Toetsingskader Aansluittarieven



Vergelijkbare documenten
Standaard elementen per aansluitcapaciteit

BESLUIT. 2. Bij brief van 15 mei 2012, door de Raad ontvangen op 16 mei 2012, heeft ChipSoft bezwaar gemaakt tegen het bestreden besluit.

BESLUIT. 2 Op 2 juni 2000 en 16 juni 2000 heeft Essent Netwerk Friesland het voorstel van 6 oktober 1999 gewijzigd en aangevuld.

Wijzigingen in overige codes t.g.v. de nieuwe Informatiecode Elektriciteit en Gas

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 51 van de Elektriciteitswet 1998.

BESLUIT. 2. Bij brief van 19 mei 2005 heeft Essent Netwerk B.V. (hierna: Essent) het reactieformulier ingestuurd.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Openbaar besluit ACM/UIT/500126

4. Dit document heeft slechts betrekking op regionale netbeheerders.

Dienst uitvoering en toezicht Energie

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Openbaar. I. Verloop van de procedure

Pagina. Besluit Openbare versie. Ons kenmerk: ACM/DE/2018/ Zaaknummer:

ELEKTRICITEIT TARIEVEN Aansluiting en Transport voor grootverbruikers

Pagina. Ontwerpbesluit Openbaar

Tarievencode Elektriciteit

Leeswijzer Tarievencode Elektriciteit

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Openbaar. I. Verloop van de procedure

TarievenCode Elektriciteit

ELEKTRICITEIT TARIEVEN Aansluiting en Transport voor grootverbruikers

Tarieven Aansluiting en Transport voor grootverbruikers

Pagina. Besluit BESLUIT. Ons kenmerk: ACM/DE/2016/203914_OV Zaaknummer:

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 51 van de Elektriciteitswet 1998.

TarievenCode. TarievenCode. Gewijzigd vastgesteld door de directeur DTe. bij besluit van 21 augustus 2003, nr /119

Pagina OPENBAAR BESLUIT. Teunissen + Berendse Vastgoed Projecten B.V. T.a.v. de heer P. Berendse Secretaris Verhoeffweg 19E 2671 HT NAALDWIJK

BESLUIT. Betreft zaak: Besluit tot het vaststellen van de tarieven 2000 van de landelijke netbeheerder TenneT bv

BESLUIT. 2. Onderhavig besluit betreft de vaststelling van de nettarieven voor het jaar 2005 voor Intergas Netbeheer B.V.

Tarieven Aansluiting en Transport voor grootverbruikers. Stedin. De nieuwe naam van Eneco NetBeheer

Tarievencode Elektriciteit

Pagina. Besluit BESLUIT. Ons kenmerk: ACM/DE/2017/201061_OV Zaaknummer:

ELEKTRICITEIT TARIEVEN Aansluiting en transport voor grootverbruikers

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 51 van de Elektriciteitswet 1998.

BEDRIJFSGEGEVENS AANVRAGER Ontheffingsaanvrager: NS Railinfrabeheer B.V. Postbus GA Utrecht

Expertgroep Gasaansluiting

BESLUIT. Dienst uitvoering en toezicht Energie. van Netbeheerder Centraal Overijssel B.V.

BESLUIT. 3. Bij schrijven van 4 juni 2009 heeft Enexis een ingevuld reactieformulier ingediend.

ELEKTRICITEIT TARIEVEN Aansluiting en transport voor grootverbruikers

BESLUIT. Autoriteit Consument & Markt. Besluit ACM/DE/2014/207440

ELEKTRICITEIT Tarieven 2015 Aansluit- en transporttarieven elektriciteit voor grootverbruikers

BESLUIT. I. Inleiding II. Feiten. Dienst uitvoering en toezicht Energie

ELEKTRICITEIT Tarieven 2014 Aansluit- en transporttarieven elektriciteit voor grootverbruikers

ADVIES VAN DE DIRECTEUR DTE AAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, OP BASIS VAN ARTIKEL 15, TWEEDE LID, VAN DE ELEKTRICITEITSWET 1998.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 81c, eerste lid van de Gaswet.

ELEKTRICITEIT TARIEVEN Aansluiting en Transport voor kleinverbruikers

Tarieven- en Vergoedingsregeling Aansluiting, Transport en Diensten Elektriciteit, zoals geldig met ingang van 1 januari Schiphol Nederland B.V.

MONITOR ELEKTRICITEITSPRODUCTIE

Elektriciteit. Tarieven t/m

BESLUIT. Inleiding. Status van het besluit. Dienst uitvoering en toezicht Energie

Elektriciteit. Tarieven t/m

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 51 van de Elektriciteitswet 1998.

TarievenCode Elektriciteit

Tarieven Aansluiting en Transport voor kleinverbruikers

Inleiding. Wettelijke context BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit

Pagina 1/9. Besluit. 1 Inleiding. 2 Wettelijk kader

Pagina ONTWERPBESLUIT. Ontwerpbesluit. Ons kenmerk: ACM/DE/2014/ Zaaknummer:

BESLUIT. Inleiding. Gevolgde procedure. Dienst uitvoering en toezicht Energie

ADVIES VAN DE DIRECTEUR DTE AAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, OP BASIS VAN ARTIKEL 15, TWEEDE LID, VAN DE ELEKTRICITEITSWET 1998.

Ons kenmerk: ACM/DE/2013/ Zaaknummer: Pagina 1/7

ELEKTRICITEIT TARIEVEN Aansluiting en Transport voor kleinverbruikers

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 51 van de Elektriciteitswet 1998.

ADVIES VAN DE DIRECTEUR DTE AAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, OP BASIS VAN ARTIKEL 15, TWEEDE LID, VAN DE ELEKTRICITEITSWET 1998.

