Combinatie van Luchttoevoer en Verbrandingsgasafvoer-systemen (CLV) www.hekon.be



Vergelijkbare documenten
CLV-Systemen Combinatie van Luchttoevoer en Verbrandingsgasafvoer-systemen

Prefab schoorstenen. Prefab schoorstenen.

Installatievoorschriften. Bel-Ro-combi CLV systeem

Prefabschoorstenen Multifunctionele dakdoorgang

Installatievoorschriften. CRB systeem

Dakdoorvoeren Rookgasafvoermateriaal Bouwartikelen

EG CONFORMITEITSVERKLARING. Burgerhout BV / Muelink & Grol BV Postbus 77 NL-9400 AB Assen. BM aluminium en RVS rookgasafvoersystemen

Koppelstuk type VKK en VKK-HB

VvE Koning Karel 12 e

INSTALLATIE-INSTRUCTIE HOLETHERM DUBBELWANDIGE ROESTVAST-STALEN ZELFBOUW SCHOORSTENEN

Dakdoorvoeren Rookgasafvoermateriaal Bouwartikelen

Rookgasafvoerkanalen

BM Kunststof Systemen voor afvoer van rookgassen en toevoer van verbrandingslucht

Het nieuwe beugelen! Wat is de beste manier om een rookgasafvoersysteem

Montage handleiding BM kunststof PP rookgasafvoerleidingen

Systeemoplossing Zehnder CombiFlow

Montage voorschriften STB-DW

EU-CONFORMITEITSVERKLARING

HET COMPLETE PROGRAMMA ROOKGASAFVOERSYSTEMEN

Voorkeur voor concentrisch! UbiFit Concentrisch Push-Fit, niet duur en super veilig!

Kunststof rookgasafvoersystemen. Dat installeert wel zo makkelijk!

INSTALLATIE-INSTRUCTIE HOLETHERM DUBBELWANDIGE ROESTVAST-STALEN ZELFBOUW SCHOORSTENEN

Het nieuwe beugelen!

Rogafa. Het nieuwe beugelen! Rogafa. Nieuw advies Wat is de beste manier om een rookgasafvoersysteem

HET NIEUWE BEUGELEN CHECKLIST. Burgerhout PARTNER INNOVATIVE

Installatievoorschrift METALOTERM EN Versie

Alkreflex 2L-2. In de spouw. innovation in insulation. Algemeen. Verwerking / bestekomschrijving

Veiligheid van Rookgasafvoer Systemen begint bij?

Kunststof rookgasafvoersystemen. Geen kunst met kunststof!

FLEX FLEXIBEL KUNSTSTOF AFVOEREN MINIFLEX, FLEX, TWINFLEX EN MULTIFLEX

FLEX FLEXIBEL KUNSTSTOF AFVOEREN MINIFLEX, FLEX, TWINFLEX EN MULTIFLEX

Info avond schouwspel

Kombitube. Multifunctionele dakdoorgangen op maat

prestatieverklaring Opgesteld overeenkomstig de bouwproductenrichtlijn 89/106/EEC Oude Veerseweg 23 Middelburg Nederland

Rogafa. Het nieuwe beugelen! Rogafa. Nieuw advies Wat is de beste manier om een rookgasafvoersysteem

Voor de installateur. Montage-instructie. muur- en dakdoorvoerset Nefit EcomLine HR-toestellen (07/2013) NL

Ubbink 5-serie. De complete lijn dakdoorvoeren voor een beter resultaat én uiterlijk

Systeemnummer : PD 1-1-2

Dakkappen en schachtkappen

D1 D2 D3 L1 L2 L3 HoH. uitvoering art. nr.

CONCEPT WATERWERKBLAD. AANLEG VAN LEIDINGWATERINSTALLATIES Leidingen in gebouwen

Open toestel zonder trekonderbreker, lucht uit opstellingsruimte, rookgasafvoer bovendaks,

Postbus ZN Bleiswijk Brandpuntlaan Zuid NZ Bleiswijk

Collectieve kunststof rookgasafvoersystemen. Geen kunst met kunststof!

Geluiddempende roosters Maatwerk roosters

Montagehandleiding. Uitlaatgassysteem CLV voor gasverbrandingstoestellen met gescheiden verbrandingstoevoer- en uitlaatgasleiding. Versie 1.

Montagegids & Fabricage.

Dubbelwandig schoorsteensysteem vervaardigt uit roestvaststaal, geïsoleerd systeem

Ubbink 5-serie. De complete lijn dakdoorvoeren voor een beter resultaat én uiterlijk

WATERWERKBLAD. AANLEG VAN LEIDINGWATERINSTALLATIES Leidingen in gebouwen

Voorkeur voor concentrisch! UbiFit Concentrisch Push-Fit, veiligheid is nog nooit zo voordelig geweest!

INSPECTIERAPPORT en ADVIES ROOKGASAFVOERSYSTEEM EN CV-KETEL. Locatie; woongebouw VvE Pieter de Hooch Amsterdam Pieter de Hoochstraat 13 t/m 25

Schoorsteenkanalen bij grote stookplaatsen

Montagesysteem. E l e k t r i s c h e i n s t a l l a t i e s 650.0XX

Maatwerk roosters Brandwerende roosters Geluiddempende roosters

RVS ROOKGASKANALEN Het veilige rookkanaal met (4-laags) brandwerende omkokering

Systeemnummer : PD 1-2-1

Cox Geelen, rookgasafvoersystemen

Product-Data-Blad. Avanta. Hogedruk Systemen. Hogedruk Systemen Dé oplossing voor gestapelde bouw

Voorschriften checklist Ubbink rookgasafvoersystemen. Rolux enkelwandige rookgasafvoer/ luchttoevoer in de schacht

Uw groothandel in rookgas en ventilatiesystemen

Installatievoorschrift Rolux PP 120 rookgasafvoersysteem voor schoorsteenrenovatie

Brandwerende ventilatieroosters

TZ1. Dakgoten in de beugel. Gootbeugels Specificatie. Montage dakgoten in de beugel. Dakgoten en hulpstukken. Voorbewerking dakgoten.

