Bedieningshandleiding



Vergelijkbare documenten
Bedieningshandleiding

Bedieningshandleiding. Analoge ingang 4-kanaals

Bedieningshandleiding. Analoge ingangsmodul 4-kanaals

Bedieningshandleiding. Analoog uitgang 4-kanaals

Bedieningshandleiding. Bereik-/Lijnkoppeling

Combisensor Gebruiksaanwijzing

Bedieningshandleiding DALI Power Potentiometer

Bedieningshandleiding. Jaloezieactor 4-fach. Jaloezieactor 4-fach 230V hand Rolluikactor 4-fach 230V hand Jaloezieactor 4-fach 24V DC hand

Bedieningshandleiding

Bedieningshandleiding. Memory-adapter JM

Bedieningshandleiding. Adapter Standard. Adapter Standard met sensoraansluiting. 1. Veiligheidsinstructies

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. 3 Functie. Funkmanagement Radiografische zender Universeel, L-leider. Art.-Nr.

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Jaloeziemanagement OmzetterWindmeter. Bedieningshandleiding

Jaloezieactor 4-voudig 230 V Gebruiksaanwijzing

Bedieningshandleiding Drukcontactinterface 2-voudig Drukcontactinterface 4-voudig

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Afdekking Standaard met timerfunctie Art. nr. : ST.. Bedieningshandleiding

Bedieningshandleiding

Bedieningshandleiding. Universele draadloze zender

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Systeemschakeleenheid. Bedieningshandleiding

Jaloezie- en rolluikbesturingssysteem Jaloeziebesturingsknop, Jaloeziebesturingsknop met sensordetectie

Bedieningshandleiding Biometrisch Identificatiesystem

Bedieningshandleiding. Tijdschakelklok-inzetmoduul voor. tijdschakelklok-displays

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Lichtmanagement. Bedieningshandleiding

Afbeelding 1: Constructie apparaat

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Voedingseenheid. Art.-Nr.: 2005 REG. Art.-Nr.: 2002 REG. Bedieningshandleiding

Bedieningshandleiding. Motorstuurenheid uit het. jaloeziemanagement Standaard

Bedieningshandleiding. Vloerverwarmingsthermostaat

P1G2. Handleiding. firmware datum auteur Aanpassing

Systeem 2000 Trappenhuisverlichtingsautomaat, Basiselement impulsgever. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat

Bedieningshandleiding Schakelactor 4-, 6-, 8-voudig Schakelactor 4-, 8-voudig C-last

Afbeelding 1. (5) LK, groen, Ethernet Link Signal, brandt bij actieve verbinding met het IP-net

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Toerenregelaar. Bedieningshandleiding

Afbeelding 1: Binaire ingang 8-voudig 24 V

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Jaloeziemanagement Motorstuureenheid, DC 24 V. Art.-Nr.: 224 ME. Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Jaloeziemanagement Motorstuureenheid Universeel AC 230 V ~ Art. nr. 232 ME. Bedieningshandleiding

Systeem-schakelversterkers REG 1 kanaals Art.Nr Systeem-schakelversterkers REG 2 kanaals Art.Nr

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. 3 Functie. Funkmanagement Radiografische stuureenheid 1-10 V, voor DIN-rail. Art.-Nr.

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Bediening. LB-management. Power DALI-taststuureenheid TW

Afbeelding 1. (5) LK, groen, Ethernet Link Signal, brandt bij actieve verbinding met het IP-net

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. LB-management. Jaloeziebasiselement Universeel. Jaloeziebasiselement Universeel Art. nr.

Bedieningshandleiding. Schakelactor / Jalouzieactor

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Lichtmanagement Trappenhuisautomaat, Impulsgever. Bedieningshandleiding

Bedieningshandleiding. Schakelactor

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. 3 Functie. Funkmanagement Radiografische DIN-rail actor. Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Lichtmanagement Tronic dimmer. Bedieningshandleiding

Bedieningshandleiding Aardlekschakelaar 30 ma volgens DIN VDE Inhoudsopgave

KNX/EIB Voedingseenheid 640 ma onderbrekingsvrij. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Best.nr. : Bedieningshandleiding

Afbeelding 1: Constructie apparaat

Systeem 2000 Impuls-moduul Gebruiksaanwijzing

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. 3 Functie. Lichtmanagement Taststuureenheid. Bedieningshandleiding

KNX/EIB Voedingseenheid. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Voedingseenheid 640 ma. Best.nr. : Best.nr.

