Veilig Omgaan met Bitumen Een Praktische Gids



Vergelijkbare documenten
VOGELVLUCHT Laatste herziening: 16/10/2007, Versie 1.0 pagina 1 / 5

Bedankt voor uw vertrouwen in SUBESTA en tot ziens. Pagina 1 van 6

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD Pagina 1

*** VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD ***

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD Volgens EG-richtlijn 91/155/EEG en NEN/ISO

Chemische naam van de stof : Ammoniak oplossing, formule: NH4OH (waterige oplossing) Synoniemen : Ammonia

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD PODISAN

Veiligheid is geen toeval Observeer, denk na en grijp in

1. IDENTIFICATIE VAN DE STOF OF HET PREPARAAT EN DE ONDERNEMING

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD GripFactory TitaniumGrip Cleaner. Geschikt gebruik: Reiniger voor vloeroppervlakken.

Intercol bv. VEILIGHEIDS INFORMATIE BLAD volgens Europese Richtlijn No. 1907/2006 (REACH) volgens artikel 31

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD Volgens EG-richtlijn 91/155/EEG en NEN/ISO

Adres van de leverancier Koopvaardijlaan Gent België Telefoonnummer in geval van nood: Antigif Centrum

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD PODIGEEN

Tel.nr.voor : Nationaal Vergiftigingen Centrum Tel.nr: Bestanddelen Gewicht % CAS-Nr. EINECS-Nr. Ammonia <

Veiligheidsinformatieblad

PRODUCT VEILIGHEIDSBLAD pagina 1 van 5

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD volgens 2001/58/EG. Vanish Oxi Action Vlekverwijderaar. RECKITT Datum: BENCKISER Pag. : 1 van 5.

Sugarbait Versie Deze uitgave vervangt alle vorige uitgaven. Herzieningsdatum Printdatum

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD Volgens EG-richtlijn 91/155/EEG en NEN/ISO

ASEPTA FERTICHEL IJZER

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD Volgens EG-richtlijn 91/155/EEG en NEN/ISO

Dit product wordt niet als gevaarlijk beschouwd volgens de wettelijke bepalingen. Bijgevolg

BAKKER-HAVU B.V. Storm van s-gravensandeweg JL WASSENAAR - tel Samenstelling/informatie over de bestanddelen

Bij vergiftiging moet contact worden opgenomen met het Nationale Vergiftigingen Informatie Centrum. Uitsluitend door behandelend arts;

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD volgens 2001/58/EG. Silvo Zilverglans. Datum: BENCKISER Pag. : 1 van 5.

PC41. Industrie reiniger.

Muren en plafonds binnenshuis

Veiligheidsinformatieblad Volgens EG-richtlijn 2001/58/EG

Veiligheidsinformatieblad

: BRISE - KAARS ANTI TABAK

PROTERRUM Laatste herziening: 23/05/2016, versie 1.0 pagina 1 / 5

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD

Uitgave nummer: 2 Tel. +31 (0) Pagina 1 van 5 Fax: +31 (0) / E. Tacken

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD LX 5200 WIT

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD

Veiligheidsinformatieblad. In overeenstemming met 1907/2006/EG ISOL PRIMER

G 491 EROL cid Laatst bewerkt op: Pagina: 1 van 6

Veiligheidsinformatieblad

MSDS CARWASH MEGA SHAMPOO

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD volgens 1907/2006/EG, Artikel 31. FG Black Box - Pre-Wax Cleaner

VEILIGHEIDSFICHE. volgens de Europese Richtlijn 91/155/EEG. Naam van het product : ALGINET FLASH (Gevelreiniger) Datum : 01/12/2011 Pagina 1

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD PODISEPT

Veiligheidsinformatieblad

1. Indentificatie van de stof of het mengsel en van de vennootschap/onderneming. De Trompet DB HEEMSKERK Tel

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD Conform de Europese wetgeving (EC) No 1907/2006 (Reach)

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD

Veiligheidsinformatieblad Volgens EG-richtlijn 2001/58/EG

Tip-It Siliconenpakking Zwart

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD DRIEHOEK VLOEIBARE ZEEP NATUURLIJKE REINIGER NL

Veiligheidsinformatieblad volgens richtlijn 91/155/EEG

Productveiligheidsblad volgens 91/155/EEG Bladzijde 1/5

Chemische naam van de stof : Azijnzuur formule: CH3C00H. Bestanddelen Gewicht % CAS-Nr. EINECS-Nr. Azijnzuur <

Handelsnaam: * Identificatie van het product * - Aard van het product: dispersie op waterbasis

PRODUCT DATA-EN VEILIGHEIDSBLAD

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD PODISONIC

Scale. VEILIGHEIDS- INFORMATIEBLAD opgesteld volgens het veiligheidsinformatiebladenbesluit W.M.S.

Texaco Ruitensproeier antivries concentraat

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD Herziene uitgave nr : 1 REACh Datum : 1 / 6 / 2007

Mengsel van ethanol 96% (gedenatureerd met 3% isopropyl alcohol), gezuiverd water, chloorhexidine digluconaat 20% en azorubine.

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD

Dit Veiligheidsinformatieblad is samengesteld overeenkomstig de REACh Verordening (EG) Nr. 453/2010 Uitgiftedatum: Revisiedatum:

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD

Aanslag en beton verwijderaar voor industriele toepasingen.

Producent/leveranciers informatie. Straat/postbus: Zonnebaan 56. Telefoon: Telefax:

Veiligheidsblad p. 1 / 8

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD Op basis van richtlijn 91/155/EEG van de Commissie der Europese Gemeenschappen

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD. Veiligheidsinformatieblad voor producten volgens de EG-richtlijn 91/155 EEG Datum: Februari 2003 Blad 7/1 PLANTSCHOON RTU

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD Classificatie volgens 67/548/EEC of 1999/45/EC bijlage I

Veiligheidsinformatieblad

Veiligheidsblad p. 1 / 5

Veiligheidsinformatieblad volgens richtlijn 91/155/EEG

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD PODINAIL

SAFE MICROBIOLOGISCHE REINIGING

: BAYGON - Mieren Lokdoos

Veegpoeder Dust Free Groen

Productnaam Zône Brandspiritus 85%

Veiligheidsinformatieblad (MSDS)

1. Identificatie van de stof of het mengsel en van de vennootschap / onderneming

maart 2008 BENZEEN VGWM Gezondheid Veiligheid Welzijn A WAY OF LIVING Standaards voor professionals, wees alert!

VEILIGHEIDSMAATREGELEN BIJ HET 1431 SCHILDEREN IN BESLOTEN RUIMTEN 1 januari 1995

1 IDENTIFICATIE VAN DE STOF OF HET PREPARAAT EN DE VENNOOTSCHAP / ONDERNEMING.

VEILIGHEIDS INFORMATIE BLAD

Wettelijk verplichte gevaarsetikettering

BRALETZ PRODUCTS BVBA

Samengeperst gas, n.e.g. 70% stikstof, 30% kooldioxide UN-nummer: 1956 Opslagmethode: omgevingstemperatuur en hoge druk (> 150 bar)

1 IDENTIFICATIE VAN DE STOF OF HET PREPARAAT EN VAN DE ONDERNEMING

Veiligheidsinformatieblad volgens verordening (EG) 1907/2006

: B 250 SPORT 10L F/NL/P/E/D

Veiligheidsblad p. 1 / 5

1. IDENTIFICATIE VAN DE STOF OF HET PREPARAAT EN VAN DE ONDERNEMING

VGWM A WAY OF LIVING BENZEEN. Standaards voor professionals, wees alert!

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD. Veiligheidsinformatieblad voor producten volgens de EG-richtlijn 91/155 EEG Datum: Januari 2004 Blad 7/1

Spoelen met water, arts raadplegen indien irritatie aanhoudt Geen braken opwekken, veel water drinken, arts raadplegen. Veilligheidsblad tonen.