Maatwerk in systeemoplossingen

CONCENTRISCH ROOKGASAFVOERSYSTEEM

Installatievoorschriften. CoxBRL

Installatie-instructie

Kerto-Ripa. Houten vloer- en dakelementen voor grote overspanningen

MultiVent 5V, klaar voor de toekomst! Optimale prestatie en design voor mechanische ventilatie!

Installatievoorschriften

PSI Fire Safe afdichtingen

WATERWERKBLAD. AANLEG VAN LEIDINGWATERINSTALLATIES Leidingen in gebouwen

VIESMANN. Montagehandleiding. Rookgassysteem. Veiligheidsvoorschriften. Overleg met erkende schoorsteenveger. voor de vakman

P R E F A B - S C H O O R S T E N E N

Nefit Economy cv-boilers

Richtlijn meterruimte met warmte- en/of koude levering

GASTEC QA Keuringseis 191 Maximum debiet beveiligingskleppen

Dakdoorvoeren Rookgasafvoermateriaal Bouwartikelen

MultiVent ventilatieprogramma. Voor een gezond binnenklimaat en verhoogd wooncomfort

Avanta Hogedruksysteem

VERNIEUWD ROOKGASAFVOERSYSTEMEN STAR FLEXIBEL - CONCENTRISCH.

Informatie: Dubbelwandige rvs Rookkanalen Schuetz. INSTALLATIE-INSTRUCTIE SCHUETZ Dubbelwandig roestvast-stalen schoorsteensysteem

Ubbink 5-serie. De complete lijn dakdoorvoeren voor een beter resultaat én uiterlijk!

Compacte bouwwijze / stapelbaar. Ketelcapaciteit kw

Fire Stop Solutions Isolatie Fire Sleeves

Cascade-opstelling Nefit EcomLine HR pakket E2, E3, E4, E5 en E6. Lijnopstelling

B e s t e k t e k s t C l i m a L e v e l

Installatievoorschrift. Intergas Verwarming BV

Brandwerende ventilatieroosters

2 TECHNISCHE AFBAKENING

MultiVent ventilatieprogramma. Voor een gezond binnenklimaat en verhoogd wooncomfort

Voor de installateur Montage-instructie dakdoorvoerset en muurdoorvoerset Nefit TopLine HR

Cascade-opstelling Nefit EcomLine HR pakket L2A. Lijnopstelling

Catalogus Carport AutoSkûle

KNOEIWERK. FOTO 2 Aansluitkanaal - twee stukken flexibele metalen buis met verschillende doormeter aan elkaar vastgezet.

DAKLUIKEN INSPECTIELUIKEN

GASGESTOOKTE DONKERE STRALINGSBUIZEN BLONDEAU INDUSTRIAL HEATING

Platdak ontluchting enkelwandig met aluminium kap. Platdak ontluchting dubbelwandig met aluminium kap

Dakkapellen Door H. Koelemij (TNO Bouw)

Transcriptie:

Groothandel schoorsteenkanalen Industriezone Wolfstee Wolfstee 5/1 B2200 Herentals Tel : 014/23.50.41 Fax : 014/23.03.15 E-Mail: info@hekon.be CLV-Systemen Combinatie van Luchttoevoer en Verbrandingsgasafvoer-systemen (CLV) Onder de merknaam LRC (Lucht Rookgas Concentrisch) levert Breman IJsselmuiden (inmiddels al meer dan 25 jaar) moderne Gastec QA gekeurde CLV verbrandingsgasafvoer-, luchttoevoersystemen. Een toekomstgericht product waarin het gebruik van machines en de specialistische kennis van ervaren vakmensen op verantwoorde wijze samenvloeien. Toekomstgericht, omdat het CLV-systeem met zijn verkleinde diameters naadloos aansluit op de nieuwste generaties cv-toestellen. In overleg met cv-toestelleveranciers zijn ook zeer kleine diameters toepasbaar indien gebruik gemaakt wordt van overdruk cv-toestellen. De maatvoering van deze systemen zijn alleen op aanvraag verkrijgbaar. www.hekon.be

CLV-Systemen Kleinere diameters, meer ruimte Kleinere diameters betekent kleinere schachten, een aanpak die resulteert in meer woon- en bergruimte. De brede toepassing van het CLV-systeem vertaalt zich in eerste instantie door de mogelijkheid van het aansluiten van verschillende soorten cv-toestellen op één systeem. Daarnaast is het CLV-systeem op verschillende plaatsen te monteren, bijvoorbeeld in een leidingschacht, een balkonkast of tegen de buitengevel. Systemen kunnen geleverd worden in zowel aluminium als roestvaststalen uitvoeringen. Een uitvoering in RAL-kleur is ook mogelijk. De voordelen van CLV op een rijtje: Geen afhankelijkheid van de borging van kwaliteit in het bouwproces door toepassing van deze hoogwaardige staande gasdichte en (QA) gecertificeerde systemen. Eenvoudige en snelle montage van staande systemen welke van beneden naar boven worden opgebouwd, hetgeen in het moderne bouwproces steeds vaker is gewenst. Aansluitmogelijkheden voor alle typen (in Nederland goedgekeurde) ventilator gestuurde cv-toestellen (c4). Aansluiten van cv-toestellen met verschillende belastingen op één systeem (c4). Overleg met opdrachtgever Aan levering en montage van de systemen gaat een uitgebreid en gedegen overleg met de opdrachtgever vooraf. In dit afstemmingsgesprek bepaalt de opdrachtgever in nauw overleg met Breman IJsselmuiden de indeling van de leidingschacht, de uitvoeringsvorm van de schoorstenen en de kleur van de dakkap. Tevens wordt hierbij rekening gehouden met alle aspecten welke van invloed zijn op de overige disciplines op dit werk. Dimensionering van het CLV-systeem 30 kw tabel e.e.a. volgens Gastec QA keur Toestellen Maten in mm Diameter luchttoevoer Diameter luchtafvoer 2 281 151 3 312 168 4 332 178 5 351 188 6 369 198 7 388 208 8 407 218 9 427 228 10 446 238 11 465 249 12 484 259 13 503 269 14 522 279 15 541 289 16 560 299 17 579 309 18 598 319 19 616 330 20 635 340 Voor verschillende toestellen zijn de diameters op aanvraag beschikbaar. Er zijn ook tabellen beschikbaar van 20 kw, 25 kw en 35 kw en voor cv-toestellen die geschikt zijn voor overdruk. Dakkappen voor elke gewenste situatie De dakkap van het CLV-systeem kan uitgebreid worden tot een gecombineerde dakkap. In deze uitbreidingsvorm nemen wij ook de uitmondingen voor ventilatiekanalen en rioolontspanningsleiding op. Ook is het mogelijk om opstanden voor een dakventilator of doorvoermogelijkheden voor andere soorten leidingen in de dakkappen uit te voeren. De dakkappen zijn verkrijgbaar in elke RAL-kleur. www.hekon.be www.breman-ijsselmuiden.nl

