Agrlfirm Exian BV T 088 488 29 29 E info@exlan.nl I www.exlan.nl Afdeling Landelijk Gebied Postbus 20120 8900 HM Leeuwarden uw kenmerk 01158230 ons kenmerk EN.14.1109-br04 doorkiesnummer 088-4882902 faxnummer 088-4882910 - rw-prvslan Dcc. nr.: nr.' 1 Ingek.: 1 7 MRI 2 015 Beh. door: Afd. Hoofd AWB..V(ek«n voor k ennlsg. aangenomen/tel. afgedaan behandeld door Maarten K erkhoven e-mail Maarten.kerkhoven@exlan.nl vestiging Veghel Poort van Veghel 4949 Postbus 200 5460 BC Veg hel F 088 488 2102 vestiging Meppel Noordeinde 31A Postbus 1033 7940 KA Meppel F 088 488 2910 Ouotumbank.nl T 088 488 29 30 E lnfo@quotumbank.nl I www.quotumbank.nl Betreft: Natuurbeschermingswetvergunningaanvraag Krimwei 2-2a te Jutrijp Meppel, 16 maart 2015 Geachte heer/ mevrouw, Bijgaand treft u in 5-voud de aangepaste aanvraag om natuurbeschermingswetvergunning aan voor de heer Maatschap J.T. & A.T.F. Kemme, Krimwei 2-2a, 8623 XT te Jutrijp aan. Graag ontvang ik van u een schriftelijke ontvangstbevestiging van het aanvraagformulier. Ik verzoek u mij, naast cliënt, op de hoogte te houden van de verdere procedure. Met vriendelijke groet, Aqrifirm.,Exlan Ing. M.J. Kerkhoven KvK 17.12.20.16 BTW NL 8086.78.772.B.01 Agrifirm ExIan BV is onderdeel van de Koninklijke Agrlfirm Group. Opal onze overeenkomsten en diensten zijn onze Algemene leveringsvoorwaarden van toepassing. Deze zijn gedeponeerd bij de KvK. onder nr. 17.12.20.16 en worden op verzoek toegezonden. Tevens worden ze vermeld op onze website www.exlan.nl IBAN NL 54 RABO 0192313320 BIC RAB0NL2U
AANVRAAG OM NB-WETVERGUNNING KRIMWEI 2-2A - JUTRIJP Ing. J. Keizer Maart 2015 Maatschap J.T. & A.T.F. Kemme - Krimwei 2-2a - Jutrijp
1. Algemene gegevens 1.1 Aanvrager / gemachtigde Organisatie: Agrifirm Exian Naam: J. Keizer man vrouw Adres: (straat, huisnummer) Postbus 1033 (postcode en plaats) 7940 KA Meppel Telefoonnummer: (06)29 47 45 09 Faxnummer: 088-4882910 E-mailadres: johan.kelzer@exlan,nl 1.2 Gebruiker Organisatie: Maatschap J.T. & A.T.F. Kemme Naam: Maatschap J.T. & A.T.F. Kemme man vrouw Adres: (straat, huisnummer) Krimwei 2-2a (postcode en plaats) 8623 XT Jutrijp Telefoonnummer: 0515442942 Faxnummer: E-mailadres: 1.kemme@hetnet.ni 1.3 Locatie van de door u voorgenomen activiteit: Adres: (straat en huisnummer) Krimwei 2-2a (postcode en plaats 8623 XT Jutrijp Omschrijving (indien locatie niet is gekoppeld aan een huisadres): Kadastrale gegevens: OPPENHUIZEN E 740, OPPENHUIZEN E 141 Gemeente(n) waar locatie is gelegen: Südwest-Fryslên Voeg als bijlage een topografische kaart toe, zie 4.1 1.4 Naam van de/het natuurgebied{en) waar het project of de handeling effect op kan hebben Vergunningaanvraag Nb-wet provincie Fryslên
gebied(en): 1 Naam gebied: Aide Feanen, Van Oordt's Mersken, Rottige Meenthe & Brandemeer 1.5 Korte omschrijving van de activiteit op hoofdlijnen. Voeg als bijlage een situatietekening toe, zie 4.2 Maatschap J.T. & A.T.F. Kemme heeft op de locatie Krimwel 2-2a te Jutrijp een melkrundveehouderij. Maatschap J.T. & A.T.F. Kemme heeft het voornemen om een Natuurbeschermingswet aan te vragen voor het houden van 150 melkkoeien en 82 stuks vrouwelijk jongvee. Om de continuïteit van het bedrijf te waarborgen Is het noodzakelijk om een Natuurbeschermingswetvergunning aan te vragen. 1.6 Kruis aan wat voor soort Nb-wet vergunning wordt aangevraagd: Nieuwe activiteit, waarvoor niet eerder Nb-wet vergunning is verleend. Ga door naar vraag 1.9 Bestaande activiteit, waarvoor niet eerder Nb-wet vergunning aangevraagd. Ga door naar vraag 1.9 O Bestaande activiteit, waarvoor eerder een Nb-wet vergunning is verleend. 1.7 Vermeld de laatst verleende Nb-wet vergunning voor deze activiteit (naam activiteit, datum en nummer): Naam activiteit: Datum vergunning: Nummer vergunning: Voeg zo mogelijk een afschrift toe van eerder verleende Nb-wet vergunningen, zie 4.3 1 Maak hiervoor gebruik van de beschikbare gebiedsinformatie. Bijvoorbeeld via: www.fryslan.nl/nb-wet Vergunningaanvraag Nb-wet provincie Fryslan
1.8 Geef voor een bestaande activiteit aan wat er verandert ten opzichte van de laatst verleende vergunning: 1.9 Geef aan of een vergunning voor bepaalde of onbepaalde tijd wordt aangevraagd. Indien de activiteit waarvoor de Nb-wet vergunning wordt aangevraagd voor een bepaalde tijd is, vermeld dan de periode waarvoor de Nb-wet vergunning wordt gevraagd. Onbepaalde tijd Q Bepaalde tijd, periode: van i tot 1.10 Geef in onderstaande tabel aan welke andere vergunningen u aanvraagt of gaat aanvragen voor de activiteit. Bijvoorbeeld: bouwvergunning, aanlegvergunning, milieuvergunning, vergunning in gevolge de Wet verontreiniging oppervlaktewateren (Wvo), ontheffing Flora- en faunawet, etc. Vermeld de soort vergunning en de betreffende overheidsinstantie waarbij de vergunning is / wordt aangevraagd. Voeg zo mogelijk een afschrift toe van (een aanvraag om) andere vereiste vergunningen voor de voorgenomen activiteit. Zie 4.4 Voeg zo mogelijk een afschrift toe van (een aanvraag om) andere vereiste vergunningen voor de voorgenomen activiteit. Zie 4.4 Soort vergunning Datum (dd-mm-jjjj) Aangevraagd / Aan te vragen bij 1. (organisatie + afdeling) 2. 3. 4. 5. Vergunningaanvraag Nb-wet provincie Fryslan
2. Beschrijving van de (effecten van de) activiteit 2.1 Voor de beoordeling van uw aanvraag is het nodig om de effecten van uw activiteit op het betreffende natuurgebied inzichtelijk te maken. Wij vragen u daarom een gedetailleerde beschrijving te geven van de voorgenomen activiteit. Benoem daarbij de aspecten van de activiteit die effect kunnen hebben op het gebied (habitattypen) en aanwezige relevante soorten. a) b) 0 d) e) f) g) h) i) k) I) m) n) Maak bij de beschrijving, indien relevant, onderscheid in de fase die nodig is voor het ontwikkelen en voorbereiden van de 'activiteit' (de aanlegfase) en de fase waarin de 'activiteit' wordt gebruikt of uitgevoerd (gebruiksfase). Besteed in ieder geval aandacht aan de volgende onderwerpen, indien ze van toepassing zijn: Heeft de activiteit effect op de omvang (ruimtebeslag) van het natuurgebied? Wordt het gebied door de activiteit verdeeld in meerdere (losse) gebieden (versnippering)? Heeft de activiteit effect op de kwaliteit en/ of kwantiteit van het grondwater, zoals wijzigingen in grondwaterstanden of veranderingen in de stroming van het water? Heeft de activiteit effect op de kwaliteit en/ of kwantiteit van het oppervlaktewater, bijvoorbeeld verlaging van het waterpeil? Wordt het gebied door de activiteit verstoord als gevolg van verkeersbewegingen? Bijvoorbeeld door parkeren, (toename