FORTAFOL Laatste herziening: 122/05/2014, Versie 2.1 pagina 1 / 7

Transcriptie:

Veilig Omgaan met Bitumen Een Praktische Gids VEILIGHEID is geen Toeval Veilig Omgaan met Bitumen

2005 Nynas Belgium AB Nynas Bitumen Afd. Communicatie, België Ontworpen en geproduceerd door Hesketh Design Limited, VK Oktober 2005 Nynas Veilig Omgaan met Bitumen 2005

Inhoud 1. Productinformatie Bitumen - algemeen 5 Bitumen - samenstelling 6 Bitumentypes 7 Bitumenpreparaten 8 Productkwaliteit 10 Andere bitumenproducten 11 4. Hantering & opslag Opslag van bitumen 35 Oxidatie 35 Mengen 36 Tankconstructie en inspectie 36 Ontluchtingspijpen en andere toebehoren 36 Reiniging en lediging van tanks 38 2. Gezondheid, veiligheid & milieu Classificatie van bitumenproducten 12 Bitumendampen 12 Waterstofsulfide 14 Brandwonden veroorzaakt door bitumen 15 Huidcontact met cutbacks en emulsies 16 Gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) 17 Eerste hulp in geval van letsel 18 Brandgevaar 19 Emissies en andere gevolgen voor het milieu 21 Voorkomen van ongevallen tijdens verwerking & transport 23 3. Distributie, transport, laden & lossen Distributie van bitumen 27 Labelen van voertuigen conform ADR-voorschriften 28 De verantwoordelijkheid van de leverancier 30 De verantwoordelijkheid van het transportbedrijf 30 Transportcontainers 31 Gebruik van flexibele slangen/leidingen 32 Veiligheidsinformatiebladen en transportkaarten voor noodgevallen 32 Laadplan - tankreiniging - controles 33 Staalname van bitumenproducten 34 Bijlagen 1. Controlelijst voor het laden van bitumen 41 2. Controlelijst voor het veilig leveren van bitumen 43 3. Bitumen-brandwondenkaart (Eurobitume publicatie) 45 4. Kaart m.b.t. het veilig omgaan met bitumen (Eurobitume publicatie) 47 5. Aanbevolen temperaturen voor opslag & hantering van bitumen (Eurobitume publicatie) 49 6. Nynas Bitumen Verkoopsadressen 51 7. Nynas Veiligheid - Gezondheid - Milieu - Kwaliteitsbeleid 53 Referenties Referenties 55 3

VOORWOORD Het in deze publicatie gegeven advies is een weergave van de kennis op dit moment van de gevaren en risico's in verband met het verwerken van bitumenproducten. Wanneer het product wordt vermengd met andere materialen, moeten de gebruikers hiermee rekening houden bij het identificeren van aanvullende gevaren en risico s die mogelijk kunnen ontstaan. De informatie in "Veilig omgaan met bitumen" is in de eerste plaats bedoeld voor personen die operationeel werken met bitumen bestuurders van tankwagens, operatoren in asfaltering en bitumendepots, wegenbouwers en ander productiepersoneel. Andere groepen die naar wij hopen gebruik zullen maken van deze publicatie zijn veiligheidsmanagers, personeelsmanagers van de bovengenoemde groepen, trainingscoördinatoren en diverse technici. Het doel van de auteurs is primair het voorkomen van ongelukken door de introductie van correcte procedures. Om een product met vertrouwen en met onveranderde kwaliteit te kunnen hanteren, is het noodzakelijk kennis te hebben van de inherente eigenschappen en kenmerken. Wij zijn van mening dat deze publicatie kan helpen bij het trainen van mensen om op een veilige en goede manier te werken met bitumen. Wij willen ook graag wijzen op de Nynas Veiligheidsinformatiebladen, beschikbaar voor alle Nynas-producten. Nynas heeft zich tot het uiterste ingespannen om de betrouwbaarheid te waarborgen van de informatie gebruikt in deze publicatie, maar geeft geen garanties en accepteert geen verantwoordelijkheid, al dan niet direct, voor schade of verlies, noch voor enige overtreding van de van toepassing zijnde internationale of lokale wetten, noch voor aantasting van rechten in het bezit van derden, als gevolg van het gebruik van deze publicatie. Uittreksels uit deze publicatie kunnen niet worden gebruikt voor commerciële doeleinden. Dit boekje is eveneens beschikbaar op onze website: www.nynas.com Nynas Veilig Omgaan met Bitumen 2005

1. PRODUCTINFORMATIE Bitumen - Algemeen Bitumen is een niet-vluchtig, hechtend en waterbestendig materiaal verkregen uit het residu van geselecteerde asfalteen-rijke ruwe aardolie, dat geheel of bijna geheel oplosbaar is in tolueen. Het is een viskeus en elastisch thermoplastisch materiaal, bruin tot zwart van kleur en zeer viskeus of bijna vast bij omgevingstemperatuur. Productinformatie Er zijn veel verschillende bitumens en bitumenproducten met zeer uitgebreide toepassingsvelden, in zowel wegenbouw als industriële fabricage. Bitumen wordt beschouwd als een constructiemateriaal. Bitumen is een groep stoffen gedefinieerd in EINECS ("The European Inventory of Existing Commercial Substances"; m.a.w. de Europese Inventaris van Bestaande Commerciële Stoffen). De stoffen, gedefinieerd als bitumens, worden opgelijst in het Concawe Productdossier 92/104 (Bitumens en bitumenderivaten). Er zijn 9 vermeldingen die worden gedefinieerd als bitumen. Bitumen wordt, vanuit een regelgevend standpunt, gezien als een substantie, hoewel het een complex mengsel is van koolwaterstoffen met hoog moleculair gewicht. Bitumen mag niet worden verward met koolteer, dat wordt geproduceerd uit zwarte kool door middel van destructieve destillatie bij hoge temperaturen. Koolteer is volkomen anders in chemische samenstelling en fysische karakteristieken. Koolteer is carcinogeen, terwijl bitumens niet geklasseerd zijn. Het mag ook niet worden verward met natuurlijke asfaltsoorten die niet-geraffineerde producten zijn. 5

Productinformatie Bitumen - Samenstelling Bitumen is een zeer complexe organische verbinding met hoog moleculair gewicht en rijk aan koolwaterstoffen, met koolstofnummers voornamelijk hoger dan C 25. Het bevat ook kleine hoeveelheden metalen zoals nikkel, ijzer en vanadium. Bitumen kan worden gescheiden in een asfalteenfase en een malteenfase door middel van precipitatie van de asfaltenen in een geschikt oplosmiddel (bv. hexaan of heptaan). De malteenfase kan op haar beurt met absorptiechromatografie worden gefractioneerd in harsen, verzadigde oliën en aromatische oliën. Asfaltenen zijn complexe aromatische materialen met een moleculair gewicht >2000 Dalton. Zij zijn voornamelijk opgebouwd uit koolstof en waterstof, maar zij bevatten ook zwavel, zuurstof en stikstof. De asfalteenmoleculen zijn vast en hebben een bruine tot zwarte kleur. Harsen bevatten dezelfde componenten als asfaltenen maar hebben een lager moleculair gewicht, variërend van 1000 tot 2000 Dalton. De moleculen zijn halfvast, kleverig en polair van aard. Zij zijn bruin van kleur. Verzadigde olie-moleculen zijn vaak vertakt en/of cyclisch (naftenen) met lange zijketens. De moleculen zijn zeer viskeus tot vast en het moleculair gewicht ligt voornamelijk tussen 500 en 1000 Dalton. De kleur varieert van wit tot geel. Aromatische oliën bevatten koolstof, waterstof en zwavel met minieme hoeveelheden zuurstof en stikstof. De moleculen hebben een nafteenaromatische structuur. Het moleculair gewicht ligt in hetzelfde bereik als voor de verzadigde oliën, terwijl de kleur iets donkerder is. Nynas Veilig Omgaan met Bitumen 2005