0432 Hiermit erklärt der Hersteller: EG- KONFORMITÄTSERKLÄRUNG Breman IJsselmuiden bv Ondernemersstraat 3 8271 RS IJSSELMUIDEN nach EG-Bauproduktenrichtlinie 89/106/EWG dass das Bauprodukt: Schornsteinbauelemente Breman LRC / AL des Herstellwerkes: Breman IJsselmuiden bv Ondernemersstraat 3 8271 RS IJSSELMUIDEN den Bestimmungen der DIN EN 1856-1:2009 entspricht und die Voraussetzungen für die CE-Kennzeichnung gemä Anhang ZA der DIN EN 1856-1:2009 erfüllt. Für die Bewertung der Konformität wurden die in Tabelle ZA.4 angegebenen Verfahren durchgeführt. Zur Zertifizierung der werkseigenen Produktionskontrolle wurde die notifizierte Stelle: Materialprüfungsamt Nordrhein-Westfalen Marsbruchstrae 186 D-44287 Dortmund (Kenn- Nr. 0432) eingeschaltet. Das Zertifikat über die werkseigene Produktionskontrolle mit der Registrier-Nr.: 0432 - CPD 21 79 32-2 ist am 01-02-2011 mit einer Gültigkeitsdauer von 5 Jahren ausgestellt worden. IJsselmuiden, 01-02-2011 Geschäftsführer

Konformitätserklärung und Produktinformation Anforderungen an Metall-Abgasanlagen Teil 1 Bauteile für Systemabgasanlagen DIN EN 1856-1 Herstelleridentifikation Produktbezeichnung (Handelsname) Name und Funktion des Verantwortlichen: Breman IJsselmuiden bv Ondernemersstraat 3 8271 RS IJSSELMUIDEN Aluminium Systemabgaselemente Breman LRC Al(uminium) J. Mondria (Geschäftsführer) Benannte Stelle: Materialprüfungsamt Nordrhein-Westfalen Zertifikatnummer / Jahr 0432-CPD - 21 79 32-2 / 2011 Kennzeichnung Begleitdokumente nach EN 1856 1 Anhang ZA Bild ZA 2 0.1 Aluminium Systemabgasanlage EN 1856-1 T 200 N1 W Vm-L.11.150 O(50) Mehrschalige Abgasanlage, Luftabgassystem ohne Wärmedämmung, belüftet über die gesamte Länge, ohne Verkleidung Produktbeschreibung Normennummer Temperaturklasse Druckklasse Kondensatbeständigkeit (W: feucht oder D: trocken) Korrosionswiderstand (Beständigkeit gegen Korrosion) Werkstoff des Abgasrohres Russbrandbeständigkeit G: ja / O: nein Abstand zu brennbaren Baustoffen (in mm) Abschnitt einer Metall-Systemabgasanlage Druckfestigkeit Höchstlast: Aluminium <=80mtr Strömungswiderstand Mittlere Rauhigkeit: nach EN 13384 Tabel B4 Wärmedurchlasswiderstand 0 /m²k bei 200 C Biegefestigkeit Schräger Einbau: Nein Windlast: freistehendes Ende: 1,0m Maximaler Abstand waagerechter Befestigungen : NPD Frost-Tauwechselbeständigkeit: Ja Produktinformation Produktinformation nach DIN EN 1856-1 10.2 (ITT clause 5 en 6) Sehe Anhang 2

Beispiele Kenzeichnung Produkte 0.1 Typenschild Abgasanlage Breman-LRC-AL Projectnr - Produktbezeichnung : DIN EN 1856-1 T200 - N1 - W - Vm L.11.150 - O(50) Abgasanlagenbezeichnung : DIN 18160 Nenndurchmesser : mm Wärmedurchlasswiderstand : 0 m²k/w Abstand zu brennbaren Baustoffen : 50 mm hinterlüftet Einbauer + Datum - - 0.2 Kenzeichnung Produkt / Verpackung EG-Konformitätskennzeichnung bestehend aus dem CE-Zeichen nach der Richtlinie 93/68/EG 0432 Fa: BREMAN IJsselmuiden Ondernemersstraat 3 8271 RS IJsselmuiden Identifikationsnummer der benannten Stelle (wenn relevant) Name oder Firmenzeichen und registrierte Anschrift des Herstellers 11 0432- CPD-217932-2 EN 1856-1 Nummer der Europäischen Norm T200 - N1 - W - Vm - L.11.150- O(50) Produktbezeichnung und entsprechende Kennzeichnung nach Abschnitt 9

Bestek aluminium CLV systemen Algemeen 00. Tekeningen De werktekeningen van CLV kanalen worden door Hekon verzorgd. Na goedkeuring zal de productie pas aanvang vinden. 01. Uitvoeringsbepalingen De CLV kanalen uitvoeren volgens de voorschriften van de fabrikant Breman IJsselmuiden B.V. met CE keur. 02. Omschrijving gecombineerde kanalen voor gesloten cv - toestellen Bovendaks gedeelte. Geprefabriceerde éénpijps dakuitmonding voorzien van diffuser, 10 schuinte en een speciale kruiskap. De geprefabriceerde dakkap voorzien van een mantel, welke d.m.v. een inplakplaat waterdicht wordt verwerkt. Het bovendakse gedeelte behandelen met een primer en afwerken in een standaard RAL kleur. Verdiepingen. Opgebouwd uit: - 1 binnen- en buitenkanaal met een lengte van 1500 mm. - 1 binnen- en buitenkanaal met een lengte van 1500 mm met daarop de aansluitingen RGA/LT 80 mm. In de aansluitkanalen wordt een aansluiting 80 mm gelast voor de verbrandingsgasafvoer, de instroming vindt plaats onder een hoek van 45, middels een air-turn Voor de luchttoevoer wordt een aansluiting 80 mm gelast, de uitstroming vindt plaats onder een hoek van 90. De binnenpijp van de aansluitsectie m.b.v. aluminium afstandhouders aan de buitenpijpen bevestigen. De verbrandingsgasafvoer aansluiting merken met rode verf om verwisseling van de aansluiting te voorkomen. Onderste verdieping. Opgebouwd uit: - 1 vloersteun - 1 stelbus met condens afvoer met aftap diameter 40 mm - 1 Ondersectie met aangelast inspectieluik, diameter 250-1 Aansluitsectie met een lengte van 1500 mm met daarop de aansluitingen RGA/LT 80 mm. Algemeen. Om uitzetting door temperatuurswisseling op te vangen, dient in de verbrandingsgasafvoer een compensator te worden opgenomen. Alle verbindingen luchtdicht uitvoeren m.b.v. een siliconenprofiel voorzien van 2 lippen. 3

