Daniël 6: In het hol van de Leeuw. Orde van dienst: Votum en zegengroet Liedboek 460: 1, 3 Wet Psalm 119: 21 Gebed Kinderen: leeuwen. E&R-lied 251: Daniël, Daniël Lezen: Daniël 6 Psalm 34: 1, 2, 3 Preek Psalm 138 Gebed Collecten GK 28 Zegen. --------- Bij de preek: Een bekend verhaal: Daniël in de leeuwenkuil. Met rooie oortjes zat je te luisteren, toen de juf op school dit verhaal vertelde. Zou Daniël het redden? Als je het verhaal kent, ken je ook de afloop: Daniël redt het. De leeuwen raken hem zelfs niet aan en Daniël wordt levend en gezond uit de leeuwenkuil getrokken. Als je de afloop kent, is het verhaal vaak al een stuk minder spannend. En zo zou je vanmorgen ook in de kerk kunnen zitten: Dit weet ik allemaal wel!. Maar je snapt wel: het gaat in deze geschiedenis niet over Daniël en zijn redding. Het gaat over zijn Redder! En dus over onze redding. Onze redding uit de leeuwenkuil. Ik hoop, dat je daar weer eens met rooie oortjes naar gaat luisteren. Thema: In het hol van de leeuw. Gezegende zondag, Ds. A.A. Kramer. ---------------------- Voor de kinderen: leeuwen. ------------------- Voor Bijbellezing: Darius. -------------------
Preek: *Geloof je in wonderen? Ja, dat is nogal een vraag. Kan dat nog? Veel mensen geloven alleen nog in de medische wetenschap en in goede medicijnen. We reizen naar ruimtestations en ontdekken natuurwetten. Wat is een wonder? Ja, wonderen wijken af van wat gewoon is. Wat tegen natuurwetten ingaat. Als iets opeens omhoog valt. Als een blinde opeens weer kan zien. Als een dode opstaat. Daarom geloven veel mensen ook niet meer in de bijbel. Daar gaat het over engelen. Over een zee die opensplijt. Over melaatsen, die opeens beter worden. Over Jezus, die meer dan 5000 mensen te eten geeft van vijf broden en twee vissen. En zelfs nog meer overhoudt ook! Dat kun je toch allemaal niet meer geloven?!! Misschien dat mensen dat in die tijd konden. Zo lezen mensen ook dat verhaal over Daniël bij die leeuwen. Spannend. Maar het is natuurlijk niet echt gebeurd. Een beetje leeuw laat zo n lekker hapje echt niet koud worden! Nee, die bijbel, mooie verhalen, maar je moet niet alles geloven wat erin staat!. Ja, en toch zijn we daarmee niet van de Bijbel af. Want waarom zouden de mensen in die tijd dat allemaal dan wel geloven? Voor hen was het ook niet zo gewoon, dat een dode opstaat of een zee opensplijt. En toch lees je dat ze het wel geloofden. Dat kon ook niet anders: ze zagen het met hun eigen ogen gebeuren. Ze zagen de zee opensplijten. Opeens kon die blinde man weer zien. Opeens staan ze oog in oog met een levende Jezus, die ze een paar dagen terug nog hebben gebalsemd en begraven. Misschien moeten we een andere vraag stellen: waarom gebeurden er toen wonderen?. Waarom genas Jezus blinden en melaatsen? En waarom genas hij ze niet allemaal? Waarom bleef Daniël leven en zijn duizenden andere oprechte kinderen van God gewoon omgekomen toen zij in de Romeinse arena s voor de leeuwen werden gegooid? *Bidden. Wat is nu het grootste wonder in dit verhaal? Ja, dan denk je meteen aan die leeuwen: het is een wonder, dat Daniël nog leeft! Maar er is een groter wonder! Dit: Daniël bidt. Elke dag wel drie keer. En steeds prijst hij God. Maar kijk eens goed naar Daniël: hij woont in een vreemd land met vreemde goden. Een balling. Als jongen meegesleept naar dit vreemde rijk. Alles kwijtgeraakt. Zijn stad, zijn familie, zijn jeugd. Oorlogen meegemaakt. Bedrog. Bedreigingen. Hij is dan al zo n 80 jaar oud en heeft geen toekomst meer. Nooit zal hij meer de liederen horen op het tempelplein. En wat doet Daniël?