Bitumentypes Er zijn drie hoofdtypes bitumen (Ref. Concawe productdossier No.92/104, Bitumen en bitumenderivaten); Wegenbouwbitumen, gewoonlijk geproduceerd uit atmosferische destillatie van ruwe aardolie, gevolgd door verdere verwerking zoals vacuümdestillatie, thermische omzetting, halfblazen of solvensprecipitatie. Een combinatie van de processen kan worden gebruikt voor de productie van verschillende types. Wegenbouw, zoals de naam aangeeft, is de belangrijkste toepassing. Productinformatie Hard bitumen wordt in soortgelijke processen gefabriceerd als wegenbouwbitumen, maar is harder en breekbaarder (lagere penetraties en hogere smeltpunten). De belangrijkste toepassing is in de fabricage van vloeren, bitumenverven, verduurzaming van vezelplaat, enz. Geblazen bitumen (Luchtgeblazen), wordt geproduceerd door onder gecontroleerde voorwaarden lucht door een bitumenvoeding te voeren, al dan niet in aanwezigheid van een katalysator (bv. fosforzuur, ijzerchloride, enz.) Hierdoor wordt een product gecreëerd met een hoger smeltpunt en verminderde temperatuurgevoeligheid. De voornaamste toepassingen voor geblazen bitumen omvatten dakbedekkingsmateriaal, waterdicht maken, elektrische isolatie en vele andere bouw- en constructiematerialen. 7

Productinformatie Bitumenpreparaten In principe zijn er vier basistypes bitumenpreparaten op de markt. Gemodificeerde bitumens is bitumen waarvan de rheologische eigenschappen zijn veranderd, gewoonlijk door toevoeging van polymeer aan het bitumen. De gewenste technische prestatie van de bitumenformulering bepaalt de selectie van het polymeertype. Typische polymeren die worden gebruikt in de bitumenindustrie zijn elastomere polymeren bv. SBS (styreenbutadieenstyreen co-polymeer) of plastomere polymeren (polyethyleen) of polyethyleen co-polymeren zoals EVA (ethyleennvinylacetaat) en EBA (ethyleenbutylacrylaat). Gemodificeerd bitumen wordt gebruikt in wegbedekking, dakbedekking en het waterdicht maken van materialen. Cutbacks zijn mengsels van bitumen met vluchtige aardolieverdunners (petroleum, white spirit, enz), m.a.w. ze zijn meer vloeibaar, zodat hanteren en aanbrengen wordt vergemakkelijkt. Afhankelijk van het type verdunner kunnen de oorspronkelijke eigenschappen van het bitumen gedeeltelijk of volledig worden hersteld naarmate het oplosmiddel verdampt. Cutbacks worden voornamelijk gebruikt in wegdekreparaties en kleeflagen. Vloeibitumen is een mengsel van bitumen met vloeibare oliën om het product zachter te maken voor gebruik in bepaalde toepassingen. De vloeibare oliën zijn gewoonlijke hoogkokende destillaten of procesoliën. Na toepassing is er slechts beperkte verdamping van de vloeibare olie. Vloeibitumen wordt voornamelijk gebruikt voor zeer flexibele wegdekken in gebieden met een koud klimaat. Nynas Veilig Omgaan met Bitumen 2005

Bitumenemulsies zijn fijne dispersies van bitumen of bitumenpreparaten in water, waarbij het bitumen gewoonlijk de gedispergeerde fase is en water de continue fase. Voor de productie van bitumenemulsies wordt gebruik gemaakt van een colloidmolen om het bitumen of bitumenmengsel in het water te dispergeren. Sommige bitumenemulsies kunnen ook een vloeimiddel en/of oplosmiddel bevatten en de bitumenfase kan ook een bitumenpreparaat zijn dat polymeren bevat in de vorm van bv. SBS en/of hechtmiddelen, enz. Productinformatie Het bitumenresidu van een emulsie varieert tussen 40-80% en de toepassingstemperatuur varieert van omgevingstemperatuur tot ongeveer 90 C. Een hoger bitumengehalte leidt gewoonlijk tot een hogere toepassingstemperatuur. Bitumenemulsies worden geïdentificeerd door het type elektrische lading van de emulgator. Er worden drie types emulgator gebruikt: anionisch (basisch), kationisch (zuur) en niet-ionisch. In Europa worden de kationische emulsies het meest gebruikt voor bitumentoepassingen. Soms wordt een kleefmiddel aan bitumen toegevoegd om de adhesie van het mengsel te versterken. Sterk vergrote afbeelding van een bitumenemulsie. Bitumendeeltjes "drijven" in het water. 9

Productinformatie Productkwaliteit De kwaliteit van bitumen, evenals de gevaren voor gezondheid, veiligheid en milieu, kunnen beïnvloed worden door verontreiniging met lichte olieproducten. Bijvoorbeeld tijdens het transport, het aanbrengen van bitumenproducten of bij het reinigen van machines of voertuigen. Bij twijfel dient het product steeds opnieuw getest te worden om de kwaliteit te waarborgen. Zelfs kleine hoeveelheden oplosmiddel, benzine, stookolie of diesel kunnen de eigenschappen van bitumenfilms aanzienlijk veranderen. De hechtkwaliteit van bitumen (het vermogen te hechten aan steenmateriaal) kan afnemen. Dit kan schade veroorzaken aan afgewerkte oppervlakken, en leiden tot bijvoorbeeld gaten in het wegdek. Het is uitermate belangrijk dat bitumen Gat veroorzaakt door het morsen van brandstof op een asfaltoppervlak. op de juiste temperatuur wordt verwerkt en opgeslagen. Wanneer de temperatuur te laag is, zal de vermenging met het aggregaat ongelijkmatig zijn. Wanneer de temperatuur te hoog is, zullen de eigenschappen van het bitumen verslechteren en kan het afvloeien uit het aggregaat. De temperatuur waarop bitumen verpompt en vermengd kan worden is afhankelijk van het soort penetratiebitumen. Temperaturen worden berekend op basis van viscositeitsmetingen en ondersteund door operationele ervaring. Onzorgvuldig verwerken van een bitumenemulsie kan de kwaliteit van het wegdek beïnvloeden. Meer informatie kan men vinden in Bijlage 5 "Aanbevolen temperaturen voor opslag & hantering van bitumen (Eurobitume)". Nynas Veilig Omgaan met Bitumen 2005

Andere bitumenproducten Nynas biedt een groot assortiment bitumenproducten aan. Voor alle producten kunt u veiligheidsinformatiebladen en productinformatiebladen vinden op de Nynas-website: http://www.nynas.com Op verzoek kunnen ze ook worden opgestuurd. Productinformatie Voor verdere informatie kan men contact opnemen met één van de regionale Nynas verkoopskantoren. Verkoopsadressen en telefoonnummers vindt u in Bijlage 6. 11

2. GEZONDHEID, VEILIGHEID EN MILIEU Gezondheid, veiligheid & milieu Classificatie van bitumenproducten Bitumen is niet geclassificeerd als gevaarlijk voor gezondheid of milieu. Bitumen is niet opgenomen in Aanhangsel 1 van de "Dangerous Substances Directive (DSD)" (Richtlijn voor Gevaarlijke Stoffen), 67/548/EEG. Aangezien er geen geharmoniseerde EU-classificatie is voor bitumen is het onderworpen aan het principe van zelf-classificatie zoals gedefinieerd in de DSD. De classificatie van Nynas bitumen is conform met het Concawe-rapport 01/53 (Classificatie en etikettering van petroleumstoffen conform de EU-richtlijn voor gevaarlijke stoffen van augustus 2001) en het Concawe-rapport 01/54 (Milieuclassificatie van aardoliestoffen - Samenvatting en grondgedachte). Bitumenpreparaten die oplosmiddelen en/ of bepaalde emulgatoren bevatten, kunnen worden geklasseerd als gevaarlijk voor de gezondheid en/of voor het milieu. De classificatie van deze preparaten is specifiek, daar zij afhankelijk is van de classificaties en de hoeveelheid van de individuele bestanddelen. Daarom is het belangrijk de veiligheidssteekkaarten (SDS) te controleren. Ondanks de aanwezigheid van een kleine PAK-hoeveelheid zijn er geen aanwijzingen dat blootstelling aan onverdund bitumen, of de dampen ervan schadelijk is. Bitumendampen Verwarmd bitumen geeft dampen af die bestaan uit een gasfase en een aërosolfase. In het Engels wordt de gasfase vaak de halfvluchtige ("semivolatile") fase genoemd, terwijl de aërosolfase "blauwe rook" ("blue smoke") wordt genoemd. Publieke blootstelling aan bitumendampen wordt niet beschouwd als schadelijk maar blootstelling aan hoge concentraties bij het verwerken van heet bitumen kan leiden tot oogirritatie en ademhalingsproblemen. Hoewel er geen aanwijzingen zijn dat zelfs langdurige blootstelling aan bitumendampen schadelijk is voor de gezondheid, wordt desondanks geadviseerd elke onnodige blootstelling te vermijden. Bitumen bevat zeer lage concentraties polycyclische aromatische verbindingen (PAK), waar van sommige is bekend dat zij carcinogeen zijn. De PAK-concentratie is lager in het bitumen dan in de ruwe olie zelf, daar het productieproces een vacuümdistillatiestap omvat, waarin nagenoeg alle PAK worden verwijderd. In onverdund bitumen worden de PAK niet beschouwd als biologisch beschikbaar. Wanneer het bitumen echter wordt vermengd met verdunningsmiddelen, resulterend in een eindproduct met lage viscositeit bij omgevingstemperatuur, gaat men ervan uit dat deze biologisch beschikbaar worden. Nynas Veilig Omgaan met Bitumen 2005