03. Bevestiging Afhankelijk van de bouwwijze, de kanalen waar nodig, met thermisch verzinkte beugels op de vloer bevestigen. 04. Gecombineerde prefabschoorstenen Van aluminium, in standaard een RAL kleur, aanbrengen boven elke leidingkoker ten behoeve van de uitmondingen van: - het CLV- systeem. - de ventilatie kanalen van de ondergelegen woningen. - ontspanningsleiding van de riolering. - De schoorsteen uitvoeren met een dakopstand inwendig voorzien van 20 mm tempex, vlamdovend. Deze dakopstand op de ruwe vloer monteren. Algemeen. Tekeningen in te dienen van de schoorstenen met daarin aangegeven de uitmonding niveaus van de verschillende kanalen. Optie: Camouflage omkasting. De schoorsteen voorzien van een camouflage omkasting om uitmonding van het CLV systeem zoveel mogelijk "uit het zicht" weg te werken. De omkasting samenstellen uit geperforeerd aluminium met een maaswijdte van 20 mm, steek 23 mm. 05. Materiaal Toepassing aluminium bovenstaande elementen EN AW-1050A H14/24 - De verbrandingsgasafvoerkanalen, dik 1,5 mm - De luchttoevoerkanalen, dik 0,8 mm - De prefabschoorstenen, dik 1,5 mm - Camouflage omkasting, dik 0,8 mm - Beugels, verzinkt bandstaal 30x4 mm 06. Bijzondere bepalingen Op plaatsen waar de kanalen vloeren, wanden of beugels passeren dienen zij vrij te worden gemonteerd of dusdanig te worden beschermd dat de corrosie wordt voorkomen. 4

Montagehandleiding aluminium CLV-systemen Dit montagevoorschrift hoort bij het CLV-systeem van BREMAN IJSSELMUIDEN B.V. onder de merknaam LRC systeem. Exclusief in België verdeeld door. Een LRC systeem bestaat uit een minimaal aantal onderdelen, te weten: - 1 * topsectie, met plakplaat. - 2 * aansluitsectie met daarop de aansluitingen RGA/LT 80 mm, l = 1500 mm. - 1 * tussensectie, l = 1500 mm, bestaande uit een binnen- en buitenbuis. - 1 * ondersectie voorzien van inspectie voorziening. - 1 * Stelbus voorzien condens afvoer 40 mm. - 1 * vloersteun. Alle onderdelen zijn vervaardigd van Aluminium Verbrandingsgasafvoer Aluminium EN-AW-1050A H14/24 wanddikte minimaal 1,5 mm Luchttoevoer Aluminium EN-AW-1050A H14/24 wanddikte minimaal 0,8 mm Inhoud: 1 Principe tekening ALU-LRC systeem. 2 Dimensionering van het ALU-LRC systeem. 3 Montage van het staande ALU-LRC systeem. 4 Opbouw van de topsectie en aansluiting op de bouwkundige constructie. 5 Het aansluiten van het c.v. toestel op het systeem 6 Vloer- en muurdoorvoeringen. 7 Aansluiten van de condensafvoer op de riolering. 8 Inspectie van het ALU-LRC systeem. 9 Voorzieningen bij buitenopstellingen. 5

Hoofdstuk 1 Principe tekening Aluminium LRC systeem 6

Hoofdstuk 2 Dimensionering van het Aluminium - LRC systeem (NEN 1087) - HR 30 KW maten in mm. Voor meerdere toestellen, zijn de diameters op aanvraag beschikbaar. CLV systemen kunnen ook in overdruk toegepast worden waardoor de diameter nog sterk gereduceerd kan worden. De diameters van CLV systemen in overdruk worden projectmatig berekend. Het kan voorkomen dat in een project toestellen geïnstalleerd worden met een grotere belasting dan 30 kw. Mocht dit het geval zijn dan dient onderstaande berekeningsmethode toegepast te worden (puntsgewijs). 1. Sommeer de belasting van alle aangesloten toestellen. 2. Totale belasting delen door de nominale belasting (gelieve ons te contacteren voor deze nominale belasting te bepalen) per toestel en dit naar boven afronden. 3. In bovenstaande tabel aflezen welke diameter toegepast moet worden. 7

Hoofdstuk 3 Montage van het STAANDE ALU-LRC systeem Let op: * Bij de montage moeten alle siliconen afdichtingringen worden ingesmeerd met een zuurvrij glijmiddel. * Bij montage de toe- en afvoeraansluitingen voor het cv toestel en het inspectieluik in de juiste richting plaatsen, zoals staat aangegeven op de werktekening. Onderste verdieping: Als eerste onderdeel wordt de vloersteun (1) geplaatst op de plaats waar het LRC systeem in de schacht gesitueerd is. Vervolgens wordt de stelbus (2) hier overheen gezet met daarin de condensafvoer aansluiting 40 mm. (gaten aan de bovenzijde) Als derde onderdeel wordt hierop de ondersectie met inspectie-inrichting (3) gemonteerd. 8

