Datum van inontvangstneming : 28/01/2019

Vergelijkbare documenten
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Datum van inontvangstneming : 08/04/2014

Datum van inontvangstneming : 06/03/2017

Datum van inontvangstneming : 27/10/2015

Regels en procedures. In zijn algemeenheid gelden voor het indienen van een bezwaar de volgende regels en procedures

Datum van inontvangstneming : 30/06/2016

Datum van inontvangstneming : 23/05/2017

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Datum van inontvangstneming : 02/02/2016

Datum van inontvangstneming : 02/04/2018

Datum van inontvangstneming : 31/08/2015

Datum van inontvangstneming : 03/07/2017

BIJLAGE. bij het. Gezamenlijk voorstel voor een besluit van de Raad

Arrest HvJ EG d.d. 2 juli 2009, Bavaria Bayerische Bier

BIJLAGE I ENIG DOCUMENT. "NAAM" PDO/PGI-XX-XXXX Datum indiening: XX-XX-XXXX

Publicatieblad van de Europese Unie L 201/21

Datum van inontvangstneming : 31/01/2013

Raad van de Europese Unie Brussel, 5 oktober 2016 (OR. en)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 5 februari 2008 (07.02) (OR. en) 5952/08 JUR 25 COUR 1

Datum van inontvangstneming : 19/07/2016

Datum van inontvangstneming : 22/07/2016

Datum van inontvangstneming : 08/11/2013

Datum van inontvangstneming : 13/11/2018

Datum van inontvangstneming : 14/06/2013

BESCHIKKING VAN HET HOF (Grote kamer) 17 maart 2005 * betreffende een beroep tot nietigverklaring krachtens artikel 230 EG, ingesteld op 27 juli 2004,

Publicatieblad van de Europese Unie L 357/3

Datum van inontvangstneming : 11/12/2012

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

Datum van inontvangstneming : 04/03/2013

Vertaling C-691/13-1. Zaak C-691/13. Verzoek om een prejudiciële beslissing

Datum van inontvangstneming : 30/06/2019

9317/17 pro/gra/sl 1 D 2A

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD

Datum van inontvangstneming : 09/06/2015

Datum van inontvangstneming : 26/05/2014

Datum van inontvangstneming : 18/09/2017

Datum van inontvangstneming : 05/09/2016

Datum van inontvangstneming : 19/11/2015

Datum van inontvangstneming : 18/03/2014

Datum van inontvangstneming : 22/08/2017

Datum van inontvangstneming : 23/07/2013

9975/16 mak/cle/sv 1 DRI

Datum van inontvangstneming : 19/12/2016

Datum van inontvangstneming : 12/07/2013

Datum van inontvangstneming : 07/05/2015

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 9 februari 2006 *

Datum van inontvangstneming : 16/09/2013

Datum van inontvangstneming : 04/06/2015

Datum van inontvangstneming : 07/07/2017

Datum van inontvangstneming : 28/12/2015

jurisprudentiële fundamenten meer dan veertig jaar geleden zijn gelegd 2, bevestigd en versterkt.

Datum van inontvangstneming : 10/01/2014

Datum van inontvangstneming : 04/11/2013

Fiche 7: Verordening definitie, presentatie en etikettering gedistilleerde dranken

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2006 Nr. 11

Brussel, 14 mei 2012 (OR. en) RAAD VA DE EUROPESE U IE /11 Interinstitutioneel dossier: 2011/0303 ( LE) AMLAT 99 PESC 1390 WTO 388

Datum van inontvangstneming : 09/11/2015

Datum van inontvangstneming : 15/01/2019

Datum van inontvangstneming : 23/03/2017

Datum van inontvangstneming : 24/03/2016

Datum van inontvangstneming : 04/01/2018

Datum van inontvangstneming : 17/12/2015

Datum van inontvangstneming : 19/06/2012

Datum van inontvangstneming : 06/02/2014

Vertaling C-291/13-1. Zaak C-291/13. Verzoek om een prejudiciële beslissing. Eparchiako Dikastirio Lefkosias (Cyprus)

Vrijwilligerswerk bij de directie Europees recht van de FOD Buitenlandse Zaken - Presentatie