Productinformatie TKM Deuropenerrelais voor inbouwdoos TK TR 24 U

ABB i-bus KNX KNX-voeding met diagnosefunctie, 320 ma/640 ma, DIN-rail SV/S , 2CDG110145R0011, SV/S

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Funkmanagement Funkkop DIN-rail. Bedieningshandleiding

Bedieningshandleiding. Kamerthermostaat

gebruik regensensor) Nr.: Funktie: 10. Commando Op/Neer 9. Aanduiding ESO 8. Aanduiding regen (bij a. handmatig op Nr.: Funktie: 2.

KNX inbouwactor jaloezie 1-voudig met neventoestel-aansluiting

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Jaloeziemanagement Motorstuureenheid Standaard AC 230 V ~ Art. nr. 230 ME. Bedieningshandleiding

Jaloezie- en rolluikbesturingssysteem Basiselement jaloezie- en rolluikbesturing zonder parallelaansluiting

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. 3 Functie. Funkmanagement Radiografische handzender mini. Art.-Nr.: 42 FH. Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. 3 Functie. Funkmanagement Repeater. Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Bediening. Systeem DALI-Power-besturingseenheid inbouwbasiselement

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Lichtmanagement Draaidimmer met druk-wisselschakelaar. Art.-Nr.: 266 GDE Art.-Nr.

Bedieningshandleiding. Continuregelaar

Draadloze bussysteem Draadloze jaloezieactor enkelvoudig. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Best.nr. : Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Lichtmanagement Elektronische stuureenheid. Bedieningshandleiding

Bedieningshandleiding

KNX inbouwverwarmingsactor 1-voudig met neventoestel-aansluiting Art.-Nr.: 2501 HZUP

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Onderbrekingsvrije KNX-voeding. Art.-Nr.: USV 640 MA. Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Lichtmanagement Draaidimmer conventioneel. Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Universeel-dimmer, Basiselement voor parallelaansluiting

Toetselement onder lang indrukken: het licht wordt met minimale lichtsterkte ingeschakeld.

Afbeelding 1: Repeater

Universele draadloze zender 2 Gebruiksaanwijzing

Afb.2.: Achteraanzicht

Bedieningshandleiding. Handzender, Standaard / Comfort

Systeem 2000 Systeem 2000 HLK-relais-basiselement. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Best. nr. : Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Basiselement toerentalregelaar. Best.nr. : Best.nr. : Bedieningshandleiding

Bedieningshandleiding Afdekking met timerfunctie Standaard

1 Veiligheidsinstructies

1 Kenmerken: 2 Installatie: MontageGIDS. inteo SOLIRIS IB

Technische documentatie

Jaloezie- en rolluikbesturingssysteem Basiselement jaloezie- en rolluikbesturing DC 24 V. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat

Universele dimmer inzetmoduul Gebruiksaanwijzing

CODEKLAVIER PROGRAMMATIE HANDLEIDING

Opzetstuk draadloos drukcontact Gebruiksaanwijzing

Doepke. Dupline. Handcodeerapparaat DHK 1. Bedieningshandleiding /01/10/E

Documentatie RM-BV 12. Filterregeling

Afbeelding 1: Schakelklok met alle segmenten

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Lichtmanagement Draaidimmer conventioneel. Bedieningshandleiding

Bedieningshandleiding. Netgelijkrichter 24 V, 5 A met UPS Oproepsysteem 834

Codeslot DCS Bestnr.: Omwille van het milieu 100% recyclingpapier

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Lichtmanagement DIN-rail dimmer universeel W. Art.-Nr.: UD 1255 REG. Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Producteigenschappen. LB-management. Draaidimmer Standaard led

Bedieningshandleiding

Jaloezieschakelmodule Bestelnr.: Bedienings- en montagehandleiding. 1. Veiligheidsinstructies. 2. Opbouw van het apparaat

Elektrische apparaten mogen alleen door een elektromonteur worden gemonteerd en aangesloten.

Gevaar voor lichamelijk letsel. Gebruik het apparaat alleen voor aansturen van jaloezieen rolluikmotoren of markiezen. Schakel geen andere lasten.