Blootstellingsmetingen bij wegenbouwwerkzaamheden hebben aangetoond dat de lichte oliemoleculen, die zich in de geïnhaleerde lucht bevonden, grotendeels afkomstig zijn van oplosmiddelen (zoals bv. dieselolie), die bij het aanbrengen van het bitumen gewoonlijk worden gebruikt als reinigingsmiddel. Door te werken bij een correcte temperatuur en met de juiste bitumenproducten te werken voor elke specifieke toepassing, kan de dampvorming worden verminderd. Het is raadzaam te streven naar een goede werkomgeving waarin alle onnodige blootstelling wordt vermeden. In bepaalde toepassingen, bijvoorbeeld indoor werkzaamheden met mastiekasfalt (in tunnels, gebouwen of uit meer verdiepingen bestaande parkeergarages) kan het blootstellingsniveau hoog zijn. In deze gevallen moet voor voldoende ventilatie worden gezorgd (bv. tunnelventilatoren) en is het van essentieel belang dat de aanbevolen beschermende uitrusting wordt gebruikt. Door de aanwezigheid van een oplosmiddel, kunnen cutbacks duizeligheid of misselijkheid veroorzaken bij het gebruik in besloten ruimtes. Ook onder deze omstandigheden wordt altijd voldoende ventilatie aanbevolen. Er is geen beroepsmatige blootstellingslimiet (OEL) voor bitumendampen ingesteld in de EU, maar de meeste Europese landen hebben hun eigen drempelwaarde en/of korte termijnblootstellingslimiet vastgelegd. Wij willen erop wijzen dat deze waarden per land kunnen verschillen. Voor meer gedetailleerde informatie verwijzen wij naar deel 8 van de Veiligheidssteekkaarten. Gezondheid, veiligheid & milieu BEHEERS DE TEMPERATUUR OM DAMPVORMING TE VERMINDEREN. GEBRUIK GEEN DIESELOLIE ALS OPLOS- OF REINIGINGSMIDDEL. Bitumendampvorming in functie van de verwerkingstemperatuur Bitumendamp Zacht Bitumen Hard Bitumen Temperatuur (ºC) 13

Waterstofsulfide Gezondheid, veiligheid & milieu Bij het verwarmen van bitumen komen zowel waterstofsulfide als koolwaterstoffen vrij. Bij werkzaamheden in open lucht zal het waterstofsulfide waarschijnlijk geen gevaar vormen voor de gezondheid. Waterstofsulfide kan zich echter ophopen in besloten ruimtes en in de vrije ruimtes van bitumenopslagtanks. Ze kunnen er potentieel gevaarlijke concentraties bereiken en er kunnen zelfs fatale concentraties ontstaan. De geurdrempel van waterstofsulfide is zeer laag en kan zelfs lager dan 1 ppm waargenomen worden. Men kan niet vertrouwen op de typische geur van rotte eieren als waarschuwing voor de aanwezigheid van gevaarlijke concentraties, omdat het gas zelfs bij concentraties ruim onder het gevaarsniveau snel het reukvermogen verdoofd. Langdurige blootstelling aan concentraties boven 50 ppm irriteert de ogen en de slijmvliezen in het ademhalingsstelsel en kan hoesten, hoofdpijn, duizeligheid, misselijkheid en braken veroorzaken. Blootstelling aan hoge concentraties (hoger dan 500 ppm) kan resulteren in een snel bewustzijnsverlies. Bij hoge concentraties bestaat ook het risico van stuiptrekkingen, verlamming van het ademhalingsstelsel en blijvend zenuwletsel. ALVORENS BESLOTEN RUIMTES IN BITUMENTANKS TE BETREDEN, DIENT MEN STEEDS HET GEHALTE AAN WATERSTOFSULFIDE TE CONTROLEREN. Nynas Veilig Omgaan met Bitumen 2005

Brandwonden veroorzaakt door bitumen Bitumen wordt meestal gefabriceerd, opgeslagen, getransporteerd en verwerkt bij temperaturen hoger dan de 100 C. De meest voorkomende verwondingen als gevolg van het werken met bitumen zijn brandwonden, in veel gevallen veroorzaakt door onachtzaamheid. Er bestaat een groot risico dat personeel kan worden bedekt met heet bitumen wanneer flexibele leidingen barsten of vrachtwagens overkoken. Het is daarom uitermate belangrijk dat de juiste instructies worden gevolgd en het is raadzaam een veiligheidsdouche in de buurt te hebben van de laad- / losruimte (binnen een straal van 20m). Contact met heet bitumen veroorzaakt ernstige brandwonden op de blootgestelde huid. Gezondheid, veiligheid & milieu Ongelukken gebeuren vaak tijdens het nemen van stalen uit tanks zonder dat men de correcte uitrusting of ervaring heeft voor het openen van de staalnameklep. De klep kan geblokkeerd raken wanneer zij niet goed geïsoleerd is. Bij het openen kan de prop vrijkomen en zal het bitumen eruit spatten en brandwonden veroorzaken op onbedekte delen van het lichaam. GEBRUIK DAAROM ALTIJD DE JUISTE PERSOONLIJKE BESCHERMINGSUITRUSTING. 15

Huidcontact met cutbacks en emulsies Gezondheid, veiligheid & milieu Cutbacks bevatten een oplosmiddel (bv. nafta, petroleum, white spirit, flux olie, ) dat, afhankelijk van het type oplosmiddel, huidirritatie kan veroorzaken bij herhaalde blootstelling. Bij herhaaldelijke en langdurige blootstelling, bestaat er een klein risico op permanente huidbeschadiging. Bitumenemulsies bevatten lage concentraties emulgatoren, die irritatie aan huid en ogen kunnen veroorzaken. Sommige emulsies kunnen ook kleine hoeveelheden oplosmiddel bevatten. Het is daarom zeer belangrijk de lichaamsdelen, die in contact zijn geweest met een bitumenpreparaat, zorgvuldig te wassen met zeep en water of een plantaardige olie. Het is raadzaam daarna een geschikte huidcrème te gebruiken. De verontreinigde huid dient zorgvuldig gewassen te worden met zeep en water. Nynas Veilig Omgaan met Bitumen 2005

Gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) Tijdens het werken met bitumen dient geschikte persoonlijke beschermingsuitrusting (PBM) te worden gebruikt die alle delen van de blootgestelde huid bedekt om direct contact te vermijden. Gebruik altijd een veiligheidshelm 1 mét vizier 2. Een veiligheidsbril geeft geen volledige gezichtsbescherming. Het gebruik van een nekschort wordt aanbevolen 3. Fluorescerende veiligheidsvest 4. Hittebestendige werkhandschoenen met lange mouwen / handschoenen 5. Let op dat er geen bitumen in de handschoenen kan lopen. Eendelige beschermende overall 6 met 2 1 4 3 5 Gezondheid, veiligheid & milieu lange mouwen en broekspijpen over de laarzen heen 7. 6 Veiligheidsschoeisel dat de enkel bedekt 8. Geen sandalen, klompen of sportschoenen. N.B.: Tijdens het laden en lossen wordt het dragen van goed passende werkhandschoenen met lange mouwen aanbevolen (zie afbeelding). Bij het gebruik van nauwsluitende polshandschoenen dienen de manchetten altijd binnen de mouwen van de overall te worden gedragen. 7 8 BESCHERM UW OGEN - GEZICHTSVERMOGEN IS ONVERVANGBAAR. 17