van) recreatiedruk, wegafsluitingen, omleidingen, etc. Wordt er bij de activiteit gebruik gemaakt van machines of andere apparatuur, zoals bulldozers, kranen, vrachtwagens, etc.? Welke werktijden of uitvoeringstijden horen bij de activiteit? Zijn deze werktijden bijvoorbeeld dagelijks en/of seizoensgebonden? Is er sprake van geluidsbelasting in het gebied door de activiteit? Heeft de activiteit invloed op huidige verlichting en duisternis in het gebied? Bijvoorbeeld door het plaatsen van lichtmasten. Is het (bedrijfsmatig) houden van dieren onderdeel van de activiteit? Zo ja, welk effect heeft dit op het gebied? U kunt bijvoorbeeld denken aan verzuring of verontreiniging. Is er sprake van ontgronding, egalisering of andere ingrepen in de bodem? Ontstaan er trillingen in de bodem door de uitvoering van uw activiteit? Hoe past u het uiterlijk en/ of de fysieke omvang van de activiteit in het landschap Betrek bij de beschrijving van de mogelijke effecten de gevoeligheid van habitattypen en soorten voor storingsfactoren, zoals deze in 2.2. zijn beschreven. Vergunningaanvraag Nb-wet provincie Frysiän
2.2 Geef in onderstaande tabel aan op welke soorten natuur (habitattypen, zoals Vochtige Helden of Blauwgraslanden) en/of aanwezige relevante soorten In het gebied (zie gebiedsinformatie) de voorgenomen activiteit mogelijk een verstorend effect heeft. U kunt de tabel invullen met behulp van Informatie op de website: http://wvvw.synbiosys.alterra.nl/natura2000/effectenindicator.aspx Deze site geeft per natuurgebied (Natura-2000 gebieden) informatie over de effecten waarvoor aanwezige habitattypen en soorten gevoelig zijn én in welke mate. Gebied: Storende factoren Oppervlakteverlles Verontreiniging Verdroging Geluid Licht Trillingen Habitattypen Soorten ~ - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - _.. - - - - - - -. -. - - - - - - - - - - - - - - Habitattypen Drijvende waterweegbree G G ZG NVT NVT NVT 2310'helde' G G NG NVT NVT NVT 3130 'stilstaande water' G G G NVT NVT NVT Soorten Ijsvogel G G G NG NG NG Rivierdonderpad ZG ZG G? 7? G ZG Gevoelig voor deze storende factor Zeer gevoelig voor deze storende factor NG Niet gevoelig voor deze storende factor? Niet voldoende Informatie om hierover een uitspraak te doen NVT Deze storende factor Is op deze natuurwaarde niet van toepassing Vergunningaanvraag Nb-wet provincie Fryslan
2.3 Het is mogelijk dat er in een gebied meer activiteiten zijn of worden uitgevoerd. Dit kan de (negatieve) effecten op het gebied versterken omdat ze zich opstapelen (cumulatie). Geef aan of én in welke mate er sprake is van een stapeling van negatieve effecten op de habitattypen en op de aanwezige relevante soorten. Bij de beoordeling van uw aanvraag wordt (alleen) uitgegaan van voorgenomen of reeds uitgevoerde activiteiten in of nabij het betreffende gebied waarover een formeel besluit genomen is. Voor informatie hierover kunt u vaak terecht bij de gemeente. 2.4 Welke maatregelen kunt u binnen de uitvoering van uw activiteit ondernemen om eventuele schade en/of verstoring te beperken (mitigatie)? Geef aan op welke wijze deze maatregelen de negatieve effecten op het gebied (habitattypen) en/of aanwezige relevante soorten verminderen. Maak bij de beschrijving onderscheid in de fase die nodig is voor het ontwikkelen en voorbereiden van de 'activiteit' (de aanlegfase) en de fase waarin de 'activiteit' wordt gebruikt of uitgevoerd (gebruiksfase). Let op! Maatregelen kunnen door u zelf meegenomen worden binnen de opzet van uw activiteit en/of opgelegd worden via de voorwaarden die verbonden zijn aan de verleende vergunning. Voorbeelden van mitigerende maatregelen: het tijdsschema (timing en duur) van de uitvoering. Bijvoorbeeld geen werkzaamheden tijdens het voortplantingsseizoen van een bepaalde soort; de wijze van uitvoering (in termen van werkzaamheden) en het gebruikte materieel. Bijvoorbeeld het gebruik van een bepaald type baggermachine op een overeengekomen afstand van de oever; alternatieve bouwtechnieken. Bijvoorbeeld boren in plaats van heien, afscherming van geluid, licht en andere verstoringsbronnen. afbakening van delen van het gebied die in geen geval mogen worden betreden Let op! Indien uit de aanvraag blijkt dat de activiteit onherstelbare, negatieve effecten kan hebben op het gebied en/of aanwezige relevante soorten, kan de provincie Fryslan u vragen om een aanvullende analyse: de zogenaamde 'passende beoordeling'. De provincie neemt in dat geval contact met u op. Heeft u voor het indienen van uw aanvraag vragen over het uitvoeren van een eventuele 'passende beoordeling', dan adviseren wij u om zelf contact op te nemen met de provincie Fryslan! Vergunningaanvraag Nb-wet provincie Fryslan
3. Voorwaarden en verplichtingen bij de aanvraag Nb-wet De aanvrager verklaart: 3.1 alle gegevens naar waarheid te hebben verstrekt. 3.2 bekend te zijn met het feit dat bi] wijziging in de omstandigheden die van belang zijn voor de beoordeling van de vergunningaanvraag, dit zo spoedig mogelijk door te geven aan de provincie Fryslan onder vermelding van het nummer waaronder de aanvraag in behandeling is; 3.3 dat de aanvrager alle gewenste inlichtingen met betrekking tot de voor de beoordeling en controle benodigde gegevens ter stond en naar waarheid zal verstrekken aan de met behandeling en controle van de aanvraag en vergunning belaste ambtenaren; 3.4 ermee bekend te zijn, dat de vergunning meteen wordt ingetrokken indien hij/zij één of meer uit zijn/haar vergunning voortvloeiende verplichtingen niet nakomt, dan wel in het kader van de aanvraag van deze vergunning onjuiste gegevens heeft verstrekt; voorts dat de vergunning kan worden gewijzigd of ingetrokken als de omstandigheden zodanig zijn gewijzigd dat deze niet verleend zou zijn op het tijdstip waarop de vergunning is verleend; Ondertekening Ondergetekende, de aanvrager of degene die bevoegd is namens de aanvrager te handelen via machtiging, verklaart deze aanvraag en de daarbij behorende bijlage(n) naar waarheid te hebben opgesteld. Plaats Meppel Datum Naam ondertekenaar ; 16-03-2015 J. Keizer Functie / hoedanigheid ondertekenaar Senior adviseur Machtiging (bijvoegen indien de aanvraag niet door de aanvrager zelf is ondertekend) Flandtekening Vergunningaanvraag Nb-wet provincie Fryslan
