Tweede Kamer der Staten-Generaal



Vergelijkbare documenten
Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein CR Den Haag Datum Betreft Toelichting verplichtingenmutaties na Najaarsnota 2016

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Datum 9 augustus 2010 Betreft Antwoorden op de feitelijke vragen over de voortgang van het project Vervanging brugleggende tank.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

S Vragen over het project Verwerving helderheidversterkende brillen (HV-brillen)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein CR Den Haag

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein CR Den Haag S Reactie op verzoek 08-DEF-B-183

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein CR Den Haag

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staters Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Datum Antwoorden op schriftelijke vragen naar aanleiding van het stopzetten van de uitbesteding van de cateringdiensten bij Defensie

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein CR Den Haag Datum Antwoorden op vragen over verlenging levensduur Patriot

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

vaste commissie voor Defensie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein CR Den Haag

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

S Instandhoudingsprogramma Walrusklasse onderzeeboten

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein CR Den Haag Datum Betreft Jaarplanning 2018

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein CR Den Haag

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Schriftelijke vragen Van Bommel over de arrestatie van een Afghaanse burger in Kamp Holland en het gebruik van particuliere beveiligingsbedrijven

provinsje fryslân provincie fryslân

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Het is noodzakelijk om dit proces zorgvuldig te doorlopen en de rapportages en het voorstel voor het alternatief zorgvuldig te beoordelen.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

./. Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het lid Bussemaker (PvdA) over doorstroming bij gesubsidieerde arbeid.

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein CR Den Haag Datum Vragen informatievoorziening over investeringen in materieel

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Deze vragen werden ingezonden op 11 april 2018 met kenmerk 2018Z06698.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein CR Den Haag

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage

Tweede Kamer der Staten-Generaal

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein CR Den Haag

Transcriptie:

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1991-1992 22 300 X Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van hoofdstuk X (Ministerie van Defensie) voor het jaar 1992 Nr. 5 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, 's-gravenhage, 20 september 1991 In aansluiting op mijn brief van 30 mei j.l. (Tweede Kamer 21 800 X, nr. 48) informeer ik U met deze brief over het project Combat Net Radio (CNR). Het project is bedoeld om te voorzien in de vervanging van de huidige netradio's van het type FM-3600. Onlangs is de studie voor dit project afgerond, en kan worden overgegaan tot de verwervingsvoorbe reiding. De belangrijkste reden om dat te doen is de toestand van de FM-3600. Vervanging op korte termijn is nodig omdat de operationele, technische en economische levensduur inmiddels is verstreken. Nu al kan nauwelijks nog in reservedelen worden voorzien. Verder uitstel leidt tot onnodig hoge exploitatiekosten. De behoefte aan communicatiemiddelen is eerder aan de orde geweest in mijn brief van 10 september 1990 over het project Single Channel Radio Access (Kamerstuk 21 300, X, nr. 81) en daarnaast tijdens de briefing over dat onderwerp op 12 september 1990. In dit situatierapport zal ik ingaan op de voorgeschiedenis van het project, de resultaten van het marktonderzoek en de wijze waarop het project zal worden voortgezet. Voorgeschiedenis De radio's van het type FM-3600 zijn in het begin van de jaren zeventig in verschillende uitvoeringen aangeschaft: een voertuigversie met afstandsbereik van 3, 8 of 30 kilometer en een draagbare versie met afstandsbereik van 3 of 8 kilometer. Deze radio's zijn het belangrijkste verbindingsmiddel op het niveau van de brigade of lager. Begin jaren tachtig bleek de behoefte aan communicatiemiddelen zodanig te zijn toegenomen dat een aanvullende verwerving noodzakelijk was. Omdat de FM-3600 niet meer in produktie was, werden!n 1982 radio's van het type FM-4600 aangeschaft. Eind jaren tachtig was 114588F ISSN 0921 7371 Sdu Uitgeverij Plantijnstraat 's Gravenhage 1991 Tweede Kamer, vergaderjaar 1 991-1 992, 22 300 X, nr. 5