Eerste hulp in geval van letsel Gezondheid, veiligheid & milieu Eerste hulp in geval van brandwonden Wanneer er een ongeluk is gebeurd, dient het desbetreffende deel van het lichaam zo snel mogelijk te worden afgekoeld om te voorkomen dat hitte de huid verder aantast. De brandwonde dient minstens 10 minuten (huid) gekoeld te worden in koud water (ogen: minstens 5 minuten). Onderkoeling van het lichaam dient echter vermeden te worden. PROBEER NOOIT BITUMEN TE VERWIJDEREN VAN DE VERBRANDE PLEKKEN! Verdere behandeling en medische zorg De bitumenlaag zal stevig vastzitten op de huid en men mag niet proberen deze te verwijderen tenzij dit wordt uitgevoerd in een medische faciliteit onder toezicht van een arts. Het afgekoeld bitumen zal een waterbestendige, steriele laag vormen over de brandwonde, waardoor uitdrogen voorkomen wordt. Wanneer het bitumen van de wonde wordt verwijderd, kan de huid verder worden beschadigd, met mogelijke complicaties tot gevolg. Eurobitume heeft een gemakkelijk te lezen advieskaart over brandwonden gepubliceerd die geschikt is om uit te hangen op de werkvloer. De "Bitumenbrandwondenkaart" is in verschillende talen verkrijgbaar en kan bij Eurobitume of via Nynas Bitumen worden besteld. Zij is opgenomen in Bijlage 3. Eerste hulp in geval van vergiftiging door waterstofsulfide Verwijder de persoon onder veilige omstandigheden uit de verontreinigde atmosfeer en breng hem/haar over naar frisse lucht. Geef onmiddellijk zuurstof. Geef indien noodzakelijk kunstmatige ademhaling. Roep de hulp van een arts in! Wanneer het gas de ogen heeft aangetast, dient men gedurende minimaal vijf minuten te spoelen met water. Neem contact op met een oogarts. Bovendien bestaat bij de behandeling van een tweedegraads brandwonde het risico dat de wonde dieper wordt door infectie of uitdroging. Nynas Veilig Omgaan met Bitumen 2005

Brandgevaar Brand- of explosiegevaar Om brand in opslagtanks te voorkomen dient het product voldoende beneden zijn ontbrandingstemperatuur opgeslagen te worden. Dit biedt een veilige marge om mogelijke afwijkingen van meetapparatuur op te vangen. Bitumen dient minstens 30 C onder zijn vlampunt te worden opgeslagen. De zelfontbrandingstemperatuur voor zuiver bitumen ligt boven de 300 C. Er bestaat een risico op zelfontbranding wanneer bitumen in de tankisolatie lekt. Zelfontbranding op het oppervlak van poreus of vezelachtig materiaal, geïmpregneerd met bitumen of gecondenseerde bitumendamp, kan optreden bij temperaturen beneden 100 C. Met bitumen geïmpregneerde tankisolatie dient vervangen te worden. Gezondheid, veiligheid & milieu Op wanden of daken van bitumenopslagtanks kunnen zich koolstofafzettingen ontwikkelen die, in aanwezigheid van zuurstof, zelfontbrandend kunnen zijn. Voorkomen van brand en explosies Vervang isolatie wanneer deze verontreinigd is. In bitumentankwagens en -opslagtanks waarin zich cutbacks hebben bevonden; kunnen zich in de vrije ruimte brandbare dampen concentreren. Daarom mag er zich tijdens of kort na het lossen geen open vuur (zoals dat van een brander op flessengas of snijbrander) in de onmiddellijke omgeving bevinden. Tankwagens en spoorwagons kunnen worden uitgerust met verwarmingsbuizen voor het verwarmen van bitumen. 19

Gezondheid, veiligheid & milieu Het is uitermate belangrijk dat verwarmingsbuizen in een tank goed bedekt zijn door bitumen (tussen de 10 en 20 cm) tijdens het verwarmingsproces. Dit is vooral van toepassing voor cutbacks die een oplosmiddel bevatten met een laag ontbrandingspunt. Om plaatselijke oververhitting te voorkomen dienen de verwarmingsbuizen voorzien te zijn van een dubbele wand. Het oppervlak van de tank mag nooit direct verhit worden door vlammen. Wanneer dit toch gebeurt zal er ontstekingsgevaar ontstaan. Controleer of de leidingen zich in goede staat bevinden. Een veel voorkomende oorzaak van bitumenontbranding is lokale oververhitting tijdens het verhittingsproces, bijvoorbeeld tijdens het lossen. Blussen van bitumenbranden GEBRUIK NOOIT EEN WATERSTRAAL! Bitumenbranden moeten geblust worden door middel van verstikking, zodat de verdere aanvoer van zuurstof voorkomen wordt. Bitumenbranden kunnen zeer fel zijn. Kleine branden kunnen gedoofd worden met een deken of met schuim, droog poeder of koolstofdioxideblussers. Grote branden worden bij voorkeur geblust met behulp van schuim- of droogpoederblussers maar het gevaar bestaat dat branden nadien weer aanwakkeren. Schuim en poeder bieden geen blijvende zuurstofvrije atmosfeer bij bitumenbranden. Branden in tankisolatie kunnen worden gedoofd met behulp van stoom uit een sproei-eenheid, of een droogpoederblusser. Het is uitermate belangrijk om de verontreinigde isolatie altijd te vervangen. Wij willen erop wijzen dat de brand zal oplaaien wanneer er zuurstof bijkomt, tenzij de temperatuur ruim onder de 100 C is. Zorg ervoor dat Brand in een tankwagen wordt bestreden met poederblussers. werkplaatsen en tankwagens uitgerust zijn met blusapparaten van het correcte formaat en type. Wanneer er een bitumenbrand ontstaat, dient men altijd de lokale brandweer te verwittigen en hen op de hoogte te brengen van wat er specifiek in brand staat. Nynas Veilig Omgaan met Bitumen 2005

Emissies en andere gevolgen voor het milieu Bitumen op zich is niet geclassificeerd als gevaarlijk voor het milieu maar sommige componenten gebruikt in bitumenpreparaten zijn wel geclassificeerd als gevaarlijk voor het milieu. Bitumen-cutbacks bijvoorbeeld bevatten oplosmiddelen die beschouwd worden als gevaarlijk voor het milieu. De meeste cutbacks zijn daarom geclassificeerd als R52/53 (schadelijk voor waterorganismen, kunnen langdurige nadelige effecten veroorzaken in het aquatisch milieu). In sommige gevallen zijn de cutbacks geclassificeerd als R51/53 (giftig voor waterorganismen; kunnen langdurige nadelige effecten veroorzaken in het aquatisch milieu). In dat geval dragen ze ook het gevaarssymbool*. Afhankelijk van het type gebruikte bestanddelen, zijn sommige van de bitumenemulsies ook geclassificeerd als schadelijk (R52/53) of toxisch (R51/53) voor waterorganismen. Luchtemissies Bij omgevingstemperatuur veroorzaakt bitumen geen emissies in de atmosfeer. Opslag en toepassing bij hogere temperaturen veroorzaakt echter verspreide emissies van voornamelijk koolwaterstoffen. Deze emissies nemen toe naarmate de verwerkingstemperatuur stijgt. Bitumen Morsen van bitumen op de grond is relatief onschadelijk. Het bitumen zal afkoelen en verharden. De verontreinigde plek kan worden gereinigd door middel van gewone hulpmiddelen zoals spaden, harken en dergelijke. In water zal bitumen normaal tot op de bodem zinken, hoewel het onder sommige omstandigheden kan blijven drijven. Het voornaamste effect van in water of op aarde gemorst bitumen is adsorptie aan bezinksel waardoor fysische contaminatie ontstaat. De wateroplosbaarheid van bitumen is zo laag dat het te verwaarlozen is. Men is van mening dat bitumen geen ernstig gevaar betekent voor aquatisch milieu. Bitumenbestanddelen zijn potentieel biologisch accumulatief, maar de lage oplosbaarheid in water en het hoog moleculair gewicht maakt de biologische beschikbaarheid voor aquatische organismen beperkt. Biologische accumulatie is onwaarschijnlijk. Het gebruik van bitumen in wegenbouw en dakconstructie toont aan dat bitumen een persistent materiaal is (d.w.z. dat het niet biologisch afbreekbaar is). Gezondheid, veiligheid & milieu Bij het verwarmen van bitumen komen zowel waterstofsulfide als koolwaterstoffen vrij. Voor meer informatie verwijzen wij naar Hoofdstuk 2 "Waterstofsulfide". * 21