4. Overzicht van bijlagen en checklist 1. Voeg een topografische kaart toe waarop de ligging van de door u voorgenomen activiteit in de ruimere omgeving is aangegeven. Deze kaart moet voldoen aan de volgende aspecten: a. minimaal schaal1:25.000; b. schaal en noordpijl aangeven op kaart; c. locatie activiteit arceren of duidelijk omlijnen; d. afstand van de gevraagde activiteit tot de rand van het gebied(en). (Indien de activiteit buiten het natuurgebied valt) 2. Voeg een situatietekening toe. Besteed daarbij tenminste aandacht aan de volgende aspecten: a. schaal 1:1000 (zo mogelijk); b. schaal en noordpijl aangeven op tekening; c. locatie activiteit arceren of duidelijk omlijnen. 3. Voeg zo mogelijk een afschrift toe van eerder verleende Nb-wet vergunningen voor de voorgenomen activiteit, indien sprake is van een bestaande activiteit. 4. Voeg zo mogelijk een afschrift toe van (een aanvraag om) andere vereiste vergunningen voor de voorgenomen activiteit. 5. Voeg indien van toepassing een afschrift toe van het Milieu-effectrapport / de Strategische milieubeoordeling. 6. Voeg eventueel een verklaring van geen bezwaar van een gebiedsbeheerder toe omtrent de voorgenomen activiteit. Checklist bij' het aanvraagformulier Heeft u... alle vragen in de aanvraag beantwoord? Aanvraagformulieren die niet volledig zijn ingevuld, worden niet in behandeling genomen. de bijgevoegde tekeningen voorzien van een duidelijke legenda met verklaring van alle nummers, tekens en afkortingen? op alle bijlagen aangegeven dat ze behoren bij de aanvraag? het aanvraagformulier en de bijlagen, behalve tekeningen, In A4 formaat aangeleverd? de (uitgeprinte) aanvraag en alle daarbij behorende stukken in 5-voud of meer? Wanneer sprake is van toetsing aan meerdere Natura 2000-gebieden, dienen per additioneel gebied 4 extra exemplaren te worden aangeleverd. het aanvraagformulier gericht aan: Het college van Gedeputeerde Staten van Fryslên Afdeling Stêd en Plattelên Postbus 20120 8900 HM Leeuwarden (Het bezoekadres van de provincie is Tweebaksmarkt 52 te Leeuwarden) Vergunningaanvraag Nb-wet provincie Fryslên
5. Vereisten aanvraag vergunning Natuurbeschermingswet veehouderijen Hieronder vindt u welke informatie moet worden bijgeleverd, voordat we uw vergunningaanvraag in behandeling kunnen nemen. Vergunde rechten In (een bijlage bij) de aanvraag moet duidelijk aangegeven worden hoe de aangevraagde situatie zich verhoudt tot de situatie 7 december 2004, of eerdere referentiedatum. Dat houdt in dat een afschrift van de vergunde rechten moet worden overlegd. Dit kan bestaan uit een op de referentiedatum geldende Wet milieubeheervergunning, of een geaccepteerde melding AMvB met daarin aangegeven het maximaal te houden aantal dieren, gespecificeerd naar diercategorie (zoals weergegeven in de RAV-systematiek). Voor een aantal gebieden geldt een andere referentiedatum: Aide Feanen: 10 juni 1994 Duinen Ameland: 24 maart 2000 Duinen Schiermonnikoog: 24 maart 2000 Duinen Terschelling: 24 maart 2000 Fochteloërveen: 30 november 1998 Drents Friese Wold: 24 maart 2000 Van Oordt's Mersken: 24 maart 2000 Aagrostacks berekeningen Bij de Aagrostacks berekeningen moeten de volgende onderdelen duidelijk aangegeven worden (eventueel via een separate toelichting) voor de situatie 7 december 2004, of eerdere referentiedatum en toekomstige situatie (na uitbreiding): 1. staltypen (RAV-code). Voeg de stalbeschrijving toe als bijlage; 2. is sprake van opstallen jaarrond, of beweiding (duur van de beweiding aangeven in aantal uur per dag, aantal dagen per jaar); 3. 4. per stal: aantal en categorie dieren (zoals weergegeven in de RAV-systematiek); per stal: de Amersfoortse x,y-coördinaten van de exarte ligging van het emissiepunt (locatie emissiepunt Is, indien aanwezig, locatie van de ventilatoren; indien geen geforceerde ventilatie: het middelpunt van de stal); 5. per stal: gemiddelde gebouwhoogte in meters (gemiddelde van goothoogte en dakhoogte), let op: deze kan op 1,5 m worden gesteld, indien de ventilatieopening(en) niet hoger is dan 1,5 m; 6. per stal: hoogte uitstroomopening ventilatie in meters (als geforceerde ventilatie aanwezig); 7. per stal: (inwendige) diameter uitstroomopening in meters (als geforceerde ventilatie aanwezig); 8. per stal: verticale uittreesnelheid in m/s (als geforceerde ventilatie aanwezig); in geval van natuurlijke ventilatie moet de waarde van 1 m/s worden ingevoerd (is gewijzigd); 9. per stal: toelichting op wijze van ventilatie indien deze niet op natuurlijk wijze wordt geventileerd 10. Als gevoelig punt voor de berekening kan de dichtstbijzijnde rand van het Natura 2000 gebied worden gehanteerd, of de coördinaten van het dichtstbijzijnde voor stikstofdepositie gevoelige habitat. Indien u de cursus Aerius 2 heeft gevolgd kunt u voor het bepalen van deze coördinaten van dat programma gebruik maken. U kunt ook de provincie verzoeken deze coördinaten door te geven. Dat kan via een email aan arjan.dehaan@fryslan.nl, onder vermelding van adres en postcode van het bedrijf. Aagrostacks en handleiding zijn verkrijgbaar via het DR - loket van het ministerie van Economische Zaken. Daar vindt u ook de handleiding Aagrostacks. Extra informatie over AagroStacks en V-stacks vindt u ook via www.infomil.nl. Externe saldering Indien gebruik wordt gemaakt van externe saldering, zijn additionele bewijsstukken noodzakelijk: Bewijs van vergunde rechten van het stoppende bedrijf op de referentiedatum (zie vergunde rechten), inclusief tekening. Vergunningaanvraag Nb-wet 10 f
Bewijs van intrekking vergunde rechten (door intrekking Wm-vergunning of melding). Indien de vergunde rechten alleen bestaan uit een melding, is daarnaast een door de gemeente te nemen voorbereidingsbesluit waarbij de agrarische bestemming wordt weggenomen nodig. Bewijs van relatie tussen het stoppende bedrijf en de aanvrager. In sommige gevallen zal dit in de intrekking worden benoemd, anders een kopie van de overeenkomst tussen stopper en aanvrager bijvoegen. Aagrostacks berekening van de vergunde situatie op de referentiedatum van beide bedrijven (in één berekening) en de aangevraagde situatie. Overige Verder is benodigd: 10. Een zo duidelijk mogelijke beschrijving van de situatie 7 december 2004 of andere referentiedatum, zo mogelijk via een gedetailleerde kaart (1:10.000) met daarop de bebouwing met functie aanduiding (ook aantallen dieren per gebouw aangeven!); 11. Een duidelijke gedetailleerde kaart (1:10.000) van de toekomstige situatie met daarop de toekomstige bebouwing met functie aanduiding (ook aantallen dieren per gebouw); 12. Een duidelijke gedetailleerde kaart (1:25.000), waarop is aangegeven welke percelen in eigendom zijn en is aan gegeven waar beweiding wordt toegepast, of maai-artiviteiten worden toegepast; De hierboven genoemde informatie kunt u bijvoegen bij de vergunningaanvraag Vergunningaanvraag Nb-wet 11