Datum van inontvangstneming : 25/08/2014

UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

Datum van inontvangstne ming : 22/05/2012

UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

Datum van inontvangstneming : 10/07/2014

Datum van inontvangstneming : 11/07/2014

Datum van inontvangstneming : 08/04/2013

Hof van Cassatie van België

Datum van inontvangstneming : 27/01/2014

Datum van inontvangstneming : 29/01/2018

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

Datum van inontvangstneming : 05/08/2014

Datum van inontvangstneming : 19/09/2017

Hof van Justitie verklaart de richtlijn betreffende gegevensbewaring ongeldig

Datum van inontvangstneming : 06/02/2017

Datum van inontvangstneming : 25/10/2013

Datum van inontvangstneming : 02/07/2015

1. Juridische basis 2. Toepassingsgebied 3. Definitie primair ingrediënt 4. Hoe oorsprong / herkomst vermelden? 5. Presentatie van de informatie 6.

Datum van inontvangstneming : 19/06/2015

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Datum van inontvangstneming : 25/04/2016

Datum van inontvangstneming : 13/11/2015

(Voor de EER relevante tekst)

Datum van inontvangstneming : 15/06/2017

Datum van inontvangstneming : 21/10/2014

UITVOERINGSRICHTLIJN 2014/97/EU VAN DE COMMISSIE

PUBLIC. Brussel, 29 oktober 2003 (05.11) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 13967/03 LIMITE JUSTCIV 208 TRANS 275

Datum van inontvangstneming : 02/10/2015

Datum van inontvangstneming : 20/12/2017

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2

2010/06 Structuur van het Publicatieblad - Aanpassing ingevolge de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon Publicatieblad, L-serie

Datum van inontvangstneming : 07/08/2014

Datum van inontvangstneming : 25/07/2014

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 13 december 1989 *

Transcriptie:

Datum van inontvangstneming : 28/01/2019

Vertaling C-785/18-1 Zaak C-785/18 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 14 december 2018 Verwijzende rechter: Conseil d'état (hoogste bestuursrechter, Frankrijk) Datum van de verwijzingsbeslissing: 14 november 2018 Verzoekende partij: Verwerende partijen: Institut national de l origine et de la qualité (INAO) Ministre de l Agriculture et de l Alimentation Ministre de l Économie et des Finances Gelet op de hiernavolgende procedure: [Or. 2] [verloop van de procedure] Gezien: het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie; verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 21 november 2012; gedelegeerde verordening (EU) nr. 664/201[4] van de Commissie van 18 december 2013; uitvoeringsverordening (EU) nr. 668/2014 van de Commissie van 13 juni 2014; NL

VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING VAN 14. 11. 2018 ZAAK C-785/18 arresten van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 6 december 2001, (C-269/99), en 2 juli 2009, Bavaria en Bavaria Italia/Bayerischer Brauerbund (C-343/07); arrest van het Gerecht van 23 april 2018, CRM/Europese Commissie (T-43/15); [Or. 3] Na in openbare terechtzitting te hebben gehoord: Overwegende hetgeen volgt: 1 vraagt de nietigverklaring wegens rechtsmachtsoverschrijding van het besluit van 8 september 2017 van de ministre de l agriculture et de l alimentation (minister van Landbouw en Voedselvoorziening) en de ministre de l économie et des finances (minister van Economische Zaken en Financiën) betreffende de wijziging van het productdossier van de gecontroleerde oorsprongsbenaming Comté. Dat besluit strekt tot goedkeuring van het productdossier van de beschermde oorsprongsbenaming Comté, zoals gewijzigd op voorstel van de permanente commissie van het Comité national des appellations laitières, agroalimentaires et forestières (Nationaal comité voor benamingen op het gebied van zuivel, voedingsmiddelen en bossen) van het INAO, met het oog op de indiening ervan bij de Europese Commissie overeenkomstig artikel 53 van verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 21 november 2012 inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen. De eis van verzoeker beoogt slechts de nietigverklaring van artikel 5.1.18 van dat productdossier, voor zover is bepaald dat melkrobots verboden [zijn]. Bij een besluit dat is bekendgemaakt in Publicatieblad van de Europese Unie nr. C 187 van 1 juni 2018 heeft de Europese Commissie, op grond van artikel 6, lid 2, alinea 3, van gedelegeerde verordening (EU) nr. 664/201[4], de aanvraag voor een minimale wijziging van het productdossier van de beschermde oorsprongsbenaming Comté goedgekeurd, overeenkomstig artikel 53, lid 2, alinea 2, van verordening (EU) nr. 1151/2012. 2 3 Krachtens verordening (EU) nr. 1151/2012 moet een landbouwproduct, om in aanmerking te komen voor een beschermde oorsprongsbenaming, door de Europese Commissie worden geregistreerd overeenkomstig de door die verordening ingestelde procedures. In artikel 53 van die verordening, getiteld Wijziging van een productdossier, wordt het volgende bepaald: 1. Een groepering met een rechtmatig belang kan een aanvraag tot goedkeuring van een wijziging van een productdossier indienen. Aanvragen bevatten een omschrijving van en toelichting op de verzochte wijzigingen. 2. Wanneer de wijziging één of meer niet-minimale wijzigingen van het productdossier inhoudt, volgt de wijzigingsaanvraag de procedure van de artikelen 49 tot en met 52. Indien de 2