HANDLEIDING - LEVEL INDICATOR M A N U A L

1 Veiligheidsinstructies

Transcriptie:

Bedieningshandleiding 1. Veiligheidsinstructies Attentie! Inbouw en montage van elektrische apparaten mogen uitsluitend door een landelijk erkend installatiebedrijf worden uitgevoerd! Daarbij de geldende ongevallenpreventievoorschriften naleven. Bij veronachtzaming van de installatie-instructies kunnen brand of andere gevaren optreden. Het busklemmenblok voor aansluiting van de combisensor moet voorafgaand aan inschakeling van de netspanning en tijdens bedrijf zijn opgeplugd, opdat de digitale ingang niet per ongeluk met spanningvoerende leidingen in aanraking komt! Het apparaat kan hierdoor vernield raken. 2. Functie Het weerstation WSK100 REG (DRA) evalueert in combinatie met de digitale combisensor WS10 KS en de voeding WSSV10 lichthelderheid, windsterkte en neerslag. Het weerstation regelt, onder verdiscontering van de lichthelderheid en de windsterkte, een aangesloten jaloeziebesturingssysteem, gesplitst over de oost-, zuid- en west-gevel van het huis of gebouw. Via de neerslagdetectie kunnen b.v. dakramen bij regen worden gesloten.. 3. Eigenschappen Gescheiden uitgangen voor de jaloezieën van de oost-, zuid- en west-gevel Afzonderlijk instelbare zonweringsfunctie voor de oost-, zuid- en west-gevel Instelbare gezamenlijke grenswaarde voor het windalarm voor de 3 gevelzijden Stand: rz-09 828003

Schakeluitgang bij neerslagdetectie voor aansturing van b.v. dakramen. Standaardlooptijd van de jaloezieën bij zonwering 2, minuten, voor iedere gevelzijde afzonderlijk inkortbaar. Verbindingsbewaking naar de combisensor met alarmfunctie en meldingsevaluatie 4. ontage Vastklikken op DIN-rail 3 x 7, mm conform DIN EN 0022. Aanwijzing Het busklemmenblok voor aansluiting van de combisensor moet voorafgaand aan inschakeling van de netspanning en tijdens bedrijf zijn opgeplugd, opdat de digitale ingang niet per ongeluk met spanningvoerende leidingen in aanraking komt! Het apparaat kan hierdoor vernield raken.! Het weerstation werkt op een externe 24-V voeding (WSSV10). Na inschakeling van de voedingsspanning brandt de LED Power (10) groen. Aansluitschema combisensor. Aansluiting.1. Aansluiting combisensor Aansluiting van de voedingsspanning geschiedt op de schroefklemmen +AC/DC 24V -. Via deze externe 24 V-voeding wordt ook de verwarming van de combisensor met de aansluitkabels pink + (pi) en grijs - (gy) gevoed. Aansluiting van de datakabels van de combisensor geschiedt via het 4- polige WAGO aansluitklemmenblok type 22-104, dat bij de combisensor wordt geleverd. Let bij aansluiting van het klemmenblok op de volgorde van de kleurcodes. Van links naar rechts: groen (gr), geel (ye), wit (wh), bruin (br) Indien mogelijk de groen-gele draad van de aansluitleiding (afscherming) aansluiten op aardpotentiaal. Is dit niet mogelijk, mag de afscherming niet worden aangesloten. 2

Aansluitschema regendetectie Regen/Rain ALAR +AC/DC 24V- Kombisensor pi gy gr ye wh br L (232E) 2 1 ALAR.2. Aansluiting regendetectie Via een geschakelde netfase (L) kan de relaisuitgang Regen/Rain de impulsgever-ingang (klem 1 ) van een motorregelmoduul 232 E aansturen, om b.v. een dakraam te sluiten, wanneer het regent. Via de relaisuitgang Alarm kan b.v. men behulp van een signaallamp een alarm gesignaleerd worden. (zie hfdst. Alarmfunctie) Aansluitschema jaloezie OST SÜD WEST 1 2 1 2 1 2 (3 x 232 E) L 1 2 3 Wind-1 Wind-2 Wind-3 6. Aansluiting jaloezie Voeding van de relaiscontacten geschiedt met een netfase (L). Zonweringsregeling: Om de aangesloten jaloeziebesturing bij onneschijn neer te laten, worden de relaisuitgangen 1 t/m 3 op de impulsgeveringangen (klem 1 ) van de motorregelmodules 232 E aangesloten. Windbewaking Om de jaloezieën bij te sterke wind omhoog in de veiligheidsstand te sturen, worden de relaisuitgangen Wind 1 t/m 3 op de impulsgever-ingangen (klem 2 ) van de motorregelmodules 232 E aangesloten. Verdere informatie over de aansluiting van de 232 E leest u in de bijgeleverde documentatie. De uitgangen zijn vast toegewezen aan de hemelsrichtingen (OST (oost) = 1, SÜD (zuid) = 2, WEST = 3). 3