wederom een tekort ontstaan als gevolg van de toegenomen communi catiebehoefte. De aanvulling van dat tekort zou gelijktijdig met de vervanging van de FM-3600 worden geregeld. Door de verkleining en herstructurering van de Koninklijke landmacht is een andere situatie ontstaan, die leidt tot een herziene kwantitatieve behoeftestelling. Op de resultaten daarvan kom ik hieronder terug. Samenwerking met Duitsland De eerste activiteiten voor de vervanging van de FM-3600 zijn in het begin van de jaren tachtig begonnen. Uit een studie van de op dat moment bij bondgenoten in gebruik zijnde systemen en de ontwikke lingen die in diverse landen plaatsvonden bleek dat geen geschikte kandidaat voorhanden was. Daarom werd in 1983 besloten met een nationale ontwikkeling onder Codema-voorwaarden te beginnen. Het eerste deel daarvan, de voorontwikkeling, werd uitgevoerd door Hollandse Signaal Apparaten B.V. en in 1986 afgesloten met de technische specificaties voor de ontwikkeling van de CNR FM-8600. In datzelfde jaar deed de Duitse overheid in FINABEL verband een dringend beroep op de overigen de mogelijkheden van interoperabiliteit met overeenkomstige Duitse radio-systemen te onderzoeken. Van belang was vooral de ontwikkeling bij de firma Standard Elektrik Lorenz AG van een nieuwe radio met type-aanduiding SEM-93, waarvan echter alleen een voertuigversie werd voorzien. De fase waarin de Nederlandse studie verkeerde maakte het mogelijk op het Duitse verzoek in te gaan. Het resultaat van die contacten was dat de ontwikkeling van de FM-8600 werd omgezet in een ontwikkeling van de FM-8693, waarin specifieke componenten uit de Duitse radio zouden worden overge nomen. In de tweede helft van 1990 werd duidelijk dat de samenwerking niet tot een positief resultaat zou leiden. Van uitwisselbaarheid, zelfs op componentenniveau, was nauwelijks sprake. Informatieuitwisseling over het beveiligingsconcept stagneerde. Tenslotte dreigde de nieuwe radio zo duur te worden dat voor het gereserveerde budget slechts een deel van de behoefte kon worden aangeschaft. Daarom werd besloten geen verdere samenwerking op dit gebied met Duitsland na te streven. Ook de ontwikkeling van de FM-8693 werd gestaakt. Inmiddels was ook het tijdschema flink uitgelopen en het oorspronkelijke vervangingstijdstip ruim gepasseerd. Marktonderzoek Om op korte termijn toch in de vervanging van de FM 3600 te kunnen voorzien is inmiddels een marktonderzoek uitgevoerd. Daarbij is vooral naar vrijwel uitontwikkelde radiosystemen van de bondgenoten gekeken. Aanpassingen van die systemen om aan de Nederlandse eisen te voldoen zullen slechts beperkt nodig zijn. Dat betreft met name de inbouwmogelijkheden. BEHOEFTESTELLING Kwalitatieve eisen Omdat (delen van) het Eerste Legerkorps in de toekomst vaker verspreid opereren in een groter gebied, is er behoefte aan voertuigap paratuur met een afstandsbereik van 8 en/of 30 kilometer en een