voorgestelde wijzigingen evenwel minimaal zijn, wordt de aanvraag door de Commissie goedgekeurd of verworpen. Indien de goedgekeurde wijzigingen een wijziging van de in artikel 50, lid 2, bedoelde elementen behelzen, maakt de Commissie die elementen bekend in het Publicatieblad van de Europese Unie. [...]. 4 In artikel 6 van gedelegeerde verordening [nr. 664/2014] van de Commissie van 18 december 2013 tot aanvulling van verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de [Or. 4] Raad betreffende de vaststelling van de symbolen van de Unie voor beschermde oorsprongsbenamingen, beschermde geografische aanduidingen en gegarandeerde traditionele specialiteiten en betreffende bepaalde voorschriften inzake het betrekken, bepaalde procedurebepalingen en bepaalde aanvullende overgangsregels, getiteld Wijzigingen in een productdossier, wordt het volgende bepaald: [...] 2. Aanvragen voor een minimale wijziging van een productdossier van een beschermde oorsprongsbenaming of een beschermde geografische aanduiding worden ingediend bij de autoriteiten van de lidstaat waartoe het geografische gebied van de benaming of aanduiding behoort. [...]. Indien de lidstaat meent dat is voldaan aan de vereisten van Verordening (EU) nr. 1151/2012 en van de ter uitvoering daarvan vastgestelde bepalingen, kan hij een aanvraagdossier voor een minimale wijziging indienen bij de Commissie. [...] De in artikel 53, lid 2, tweede alinea, van Verordening (EU) nr. 1151/2012 bedoelde minimale wijzigingen worden geacht te zijn goedgekeurd indien de Commissie de aanvrager niet binnen drie maanden na ontvangst van de aanvraag in kennis stelt van het tegendeel. [...] De Commissie maakt de goedgekeurde minimale wijziging van een productdossier die geen wijziging van de in artikel 50, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1151/2012 bedoelde elementen meebrengt, openbaar. 5 In artikel 10 van uitvoeringsverordening (EU) nr. 668/2014 van de Commissie van 13 juni 2014 houdende uitvoeringsbepalingen van verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen, getiteld Procedurebepalingen inzake wijzigingen van een productdossier, wordt het volgende bepaald: [...] 2. Aanvragen tot goedkeuring van een minimale wijziging als bedoeld in artikel 53, lid 2, tweede alinea, van Verordening (EU) nr. 1151/2012 worden opgesteld volgens het model in bijlage VII bij de onderhavige verordening. Aanvragen tot goedkeuring van een minimale wijziging betreffende beschermde oorsprongsbenamingen of beschermde geografische aanduidingen gaan vergezeld van het bijgewerkte enig document, indien gewijzigd, dat wordt opgesteld overeenkomstig het model in bijlage I. De publicatiegegevens van het productdossier in het gewijzigde enig document verwijzen naar de bijgewerkte versie van het productdossier als voorgesteld. Voor aanvragen uit de Unie voegen de lidstaten een verklaring toe waarin zij aangeven dat zij van oordeel zijn dat de aanvraag voldoet aan de voorwaarden van Verordening (EU) nr. 1151/2012 en aan de krachtens die verordening vastgestelde bepalingen, alsook de publicatiegegevens van het bijgewerkte productdossier. [...]. 3

VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING VAN 14. 11. 2018 ZAAK C-785/18 6 Uit de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie, met name de arresten van 6 december 2001, (C-269/99), en 2 juli 2009, Bavaria en Bavaria Italia/Bayerischer Brauerbund (C-343/07), volgt dat de Europese Commissie slechts kan beslissen tot registratie van een beschermde oorsprongsbenaming of een beschermde geografische aanduiding wanneer de betrokken lidstaat daartoe bij de Commissie een aanvraag heeft ingediend, en dat een dergelijke aanvraag slechts kan worden ingediend nadat de lidstaat heeft gecontroleerd of de aanvraag gerechtvaardigd is, in voorkomend geval onder toezicht van de nationale rechterlijke instanties, die als enige bevoegd zijn om die controles te beoordelen. Dat systeem van gedeelde bevoegdheden is te verklaren door het feit dat men voor de registratie wordt geacht [te controleren] dat een aantal voorwaarden zijn vervuld, waaronder de voorwaarde betreffende het verband tussen het product en het betreffende geografische gebied, wegens de reputatie van het product die is toe te schrijven aan het feit dat het product uit dat geografische gebied afkomstig is, wat een grondige kennis vereist van elementen die specifiek zijn voor de betrokken lidstaat en waarvoor de nationale autoriteiten het best geplaatst zijn om die te controleren. Bijgevolg valt de beoordeling van de betreffende voorwaarden onder de controles die moeten worden uitgevoerd door de bevoegde nationale autoriteiten, in voorkomend geval onder toezicht van de nationale rechterlijke instanties, alvorens de aanvraag tot registratie naar de Europese Commissie wordt gezonden, zoals wordt gesteld in punt 60 van het bovengenoemde arrest [Or. 5] 7 In het arrest van 23 april 2018, CRM/Europese Commissie (T-43/15), heeft het Gerecht van de Europese Unie uit die rechtspraak afgeleid dat, indien een registratieaanvraag voor een benaming wordt ingediend bij de Europese Commissie terwijl de nationale gerechtelijke procedures nog aanhangig zijn of een besluit van een nationale rechter bestaat dat een van de handelingen van de registratieaanvraag ongeldig verklaart, de Europese Commissie niet verplicht is, ondanks de wens in die zin van de nationale autoriteiten, de registratieprocedure aan te vatten, omdat zij anders het risico loopt, ten eerste, een handeling van de Unie aan te nemen die op ongeldige nationale handelingen, zoals het productdossier, is gebaseerd, aangezien daarin de reikwijdte wordt vastgesteld van het recht dat wordt beschermd door een beschermde geografische aanduiding en, ten tweede, het nuttig effect te ontnemen aan de juridische toetsing op nationaal niveau van de nationale handelingen in het kader van de registratieprocedure voor een beschermde geografische aanduiding. 8 Die rechtspraak, die betrekking heeft op de registratieaanvragen voor een benaming, kan worden toegepast op de aanvragen voor de goedkeuring van minimale wijzigingen van het productdossier van een benaming, aangezien ook voor die aanvragen volgens artikel 6, lid 2, van gedelegeerde verordening (EU) nr. 664/201[4] en artikel 10, lid 2, van uitvoeringsverordening (EU) nr. 668/2014 ervan wordt uitgegaan dat de aanvragende lidstaat heeft gecontroleerd dat aan de in verordening (EU) nr. 1151/2012 gestelde voorwaarden en de krachtens die verordening vastgestelde bepalingen is voldaan. 4