AANVRAGER: Bijlagen bij de aanvraag 1 si atu u rbescherm i ngswet Maatschap J.T. & A.T.F. Kemme Krimwei 2-2a 8623 XT Jutrijp Onderstaande bijlagen dienen ter ondersteuning aan de aanvraag om Natuurbeschermingswetvergunning: BIJLAGE 1: TOELICHTING OP DE ACTIVITEIT; BIJLAGE 2: TOELICHTING BIJ DE BEDRIJFSGEBOUWEN; BIJLAGE 3: KAART LIGGING BEDRIJVEN T.O.V. NATURA 2000-GEBIEDEN; BIJLAGE 4: KAARTEN MET TOETSPUNTEN OP DE NATURA 2000-GEBIEDEN; BIJLAGE 5: TOELICHTING VERGUNDE SITUATIE 1992; BIJLAGE 6: AMMONIAK DEPOSITIEBEREKENING 1992; BIJLAGE 7: TOELICHTING VERGUNDE SITUATIE 2004; BIJLAGE 8: TOELICHTING VOORGENOMEN OMVANG; BIJLAGE 9: AMMONIAK DEPOSITIEBEREKENING VOORGENOMEN OMVANG; BIJLAGE 10: MACHTIGING. Apart bijgevoegd: HINDERWETVERGUNNING 1 SEPTEMBER 1992; 8.19 MELDING WET MILIEUBEHEER 24 DECEMBER 2004; MILIEUTEKENING VOORGENOMEN OMVANG. Maatschap J.T. & A.T.F. Kemme - Krimwei 2-2a - Jutrijp ^^agrifirm P" M exian
Bijlage 1 Tow ing bij de activiteit Maatschap J.T. & A.T.F. Kemme heeft op de locatie Krimwei 2-2a te Jutrijp een melkrundveehouderij. Maatschap J.T. & A.T.F. Kemme heeft het voornemen om een Natuurbeschermingswet aan te vragen voor h et houden van 150 melkkoeien en 82 stuks vrouwelijk jongvee. Om de continuïteit van het bedrijf te waarborgen is het noodzakelijk om een Natuurbeschermingswetvergunning aan te vragen. Volgens artikel 19 van de Natuurbeschermingswet mogen activiteiten of projecten geen negatieve effecten veroorzaken op de aangewezen Natura 2000-gebieden. De neerslag (depositie) van deze ammoniak wordt gezien als een voor de natuur verstorend effect (verzuring, vermesting). Daarom dient te worden beoordeeld of de activiteiten van het bedrijf aan de Krimwei 2-2a toelaatbaar zijn in het licht van de Natuurbeschermingswet. Op grond van artikel 19 kd van de Natuurbeschermingswet kan vergunning worden verleend indien de depositie niet toeneemt ten opzichte van bepaalde referentiedata. Uit vaste jurisprudentie blijkt dit uitgangspunt in overeenstemming met de Europese richtlijnen. Voor het bedrijf zijn de volgende vergunningen verleend: 1 september 1992 -> Hinderwetvergunning; 24 december 2004 ^ 8.19 melding (voor het bo uwen van de jong veestal). De melding van 24 december 2004 is tevens de vigerende situatie; In de provincie Frysiän zijn de Natura 2000-gebieden aangewezen als vogel- of habitatrichtlijngebieden. Door de grote afstanden tussen de Natura 2000-gebieden en de Krimwei 2-2a te Jutrijp worden alleen de twee dichtstbijzijnde gebieden getoetst. Het gaat om de volgende gebieden: Aide Feanen (AF) is aangemeld in het kader van de Vogelrichtlijn op 10 juni 1994 en is aangewezen als Habit atrichtlijngebied op 7 decembe r 2004 en is gelegen op een afstand van 19,1 km van het bedrijf; Van Oordt's Mersken (VOM) is aangemeld in het kader van de Vogelrichtlijn op 20 maart 2000 en is aangewezen als Habitatrichtlijngebied op 7 december 2004 en is gelegen op een afstand van 23,0 km van het bedrijf; Rottige Meenthe & Brandemeer (RMB) is aangewezen op 7 december 2004 in het kader van de Habitatrichtlijn en is gelegen op een afstand van 18,4 km. Van de Natura 2000-gebieden, die verderaf liggen, kan worden aangenomen dat de depositie kleiner is dan de depositie op de bovenvermelde gebieden. Met behulp van het verspreidingsmodel AAgro-Stacks is bepaald wat de depositie van het bedrijf was op de referentiedata. Daarbij is uitgegaan van de milieuvergunning van d.d. 1 september 1992. Een afschrift van deze vergunning is bijgevoegd. De vergunde aantallen zijn uitgewerkt in het overzicht in bijlage 5. Ook de depositie van de voorgenomen omvang is bepaald in bijlage 7. In onderstaand overzicht zijn de rekenresultaten naast elkaar weergegeven, zodat ze vergeleken kunnen worden. Uit de rekenresultaten blijkt dat er na saldering per saldo geen toename is van depositie op de Natura 2000-gebieden. De Natuurbeschermingswetvergunning kan hiermee worden verleend. Volgnummer Naam Depositie Vergund 1992 Depositie VO 1 AF Rand 0,11 0,11 2 VOM Rand 0,07 0,07 3 RMB Rand 0,06 0,06 Tabel 1 Overzicht depositie Maatschap J.T. & A.T.F. Kemme - Krimwei 2-2a - Jutrijp
Bijlage 2 Toelichting bij de bedrijfsgebouwen De stallen worden natuurlijk geventileerd. Daarom is gerekend met een emissiep unthoogte van 1,50 meter. Voor de gemiddelde gebouwhoogte is de defaultwaarde 1,50 meter aangehouden. De gemiddelde diameter bij natuurlijk geventileerde stallen is 0,50 m. De uittredesnelheid is 1 m/s bij natuurlijk geventileerde stallen. Maatschap J.T. & A.T.F. Kemme - Krimwei 2-2a- Jutrijp [VI agrifirm h M exian
Bijlage 3 icaart ligging bedrijven t.o.v. Natura 2000- gebied ^ OpenStreetMai^ Ruffktfc Mcomhc li i» ". Bwndomocr^C" Maatschap J.T. & A.T.F. Kemme - Krimwei 2-2a- Jutrijp ^ agrifirm F M exian
Aide Feanen Toetspunten Natura 2000-gebieden Rand ^ 'AfiJe Fiimm Maatschap J.T. & A.T.F. Kemme - Krimwei 2-2a- Jutrijp Iß agrifirm M exian
Van Oordt's Mersken hh \i\ \- ^ \ Maatschap J.T. & A.T.F. Kemme - Krimwei 2-2a- Jutrijp agrifirm ^ i exian
Rottige Meenthe & Brandemeer B): ^ Maatschap J.T. & A.T.F. Kemme - Krimwei 2-2a- Jutrijp f >1 agrifirm Ki ^ exian
Bijlage 5 hting depositieberekening 1992 Onderstaand overzicht geeft een weergave van de vergunde dieraantallen conform de milieuvergunning van 1 september 1992. In onderstaande tabel is een onderverdeling gemaakt. De gegevens uit onderstaand overzicht zijn ingevoerd in de ammoniak depositieberekening van de vergunde situatie (bijlage 6). Deze vergunning is gebruikt als vergund recht. Rav code Omschrijving conform Rav Aantal dieren NH3/ dier NH3 totaal Ligboxenstal A 1.100.1 Melkkoeien; overige huisvestingssystemen; beweiden 150 9,5 1425,0 A3 Vrouwelijk jongvee tot 2 jaar 82 3,9 319,8 Totaal 1744,8 Toelichting bij de ingevoerde parameters: De coördinaten van de gebouwen zijn bepaald via de website www.ruimtelijkeplannen.nl; In bijlage 2 is een toelichting gegeven op de gehanteerde parameters voor de gebouwen; In de depositieberekening zijn de emissies uitgedrukt in kg NHs conform de aantallen in het bovenstaande overzichten; De depositie is uitgedrukt in mol/hectare/jaar. Maatschap J.T. & A.T.F. Kemme - Krimwei 2-2a - Jutrijp [VI agrifirm w A exian