Het vierde onderdeel is een samengestelde tussensectie (4), die boven op de condensopvang en inspectieinrichting (3) gemonteerd dient te worden. Vervolgens kan de aansluitsectie (5) boven op de tussensectie (4) geplaatst worden. De kanalen voor de onderste verdieping zijn nu gemonteerd en de aansluitsectie (5) steekt door de bovenliggende verdiepingsvloer heen. 9

Tussen en hoogste verdieping. Het ALU-LRC systeem voor een verdieping bestaat uit drie delen, 1 tussensectie bestaande uit twee buizen aangepast aan de verdiepingshoogte voor de luchttoevoer (6) en verbrandingsgasafvoer (7), 1 aansluitsectie (8) met daarin de aansluitingen voor de verbrandingsgasafvoer en luchttoevoer t.b.v. het c.v. toestel. Op de aansluitsectie (5) moet nu als eerste onderdeel van een tussen of hoogste verdieping de tussensectie (de luchttoevoer (6) en verbrandingsgasafvoer (7)) gemonteerd worden. Als laatste onderdeel wordt de aansluitsectie (8) gemonteerd. Eventueel kan afhankelijk van de bouwkundige sparingen een montagebeugel gemonteerd worden. Op de bovenste aansluitsectie wordt de topsectie geplaatst. 10

Hoofdstuk 4 Opbouw van de topsectie en aansluiting op de bouwkundige constructie De dakkap bestaat uit twee onderdelen, te weten: 1. De plakplaat (9). 2. De Topsectie (10). De plakplaat (9) dient op de isolatie te worden aangebracht en vervolgens met dakbedekking waterdicht afgewerkt te worden. De plakplaat heeft in principe geen ondersteuning nodig, omdat de topsectie op de onderstaande kanalen steunt. De Topsectie (10) over de plakplaat plaatsen en vastzetten met treknagels/parkers. 11

Hoofdstuk 5 Het aansluiten van het cv toestel op het ALU-LRC systeem De lengte van de toe- en afvoeraansluitingen, diameter 80 mm, van het ALU-LRC systeem voor het aansluiten van de c.v. ketel zijn ca 50 mm lang. Voor het verlengen van de aansluitingen, om buiten de schachtwand te komen, kunnen verlengbuisjes meegeleverd worden. De verbrandingsgasafvoer aansluiting dient vanaf het systeem zodanig naar het toestel te worden aangebracht dat een helling van minimaal 5 mm/m naar het toestel gewaarborgd is. De luchttoevoer aansluiting dient vanaf het systeem zodanig naar het toestel te worden aangebracht dat een helling van minimaal 5 mm/m naar het systeem gewaarborgd is. NB De verbrandingsgasafvoer aansluiting zit normaliter boven de luchttoevoeraansluiting en is rood gemarkeerd. De aansluitingen kunnen ook concentrisch voorzien worden in 80/125mm of 60/100mm. 12

Hoofdstuk 6 Vloer- en muurdoorvoeringen van het ALU-LRC systeem Vloerdoorvoeringen. Bij een vloerdoorvoering kan, om bouwkundige redenen, een beugel geplaatst moeten worden. Het gedeelte van het systeem dat in de vloer komt, dient voorzien te worden van een bescherming om aantasting van het LRC systeem te voorkomen. Dit beschermingsmateriaal kan een P.V.C. tape zijn. De eventueel te gebruiken bandstaal beugel dient aan de binnen zijde met een P.V.C. tape ingeplakt te worden of anders voorzien te worden van een rubber inlage. Deze inlages zijn nodig om te voorkomen dat het aluminium wordt aangetast. Muurdoorvoeringen. De aansluitingen dienen bij een muurdoorvoering voorzien te worden van een mantelbuis of isolatiemateriaal, dit om ervoor te zorgen dat de aansluitbuisjes enige ruimte hebben voor expansie. Verder verdient het de aanbeveling om contact op te nemen met de brandweer inzake eventuele aanvullende eisen die in sommige gemeenten worden gesteld aan de brandwerendheid van doorvoeringen, ter plaatse van de aansluitleiding op het c.v. toestel. Dit is door TNO in opdracht van BREMAN gekeurd, hier kan eventueel op verzoek een TNO rapport van worden verstrekt. Het is niet toegestaan om andere buizen aan het LRC systeem te bevestigen indien deze in dezelfde schacht zijn gesitueerd. 13

Hoofdstuk 7 Aansluiten van de condensafvoer op de riolering Het ALU-LRC systeem is voorzien van een condenswaterafvoer, dit onderdeel, is het onderste gedeelte van het systeem. De condenswater opvanginrichting is aan de onderzijde voorzien van een aansluiting met een diameter 40 mm. Door derden dient hierop met binnenrioleringsmateriaal een aansluiting, onder helling, gemaakt te worden door de schachtwand. In de woning dienen hierop 2 (bekers) syphons vast te worden aangesloten, met daartussen een open verbinding, waarna deze verder kan worden aangesloten op de riolering. 14

Hoofdstuk 8 Inspectie van het ALU-LRC systeem De inspectie van het systeem dient één keer per jaar plaats te vinden en wel aan het begin van het stookseizoen. Om het systeem te inspecteren en de condensopvanginrichting eventueel te reinigen is op de ondersectie een inspectieluik ingelast met een diameter van 250 mm die met een helling van 5 mm/m naar het LRC kanaal ligt. Het ALU-LRC systeem kan worden gecontroleerd met behulp van een spiegel, tevens moet worden gecontroleerd of de condensafvoer met een aansluitdiameter van 40 mm niet verstopt is. Na controle/schoonmaken dient U het deksel weer te herplaatsen, let op dat het deksel op de juiste wijze terug geplaatst wordt in verband met de gasdichtheid van het systeem. De inspectieopening dient altijd vrij en bereikbaar te blijven. 15

Hoofdstuk 9 Voorzieningen bij buitenopstellingen. De ketelaansluiting kan concentrisch door de buitenmuur heen naar binnen worden gebracht. Aan de binnenzijde kan deze doorvoeringen door middel van een spruitstuk 125-80-80 weer worden gesplitst in twee aansluitingen. De bevestigingsbeugels worden in aluminium uitgevoerd. De uitvoering van de beugel is afhankelijk van de buitenopstelling en de kanaaldiameter. De gecombineerde condenswater-opvanginrichting en inspectieluik dient aan de onderkant bereikbaar te zijn om de condensafvoer eventueel aan te sluiten op de riolering. De afvoerleiding voor het condenswater mag niet bevriezen, hiervoor moeten, in nauw overleg met de opdrachtgever, maatregelen genomen worden 16