Hij knielt en bidt en prijst God zelfs. Hoe vindt u dat? Ik spreek soms mensen, die zeggen, dat ze niet meer kunnen bidden. En als ze hun verhaal doen, dan begrijp ik dat vaak ook wel. Ze zijn verwond door het leven. Ze zijn te veel kwijtgeraakt. Ze hebben hun knieën stuk gebeden, maar er is niets veranderd. Alsof God niet bestaat. Of, nog erger, alsof God gewoon niet luistert en de vraag snijdt door hun hart: Besta ik wel voor God? Ziet Hij mij wel? Mag ik er wel zijn?. Laten we eens naar Daniël kijken: hoe kan het dat hij nog wel bidt? Hij hoort dat er een nieuwe wet is aangenomen: 30 dagen lang mag niemand tot een andere god of koning een verzoek richten. Dat mag alleen tot Darius. Die jaloerse ministers kennen de zwakke plek van Daniël: zijn zwakke plek is zijn God. Ja, het was even zoeken voor ze. Want Daniël was echt goed. Integer. Betrouwbaar. Niet voor niets wil Darius hem minister-president maken. Maar, ze hebben zijn zwakke plek gevonden: hij bidt elke dag wel drie keer. Daniël voelt de aanval. En hij gaat er meteen mee naar zijn God.. En dan staat er dit: In zijn bovenvertrek had hij in de richting van Jeruzalem open vensters. Daar knielde hij voor neer, bad tot zijn God en prees hem, zoals driemaal per dag zijn gewoonte was. Hoe kan Daniël dat nog? Omdat Daniël het gebed van Salomo kent. Dan is de tempel in Jeruzalem klaar. Priesters plaatsen de ark in het Heilige der Heilige. In de ark de twee stenen platen met de geboden. En dan daalt de HERE af: een enorme wolk vult de tempel en God gaat daar wonen. Dicht bij zijn volk. En dan knielt Salomo en bidt.. En dan zegt hij o.a. dit: Wanneer ze tegen u zondigen er is immers geen mens die niet zondigt en u hen uit woede uitlevert aan vijanden die hen gevangennemen en meevoeren naar hun land, hetzij ver weg of dichtbij, en wanneer ze dan in hun ballingsoord tot inkeer komen en zich in dat vreemde land smekend tot u wenden en belijden dat ze hebben gezondigd, dat ze verkeerd hebben gedaan en slecht hebben gehandeld, wanneer ze zich in het land van de vijanden die hen gevangen hebben genomen weer met hart en ziel aan u toewijden en tot u bidden in de richting van het land dat u aan hun voorouders hebt gegeven, van de stad die u hebt uitgekozen en van de tempel die ik voor uw naam heb gebouwd, luister dan vanuit de hemel, uw woonplaats, naar hun bidden en smeken en verschaf hun recht. Vergeef uw volk alle zonden en misstappen die het tegen u begaan heeft en wek het mededogen op van degenen die hen als gevangenen hebben weggevoerd. (1Koningen 8) Daniel klampt zich in zijn gebed vast aan het gebed van Salomo. Aan Gods beloften. Hij bidt in de richting van Jeruzalem. Want hij wist: Dán ben ik sterk! Zonder God ben ik zwak. Want dan sta ik er alleen voor. Zijn zwakke plek was zijn sterke plek. En dat gaan die jaloerse mannen merken! Hoe is dat met ons? Mag ik eens vragen: hoe zou het met u zijn, als iemand zou zeggen: je mag 30 dagen niet bidden?