Bedienings- en afleesorganen (1) (2) (3) (4) (11) () (6) (7) (8) (9) (10) (1) Instelknop voor de drempelwaarde helderheid oostgevel (2) Instelknop voor de drempelwaarde helderheid zuidgevel (3) Instelknop voor de drempelwaarde helderheid westgevel (4) Instelknop voor de grenswaarde van de windsterkte () LED 1 (geel) helderheid oostgevel overschreden (6) LED 2 (geel) helderheid zuidgevel overschreden (7) LED 3 (geel) helderheid westgevel overschreden (8) LED Wind (geel) windsterkte overschreden (9) LED Regen/Rain (geel) neerslagdetectie) (10) LED Power (groen) Aan-indicatie / Foutmelding (11) Toets voor looptijdinsteling (op kraagstuk apparaat) 7. Zonweringsfunctie De helderheidswaarden voor de uitgangen 1 t/m 3 worden door de combisensor cyclisch gemeten en naar het weerstation gezonden. et de 3 instelknoppen Sensor kan de helderheidswaarde waarbij de desbetreffende gevel op zonwering geschakeld wordt, worden ingesteld. Een nieuwe instelling wordt pas na 30 seconden overgenomen. De LED brandt, wanneer de door de combisensor doorgezonden actuele helderheidswaarde boven de ingestelde waarde ligt. Door de instelkop (AUS/OFF) tot aan de aanslag geheel naar rechts te draaien, wordt de zonweringsfunctie (bijbehorend relaiscontact open) gedeactiveerd, de LED knippert kort. Door de instelkop (TEST) tot aan de aanslag geheel naar links te draaien, wordt het bijbehorende relaiscontact gesloten, de LED knippert langzaam. Wordt de ingestelde helderheid gedurende 2 minuten overschreden, gaat de jaloezie omlaag. De standaardlooptijd bedraagt 2, minuten. Wordt de ingestelde helderheid gedurende 1 minuten onderschreden, gaat de jaloezie weer omhoog. Het omhoogsturen van de jaloezie geschiedt via het wind-relaiscontact. 4

7.1. Individuele looptijden bij zonwering instellen Attentie Voor deze werkzaamheden moet de afdekking van de verdeeldoos worden verwijderd. In dat geval componenten met 230 V spanning bloot komen te liggen! Dergelijke werkzaamheden mogen itsluitend door een landelijk erkend installatiebedrijf worden uitgevoerd!! Is de standaardlooptijd van 2, minuten te lang, kan deze voor elk kanaal worden ingekort. Eén of meerdere LUX-instelknoppen geheel naar rechts (AUS/ OFF) draaien, de LED knippert kort. Toets Prog kort indrukken, het relais wordt gesloten, de jaloezie gaat omlaag, de LEDs knipperen snel. Wanneer de gewenste positie bereikt is, nogmaals kort de toets Prog indrukken. Het relais opent, de jaloezie stopt. De nieuwe looptijd is geprogrammeerd. Wordt de toets Prog bij inschakeling van de 24-V-voedingsspanning ingedrukt gehouden, worden de standaardlooptijden weer ingesteld (reset). 7.2. Windbewakingsfunctie De windsnelheid wordt door de combisensor gemeten en cyclisch naar het weerstation gezonden. et de instelknop Wind kan worden ingesteld, bij welke grenswaarde de jaloezieën van alle 3 gevelzijden naar boven in de veiligheidsstand worden gestuurd. Een nieuwe instelling wordt pas na 30 seconden overgenomen.de LED Wind brandt, wanneer de door de combisensor doorgezonden actuele windsnelheid boven de ingestelde waarde ligt. De windbewakingsfunctie heeft de eerste prioriteit. Een eventueel uitgevoerde zonweringsfunctie wordt om die reden tijdelijk opgeheven. Door de instelkop (UIT/OFF) tot aan de aanslag geheel naar rechts te draaien, wordt de windbewakingsfunctie gedeactiveerd, de LED knippert even. Wordt de instelknop geheel naar links gedraaid (TEST) knippert de LED langzaam en de relaiscontacten Wind-1 t/m Wind-3 worden onafhankelijk van de ingestelde grenswaarde gesloten, zodra het molentje van de combisensor draait. Wordt de ingestelde grenswaarde van de windsnelheid gedurende seconden overschreden, worden de jaloezieën van alle 3 gevels omhoog gestuurd. Deze blijven in die positie, tot de grenswaarde minstens 1 minuten lang onderschreden is. Daarna kunnen weer normale besturingscommando s of de onweringsfunctie worden uitgevoerd. Instelhulp: Instelknop Wind in stand 2 betekent een grenswaarde van ca. 10 m/s overeenkomstig windkracht.