0432 Hiermit erklärt der Hersteller: EG- KONFORMITÄTSERKLÄRUNG Breman IJsselmuiden bv Ondernemersstraat 3 8271 RS IJSSELMUIDEN nach EG-Bauproduktenrichtlinie 89/106/EWG dass das Bauprodukt: Schornsteinbauelemente Breman LRC / INOX des Herstellwerkes: Breman IJsselmuiden bv Ondernemersstraat 3 8271 RS IJSSELMUIDEN den Bestimmungen der DIN EN 1856-1:2009 entspricht und die Voraussetzungen für die CE-Kennzeichnung gemä Anhang ZA der DIN EN 1856-1:2009 erfüllt. Für die Bewertung der Konformität wurden die in Tabelle ZA.4 angegebenen Verfahren durchgeführt. Zur Zertifizierung der werkseigenen Produktionskontrolle wurde die notifizierte Stelle: Materialprüfungsamt Nordrhein-Westfalen Marsbruchstrae 186 D-44287 Dortmund (Kenn- Nr. 0432) eingeschaltet. Das Zertifikat über die werkseigene Produktionskontrolle mit der Registrier-Nr.: 0432 - CPD 21 79 32-1 ist am 01-02-2011 mit einer Gültigkeitsdauer von 5 Jahren ausgestellt worden. IJsselmuiden, 01-02-2011 Geschäftsführer

Konformitätserklärung und Produktinformation Anforderungen an Metall-Abgasanlagen Teil 1 Bauteile für Systemabgasanlagen DIN EN 1856-1 Herstelleridentifikation Produktbezeichnung (Handelsname) Name und Funktion des Verantwortlichen: Breman IJsselmuiden bv Ondernemersstraat 3 8271 RS IJSSELMUIDEN Systemabgaselemente Breman LRC INOX J. Mondria (Geschäftsführer) Benannte Stelle: Materialprüfungsamt Nordrhein-Westfalen Zertifikatnummer / Jahr 0432-CPD - 21 79 32-1 / 2011 Kennzeichnung Begleitdokumente nach EN 1856 1 Anhang ZA Bild ZA 2 0.1 INOX Systemabgasanlage EN 1856-1 T 200 N1 W Vm-L.50.040 O(50) Mehrschalige Abgasanlage, Luftabgassystem ohne Wärmedämmung, belüftet über die gesamte Länge, ohne Verkleidung Produktbeschreibung Normennummer Temperaturklasse Druckklasse Kondensatbeständigkeit (W: feucht oder D: trocken) Korrosionswiderstand (Beständigkeit gegen Korrosion) Werkstoff des Abgasrohres Russbrandbeständigkeit G: ja / O: nein Abstand zu brennbaren Baustoffen (in mm) Abschnitt einer Metall-Systemabgasanlage Druckfestigkeit Höchstlast: INOX<=40mtr Strömungswiderstand Mittlere Rauhigkeit: nach EN 13384 Tabel B4 Wärmedurchlasswiderstand 0 /m²k bei 200 C Biegefestigkeit Schräger Einbau: Nein Windlast: freistehendes Ende: 1,0m Maximaler Abstand waagerechter Befestigungen : NPD Frost-Tauwechselbeständigkeit: Ja Produktinformation Produktinformation nach DIN EN 1856-1 10.2 (ITT clause 5 en 6) Sehe Anhang 2

Beispiele Kenzeichnung Produkte 0.1 Typenschild Abgasanlage Breman-LRC-INOX Projectnr - Produktbezeichnung : DIN EN 1856-1 T200 - N1 - W - Vm L.50.040- O(50) Abgasanlagenbezeichnung : DIN 18160 Nenndurchmesser : mm Wärmedurchlasswiderstand : 0 m²k/w Abstand zu brennbaren Baustoffen : 50 mm hinterlüftet Einbauer + Datum - - 0.2 Kenzeichnung Produkt / Verpackung EG-Konformitätskennzeichnung bestehend aus dem CE-Zeichen nach der Richtlinie 93/68/EG 0432 Fa: BREMAN IJsselmuiden Ondernemersstraat 3 8271 RS IJsselmuiden Identifikationsnummer der benannten Stelle (wenn relevant) Name oder Firmenzeichen und registrierte Anschrift des Herstellers 11 0432- CPD-217932-1 EN 1856-1 Nummer der Europäischen Norm T200 - N1 - W - Vm - L.50.040- O(50) Produktbezeichnung und entsprechende Kennzeichnung nach Abschnitt 9

Bestek RVS CLV systemen Algemeen 00. Tekeningen De werktekeningen van CLV systemen worden door Hekon verzorgd. Na goedkeuring zal de productie pas aanvangen. 01. Uitvoeringsbepalingen De CLV systemen uitvoeren volgens de voorschriften van de fabrikant Breman IJsselmuiden met CE keur. 02. Omschrijving gecombineerde kanalen voor gesloten cv toestellen Bovendaks gedeelte. Geprefabriceerde éénpijps dakuitmonding voorzien van diffusors, 10 schuinte en een speciale kruiskap. De geprefabriceerde dakkap voorzien van een mantel, welke d.m.v.een plakplaat waterdicht wordt verwerkt. Het bovendaks gedeelte behandelen met een primer en afwerken in standaard RAL kleur. Tussenverdiepingen. Opgebouwd uit: - 1 binnen- en buitenkanaal met een lengte van 1000 mm. - 1 binnen- en buitenkanaal aangepast aan de verdiepingshoogte. - 1 binnen- en buitenkanaal met een lengte van 1000 mm met daarop de aansluitingen RGA/LT 80 mm. In de korte kanalen wordt een aansluiting 80 mm geperst voor de rookgasafvoer, de instroming vindt plaats onder een hoek van 45 middels een "air-turn". Voor de luchttoevoer wordt een aansluiting 80 mm geperst, de uitstroming vindt plaats onder een hoek van 90. De binnen- en de buitenpijpen d.m.v. R.V.S. afstand-houders aan elkaar bevestigen De rookgasafvoeraansluiting merken met rode verf om verwisseling van de aansluiting te voorkomen. Onderste verdieping. Opgebouwd uit: - 1 vloersteun met stelbus - 1 condensopvang inrichting met een ingelast inspectieluik 250 mm en voorzien van een aftap 40 mm. - 1 binnen- en buitenkanaal aangepast aan de verdiepingshoogte. - 1 binnen- en buitenkanaal met een lengte van 1000 mm met daarop de aansluitingen RGA/LT 80 mm. Algemeen. Om uitzetting door temperatuurswisseling op te vangen, dient in de verbrandingsgasafvoer een compensator te worden opgenomen. Alle verbindingen luchtdicht uitvoeren m.b.v. een siliconenprofiel voorzien van 2 lippen. 17