Bijlage 6 Ii : i iiak depositieberekening vergunde situatie Naam van de berekening: Kemme VS Gemaakt op: 26-02-2015 13:04:42 Zwaartepunt X: 173,900 Y: 556,300 Cluster naam: Kemme. Mts J.T. & A.T.F. - Jutrijp Berekende ruwheid: 0,17 m Emissie Punten: Volgnr. BronlD X-coord. Y-coord. Hoogte Gem.geb. Diam. Uittr. snelheid Emissie hoogte 1 Ligbcxenstal 173 869 556 336 1,5 1,5 0,5 1,00 1 745 Gevoelige locaties: Volgnummer Naam X coördinaat Y coördinaat Depositie 1 AF Rand 168 148 569 042 0,11 2 VOM Rand 196 069 562 658 0,07 3 RMB Rand 187 414 543 790 0,06 Details van Emissie 'unt: Ligboxenstal 8231) Volgnr. Code Type Aantal Emissie Totaal 1 A 1.100.1 Melkkoeien 150 9.5 1425 2 A3 Vrouwelijk jongvee 82 3.9 319.8 561300 560795 560290 559785 559280 558775 558270 557765 557260 556755 556249 555744 555239 554734 554229 553724 553219 552714 552209 551704 j) 4} r ni) W KJX r \ 'i \ r 1 üu / V A 0 J- r-' \ ( \ \ r \ \ V <s ) ) ^>)V ) > / r / k / / ^ \ l i \, \ u 5-" / - 2 0 / / A y y - \ U / A /.0 /I r / O c - 2 A_ - 1.u ^ ^ 0 ou>ou>oioou>ou>'-so^<o«-<o^so*-<o «io^'-ncxicocotj--ïtmio<o<ots.h..i]oco<j»<ï> coäö^c>q'--'-cmmoco'^'^mir>(oa3t^n-co Maatschap J.T. & A.T.F. Kemme - Krimwei 2-2a - Jutrijp V M agrifirm exian
Bijlage 7 chting vergunde situatie 2004 Onderstaand overzicht geeft een weergave van de vergunde dieraantallen conform de 8.19 melding van 24 december 2004. In onderstaande tabel is een onderverdeling gemaakt. De melding van 2004 is de vigerende vergunning. Rav code Omschrijving conform Rav Aantal dieren NH3/dier NH3 totaal 1 i Ligboxenstal A 1.100.1 Melkkoeien; overige huisvestingssystemen; beweiden 150 9,5 1425,0 Jongveestal A3 Vrouwelijk jongvee tot 2 jaar 82 3,9 319,8 Totaal 1744,8 Maatschap J.T, & A.T.F. Kemme - Krimwei 2-2a - Jutrijp la agrifirm > M exian
Bijlage 8 Toeiichting Voorgenomen situatie Onderstaand overzicht geeft een weergave van de voorgenomen omvang. De gegevens uit onderstaand overzicht zijn ingevoerd in de ammoniak depositieberekening van de voorgenomen omvang (bijlage 13). Rav code Omschrijving conform Rav Aantal dieren NH3/dier NH3 totaal Ligboxenstal A1.100.1 Melkkoeien; overige huisvestingssystemen; beweiden 150 9,5 1425,0 Jongveestal A3 Vrouwelijk jongvee tot 2 jaar 82 3,9 319,8 Totaal 1744,8 Toelichting bij de ingevoerde parameters: De coördinaten van de gebouwen zijn bepaald via de website www.ruimtelijkepiannen.nl; In bijlage 2 is een toelichting gegeven op de gehanteerde parameters voor de gebouwen; In de depositieberekening zijn de emissies uitgedrukt in kg NHs conform de aantallen in het bovenstaande overzichten; De depositie is uitgedrukt in mol/hectare/jaar. Maatschap J.T. & A.T.F. Kemme - Krimwei 2-2a - Jutrijp laagrifirm > M exian
Bijlage 9 ^ Tif tniak Voorgenomen situatie Naam van de berekening: Kemme VO Gemaakt op: 26-02-2015 13:35:53 Zwaartepunt X: 173,900 Y: 556,300 Cluster naam: Kemme. Mts J.T. & A.T.F. - Jutrijp Berekende ruwheid: 0,17 m Emissie Punten: Volgnr. BronID X-coord. Y-coord. Hoogte Gem.geb. lam. Uittr. snelheid Emissie hoogte 1 Ligboxenstal 173 869 556 336 1,5 1,5 0,5 1,00 1 425 2 Jongveestal 173 908 556 346 1,5 1,5 0,5 1,00 320 Gevoelige locaties: Volgnummer Naam X coördinaat Y coördinaat Depositie 1 AF Rand 188 148 569 042 0,11 2 VOM Rand 196 069 562 658 0,07 3 RMB Rand 187 414 543 790 0,06 Details van Emissie Punt: Ligboxenstal 8231) Volgnr. Code Type Aantal Emissie Totaal 1 A 1.100.1 Melkkoeien 150 9.5 1425 Details van Emissie Punt: Jongveestal (8232) Volgnr. Code Type Aantal Emissie Totaal 1 A3 Vrouwelijk jongvee 82 3.9 319.8 561300 560795 560290 559785 559280 558775 558270 557765 557260 556755 556249 555744 555239 554734 554229 553724 553219 552714 552209 551704 S u V-' r ' \ A Pi \ / - ' \ 1 01 > / V ( - 7 0" k > / \ ) / \ r V \ / 2 5"" / / & k Lvgj 2 / J > r O y - 1?i / A <3 / r ^.U \ / - 2,5 \ s - A 1.u A 01AOIAOIOOIAOLr>*-CD aoö>o»oo*-"*-emc>ic»>co'^ <D(OtDI^ s.kls.rs.h..n. s,.k =-t] A <O<ON-h-c0B)Ö>O» Maatschap J.T. & A.T.F. Kemme - Krimwei 2-2a - Jutrijp agrifirm > M exian
Bijlage 10 Machtiging MACHTIGING Hierbij machtigt ondergetekende, de heer J.T. Kemme namens Maatschap J.T. & A.T.F. Kemme de heer J. Keizer werkzaam voor Exian, p/a Postbus 1033, 7940 KA Meppel, om zijn belangen inzake de Natuurbeschermingswetvergunning op het perceel Krimwei 2-2a te Jutrijp met recht van substitutie in en buiten rechte te behartigen. Jutrijp, 26 februari 2015 Handtekening de heer J.T. Kemme Maatschap J.T. & A.T.F. Kemme Krimwei 2-2a 8623 XT Jutrijp Maatschap J.T. & A.T.F. Kemme - Krimwei 2-2a - Jutrijp agrifirm > M exian
GEMEENTE WYMBRITSERADIEL r Aan Maatschap Kemme Sladslaan 75 8651 AC IJlst Tf-ri-mtiioi 9 (tegenover het station NS) ^ Correspondentie-adres; postbus 14 8650 AA IJlst Telefax 05155-4211 Telefoon 05155-4444 Doorkiesnummer 4277 8623 XT JUTRIJP GJ/AW/1484 1 september 1992 Onderwerp. Aanvraag hinderwetvergunning (nr. 21-92) 1".; Geachte maatschap, BESCHIKKING Op 31 maart 1992 hebben wij van u een aanvraag ontvangen om vergunning ingevolge de Hinderwet voor het oprichten en in werking hebben van een veehouderij bedrijf met twee kuilsilo's op het perceel Krimwei 2/2a (bedrijfswoning) te Jutrijp. Tegen deze aanvraag zijn geen bezwaren ingebracht. Door uw inrichting mogelijk daarbuiten te veroorzaken gevaar, schade of hinder kan door het stellen van voorschriften zoals in de bijlage staan vermeld, voldoende worden ondervangen. De ontwerp-beschikking is op 6 augustus 1992 bekend gemaakt. Tot en met 20 augustus 1992 bestond de mogelijkheid schriftelijk bezwaren in te dienen tegen de ontwerp-beschikking. Van deze gelegenheid is eveneens geen gebruik gemaakt. Wij hebben daarom, gelet op de bepalingen van de Hinderwet en de Wet algemene bepalingen milieuhygiëne, besloten u de gevraagde vergunning te verlenen, zulks overeenkomstig de gegevens vervat in de aanvraag en met inachtneming van de in de bijbehorende bijlagen vermelde voorschriften. Voor zover voor u van toepassing, wijzen wij u er op, dat bij de indiening van een beroepschrift bij de Afdeling voor de geschillen van bestuur van de Raad van State, een bedrag van f 150, wegens griffierecht moet worden gestort op girorekening 507590 of bankrekening 60.01.68.353 (De Nederlandsche Bank) ten name van de Raad van State. Wordt tegelijk schorsing van onze beschikking gevraagd, dan moet voor het beroepschrift f 150, worden betaald en voor het schorsingsverzoek f 75, Bij de betaling dient te worden vermeld waarvoor deze dient. Een exemplaar van de kennisgeving als bedoeld in artikel 31, tweede lid onder c van de Wet algemene bepalingen milieu- Postbank 84 66 21 / Bankrelatie: Rabo-bank Heeg-IJIst e.o. rek.no. 3261.06.014
hygiëne doen wij u hierbij eveneens toekomen. Indien u nadere inlichtingen over deze brief wenst, kunt u bellen met de heer G. Jonker, telefoon 05155-4277. Hoogachtend, Burgemeester en wethouders van Wymbritseradiel,, burgemeester (B.W. Cazemier) (, secretaris ( \ \ \i Atsma) C' Bijlagen; diversen.
