FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 11 Datum: 26 januari 2016 Gegevens onderneming : Capway Pan B.V., statutair gevestigd te Houten, feitelijk gevestigd aan de De Aar 1, 8253 PN Dronten. Inschrijfnummer KvK: 08072535 Faillissementsnummer : 12/481 F Datum uitspraak : 10 augustus 2012 EN Gegevens onderneming : Capway Systems B.V., statutair gevestigd te Houten, feitelijk gevestigd aan de Sleepboot 2, 3991 CN Houten. Inschrijfnummer KvK: 30052458 Faillissementsnummer : 12/482 F Datum uitspraak : 10 augustus 2012 Curator R-C : mr. H. Pasman : mr. D.M. Staal Activiteiten Capway Pan : Het produceren van busbrood- en vloerbroodkoppels, vlakke en geperforeerde bakplaten, transportkettingenproductie en productdragers. 1
Activiteiten Capway Systems : Het ontwikkelen van gemechaniseerde en geautomatiseerde oplossingen voor productieprocessen in industriële bakkerijen. Daarnaast productie en assemblage van transport- en handlingssystemen. Omzetgegevens : Uit de jaarrekening 2010 en de conceptjaarrekening over 2011 blijken de volgende omzetgegevens: Capway Pan: omzet 2011 EUR 2,9 miljoen, omzet 2010 EUR 3,1 miljoen omzet 2009 EUR 5 miljoen. Capway Systems: omzet 2011 EUR 16,5 miljoen, omzet 2010 EUR 19,1 miljoen omzet 2009 EUR 22,8 miljoen. Personeel gemiddeld aantal : Capway Pan: circa 25 Capway Systems: circa 145. Verslagperiode : 12 mei 2015 t/m 25 januari 2016 Bestede uren in verslagperiode faillissement Capway Pan : 1 uur en 45 minuten Bestede uren totaal : 51 uur en 30 minuten 2
Bestede uren in verslagperiode faillissement Capway Systems : 72 uur en 10 minuten Bestede uren totaal : 516 uur en 40 minuten Saldo faill.rekening Capway Pan : EUR 198.146,94 Saldo faill.rekening Capway Systems : EUR 345.647,88 1. Inventarisatie 1.1 Directie en organisatie Capway Pan en Capway Systems Zie eerste verslag. 1.2 Winst en verlies Capway Pan Zie eerste verslag. 1.3 Winst en verlies Capway Systems Zie eerste verslag. 1.4 Balanstotaal Zie eerste verslag. 1.5 Lopende procedures n.v.t. 1.6 Verzekeringen Afgerond in het vijfde verslag. 3
1.7 Huur Zie het vierde en vijfde verslag. 1.8 Oorzaak surseances c.q. faillissementen 1.8.1 Er is een vrij uitvoerig onderzoek ingesteld naar de oorzaken van de ondergang van Capway Pan en Capway Systems en de rol die het bestuur, de Raad van Commissarissen (RvC) van Macap en de aandeelhouders daarbij hebben gespeeld. De curator heeft in dat kader veel stukken, waaronder notulen van vergaderingen, bestudeerd en hij heeft gesprekken gehad en/of vragen gesteld aan diverse personen, waaronder de voormalige bestuurder, de voormalige controller, leden van het MT en de OR, alle leden van de RvC van Macap en de accountant. 1.8.2 In de gesprekken en de antwoorden komt een aantal oorzaken van de faillissementen naar voren: - de grote terugval van het aantal orders; - de administratieve organisatie (AO) en interne controle (IC) waren niet op orde; - het feit dat er twee kapiteins op een schip waren, te weten de bestuurder en de heer Piet van Capelleveen die de bestuurder voor de voeten liep; - Capway was te duur en daardoor moesten steeds grotere (en complexere) opdrachten worden aangenomen; - er werd niet effectief gewerkt en er was te weinig standaardisering; - door het betrekken van het nieuwe pand in Houten (per november 2011) namen de kosten toe. 4
1.8.3 De hoofdoorzaak van de faillissementen is de achteruitgang in de omzet en de terugval van het aantal orders. Zelfs met een perfecte AO en IC en/of geen twee kapiteins op een schip waren Capway Pan en Capway Systems failliet gegaan. In 2011 ging de omzet al achteruit, maar in 2012 daalde de orderintake nog veel meer. Waar bezuinigd kon worden heeft men bezuinigd, maar die bezuinigingen waren onvoldoende in het licht van de almaar teruglopende orderintake. De enige oplossing zou wellicht zijn geweest een drastische reorganisatie, maar het probleem daarbij was dat veel personeelsleden erg lang in dienst waren en dat een reorganisatie dus veel geld zou kosten, welk geld niet beschikbaar was. Voor de aandeelhouders bestond er geen verplichting om deze gelden ter beschikking te stellen. 