9 De Conseil d'état (hoogste bestuursrechter, Frankrijk) heeft op 16 november 2017 een verzoek tot gedeeltelijke nietigverklaring van het besluit van 8 september 2017 ontvangen. Dat besluit is volgens artikel 2 ervan toepasselijk vanaf de datum van de goedkeuring door de Europese Commissie van de wijzigingen van het productdossier van de beschermde oorsprongsbenaming Comté. Zoals gezegd in punt 1, heeft de Europese Commissie de wijzigingsaanvraag voor het productdossier van de beschermde oorsprongsbenaming goedgekeurd bij beslissing van 1 juni 2018. 10 Uit de vaste rechtspraak van de Conseil d'état volgt dat, wanneer bij die rechter een geding aanhangig is gemaakt tot betwisting van een besluit waardoor de Franse regering bij de Europese Commissie een registratieaanvraag voor een oorsprongsbenaming indient die is vergezeld van een goedgekeurd productdossier en, op het ogenblik dat de rechter de zaak behandelt, de betreffende benaming door een verordening van de Europese Commissie is ingeschreven in het register van oorsprongsbenamingen, de tegen het bestreden besluit ingestelde vorderingen zonder voorwerp zijn. Er wordt bijgevolg geen uitspraak gedaan over de wettigheid van het bij het besluit goedgekeurde productdossier, indien dit dossier op dat tijdstip het voorwerp uitmaakt van een betwisting. Die rechtspraak is ook van toepassing op aanvragen voor kleine wijzigingen van een gecontroleerde oorsprongsbenaming. Volgens bovenvermelde rechtspraak van het Hof van Justitie zijn de nationale rechterlijke instanties bevoegd om zich uit te spreken over de wettigheid van een vordering tot nietigverklaring van het productdossier van een beschermde oorsprongsbenaming. In die omstandigheden moet ter afdoening van deze zaak worden nagegaan of de in punten 3, 4 en 5 vermelde bepalingen, gelezen in samenhang met artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, aldus moeten worden uitgelegd dat, in het specifieke geval dat de Europese Commissie de aanvraag van de nationale autoriteiten van een lidstaat tot wijziging van het productdossier van een benaming en tot registratie van de gecontroleerde oorsprongsbenaming heeft toegewezen hoewel die aanvraag nog het voorwerp uitmaakt van een beroep voor de nationale rechterlijke instanties van die lidstaat, deze instanties kunnen beslissen dat er geen reden meer is om uitspraak te doen over het voor hen aanhangige geschil, dan wel of zij, gelet op de gevolgen van een eventuele nietigverklaring van de bestreden handeling voor de geldigheid van de registratie door de Europese Commissie, zich dienen uit te spreken over de wettigheid van die handeling van de nationale autoriteiten. [Or. 6] 11 Die vraag stelt ernstige moeilijkheden inzake de uitlegging van het recht van de Europese Unie. Derhalve dient ze te worden voorgelegd aan het Hof van Justitie van de Europese Unie en dient de uitspraak over de eisen in het verzoekschrift van te worden aangehouden. B E S L I S T: 5

VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING VAN 14. 11. 2018 ZAAK C-785/18 Artikel 2: Het Hof van Justitie van de Europese Unie wordt verzocht om een prejudiciële beslissing over de volgende vraag: Dienen artikel 53 van verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 21 november 2012 inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen, artikel 6 van gedelegeerde verordening (EU) nr. 664/201[4] van de Commissie van 18 december 2013 tot aanvulling van verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de vaststelling van de symbolen van de Unie voor beschermde oorsprongsbenamingen, beschermde geografische aanduidingen en gegarandeerde traditionele specialiteiten en betreffende bepaalde voorschriften inzake het betrekken, bepaalde procedurebepalingen en bepaalde aanvullende overgangsregels, en artikel 10 van uitvoeringsverordening (EU) nr. 668/2014 van de Commissie van 13 juni 2014 houdende uitvoeringsbepalingen van verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad, in samenhang met artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, aldus te worden uitgelegd dat, in het specifieke geval dat de Europese Commissie de aanvraag van de nationale autoriteiten van een lidstaat tot wijziging van het productdossier van een benaming en tot registratie van de gecontroleerde oorsprongsbenaming heeft toegewezen hoewel die aanvraag nog het voorwerp uitmaakt van een beroep voor de nationale rechterlijke instanties van die lidstaat, deze instanties kunnen beslissen dat er geen reden meer is om uitspraak te doen over het voor hen aanhangige geschil, dan wel of zij, gelet op de gevolgen van een eventuele nietigverklaring van de bestreden handeling voor de geldigheid van de registratie door de Europese Commissie, zich dienen uit te spreken over de wettigheid van die handeling van de nationale autoriteiten? [Or. 7] [schorsing van de behandeling van de zaak, betekening en handtekeningen] 6