Cutbacks Gezondheid, veiligheid & milieu Op de grond gemorst cutback kan complexer zijn daar het een lagere viscositeit heeft en vervolgens in de grond kan dringen en/of waterlopen in de omgeving kan beïnvloeden voor het verhardt. Na verloop van tijd zal het oplosmiddel uit het product verdampen. Wanneer het in water wordt gemorst zal het product een film vormen op het oppervlak en zich verspreiden. Het product zal zich hechten aan de bodem en het oplosmiddel zal uit het product verdampen. Het bitumen zelf is onbeweeglijk en zal op het grondoppervlak blijven liggen vanwaar het mechanisch kan worden verwijderd. Bitumenemulsies In contact met grond zal de emulsie breken en worden de bitumendeeltjes geadsorbeerd in de bovenlaag. Ze zijn daarom gemakkelijk te verwijderen. In contact met water zal de emulsie zich over het wateroppervlak verspreiden en zich vermengen met het water. De emulsie zal uiteindelijk verdwijnen door verdunning. Het emulgeermiddel zal gedeeltelijk oplossen in water en de bitumenfase zal dispergeren. Hoewel de meeste bitumenproducten niet gevaarlijk zijn voor het milieu kunnen zij fysische verontreiniging veroorzaken. Een grote hoeveelheid gemorst bitumen kan na verharding bijvoorbeeld riolen, afvoeren e.d. blokkeren. Om deze reden dient elke hoeveelheid gemorst materiaal zo snel mogelijk onder controle gehouden te worden zonder de gezondheid van de mensen daarbij in gevaar te brengen. Advies bij morsen Kleine hoeveelheid gemorst materiaal: Laat het bitumen afkoelen en stollen. Verwijder op een mechanische manier in containers voor afyoer of recyclage, conform lokale voorschriften. Grote hoeveelheid gemorst materiaal: Voorkom verspreiding door een greppel of barrière te maken met zand, aarde of ander materiaal. Verder behandelen als een kleine hoeveelheid gemorst materiaal. Neem contact op met de lokale autoriteiten en/of nooddiensten. Handel altijd conform de lokale wetgeving. Afvalverwijdering Raadpleeg deel 13 van de Nynas Veiligheidssteekkaarten voor het verwijderen van bitumenproducten. Bitumen zelf wordt niet beschouwd als gevaarlijk afval. Bitumen-cutbacks bestemd voor oppervlaktebekleding worden vervangen door bitumenemulsies. Dit heeft minder invloed op het milieu. Nynas Veilig Omgaan met Bitumen 2005

Preventie van ongevallen tijdens verwerking en transport Alle apparatuur en het onderhoud ervan dient steeds conform te zijn met lokale, nationale en internationale voorschriften én met de gangbare codes van goede praktijk. Tijdens het laden van bitumen Er bestaat een spatrisico, vooral bij het begin van het laden. Gebruik altijd de correcte persoonlijke beschermingsuitrusting. Het is belangrijk dat de tankwagen geen residu bevat van vroegere beladingen, bijvoorbeeld een emulsie of een product met een laag kookpunt. Op water of emulsie geladen bitumen is gevaarlijk en zou kunnen leiden tot een felle uitbarsting of overkoken. Het moet daarom ten allen tijde vermeden worden. Tanks waarin emulsies zijn vervoerd dienen gestoomd en gedroogd te worden alvorens zij voor bitumenproducten kunnen worden gebruikt. Gezondheid, veiligheid & milieu Wanneer een dodemansgreep moet gebruikt worden tijdens het laden, is het ten strengste verboden deze tijdelijk op te heffen door de veiligheidshendel vast te maken. IN GEVAL VAN EEN ONGEVAL DIENT MEN ALTIJD CONTACT OP TE NEMEN MET HET DEPOT- OF RAFFINADERIJPERSONEEL EN DE PLAATSELIJKE INSTRUCTIES OP TE VOLGEN. 23

Tijdens het lossen van bitumen Gezondheid, veiligheid & milieu Bitumen kan op twee manieren worden gelost, met behulp van een axiale wormpomp of met perslucht. Bij gebruik van perslucht wordt de aanvoertank onder druk gezet waardoor het bitumen via een slang/leiding van het voertuig naar de ontvangende opslagtank wordt gezogen. Men dient er op te letten dat er niet teveel druk op de leidingen komt. Daarom moet de chauffeur tijdens de gehele losoperatie zeer attent zijn. Pompen kunnen op de grond of op een voertuig geplaatst worden. Zorg voor het lossen altijd voor een onbelemmerde en veilige toegang tot de bitumenlosplaats. Controleer of er een veilige uitgangsroute beschikbaar is voor noodgevallen en houdt ander personeel tenminste 6m uit de buurt van de losoperatie. Zorg er voor dat onnodige obstakels vóór het lossen verwijderd worden. Alle slangen dienen periodiek gecontroleerd te worden als onderdeel van een onderhoudsprogramma (zie ook 3. Distributie, transport, laden / lossen). De chauffeur moet tijdens het lossen ter plaatse aanwezig zijn om de afsluiter in geval van nood te kunnen bedienen. Stap nooit over en blijf niet in de buurt van de aanvoerslang tijdens het lossen. Controleer voorafgaand aan het wegrijden of het afleverpunt netjes wordt achtergelaten en controleer of gebruikte kleppen, doppen, kappen of hangsloten zijn teruggeplaatst. Vul de leveringsdocumenten in en controleer of deze getekend zijn. Controlelijsten voor laden / lossen vindt u in Bijlage 1 en 2. Controleer de losplaats om de bestelde hoeveelheid en producttype te bevestigen. Bevestig of er voldoende ruimte is in de lostank en overtuig u ervan dat de correcte tank is geselecteerd. De temperatuur van de tank dient tenminste 120 C te zijn en de ontvangende tanks dienen vrij van water te zijn. Controleer altijd of de niveaumeters en - alarmen werken. Controleer voor aanvang van de verpomping altijd of de slangen niet beschadigd zijn en of zij geen vocht of water bevatten. Controleer ook of er niets gestold is dat de slang mogelijk blokkeert. Nynas Veilig Omgaan met Bitumen 2005

Tijdens opslag van bitumen De bovenlaag van het bitumen in de opslagtank en de laag tegen de buitenwand van de tank zullen sneller afkoelen dan de rest van de inhoud. Daardoor ontstaat een risico op klontervorming in het bitumen dat kan leiden tot blokkeringen. Door van tijd tot tijd te roeren wordt het product homogeen gehouden en wordt het risico voor blokkering verminderd. Tankontluchtingen, uitlaatopeningen, overloopleidingen, meters en verwarmingssystemen dienen regelmatig gecontroleerd te worden als onderdeel van een preventief onderhoudsprogramma. Wanneer bitumentanks weer in gebruik worden genomen, dienen ze geïnspecteerd én watervrij te zijn. Tijdens het nemen van stalen Het is belangrijk dat het juiste hulpmiddel voor de staalname wordt gebruikt en dat alle benodigde persoonlijke beschermingsuitrusting wordt gedragen! Zorg er altijd voor dat het staalnamepunt warm wordt gehouden en niet geblokkeerd is. Regelmatig spoelen en reinigen zullen eveneens mogelijke blokkeringen vermijden. Meer informatie kunt u vinden in Hoofdstuk 3. "Staalname van bitumenproducten". Bitumenresidu afkomstig van het reinigen van een filter vóór de pomp. Emulsies in contact met aluminiumtanks Zure bitumenemulsies kunnen chemische reacties met aluminiumtanks en - containers veroorzaken. Hierdoor zal tankcorrosie en ontwikkeling van explosief waterstofgas ontstaan. Wanneer de ph (zuurtegraad) van de bitumenemulsie lager is dan 3, mogen geen aluminiumtanks worden gebruikt. Gezondheid, veiligheid & milieu 25