draagbare uitvoering met 8 kilometer afstandsbereik. De behoefte aan 3 km voertuigapparatuur komt te vervallen. Daarentegen is de behoefte aan 3 km draagbare apparatuur toegenomen, maar dan in een uitvoering als portofoon. Voor inbouw in de helikopters van de luchtmobiele brigade is een beperkt aantal radio's in een «airborne» versie, nodig. De belangrijkste eisen voor de nieuwe 8 km draagbare en 8/30 km voertuigversies zijn: - geschiktheid voor spraak en datacommunicatie; - cryptografische spraak en databeveiliging; - beveiliging tegen (EOV ) storing; - mteroperabiliteit onderling binnen 1 Lk in de beveiligde werkwijzen; - Interoperabiliteit met de huidige generatie FM-4600 en met overeenkomstige radio's van bondgenoten conform Navo en Eurocom-afspraken; - geschiktheid voor aansluiting van eindapparatuur, zoals personal computers en faxen; - optimaal gebruik van de beschikbare frequenties; - geschiktheid voor «cosite» gebruik, dat wil zeggen dat meerdere radio's vlak naast elkaar moeten kunnen werken zonder elkaar te storen; - geschiktheid om in voertuigen en tanks te worden ingebouwd. Voor de 3 km portofoon zijn de belangrijkste eisen dat in tenminste één van de drie werkwijzen (onbeveiligd, crypto of EOV-beveiligd) inter operabiliteit met de overige versies bestaat en dat optimaal gebruik van de beschikbare frequenties wordt gemaakt. Beveiliging tegen storing is wel gewenst, maar geen eis. De airborne versie moet wel beveiligd met de 8 km draagbare versie kunnen communiceren. Om de diverse beveiligingsmaatregelen te kunnen toepassen moet tijdig informatie beschikbaar zijn en worden verspreid, zoals codeer sleutels en frequenties voor alle radionetten. Daarvoor is een geautoma tiseerd managementsysteem nodig. Dat systeem moet onder meer rekening houden met het cosite-gebruik en inpasbaar zijn in de huidige managementstructuur voor de overige verbindingsmiddelen van het legerkorps. Voor de communicatie tussen de bemanningsleden is vooral in pantservoertuigen een intercom-systeem aanwezig. Dit systeem maakt tevens de externe communicatie via de ingebouwde radio's mogelijk. Omdat het huidige intercom-systeem deel uitmaakt van het FM-3600 radiosysteem moet het gelijktijdig worden vervangen. Kwantitatieve behoefte Bij dit project gaat het om de vervanging van het FM-3600 radio systeem. De vervanging van de FM-4600, waarvan het einde van de levensduur omstreeks 2000 zal worden bereikt, wordt in een apart project behandeld. De berekening van de aantallen radio's, uitgesplitst naar de verschillende versies, levert op dit moment nog geen exact eindresultaat op. De juiste aantallen kunnen pas worden vastgesteld als alle reorgani saties in het kader van de herstructurering zijn bepaald. Het eindresultaat wordt ook beïnvloed door de behoefte aan communicatiemiddelen bij toekomstige projecten als VUIST, WGL en RPV. In mijn brief van 10 september 1990 over het project SCRA ben ik in algemene zin op de kwantitatieve behoefte aan communicatiemiddelen ingegaan. Daarbij zijn twee tegengestelde effecten aangegeven die de behoefte beïnvloeden. De in de toekomst kleinere Koninklijke landmacht heeft in absolute zin minder middelen nodig. Het optreden in kleinere verbanden