Gem. Wymbritseradiel INGEKOMEN 3 1 mir 1392 Reg. no. DOS3. no. " y2. GEMEÈHTE WYMBRITSERADIEL AANVRAAé* lyinde^tvergüiraing tevens befchri'jving (art. 5) Behoort bij besluit van B&W van Wymbritseraciei d.d. -11 - G T. 1 SEP 1992 Oe secretaris, i/tii NAAM VAN VERZOEKER ADRES c POSTCODE EN WOÖNP /T verzoekt: vergunning tot het oprichten en in werking hebben vergunning tot het wijzigen, dari wel veranderen van de gebezigde werkwijzen TELEFOON /y ^4'.^ vergunning tot het uitbreiden I in verband met de uitbreiding/ ' wijziging, voor welke reeds vergunning werd Verleend, een nieuwe de gehele inrichting omvattende vergunning ''1'^ Van/voor/ in de navoj.gende inrichting: (2) I C. GELEGEN AAN HET ADRES, PLAATS PLiWiTS EN DATÜM JéJl BIJ DIT VERZOEK OVER TE LEGGEN: een nauwkeurige beschrijving van de plaats waar de inrichting zal j g^edsflvis gevestigd èn een opgave van hetgeen in, de inrichting zal worden verricht, vervaaraigd of verzameld, benevens van de beweegkracht, welke daarbij wordt gebezigd (hierbij kan van het bijgaande formulier gebruik worden gemaakt); een bouwkundige piattegrpndtekèning, in vijfvoud, op schaal niet kléiner dan 1:250, doch bij voorkeur 1:100, de uit-inwendige samenstelling van de in richting en toebehoren aangevend, in bijzondere gevallen kan worden toegestaan dat met een kleinere schaal genoegen wórden genomen.
NAUWKEURIGE BESCHRIJVING PLAATS WAAR DE INRICHTING ZAL WORDEN CU GEVESTIGD Straat en nummer: Plaats + postcode: Tel. nr. : Kadastrale gemeente: Sectie: Nummer(s): OMSCHRIJVING 09J9M- IT0(> B j Jy \ Van hetgeen in de inrichting zal worden verricht, vervaardigd of verzameld: (3) tu (/4A/ >?i>ivgvi:g ALS BEWEEGKRACHT ZAL/ZULLEN WORDEN AANGEWEND: (4) 7..AdoToii l?,oi/ßw/.ome/5 -I /I vv 'H KW 6. - Ad m 1 ^'Lv'!> 0 loo IH /IA w r V IX ^ 'f y^rx./vi'^ -c /r.i/ AAaToit tlao'p 1 IC 'Lt, IjM K\ ^ 7- MfJ KMA/'Ui/Jf. ^ b ku/ M icu'a ^l A2j:fK kw o" KoSlMtTof^ ii. kw K\rP.c MoTofi. NADERE GEGEVENS: <5) J ^ nl 'im TJfJli l3oo^ L) = Ut ''M [Li ) jj^ JiL L hi.l. h f. H'<. sl_ 2 P /iih..7 / 11. kw TOEKOMSTIGE ONTWIKKELINGEN: (6) PLAATS EN DATUM A uf ikïj h i MAAf-r 7Wui / / Bezoekadres: Stadslaan 75 8651 AC IJ1st Correspondentieadres: Postbus 14 8650 AA IJlst zie voor noten de toelichting bij dit formulier.
GEMEENTE WYMBRITSERADIEL BIJLAGE BIJ AANVRAAG HINDERWETVERGUNNING Formulier voor aanvullende informatie, overleggen bij het verzoek om vergunning voor melkrundveehouderij. NAUWKEURIGE BESCHRIJVING Behorende bij het verzoek van (datum): Ingediend door - naam: 1 - X ^ Postcode en woonplaats: ^ PLAATSAANDUIDING, DOEL EN OMVANG VAN DE INRICHTING Straat en nummer: f ^ > Kadastrale gemeente: - Sectie: Nummer(s): De inrichting zal dienen voor:,//jujtjny.c/aa2. Bedrij fsgrootte: ^ Qp // /j. f- Stalsoort: ligbox/fri,egg7mon ^nritp, stal c 1. De omvang van de inrichting bedraagt maximaal TE REALISEREN <*) REEDS AANWEZIG (**) A. mestkalveren mestkalveren B. raeststleren mestscieren ^ O melkkoeien raelkoeien D. 2. jongvee jonger 1 jaar jongvee jonger 1 jaar E. jongvee ouder 1 jaar jongvee ouder 1 jaar F. mestvarkens mestvarkens G. drachtige fokzeugen drachtige fokzeugen H. fokzeugen met biggen fokzeugen met biggen I. J. 2. Inhoud gierkelder; m3 afm. 3. Inhoud raestopslag (1): kelder/lagune/silo I 0 0 O ra3 afm., Inhoud mestopslag (2) : kelder/lagune/silo t^pp m3 afm. ITIIÏUIST; 4. Inhoud mestopslag (3) : ' k elder/lagune/silo m3 afm. VTfamSTA 5. Op de opslagplaats voor vaste mest kan maximaal: K/,V>'T. 113 mest worden opgeslagen 6. a. De vaste mest wordt afgevoerd met:... b. De vloeibare mest wordt afgevoerd met:. (*) altijd invullen (**) ook invullen bij uitèseiden of wijzigen
7. a. De vasce mest wordt afgevoerd naar: N/.V.T, b. De vloeibare mest wordt afgevoerd naar: 7t 8. a. De afstand tussen de opslagpl^aat van vaste mest en de dichcsbijzijnde woningc*) bedraagt circa...j3o praeter. b. De afstand tussen de opsl^ sl aats van vloeibare ijiést/opslag plaats van gier en de dichtsbijzijnde woning^'^) bedraagt circa W2P! praeter. 9. De afstand tussen de stallen van de inrichting waarvoor v^zunning wordt aangevraagd en de in 7 bedoelde woning bedraagt circa ^30, praeter. 10. De in 7 bedoelde woning is: Q een burgerwoning 11. De bedrijfsruimteä/stallen worden geventileerd^^^^ de dak en cira een woning bij een bedrijf uit de agrarische sector (en) bevind(en)t zich: meeer buvetl (de nok van) het meter boven de begane grond. 12. Van de ventilatoren bedraagt het vermogen en het toerental: ^ ^kw. omw /min. kw kw omw/min. omw/min. c: 13. In de inrichting is opslag van: I -r propaan -it olie 14. De inhoud van de opslagtank voor_ toltu op tekening aangegeven met TAVK i-s voor op tekening aangegeven met is 15. De opgeslagen olie is van de soort: dieselolie in tank(s) I I huisbrandolie in Cank(s) _m3 m3 16. De olie wordt 1 opgeslagen De olietank(s), op CekeningïLaangegeven met TAUfC ^ geplaatst. De olietank(s), op tekening aangegeven met geplaatst. is (zijn) bovengronds is (zijn ondergronds 17. Lozing spoel-en schrobwater: kelder/iiulüil."iiig/apui.'bo opelag 18. Opslag landbouwbestrijdingsmiddelen: O 19. Opslag geneesmiddelen: W f\ r\ t DD^ ) IH- V\ hit Q L otr HANDTEKENING AANVRAGER bezoekadres: Stadslaan 75 8651 AG IJlst Correspondentieadres; Postbus 14 8650 AA IJlst (*) De eigen woning buiten beschouwing gelaten.