HISTORISCH OVERZICHT VAN TYPISCHE INCIDENTEN IN DE INDUSTRIE Oorzaak Effect Preventieve stappen Gezondheid, veiligheid & milieu Overbeladingen lekkage Overlopen - laden Defecte flexibele leidingen Verstopte flexibele leidingen Slechte etikettering van apparatuur Er zijn sterfgevallen geweest als gevolg van brandwonden. In andere gevallen kan bitumen in isolatiemateriaal komen en brand veroorzaken door zelfontbranding. Mogelijk overlijden en zwaar letsel als gevolg van ernstige verbranding. Schade aan het milieu. Barsten van flexibele leidingen heeft geleid tot brandwonden bij chauffeurs Explosie van flexibele leidingen, resulterend in lichamelijk letsel. Foutief lossen, en overbelading kunnen lichamelijk letsel veroorzaken. Regelmatige tankonderhoudscontroles. Meldt onmiddellijk alle defecten voor reparatie. Montage van overvulbeveiliging voor het laden van voertuigen. Opslagtanks dienen voorzien te zijn van onafhankelijke niveaumeters en - alarmen. Goed inventarisbeheer. Flexibele leidingen dienen regelmatig geïnspecteerd te worden. Defecten dienen gemeld te worden. Flexibele leidingen dienen voorafgaand aan het gebruik te worden gecontroleerd. Aanbevolen nummering en etikettering van alle opslagtanks. Alle inlaten dienen vergrendeld te zijn wanneer ze niet in gebruik zijn. Wisselen van producten bv. van bitumenemulsies naar bitumen, zonder zorgvuldig te laden. Foute temperatuurs - registratie Verstopte ontluchting op een opslagtank. Te snel lossen in een koude tank. Verwarmingsbuizen, of verwarmingsspiralen boven het oppervlak van het bitumen. Gedurende lange tijd met perslucht doorblazen van leidingen en flexibele leidingen. Wisselend vlampunt in sommige gevallen explosie, als gevolg van waterresidu. Kwaliteitsrisico. Oververhitting met explosie tot gevolg. Scheuren van een tank. Uitzetting door felle hitte, tankbeschadiging. Explosie. In minder ernstige gevallen scheuren van de tank of cokesvorming. Sterke oververhitting, leidingen en flexibels werden vernietigd. In sommige gevallen ontstond brand. Tanks dienen schoon en droog te zijn en voorafgaand aan het laden geïnspecteerd en goedgekeurd te worden. Thermometers dienen opgenomen te worden in het tankonderhoudsprogramma. Wekelijkse controles op tankontluchtingssysteem. Tankonderhoudsprogramma. Laadprocedure. Beginnen met kleine producthoeveelheden, na een bepaalde periode de hoeveelheid herhalen en de tank op werktemperatuur laten komen. Controle van de tankinventaris. Metercontrole en visuele controle van het productpeil. Uitschakelvoorzieningen van de tankverwarming. Aandacht van de operator tijdens het lossen. Schakel de compressor uit wanneer de luchtdruk afneemt. Nynas Veilig Omgaan met Bitumen 2005

3. DISTRIBUTIE, TRANSPORT, LADEN EN LOSSEN Distributie van bitumen Het grootste deel van bitumenproducten wordt in bulk vervoerd in tankwagens of schepen. In sommige landen wordt ook gebruik gemaakt van spoorvervoer. Kleinere volumes kunnen ook in vaten of mini-containers (IBC) worden geleverd. Dit is gebruikelijk voor emulsies en bitumenoplossingen, maar minder van toepassing voor wegenbouwbitumen. Geblazen bitumen en polymeer gemodificeerd bitumen kan ook in korrelvorm of in blokken op paletten worden verdeeld. Verpakt bitumen, bijvoorbeeld in vaten, zal naar alle waarschijnlijk niet zo worden beïnvloed door olie of verontreinigingen als bitumen in bulk. Desondanks dient verpakt bitumen met zorg te worden opgeslagen. Wanneer de verpakking is beschadigd kan zonnewarmte ervoor zorgen dat de lichte componenten in het product verdampen en er bellen gevormd worden. Deze bellen kunnen brandbare dampen bevatten. Alle bitumenproducten dienen, tot op zeker niveau, gezien te worden als "beperkt houdbaar", daar hun kenmerken veranderen tijdens langdurige opslag bij wisselende temperaturen. Dit heeft met name betrekking op verpakte, vloeibare bitumenproducten, die daarom alleen gedurende een beperkte periode kunnen worden opgeslagen. Transport van bitumen valt onder het internationale VN-voorschrift met betrekking tot het transport van gevaarlijke goederen dat betrekking heeft op: - Wegtransport (ADR) - Transport per spoor (RID) - Zeetransport (IMDG) - Luchttransport (ICAO-TI) Transport over de weg van gevaarlijke goederen in Europa wordt gereguleerd door de internationale overeenkomst ADR (Accord Européen relatif au transport international des marchandises Dangereuses par Route). Deze regeling houdt specifieke eisen in met betrekking tot: - Het voertuig - Etikettering van het voertuig (met betrekking tot de te transporteren goederen) - Documentatie en informatie voor noodgevallen met betrekking tot het product - De chauffeur (& bijrijder) Distributie, transport, laden & lossen 27

Etikettering van voertuigen volgens ADR-voorschriften Distributie, transport, laden & lossen Gevaarlijke goederen zijn verdeeld in negen verschillende klassen. Binnen deze classificatie krijgt elk product een VN-nummer, een verpakkingsgroep en een veiligheidslabel-code toegewezen. Bitumen is geclassificeerd als gevaarlijk in verband met de hoge transporttemperatuur (>100 C, onder zijn vlampunt). Ook de Bitumen en bitumenpreparaten zijn als volgt geclassificeerd: Bitumen 99 3257 lage vlampunten van cutbacks kunnen classificatie als gevaarlijke goederen inhouden. Bitumenemulsies worden gewoonlijk niet geklasseerd onder ADR, tenzij het product is geklasseerd als gevaarlijk voor het milieu (R50/53 of R51/53). Nynas bitumenemulsies zijn niet geclassificeerd onder ADR. - VN 3257, VERWARMDE VLOEISTOF, N.E.G. op of boven 100 C en onder zijn vlampunt (bitumen) - Klasse 9 - Verpakkingsgroep lll - Classificatiecode M9 99 3257 Nynas Veilig Omgaan met Bitumen 2005

Bitumenpreparaten met vlampunt tussen de 23 C en 61 C - VN 1999, TEER, VLOEIBAAR, met inbegrip van wegasfalt en oliën, cutbacks - Klasse 3 - Verpakkingsgroep lll - Classificatiecode F1 Bitumenpreparaten getransporteerd bij een temperatuur boven hun vlampunt (>61 C) - VN 3256, VERWARMDE VLOEISTOF, BRANDBAAR, N.E.G. met vlampunt boven de 61 C - Klasse 3 - Verpakkingsgroep lll - Classificatiecode F2 Distributie, transport, laden & lossen 29