Zou u het missen? Ik weet dat velen van u zullen zeggen: Ja, dat zou ik erg missen! Ik begin mijn dag altijd met Bijbellezen en gebed. En ik kan mijn verdriet, mijn zorgen over mijn kind, mijn pijn, juist bij God neerleggen. Waar moest ik heen als hij er niet was?. Of misschien schrik je bij zo n vraag. Schrik je van jezelf: Zou ik het missen? Ja, ik weet het eigenlijk niet. Zo vaak bid ik niet. Ik vind bidden moeilijk. Alsof God niet luistert. Ik probeer het wel, maar mijn ramen naar de hemel lijken vaak beslagen. Of je zegt: Ik vind bidden moeilijk, omdat er zoveel andere verlangens door mijn hart spelen. En ik vind het moeilijk om dat allemaal los te laten. Ik ben vaak zo zwak. Zo verslaafd!. Kijk dan naar Daniël. Blijf je vastklampen aan Gods beloften. Ook al ben je oud en grijs en zijn het vaak alleen nog maar beloften. Kijk naar Daniël: de band met God maakt hem vrij! Ook al is hij een vreemdeling, een balling, hij is van binnen vrij. Hij laat zich niet inpakken door zijn vijanden. Buigt niet voor hun goden. Durft alleen te staan. Zijn gebed, zijn zwakke, plek maakt hem sterk. *Leeuwenkuil. Daniël bidt. En blijft bidden. En dat weten die jaloerse ministers maar al te goed. Hun spionnen weten zelfs tot in de binnenkamer van Daniël door te dringen en koning Darius moet zijn geliefde Daniël wel in de leeuwenkuil gooien. Een leeuwenkuil. Waarom had Darius eigenlijk een leeuwenkuil? Een paar konijnen, een mooie volière, wat herten, oké, maar een leeuwenkuil? Leeuwen geven geen melk, zingen niet mooi en je kunt ze niet aaien. Waarom had Darius een leeuwenkuil? Nou, dat had te maken met een Koninklijke gewoonte in die dagen. Koningen gingen vaak op leeuwenjacht. En daarmee wilden ze hun kracht tonen. Want leeuwen zijn sterk. De koning van de dieren. En leeuwen stonden in die tijd ook voor vijanden en demonische tegenkrachten. Door een leeuw te doden, toonde de koning dus zijn kracht en liet hij zien, dat hij het volk kon beschermen tegen vijanden en donkere krachten. Je ziet dan ook overal beelden of reliëfs van leeuwen terug in het oude oosten. Zoals deze:. Of van een echte leeuwenjacht:. Niet alleen in het oude oosten: zelfs in de dierentuin in Amersfoort. Daar is een echt paleis van Darius gebouwd. Met een leeuwenkuil! Hier ziet u Sjoerd op de troon van Darius zitten!. Maar er is ook een afbeelding van de leeuwenjacht op een van de muren:. Zo ging dat. Daarom had Darius een leeuwenkuil: als hij op jacht ging werd een van die leeuwen meegenomen en losgelaten en dan moest de koning die leeuw doden. Zo toonde hij zijn kracht en zijn macht over de demonen. Nu begrijpt u ook de reactie van Darius als Daniël nog leeft. Darius zegt dan niet: O, de leeuwen hadden zeker geen honger vandaag. Nee, hij is diep, diep onder de indruk van Daniël en van de God van Daniël. Want Daniël heeft de leeuwen verslagen. Dat is voor Darius een teken uit de hemel.
En nu laat hij ook een wet uitvaardigen: Hierbij beveel ik dat iedereen in het machtsgebied van mijn koninkrijk eerbiedig ontzag moet tonen voor de God van Daniël. Want hij is de levende God die bestaat in eeuwigheid. Zijn koningschap gaat nooit te gronde en zijn heerschappij is zonder einde. Hij redt en bevrijdt, geeft tekenen en doet wonderen in de hemel en op aarde; hij heeft Daniël uit de klauwen van de leeuwen gered. *Paradijs. Hoe hoort u dit verhaal? Wat is de boodschap? Soms denken mensen sit: Als je maar op God vertrouwt, dan komt het goed. Je zult in dit leven dan zelfs geen schrammetje oplopen. Al die brullende leeuwen om je heen doen je niets!. Maar als je in dit leven wel gewond bent geraakt, als je wel veel bent kwijtgeraakt, dan leg je dit verhaal en misschien wel heel de Bijbel naast je neer. Het is gewoon niet waar. Waarom zijn al die christenen, dan wel omgekomen? Maar is