Voorblad Voorschriften behorende bij de vérgunning ingevolge de Hinderwet ten behoeve van de inrichting van mts. Kenuae, Krimwei 2/2, 8623 XT Jutrijp pag. Algemene Voorschriften 2 II Voorschriften met betrekking tót afval c- III Voorschriften met betrekking tot mest en mestopslag 6 IV. Voorschriften mét betrekking tot de bovengrondse opslag van diesélolié (IIÖO 1) V Brandpreventieve voorschriften (totaal 9 bladzijden) L, Behoort bij besluit van B &W van Wymbritseradie! d.d. 1 SEP 1 992 no. l I - C1X De èecretarls;
Algemene voorschriften 1. De geluidbelasting (LAeq) afkomstig van de in de inrichting aanwezige installaties, machinerieën en werktuigen, alsmede veroorzaakt door de werkzaamheden binnen de inrichting, mag, gemeten en/of berekend volgens de methode aangegeven in de I.C.G.-publikatie IL-HR-13-01, op de referentiepunten aangegeven op de overzichtstekening op 1,8 m hoogte boven het maaiveld niet meer bedragen dan : c 50 db(a) van 06.00 tot 19.00 uur; 45 db(a) van 19.00 tot 23.00 uur; 40 db(a) van 23.00 tot 06.00 uur; 2. Onverminderd voorschrift 1 mogen piekwaarden (L max), die een gevolg zijn van de in de inrichting aanwezige toestellen en installaties, alsmede van de in de inrichting verrichte werkzaamheden in ieder geval op de aangegeven referentiepunten op 1,8 m hoogte niet meer bedragen dan 20 db(a) boven de in voorschrift 1 toegestane equivalente geluidniveaus (LAeq). 3. De voorschriften 1 en 2 zijn niet van toepassing op het laden en lossen ten behoeve van de inrichting voor zover dit plaatsvindt tussen 06.00 en 19.00 uur. 4. De apparatuur dient trillingsvrij te worden opgesteld en mag geen storing veroorzaken in radio- en televisie- ontvangst en mag de werking van zendapparatuur niet beïnvloeden. c 5. De gehele inrichting, met inbegrip van het bijbehorend terrein, moet schoon worden gehouden en voortdurend in een goede staat van onderhoud verkeren. 6. De elektrische installatie moet voldoen aan de voor- schriften, zoals aangegeven in de norm NEN 1010. 7. Eventueel aanwezige bestrijdingsmiddelen en medicijnen moeten worden bewaard in een hiervoor speciaal ingerichte kast. De bodem van de kast moet een vloeistofdichte bak vormen die de gehele voorraad kan bevatten. De kast moet met slot en sleutel gesloten zijn. 8. De opslag van oliën, koelvloeistof, ontvetter (voor zover aanwezig) in vaatwerk e.d. dient plaats te vinden boven een vloeistofdichte vloer met opstaande randen, zodat een bak ontstaat die de inhoud van het grootste vat, vermeerderd met 10 % van de inhoud van de overige vaten, kan bevatten.
9. Ramen van de stallen moeten, voorzover zij geen functie hebben voor de luchtverversing in de stallen, gesloten worden gehouden. Deuren moeten gesloten zijn behoudens gedurende het doorlaten van personen, dieren of goederen. 10. Als in de stallen danwel op of nabij het erf ongedierte voorkomt, zoals ratten, muizen of insekten, dienen doelmatige bestrijdingsmaatregelen te worden getroffen. 11. Het voer, met uitzondering van ruwvoer, moet worden bewaard in uitsluitend voor dit doel gebezigde bewaarplaatsen die rat- en muiswerend zijn ingericht. 12. Tijdens het vullen van kunstmest- of voedersilo's moeten maatregelen zijn getroffen om verspreiding van stof buiten de inrichting tegen te gaan. 13. Kadavers van dieren mogen niet op het terrein van de inrichting worden begraven. Zij dienen zo spoedig mogelijk op de geëigende wijze uit de inrichting verwijderd te worden. 14. Als op de ventilatiekokers op het dak van stallen een regenkap is aangebracht, moet deze zodanig zijn uitgevoerd dat de luchtstroom naar boven blijft gericht. 15. In de inrichting mogen ten hoogste 232 stuks vee aanwezig zijn. Op grond van de "Regeling aanwijzing diersoorten en hun mestproductie" is de volgende onderverdeling te maken: - melkkoeien 150 stuks - vrouwelijk jongvee ouder dan 1 jaar 30 stuks - vrouwelijk jongvee jonger dan 1 jaar 52 stuks De maximaal toegestane mestproductie van mts. Kemme bedraagt 90 ha X 125 = 11250 kg fosfaat (P^Os) /jaar. De omvang van de mestproductie, uitgedrukt in kilo's fosfaat, volgens eerdergenoemde regeling bedraagt bij de in de aanvraag vermelde veebezetting : - melkkoeien 150 x 41 = 6150 kg - vrouwelijk jongvee > 1 jaar 30 x 18 = 540 kg - vrouwelijk jongvee < l jaar 52 x 9 = 468 kg De totale mestproductie bedraagt bij genoemde veebezetting 7158 kg fosfaat/jaar. 16. In de toekomst kunnen wettelijke regelingen (bijvoorbeeld regelingen in verband met de Meststoffenwet) aanpassing van de in voorschrift 15 genoemde waarden voor wat betreft de mestproduktie noodzakelijk maken.