1.8.4 De eindconclusie is dat er onvoldoende feiten en omstandigheden zijn om met recht en succes te stellen dat sprake is geweest van (kennelijk) onbehoorlijk bestuur c.q. toezicht. Er zijn wel fouten gemaakt, maar alles afwegende is de curator van oordeel dat die fouten onvoldoende ernstig zijn om een vordering ex artikel 2:9 BW en/of artikel 6:162 BW in te stellen. Dat staat los van de gang van zaken bij een bepaald project waarbij ook een zustervennootschap van Capway Systems betrokken is geweest (zie hierna onder 7.5 en 7.6). 1.8.5 Tevens is onderzocht of er vóór of ná datum faillissement omzet is omgeleid naar de Amerikaanse zustervennootschap en/of de doorstartende partijen. De curator heeft daarvoor geen bewijs kunnen vinden. 1.8.6 Er is ook onderzoek gedaan naar de beschuldiging dat er een vooropgezet plan was om Capway Pan en Capway Systems failliet te laten gaan en vervolgens te laten doorstarten, waarbij men op een goedkope manier van 5
het overtollige personeel afkwam. Naar de mening van de curator is van een dergelijk plan geen sprake geweest. De aandeelhouders hadden er belang bij om Capway Pan en Capway Systems in stand te houden maar, doordat het steeds slechter ging, heeft de bank op een gegeven moment de financiering opgezegd en de verhuurconstructie toegepast. Wellicht hadden de faillissementen nog vermeden of uitgesteld kunnen worden als de aandeelhouders een substantiële hoeveelheid geld hadden bijgestort, maar de aandeelhouders waren daartoe niet verplicht. Alleen onder zeer bijzondere omstandigheden kan een aandeelhouder aansprakelijk worden gehouden op grond van artikel 6:162 BW, maar naar de mening van de curator doen die bijzondere omstandigheden zich in dit geval niet voor. 1.8.7 Er is eveneens onderzoek gedaan naar een dividenduitkering in 2009 vanuit Capway Systems aan haar aandeelhouder Macap Holding B.V. ( Macap ). Het dividend is op papier uitgekeerd. Ten gevolge van het dividend is er dus geen uitgaande geldstroom geweest. Het bedrag is verrekend in de rekeningcourantverhouding tussen Capway Systems en Macap. De curator ziet geen gronden om deze dividenduitkering aan te tasten of ter discussie te stellen. 1.9 Bodemverhuurconstructie Rabobank Afgerond in het vierde verslag. 1.10 Werkzaamheden In het kader van het rechtmatigheidsonderzoek, waaronder het onderzoek naar de oorzaken van de faillissementen, heeft de curator gesprekken gevoerd met diverse personen. Er zijn stukken bestudeerd die relevant zijn voor het rechtmatigheidsonderzoek. De curator heeft uitvoerig verslag 6
gedaan aan de rechter-commissaris over de bevindingen en de te trekken conclusies. Niet alle werkzaamheden worden hier omschreven. 2. Personeel Afgerond, zij het dat een aantal personeelsleden een vordering heeft ingediend. 3. Activa Afgerond in eerdere verslagen, met uitzondering van de aanvullende koopprijs (zie onder 6.2). 4. Debiteuren Afgerond in het eerste verslag. 5. Bank/zekerheden Afgerond, zie eerdere verslagen. 6. Doorstart/voortzetten Voortzetten 6.1 Exploitatie Afgerond in het derde verslag. 7
Doorstart 6.2 Aanvullende koopprijs 6.2.1 Bij de doorstart is overeengekomen dat de doorstartende partijen (Capway Systems Netherlands en Capway Pan Netherlands) een aanvullende koopprijs van maximaal 200.000 zouden betalen, afhankelijk van de toekomstige omzet. Gelet op de gerealiseerde omzet konden Capway Pan en Capway Systems aanspraak maken op het volledige bedrag van 200.000. Er is slechts betaald een bedrag van 155.090,61, zodat nog een bedrag van bijna 45.000 moet worden voldaan. 6.2.2 In het derde verslag is melding gemaakt van een eerste betaling van 62.863,38, waarvan de boedel van Capway Pan 18.859,01 en de boedel van Capway Systems een bedrag van 44.004,37 heeft ontvangen. Daarbij is een verdeling toegepast van 30% voor de boedel van Capway Pan en 70% voor de boedel van Capway Systems. Nadien is in totaal een bedrag van 92.227,23 ontvangen op de faillissementsrekening van Capway Systems. Op grond van de hiervoor vermelde verdeling heeft de boedel van Capway Pan inmiddels een (aanvullend) bedrag van 27.668,17 ontvangen. Daarmee is het tot nu toe ontvangen bedrag van 155.090,61 tussen de boedels van Capway Pan en Capway Systems verdeeld. 6.2.3 Wat betreft het resterende bedrag van bijna 45.000, zal bij Capway Systems Netherlands geen verhaal mogelijk zijn, omdat deze vennootschap op 5 maart 2015 in staat van faillissement is verklaard. Capway Pan Netherlands is niet failliet, maar de activiteiten zijn in april 2013 aan een andere vennootschap buiten het Capway-concern overgedragen. De bestuurder van 8