op een uitgedund gevechtsveld en de in algemene zin toegenomen communicatiebehoefte leidt juist tot een toename van de behoefte aan communicatiemiddelen. Voor de behoefte aan nieuwe radio's is het resultaat van beide effecten dat waarschijnlijk van een lichte toename sprake zal zijn. Tijdens de bijbehorende briefing voor de Vaste Commissie voor Defensie op 12 september 1990 is onder meer aangegeven dat 9500 FM-3600 radio's waren ingedeeld. Hierbij is de reserve niet inbegrepen. Na succesvolle afronding van de SCRA-ontwikkeling rond 1996, kan door indeling van SCRA-systemen het aantal benodigde CNR's met ongeveer 600 worden verminderd. Daarmee ontstaat een voorlopige behoefte van ongeveer 8900 stuks. In dat aantal is dan niet meegenomen de behoefte aan communicatiemiddelen voortvloeiend uit de eerder genoemde toekomstige projecten, de airborne versie voor de luchtmobiele brigade en een logistieke reserve. Voor die behoefte van enkele honderden stuks zou een optie in het contract kunnen worden opgenomen. Naast de gebruikelijke reservedelen, gereedschappen, opleidingsmid delen en documentatie hoort verder tot het project de verwerving van ongeveer 3800 intercom systemen en het managementsysteem. BEHOEFTEVERVULLING Resultaten marktonderzoek Vanaf het begin van het project zijn parallel aan de voorontwikkeling van de FM-8600 en de latere pogingen om tot samenwerking met Ouitsland te komen, de ontwikkelingen in het buitenland gevolgd. Daardoor was het mogelijk kort na de beëindiging van de Duitse samen werking een eerste selectie van kandidaat-systemen uit te voeren. Deze selectie van zeven systemen werd vervolgens getoetst aan de belang rijkste eisen. Dat resulteerde in een shortlist van drie kandidaat-systemen die in aanmerking komen voor een nauwkeuriger onderzoek. De drie systemen zijn de Amerikaanse «SINCGARS» CNR, het Belgische «VERA» CNR-systeem en het Franse «PR4G» CNR-systeem. De ontwikkeling van de SINCGARS is in 1978 gestart en heeft geleid tot de invoering vanaf 1984 van een familie radio's die voertuig, draagbare en airborne versies omvat. De portofoon die de Amerikanen gebruiken is van een ander fabrikaat. Vanwege de classificatie van het beveiligingssysteem kan de SINCGARS alleen via FMS bij de Ameri kaanse overheid worden aangeschaft. De ontwikkeling van beide andere kandidaat systemen is in 1984 begonnen. Het Belgische systeem omvat de voertuig en draagbare versies en de portofoons en beschikt over een managementsysteem. De airborne versie is nagenoeg uitontwikkeld. Het systeem wordt dit jaar door de Belgische krijgsmacht beproefd en zal naar verwachting vanaf eind 1992 worden ingevoerd. Het Franse systeem omvat alle versies en beschikt over een geïnte greerd managementsysteem. Dit jaar zal de serie-opdracht voor het Franse leger worden geplaatst. De invoering zal vanaf 1993 plaatsvinden. Inschakeling Nederlandse industrie De inschakeling van de Nederlandse industrie in de vorm van (co-)produktie speelt in dit project een belangrijke rol. Voor de Europese kandidaten zijn daartoe goede mogelijkheden aanwezig, zonder meerkosten voor de overheid, mits de besluitvorming tijdig kan worden

afgerond. Coproduktie dan wel andere vormen van compensatie via FMS is geen reële mogelijkheid. Voortzetting In de laatste fase, de verwervingsvoorbereiding, zal de keuze uit de drie genoemde kandidaat-systemen worden gemaakt. Het streven is gericht op afronding van de besluitvorming vóór het einde van dit jaar. Om voldoende ruimte te scheppen voor de voorbereiding van de besluit vorming heb ik toestemming gegeven de uitnodiging tot prijsopgave te versturen. De offerte-evaluatie kan in september aanvangen, gevolgd door contractonderhandelingen. In de evaluatie zal ook het resultaat van het onderzoek van de Defensie Accountantsdienst worden betrokken. Gelijktijdig zullen de compensatieregelingen onder verantwoorde lijkheid van het Ministerie van Economische Zaken worden uitgewerkt. Daarnaast wordt het onderzoek naar de relevante aspecten op het gebied van invoering, opleiding en instandhouding voortgezet. Voor het project is zoals aangegeven in de Defensienota een bedrag van f 505 miljoen gereserveerd. Over de resultaten van de komende fase en de uiteindelijke keuze zal ik U op de gebruikelijke wijze informeren. De Staatssecretaris van Defensie, B. J. M. baron van Voorst tot Voorst