De verantwoordelijkheden van de leverancier Distributie, transport, laden & lossen De leverancier/verzender is verantwoordelijk voor: - Classificatie van de producten onder ADR/ADR-S, RID, IMDG en ICAO-TI - Gebruik van goedgekeurde verpakking voor verpakte producten - Correcte markering en etikettering van verpakte producten - Markeren en aangeven van producten conform lokale voorschriften - Het overmaken van schriftelijke instructies voor het transport aan het transportbedrijf / de chauffeur - Het verstrekken van een transportkaart voor noodgevallen aan de chauffeur - Het geven van de juiste transportdocumenten bij de levering Informatie met betrekking tot de classificatie van elk product wordt gegeven in de Veiligheidssteekkaarten, verschaft door de leverancier. De verantwoordelijkheden van de transportonderneming Bij een correcte levering moet gegarandeerd worden dat het juiste product op de juiste temperatuur en met de juiste hoeveelheid wordt geladen. Dit dient tijdens het gehele proces te worden geverifieerd. De temperatuur van de lading kan snel dalen wanneer de tanks van het voertuig koud zijn. Aanbevolen behandelingstemperaturen worden gegeven in Bijlage 5. De transportonderneming garandeert dat de voertuigtanks goedgekeurd zijn voor het transport en schoon zijn volgens de instructies van de leverancier. De chauffeur moet de belader informeren over de vorige lading. De leverancier heeft ten allen tijde het recht deze informatie te verifiëren. Het is de verantwoordelijkheid van de transportonderneming erop toe te zien dat voertuigen volledig uitgerust zijn conform de ADR-wetgeving en dat zij correct zijn gemarkeerd en geëtiketteerd. Bestuurders die ADR-geclassificeerde goederen vervoeren hebben een speciaal trainingscertificaat nodig. De transportonderneming is verantwoordelijk voor de training en certifiëring van zijn chauffeurs. Geaccrediteerde bitumenleveranciers hebben normaal gezien een geschikte uitrusting én controleprocedures zodat de chauffeur het laadproces gemakkelijk kan observeren. Als er iets mis gaat dient de chauffeur altijd onmiddellijk contact op te nemen met het personeel van de belader / verzender. De transportonderneming / bestuurder dient het ongevallen / incidentrapportagesysteem van de belader / verzender te gebruiken, evenals het systeem dat in zijn eigen organisatie wordt gebruikt om zo snel mogelijk preventieve en correctieve maatregelen te treffen. Nynas Veilig Omgaan met Bitumen 2005

Transportcontainers (Tankwagens) De voor het transport van bitumen Er dient kwaliteitsstaal te worden gebruikt gebruikte vrachtwagens dienen te dat bestand is tegen hoge temperaturen voldoen aan de technische specificaties, en grote temperatuurverschillen. van toepassing in de landen waar ze gebruikt zullen worden. Bovendien De tanks dienen goed geïsoleerd te zijn moeten voertuigen en tankwagens om de temperatuur van het product zo voldoen aan de vereisten van de lang mogelijk op peil te houden. Sommige ADR/RID-wetgeving. tankwagens zijn uitgerust met verwarming. De uitrusting wordt gekozen naar gelang Het is van groot belang dat tankwagens het geografische transportgebied en het zodanig gebouwd zijn dat zij volledig type product. kunnen worden geledigd. Dit wordt gedaan door middel van loskranen. Bitumentanks dienen zodanig gebouwd Het is ook de reden waarom tankwagens te worden en te functioneren dat het / spoorwagons, bestemd voor risico voor verwondingen tot een bitumentransport, tegenwoordig worden minimum is beperkt en het product zijn gebouwd met een volkomen gladde kwaliteit, homogeniteit en temperatuur binnenkant. tijdens het transport behoudt. Nynas tankwagen uitgerust met een loskraan om de transporttank volledig te ledigen. Distributie, transport, laden & lossen Moderne Nynas tankwagen voor bitumentransport. 31

Gebruik van flexibele slangen/leidingen Distributie, transport, laden & lossen De leveringsslang/leiding is uitermate belangrijk voor het veilig leveren van producten bij hoge temperaturen. Het is daarom cruciaal de correcte slang/leiding te gebruiken voor het bedoelde gebruik. De slang moet een aanbevolen minimum lengte hebben van 4m. Voor producten op hoge temperatuur moet men voor elke slang/leiding beschikken over: 1) een temperatuurkwalificatie. 2) een drukkwalificatie. Het testen van de slang/leiding dient uitgevoerd te worden volgens lokale wetgeving en codes van goede praktijk. Het is aanbevolen om ze minstens jaarlijks te testen. Dit houdt ook de certifiëring in van de uitrusting. Rapporten van de tests dienen bewaard te worden door de eigenaar. Niet-geteste slangen mogen niet gebruikt worden. Chauffeurs dienen hun slang/leiding dagelijks te controleren. Wanneer er defecten worden gevonden mag de slang niet worden gebruikt en dienen corrigerende maatregelen te worden genomen. Veiligheidssteekkaarten en transportkaarten voor noodgevallen Voor alle Nynas producten zijn veiligheidssteekkaarten en productinformatiebladen beschikbaar. Zij worden bij de eerste levering aan alle nieuwe klanten én op verzoek verstrekt. "Schriftelijke instructies", ook Transportkaarten voor noodgevallen genoemd of TREM-kaarten, begeleiden altijd de andere transportdocumenten bij het transport van ADRgeclassificeerde Nynas producten. Neem contact op met uw plaatselijk Nynas verkoopkantoor wanneer u Productinformatiebladen, Veiligheidssteekkaarten of schriftelijke instructies wenst aan te vragen. Men kan ook informatie vinden op de homepage van Nynas op www.nynas.com Nynas Veilig Omgaan met Bitumen 2005

Laadplan - Tankreiniging - Controles Om het risico op ongevallen tot een minimum te beperken en om een hoge kwaliteitsnorm van geleverde goederen te waarborgen, is het uitermate belangrijk dat de tank van het voertuig geen residu van vorige ladingen bevat. Men dient speciale aandacht te schenken aan emulsies (die water bevatten) en producten met een laag vlampunt. In geval van twijfel dient men altijd de leverancier/ depot manager te raadplegen. Het grootste risico tijdens het laden van bitumen is het overkoken. De belangrijkste reden voor overkoken is dat heet bitumen in een tank wordt geladen waarin zich een bitumenemulsie bevonden heeft. Het water in de emulsie verdampt en zet uit. De druk zal stijgen en tenslotte zo hoog worden dat de stoom het bitumen door het mangat zal duwen. Wanneer de tank gesloten is kan de drukverhoging een explosie veroorzaken. Als gevolg van de gevaren van het vermengen van bitumenemulsie en bitumen, is laden onder deze omstandigheden alleen toegestaan onder zeer strikte en specifieke instructies. Raadpleeg altijd de bitumenleverancier/depot manager! Meer informatie over het veilig laden wordt beschreven onder "Voorkomen van ongelukken". Controlelijsten voor laden en lossen zijn toegevoegd als Bijlage 1 en 2. Distributie, transport, laden & lossen 33

Staalname van bitumenproducten Het nemen van hete bitumenstalen is bijzonder gevaarlijk als gevolg van het risico op spatten en morsen, wat brandwonden kan veroorzaken. Daarom is het dragen van de juiste beschermende kledij uitermate belangrijk. Distributie, transport, laden & lossen De plaats waar de stalen worden genomen dient een veilige in- en uitgang te hebben, met adequate verlichting. Voor het nemen van stalen bovenop een tankwagen dient voor een platform gezorgd te worden. In-lijnkleppen voor het nemen van stalen In dit geval zijn kleppen voor staalname in de leiding geplaatst en worden zij gebruikt voor het nemen van een monster direct uit de bitumenstroom. Dompelstaalname Dompelstaalname wordt gebruikt voor kleine monsters met behulp van een staalname reservoir aan een touw of stang. Dompelstaalname van cutbacks dient vermeden te worden wegens de brandbare atmosfeer in de dampruimte van de tankwagen. Bitumenstaalnamepunt Voorzie het etiket op de staalcontainer altijd van volgende informatie : - Datum van staalname - Leveringsdepot / plaats van de staalname - Nummer van vrachtbrief - Ontvangsttank - Handtekening van de staalnemer Specifieke lokale werkinstructies moeten altijd worden opgevolgd. Bij twijfel dient de locale verantwoordelijke gecontacteerd te worden. Nynas Veilig Omgaan met Bitumen 2005