03. Bevestiging Afhankelijk van de bouwwijze, de kanalen waar nodig, met thermisch verzinkte beugels op de vloer bevestigen. 04. Gecombineerde prefabschoorstenen Van aluminium, in een standaard RAL kleur, aanbrengen boven elke leidingkoker ten behoeve van de uitmondingen van: - het CLV- systeem. - de ventilatie kanalen van de ondergelegen woningen. - ontspanningsleiding van de riolering. - De schoorsteen uitvoeren met een dakopstand inwendig voorzien van 20 mm tempex, vlamdovend. Deze dakopstand op de ruwe vloer monteren. Algemeen Tekeningen in te dienen van de schoorstenen met daarin aangegeven de uitmonding niveaus van de verschillende kanalen. Optie: Camouflage omkasting. De schoorsteen voorzien van een camouflage omkasting om uitmonding van het CLV systeem zoveel mogelijk "uit het zicht" weg te werken. De omkasting samenstellen uit geperforeerd aluminium met een maaswijdte van 20 mm, steek 23 mm. 05. Materiaal - Verbrandingsgasafvoer R.V.S. 316 L, (werkstof nr. 1.4404),dikte 0.4 mm - Luchttoevoer R.V.S. 304 L, (werkstof nr. 1.4306), dikte 0.4 mm - De prefab schoorstenen, aluminium EN AW-1050A H14/24 dik 1,5 mm - Camouflageomkasting, aluminium EN AW-1050A H14/24 dik 0,8 mm - Beugels, verzinkt bandstaal 30x4 mm 18

Montagehandleiding inox CLV-kanalen Dit montagevoorschrift hoort bij het CLV-systeem van BREMAN IJSSELMUIDEN B.V. onder de merknaam LRC systeem. Exclusief in België verdeeld door. Een LRC systeem bestaat uit een minimaal aantal onderdelen, te weten: - 1 * topsectie met plakplaat. - 2 * korte binnen- en buitenbuis met daarop de aansluitingen RGA/LT 80 mm - 2 * binnen- en buitenbuis, l = 1000 mm. - 1 * binnen- en buitenbuis, l = aangepast aan de verdiepingshoogte. - 1 * ondereind bestaande uit een binnen- en buitenbuis - 1 * condensopvanginrichting/inspectieluik. - 1 * vloersteun met stelbus Alle onderdelen zijn vervaardigd van roestvaststaal Verbrandingsgasafvoer R.V.S. 316 L, (werkstof nr. 1.4404) wanddikte minimaal 0.4 mm Luchttoevoer R.V.S. 304 L, (werkstof nr. 1.4306) wanddikte minimaal 0.4 mm Inhoud: 1 Principe tekening RVS-LRC systeem. 2 Dimensionering van het RVS-LRC systeem. 3 Montage van het staande RVS-LRC systeem. 4 Opbouw van de topsectie en aansluiting op de bouwkundige constructie. 5 Het aansluiten van de c.v. toestellen op het systeem 6 Vloer- en muurdoorvoeringen. 7 Aansluiten van de condensafvoer op de riolering. 8 Inspectie van het RVS-LRC systeem. 9 Voorzieningen bij buitenopstellingen. 19

Hoofdstuk 1 Principe tekening ROESTVAST STALEN LRC systeem 20

Hoofdstuk 2 Dimensionering van het RVS - LRC systeem (NEN 1087) - HR 30 KW maten in mm. Voor meerdere toestellen zijn de diameters op aanvraag beschikbaar. CLV systemen kunnen ook in overdruk toegepast worden waardoor de diameter nog sterk gereduceerd kan worden. De diameters van CLV systemen in overdruk worden projectmatig berekend. Het kan voorkomen dat in een project toestellen geïnstalleerd worden met een grotere belasting dan 30 kw. Mocht dit het geval zijn dan dient onderstaande berekeningsmethode toegepast te worden (puntsgewijs). 1. Sommeer de belasting van alle aangesloten toestellen. 2. Totale belasting delen door de nominale belasting (gelieve ons te contacteren voor deze nominale belasting te bepalen) per toestel en dit naar boven afronden. 3. In bovenstaande tabel aflezen welke diameter toegepast moet worden. 21

Hoofdstuk 3 Montage van het STAANDE RVS-LRC systeem. Let op: * Bij de montage moeten alle siliconen afdichtingsringen worden ingesmeerd met een zuurvrij glijmiddel. * Bij montage de toe- en afvoeraansluitingen voor de c.v. ketel en het inspectieluik in de juiste richting plaatsen, zoals staat aangegeven op de werktekening. Onderste verdieping: Als eerste onderdeel wordt de vloersteun (1) geplaatst op de plaats waar het LRC systeem in de schacht gesitueerd is. Vervolgens wordt de stelbus (2) hier overheen gezet met daarin de gaten om de condensafvoer van 40 mm aan te sluiten. (gaten aan de bovenzijde) Als derde onderdeel wordt hierop de gecombineerde condensopvang- en inspectieinrichting (3) gemonteerd. 22

Het vierde onderdeel is een samengestelde tussensectie (4), die boven op de condensopvang- en inspectieinrichting (3) gemonteerd dient te worden. Vervolgens kan de aansluitsectie (5) boven op de tussensectie (4) geplaatst worden. De kanalen voor de onderste verdieping zijn nu gemonteerd en de aansluitsectie (5) steekt door de bovenliggende verdiepingsvloer heen. 23