17. Indien blijkt dat de bodem en/of het grondwater is verontreinigd of aangetast, anders dan ten gevolge van een gewoon voorval in de zin van artikel 22 Wet bodembescheming (Stb. 1986, 374), dient degene die de inrichting drijft hiervan melding te doen aan de vergunningverlener. Van het voornemen tot bodemsanering over te gaan moet tenminste een maand voordat de sanering plaatsvindt, melding worden gedaan bij Gedeputeerde Staten van de provincie Friesland. Bij deze melding moeten gegevens worden verstrekt omtrent de resultaten van met het oog op de sanering verricht onderzoek en het tijdstip waarop met de sanering zal worden aangevangen. 18. Degene die de inrichting drijft is overigens gehouden te doen en na te laten hetgeen redelijkerwijs gevergd kan worden om gevaar en schade dan wel hinder buiten de inrichting te voorkomen of te beperken. n c
Bi-ilaae II Voorschriften met betrekkincr tot afval G 1. Er mogen geen afvalstoffen, in welke vorm en hoeveelheid dan ook, worden gestort, begraven of verbrand op het terrein van de inrichting. 2. Vaste afvalstoffen dienen, in afwachting van verwijdering uit de inrichting, te worden bewaard op een speciaal daarvoor bestemde plaats. Deze afvalstoffen dienen zodanig te zijn verpakt of afgedekt, dat ze zich niet in de omgeving kunnen verspreiden. 3. Vloeibare afvalstoffen dienen, in afwachting van verwijdering uit de inrichting, te worden bewaard in goed gesloten en hiervoor geschikte vaten. Chemische afvalstoffen moeten conform de richtlijnen in de Wet Chemische Afvalstoffen worden afgevoerd. De vaten moeten conform de uitgangspunten van voorschrift 5 worden bewaard. 4. Vaste en vloeibare afvalstoffen moeten op regelmatige tijden met daartoe geschikte transportmiddelen worden afgevoerd naar daartoe geëigende inrichtingen. 5. De opslag van oliefilters, afgewerkte olie, verfresten afgewerkte ontvetter e.d. voor zover aanwezig, dient te geschieden in vloeistofdichte vaten, die zijn geplaatst op een vloeistofdichte vloer met opstaande randen. De aldus gevormde bak moet de inhoud van het grootste vat kunnen bevatten. De opslagplaats moet tegen inregenen beschermd zijn. C;
Bijlage III Voorschriften met betrekking tot mest en meatopslaa c; 1. Behoudens ter bemesting van grond volgens de normale 1andbouwpraktijken mag het terrein van de inrichting niet worden bevloeid of op andere wijze van mest of gier worden voorzien. 2. Dunne mest en gier moet worden opgeslagen in de hiervoor bestemde vloeistofdichte opslagruimtes, te weten de mestkelders onder de ligboxenstal (totaal 1000 m"), en de mestkelder onder de open frontstal (500 m"). 3. Bij het verwijderen van mest en gier mag de omgeving niet worden verontreinigd. Transport van dtinne mest en gier moet daarom geschieden in volledig gesloten tankwagens, die in een zindelijke staat moeten verkeren. 4. Op het terrein van de inrichting mag geen mest worden gedroogd of verbrand. 5. Spoel- en/of schrobwater uit de stallen en uit het melktanklokaal moet worden afgevoerd naar de in voorschrift 2 omschreven ruimtes. 6. Het ledigen van de mestkelders mag naar behoefte geschieden tenzij wettelijke regelingen van rijks en/of provinciale overheid dit verbieden. De gezamenlijke opslagcapaciteit van de mestkelders is in yerband hiermee 1500 m'.
Biilaae IV Voorschriften met betrekking tot de bovengrondse opslag van dieselolie t3000 H 1,. In de tank mag slechts een brandbare vloeistof worden opgeslagen, waarvan het vlampunt hoger dan 55 C is gelegen. 2. De stijfheid en sterkte van de tank moeten voldoende zijn om schadelijke vervorming als gevolg van overdruk bij vulling of overvulling te voorkomen, terwijl de dichtheid onder alle omstandigheden moet zijn verzekerd. 3. De ondersteunende constructie van de tank moet uit onbrandbaar materiaal bestaan. Op plaatsen waar kans op verzakking bestaat, moet een doelmatige fundering zijn aangebracht. 4. Een buiten opgestelde tank moet ten minste 3 m van een gebouw of een bewaarplaats van brandgevaarlijke stoffen zijn verwijderd, tenzij de wand van het gebouw of de bewaarplaats een brandwerendheid" bezit van ten minste 60 minuten. De afstand tussen een tank en de erfscheiding moet ten minste 3 m bedragen. 5. De tank moet zijn voorzien van een ontluchtingsleiding met een inwendige middellijn van ten minste 30 mm. De ontluchtingsleiding moet buiten uitmonden en tegen inregenen zijn beschermd. 6. Indien een niveau-aanwijzing of peilinrichting is aangebracht moet deze zodanig zijn ingericht dat het uitstromen van vloeistof uit de tank, ook door verkeerde werking of door breuk, onmogelijk is. r' 7. In elke aansluiting op de tank beneden het hoogste vloeistofniveau en in de toevoerleiding naar het verbruikstoestel moet zo dicht mogelijk bij de tankwand een metalen afsluiter zijn geplaatst. Deze moet zodanig zijn uitgevoerd dat duidelijk is te zien of de afsluiter is geopend, dan wel gesloten. 8. Het uitwendige van de tank en de leidingen moet afdoende tegen corrosie zijn beschermd. 9. Eventuele leidingen moeten bovengronds zijn gelegd.
10. De tank moet zijn omgeven door een vloeistofdichte omwalling of muur. De omwalling of muur moet samen met de vloer een vloeistofdichte bak vormen. De inhoud van de vloeistofdichte bak moet ten minste gelijk zijn aan de inhoud van de tank. Deze omwalling of muur moet voldoende sterk zijn om weerstand te kunnen bieden aan de als gevolg van een lekkage optredende vloeistofdruk. 11. De in voorschrift 10 omschreven bak moet afdoende tegen inregenen zijn beschermd door een afdak. 12. De gehele installatie van de tank en de leidingen moet vloeistofdicht zijn. 13. Het vullen van of aftappen uit de tank moet zonder morsen geschieden. c 14. De tank mag slechts voor 95% worden gevuld. 15. Onmiddelijk nadat de vloeistof in een tank is overgebracht en de losslang is afgekoppeld, moet de vulleiding met een goed sluitende dop of afsluiter worden afgesloten. 16. Leidingen, met uitzondering van flexibele verbindingsstukken, moeten zijn vervaardigd van metaal van voldoende mechanische sterkte. De verbindingen moeten onder alle omstandigheden even sterk zijn als de rest van de leiding. 17. De omgeving van een tank moet vrij van brandgevaarlijke stoffen worden gehouden. De begroeiing in de omgeving van een buiten opgestelde tank moet kort worden gehouden. C
bijlage v Brzmdpreventieve voorschriften 1. Op de met " P" bij benadering aangegeven plaatsen op de situatietekening I dienen poederblussers te worden aangebracht met tenminste 6 kg universeel bluspoeder. 2. De brandblusmiddelen dienen te allen tijde onbelemmerd bereikbaar en voor onmiddellijk gebruik gereed te zijn. c 3. De brandblusmiddelen dienen in goede staat van onderhoud te verkeren en moeten jaarlijks door een deskundige op hun deugdelijkheid en bruikbaarheid worden gecontroleerd en van een geldig controleteken zijn voorzien. 4. De inrichting moet te allen tijde goed bereikbaar zijn voor blus- en reddingsmaterieel.
20"08 i IJ BujtwiQ Bda^üz'l g anqaeoo ojnqus^osamooe ijjf.'yt ;3'nw;ï){ iviw3)f 1 hcitfi') Arilin ">1^^ ; 009e- 1.-^f- ii»ji»q : <1 oesi udidpuojb audöeq 1 j it dnainf!:awh3>ipt'h:r; fuapnolieeaap JOOA! ^^owö-d<jpcsos-z>[e>sb,[!.pg=.cios xso l - FiTzi:Eöen«J.w _
^ lo'osez, >uju»nu Suiws> B9 uezcny^oq B-Jiuap^ a»;(i»amir\j u» jnrwoeaiuou» joar. oanq BjasiHzl ounqueaobamoje J.'i'iff 1» '.'ti'-vt -jl ^rtï'v);» Jis/iV-Oi/^