aan de zijkant of bij een deuropening De vloer mag onder geen beding vast gemaakt worden aan de ondervloer. Als u siliconenkit (Color Sealant) gebruikt bij een zijkant of een deuropening, dient er eerst een flexibele Alloc Filler Twine onder in de opening geplaatst te worden. De Alloc Filler Twine wordt in de opening geplaatst en aan de bovenzijde met een dun laagje Color Sealant met houtkleur afgedekt.