Tussen en hoogste verdieping. Het RVS-LRC systeem voor een verdieping bestaat uit vijf delen, 1 deel bestaande uit twee buizen aangepast aan de verdiepingshoogte voor de luchttoevoer (6) en verbrandingsgasafvoer (7), 1 deel bestaande uit twee buizen van 1000 mm voor de luchttoevoer (8) en verbrandingsgasafvoer (9) en een aansluitsectie (10) met daarin de aansluitingen voor de verbrandingsgasafvoer en luchttoevoer t.b.v. de c.v. ketel. Op de aansluitsectie (5) moet nu als eerste onderdeel van een tussen of hoogste verdieping de tussensectie (de luchttoevoer (6) en verbrandingsgasafvoer (7)) gemonteerd worden met een aangepaste lengte. Vervolgens dient hierop de luchttoevoer (8) en verbrandingsgasafvoer (9) geplaatst te worden. Als laatste onderdeel wordt de aansluitsectie (10) gemonteerd. Eventueel kan afhankelijk van de bouwkundige sparingen een montage beugel gemonteerd worden. Op de bovenste aansluitsectie wordt de topsectie geplaatst. 24

Hoofdstuk 4 Opbouw van de topsectie en aansluiting op de bouwkundige constructie De dakkap bestaat uit twee onderdelen, te weten: 1. De plakplaat (11). 2. De Topsectie (12). De plakplaat (11) dient op de isolatie te worden aangebracht en vervolgens met dakbedekking waterdicht afgewerkt te worden. De plakplaat heeft in principe geen ondersteuning nodig, omdat de topsectie op de onderstaande kanalen steunt. De Topsectie (12) over de plakplaat plaatsen en vastzetten met treknagels/parkers. 25

Hoofdstuk 5 Het aansluiten van de cv toestellen op het RVS-LRC systeem De lengte van de toe- en afvoeraansluitingen, diameter 80 mm, van het RVS-LRC systeem voor het aansluiten van de c.v. ketel zijn ca 50 mm lang. Voor het verlengen van de aansluitingen, om buiten de schachtwand te komen, kunnen verlengbuisjes meegeleverd worden. De verbrandingsgasafvoer aansluiting dient vanaf het systeem zodanig naar het toestel te worden aangebracht dat een helling van minimaal 5 mm/m naar het toestel gewaarborgd is. De luchttoevoer aansluiting dient vanaf het systeem zodanig naar het toestel te worden aangebracht dat een helling van minimaal 5 mm/m naar het systeem gewaarborgd is. NB De verbrandingsgasafvoer aansluiting zit normaliter boven de luchttoevoeraansluiting. En is rood gemarkeerd. De aansluitingen kunnen ook concentrisch voorzien worden in 80/125mm. 26

Hoofdstuk 6 Vloer- en muurdoorvoeringen van het RVS-LRC systeem Vloerdoorvoeringen. Bij een vloerdoorvoering kan, om bouwkundige redenen, een beugel geplaatst moeten worden. De eventueel te gebruiken bandstaal beugel dient aan de binnen zijde met een PVC tape ingeplakt te worden of anders voorzien te worden van een rubber inlage. Deze inlages zijn nodig om te voorkomen dat het roestvaststaal wordt aangetast. Muurdoorvoeringen. De aansluitingen dienen bij een muurdoorvoering voorzien te worden van een mantelbuis of isolatiemateriaal, dit om ervoor te zorgen dat de aansluitbuisjes enige ruimte hebben voor expansie. Verder verdient het de aanbeveling om contact op te nemen met de brandweer inzake eventuele aanvullende eisen die in sommige gemeenten worden gesteld aan de brandwerendheid van doorvoeringen, ter plaatse van de aansluitleiding op de c.v. ketel. Dit is door TNO in opdracht van BREMAN gekeurd, hier kan eventueel op verzoek een TNO rapport van worden verstrekt. Het is niet toegestaan om andere buizen aan het LRC systeem te bevestigen indien deze in dezelfde schacht zijn gesitueerd. 27

Hoofdstuk 7 Aansluiten van de condensafvoer op de riolering. Het RVS-LRC systeem is voorzien van een gecombinerde condenswater-opvanginrichting en inspectieluik, dit onderdeel is, het onderste gedeelte van het systeem. De condenswater opvanginrichting is aan de onderzijde voorzien van een aansluiting met een diameter 40 mm. Door derden dient hierop met binnenrioleringsmateriaal een aansluiting, onder helling, gemaakt te worden door de schachtwand. In de woning dient hierop 2 (bekers) syphons vast te worden aangesloten, met daartussen een open verbinding, waarna deze verder kan worden aangesloten op de riolering. 28

Hoofdstuk 8 Inspectie van het RVS-LRC systeem. De inspectie van het systeem dient één keer per jaar plaats te vinden en wel aan het begin van het stookseizoen. Om het systeem te inspecteren en de condensopvanginrichting eventueel te reinigen is op de condensvanginrichting een inspectieluik ingelast met een diameter van 250 mm die met een helling van 5 mm/m naar het LRC kanaal ligt. Het RVS- LRC systeem kan worden gecontroleerd met behulp van een spiegel, tevens moet worden gecontroleerd of de condensafvoer met een aansluitdiameter van 40 mm niet verstopt is. Na controle/schoonmaken dient U het deksel weer te herplaatsen, let op dat het deksel op de juiste wijze terug geplaatst wordt in verband met de gasdichtheid van het systeem. De inspectieopening dient altijd vrij en bereikbaar dient te blijven. 29

Hoofdstuk 9 Voorzieningen bij buiten opstellingen. De ketelaansluiting kan concentrisch door de buitenmuur heen naar binnen worden gebracht. Aan de binnenzijde kan deze doorvoeringen door middel van een spruitstuk 125-80-80 weer worden gesplitst in twee aansluitingen. De bevestigingsbeugels worden in aluminium uitgevoerd. De uitvoering van de beugel is afhankelijk van de buitenopstelling en de kanaaldiameter. De gecombineerde condenswater-opvanginrichting en inspectieluik dient aan de onderkant bereikbaar te zijn om de condensafvoer eventueel aan te sluiten op de riolering. De afvoerleiding voor het condenswater mag niet bevriezen, hiervoor moeten in nauw overleg met de opdrachtgever maatregelen genomen worden 30

www.hekon.be