Capway Pan Netherlands is Conway Europe B.V. ( Conway Europe ) en deze vennootschap heeft er voor gezorgd dat Capway Pan Netherlands thans niet of nauwelijks verhaal biedt. De curator is in gesprek met Conway Europe over een oplossing. 6.3 Verantwoording: Zie eerdere verslagen en 6.2. 6.4 Opbrengst Zie eerdere verslagen en 6.2. 6.5 Werkzaamheden Er is gecorrespondeerd over betaling van de resterende aanvullende koopprijs met de partij die de activiteiten van Capway Pan Netherlands heeft overgenomen, Conway Europe en anderen. Er heeft overleg plaatsgevonden met Conway Europe. 7. Rechtmatigheid 7.1 Boekhoudplicht In het kader van het rechtmatigheidsonderzoek is aan de orde gekomen dat de AO en IC van Capway Pan en Capway Systems niet (goed) op orde waren. Deze bevinding is tegengesproken door de accountant. Volgens de accountant was de financiële administratie inderdaad niet optimaal, maar door middel van aanvullende (extra comptabele) overzichten had men bij Capway Pan en Capway Systems voldoende inzicht. Eindconclusie van de curator is dat niet gesteld kan worden dat bij Capway Pan en Capway Systems de administratieplicht is geschonden. Aan de hand van de administratie 9
konden de rechten en plichten worden gekend. 7.2 Jaarrekeningen Afgerond in het eerste verslag. 7.3 Goedkeurende verklaring accountant De jaarrekeningen tot en met 2010 zijn voorzien van een goedkeurende verklaring van de accountant. Er is (met name) onderzoek gedaan of het resultaat 2010 mogelijk hoger is weergegeven dan het in werkelijkheid was. De eindconclusie is dat er onvoldoende redenen zijn om aan te nemen dat het resultaat 2010 niet juist is weergegeven. Er is dan ook geen reden om de goedkeurende verklaring van de accountant in twijfel te trekken. 7.4 Stortingsverplichting aandelen Afgerond in het eerste verslag. 7.5 Onbehoorlijk bestuur Hiervoor in 1.8 is ingegaan op de oorzaken van de faillissementen en de rol die het bestuur, de commissarissen en de aandeelhouders daarbij hebben gespeeld. De conclusie is dat kennelijk onbehoorlijk bestuur c.q. toezicht niet aan de orde is. Tijdens het onderzoek heeft de curator (pas) in 2015 kennis genomen van diverse transacties die verband houden met de levering van een broodlijn aan een klant van Capway Systems in 2011 en 2012, waarbij onder meer een vordering op de klant is overgedragen aan een zusterbedrijf van Capway Systems. De curator doet nader onderzoek naar mogelijk paulianeus handelen en/of onbehoorlijk bestuur ten aanzien van deze transacties. De tussentijdse bevindingen heeft de curator aan de rechter-commissaris voorgelegd. Het is de bedoeling dat de komende 10
verslagperiode het onderzoek wordt afgerond en dan zal ook duidelijk worden of mogelijk vervolgstappen worden ondernomen. 7.6 Paulianeus handelen Zie het gestelde onder 7.5. 7.7 Werkzaamheden Er is onderzoek gedaan naar de hierboven vermelde transacties, waarbij stukken zijn bestudeerd, correspondentie is gevoerd, telefonisch overleg heeft plaatsgevonden. Niet alle werkzaamheden worden hier omschreven. 8. Crediteuren 8.1 Boedelvorderingen Zie vierde en vijfde verslag. 8.2 Preferente vordering van de fiscus Zie vierde verslag. 8.3 Preferente vordering van het UWV Zie vierde verslag. 8.4 Andere preferente crediteuren Zie vierde verslag. 8.5 Aantal concurrente crediteuren Zie achtste verslag 11
8.6 Bedrag concurrente crediteuren Zie achtste verslag 8.7 Verwachte wijze van afwikkeling Zie achtste verslag 9. Overig 9.1 Termijn afwikkeling faillissementen Dat zal mede afhangen van het onderzoek naar een bepaald project en de afwikkeling van de resterende aanvullende koopprijs die nog betaald moet worden. 9.2 Plan van aanpak In de faillissementen moet in ieder geval nog het volgende gebeuren: - overleg over de betaling van de resterende aanvullende koopprijs; - nader onderzoek naar een bepaald project en de eventuele aansprakelijkheid van alle betrokkenen die daarbij een rol hebben gespeeld; 9.3 Indiening volgend verslag: eind april 2016. Utrecht, 26 januari 2016 H. Pasman, curator 12