dat de boodschap van deze geschiedenis? Nee. Waarom wonderen? En waarom deze wonderen? Wonderen zijn in de bijbel nooit zomaar wonderen. Sterke staaltjes. Alsof Jezus alleen maar wil laten zien hoe machtig hij is. Kijk eens wat ik kan: Ik kan een melaatse beter maken. Ik kan een dode weer levend maken!. Nee. Ieder wonder is een teken. Teken van Gods Koninkrijk. De wonderen tonen het hart van het evangelie. Als hongerigen worden gevoed, als blinden weer zien, als melaatsen rein worden, als doden worden opgewekt, dan laten die wonderen ons iets van de toekomst zien: het wordt weer een paradijs. Het wordt straks allemaal weer gewoon. Wonderen zijn dus geen afwijkingen van het gewone leven. Wonderen vertellen ons, dat God ons gewone leven zal herstellen. Het wordt weer een paradijs. Brullende leeuwen zijn in de Bijbel vaak teken van vijandschap. Van gevaar. Van vijanden. Of van de grote vijand, satan. Maar er komt een tijd, dat de leeuwen niet meer brullen. Denk aan Jesaja 11: 6 Dan zal een wolf zich neerleggen naast een lam, een panter vlijt zich bij een bokje neer; kalf en leeuw zullen samen weiden en een kleine jongen zal ze hoeden. 7 Een koe en een beer grazen samen, hun jongen liggen bijeen; een leeuw en een rund eten beide stro. 8 Bij het hol van een adder speelt een zuigeling, een kind graait met zijn hand naar het nest van een slang. 9 Niemand doet kwaad, niemand sticht onheil op heel mijn heilige berg. Want kennis van de HEER vervult de aarde, zoals het water de bodem van de zee bedekt. Later zien we dit ook letterlijk terug in het leven van Jezus. Dan is Jezus 40 dagen in de woestijn geweest. En in die 40 dagen heeft de satan hem aan alle kanten proberen te verleiden om zijn Vader in de hemel los te laten. Als een brullende leeuw is hij tekeer gegaan. Maar Jezus bleef zijn Vader vertrouwen.
En als dan die 40 dagen voorbij zijn en de satan Jezus grimmig loslaat, dan staat er dit in het evangelie: Veertig dagen bleef hij in de woestijn, waar hij door Satan op de proef werd gesteld. Hij leefde er te midden van de wilde dieren, en engelen zorgden voor hem. Alsof het over Daniël gaat: Mijn God heeft een engel gezonden en de muilen van de leeuwen gesloten. Jezus is de echte Daniël. Hij is echt in de leeuwenkuil geweest aan het kruis. En dat mag ons in de leeuwenkuil van dit leven rust geven en hoop. En dat is het werkelijke wonder. Als een mens blijft vertrouwen op God. Als een mens knielt voor God en Hem een plek geeft in het hart. Dat is pas een wonder. En wie zichzelf kent, die beseft dat. Een jongen, die te midden van zijn vrienden blijft geloven. Een meisje, dat ondanks de vele verleidingen God zoekt. Dat is een wonder! Een martelaar, die voor de leeuwen wordt gegooid en toch blijft vertrouwen. Dat is een wonder. *Jezus. Tenslotte: veel doet aan Jezus denken. Die vijandschap, de jaloezie, de leeuwenkuil, de steen die op de ingang wordt gelegd, het zegel. Maar ook dat Jezus na drie dagen levend uit het graf komt. Ook Jezus zocht zijn kracht in zijn gebed. In zijn band met God. Ook Jezus heeft moeten vechten tegen de brullende leeuw, satan. En hij heeft gewonnen! Hij is opgestaan. Jezus, de leeuw uit de stam van Juda. Er zal een keer een einde komen aan het lijden en de macht van satan. Nu lijkt lijden en sterven nog gewoon. Zo is het leven, zeggen wij dan. En we noemen het een wonder als een dode opstaat of een blinde opeens weer kan zien. Want dat wijkt af van het gewone. Maar er komt een tijd, dat het wonder gewoon wordt. Een paradijs, waarin alleen maar liefde is en leven. Waarin we samenleven met de leeuw en spelen met een slang. Waar geen ziekte, dood of leugen is. Dat tekent de opstanding: onze toekomst is een toekomst van redding. Niet de leeuwen hebben de macht, maar God. We hoeven hem alleen maar te vertrouwen. Amen.