7.3. Neerslagdetectie De combisensor meet neerslag en zendt de neerslagmelding naar het weerstation. Het relaiscontact Regen/Rain wordt gesloten en de LED Regen/ Rain gaat branden. Pas wanneer de combisensor 1 minuten lang geen neerslag meer meet, wordt het relaiscontact weer geopend. et de neerslagdetectie kunnen motorisch aangedreven dakramen of bovenlichten in wintertuinen bij regen of sneeuw gesloten worden. 7.4. Alarmdetectie Het weerstation WSK100 REG bewaakt de verbinding met de combisensor. Er wordt een alarm geactiveerd, wanneer: de verbinding met de combisensor onderbroken of kortgesloten wordt -> melding 1 12 uur lang geen wind gemeten werd, omdat b.v. het molentje geblokkeerd is -> melding 2 12 uur lang een constant windsignaal optreedt -> melding 3 Bij een alarm sluiten de relais-uitgangen Wind-1 t/m Wind-3 en de jaloezieën van alle 3 gevels worden omhoog gestuurd. Tevens sluit het relaiscontact Alarm, om b.v. met een signaallamp het alarm te signaleren. De LED Power knippert en signaleert de melding: 1 x knipperen => melding 1, 2 x knipperen => melding 2, enz. 8. Technische gegevens Voedingsspanning : AC 24 V ±1 % DC 24 V ±10 % Stroomopname : max. 300 ma Omgevingstemperatuur : - C tot +4 C Opslag-/Transporttemperatuur : -2 C tot +70 C Vochtigheid Omgeving/Opslag/Transport : max. 93% rel. vo., geen Vochtcondensatie Beveiligingsgraad : IP 20 conform DIN EN 6029 Inbouwbreedte : 6 moduul pitches / 108 mm Aansluitingen Ingangen, voeding : schroefklemmen enkeldraads 0, mm² - 4mm² fijndraads (zonder draadhuls) 0,34 mm² - 4 mm² fijndraads (met draadhuls) 0,14 mm² - 2, mm² Combisensor WS10 KS : 4-pol. WAGO aansluitklem type 22-104 Uitgangen : relais (maakcontact) : 8 x 20 V / 8 A Neerslag : JA/NEE 6

Instelknop Sensor Hysteresis Instelknop Wind Stand 1 Stand 2 Stand 3 Hysteresis : : 0-76 klx : ± % van bereikslimietwaarde : 1-20 m/s, AUS (UIT) : ca. m/s : ca. 10 m/s : ca. 1 m/s ± % van bereikslimietwaarde 9. Garantie Wij bieden garantiemin het kader van de wettelijke bepalingen. U gelieve het apparaat franco met een beschrijving van de fout/ storing aan onze centrale serviceafdeling te zenden: ALBRECHT JUNG GBH & CO. KG Service-Center Kupferstr. 17-19 D-4432 Lünen Service-Line: 0 23. 80 6 1 Telefax: 0 23. 80 61 89 E-ail: mail.vki@jung.de Technische dienst (allgemeen) Service-Line: 0 23. 80 6 Telefax: 0 23. 80 62 E-ail: mail.vkm@jung.de Technische dienst (KNX) Service-Line: 0 23. 80 6 6 Telefax: 0 23. 80 62 E-ail: mail.vkm@jung.de De CE-markering is een vrijhandelsmerk, dat uitsluitend is bedoeld voor de autoriteiten en geen garantie inhoudt van bepaalde eigenschappen. 7