Datum Uw kenmerk Ons kenmerk Bijlage(n) RTD C / /3.B1333

Ons kenmerk: ACM/DE/2013/ Zaaknummer: Pagina 1/7

ELEKTRICITEIT TARIEVEN- EN VERGOEDINGS- REGELING 2014

Ons kenmerk: ACM/DE/2013/ Zaaknummer: Pagina 1/7

1 Algemene bepalingen 2. 2 Tarievenstructuur voor de transportdienst 3. 3 Bepaling rekencapaciteit en te factureren hoeveelheid gas 10

Dienst uitvoering en toezicht Energie

Ons kenmerk: ACM/DE/2013/ Zaaknummer: Pagina 1/7

Bijlage beschrijving huidige tarievensystematiek

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 51 van de Elektriciteitswet 1998.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De bezwaren van RENDO worden in deze beslissing op bezwaar ongegrond verklaard. Dit betekent dat het bestreden besluit in stand blijft.

GAS TARIEVEN Aansluiting en Transport voor grootverbruikers

BESLUIT. 1 Inleiding. Dienst uitvoering en toezicht Energie

BESLUIT. Directie Toezicht Energie INLEIDING EN PROCEDURE WETTELIJK KADER

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit

Tarieven aansluitingen elektriciteit - middenspanning 2016 Distributienetbeheer elektriciteit: 2016 Infrax West, Interenerga, IVEG en PBE

BESLUIT. hoogspanningsnetwerk (220 / 380 kv) en het tarief met betrekking tot het verrichten van systeemdiensten voor TenneT B.V. voor het jaar 2006.

Tarieven Aansluiting en Transport voor kleinverbruikers

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit

GAS TARIEVEN Aansluiting en Transport voor kleinverbruikers

ELEKTRICITEIT TARIEVEN- EN VERGOEDINGS- REGELING 2010

GAS TARIEVEN Aansluiting en Transport voor kleinverbruikers

GAS TARIEVEN Aansluiting en Transport voor grootverbruikers

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit. I. Verloop van de procedure

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 19 van de Gaswet.

gewijzigde beslissing op bezwaar inzake geschil tussen Sapa Profiles B.V. en Liander N.V.

Tarievencode elektriciteit

Besluit van de Autoriteit Consument en Markt op het bezwaar van De Graaf Logistics B.V. tegen het besluit van 22 april 2011.

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit

Tarievencode elektriciteit

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit

GAS TARIEVEN Aansluiting en Transport voor kleinverbruikers

GAS TARIEVEN Aansluiting en Transport voor kleinverbruikers

ELEKTRICITEIT TARIEVEN Aansluiting en transport voor kleinverbruikers

Pagina 1/11. Besluit Openbaar. 1 Inleiding. 2 Aanvraag. Ons kenmerk: ACM/DE/2014/ Zaaknummer:

Besluit. Inkomstenbesluit TenneT 2018 Net op zee. Kenmerk Zaaknummer ACM/UIT/ ACM/17/022706

Transcriptie:

Uitgangspunten toetsing voorstellen aansluittarieven door de DTe I Inleiding 1. Dit toetsingskader dient ter nadere uitwerking van de bevoegdheid van de directeur DTe om het tarief waarvoor afnemers zullen worden aangesloten op het net van netbeheerders te beoordelen en vast te stellen. Deze bevoegdheid is voor de tarieven die de netbeheerder in 2000 ten hoogste mag rekenen voor aansluiting op het net neergelegd in artikel IV van de wijzigingswet op de Elektriciteitswet 1998. Voor de daarop volgende jaren is deze bevoegdheid vastgelegd in artikel 27 a van de Elektriciteitswet. Daarbij dient de directeur onder andere rekening te houden met het gestelde in artikel 25 a van de Elektriciteitswet over de onderdelen waaruit aansluittarieven bestaan. Dit toetsingskader gaat in op de wijze waarop de tariefvoorstellen voor aansluittarieven door de directeur DTe zullen worden getoetst en geeft tevens richtlijnen voor de netbeheerders voor het indienen van voorstellen voor aansluittarieven. Het voorstel geeft ook aan op welke wijze de directeur DTe invulling geeft aan de bevoegdheid om bij het vaststellen van de aansluittarieven vanaf 2001 een korting voor de doelmatige bedrijfsvoering zal toepassen (de regulering van de aansluittarieven). II Relevante bepalingen uit de Elektriciteitswet en de TarievenCode 2. In de wet is een aansluiting gedefinieerd als één of meer verbindingen tussen een net en een onroerende zaak als bedoeld in artikel 16, onderdelen a tot en met d, van de Wet waardering onroerende zaken, dan wel tussen een net en een net op een ander spanningsniveau. 3. De netbeheerder is verplicht degene die daarom verzoekt te voorzien van een aansluiting op het door hem beheerde net tegen een tarief en tegen voorwaarden die in overeenstemming zijn met de paragrafen 5 en 6 van de wet. 4. 1.Het tarief waarvoor afnemers zullen worden aangesloten op een net heeft uitsluitend betrekking op: a. het verbreken van het net van desbetreffende netbeheerder om een fysieke verbinding van de installatie van een afnemer met dat net tot stand te brengen, b. het installeren van voorzieningen om het net van desbetreffende netbeheerder te beveiligen en beveiligd te houden en c. het tot stand brengen en in stand houden van een verbinding tussen de plaats waar het net verbroken is en de voorzieningen om het net te beveiligen. 2. Het tarief, bedoeld in het eerste lid, wordt in rekening gebracht bij iedere afnemer die door een netbeheerder wordt aangesloten op een net dat wordt beheerd door een netbeheerder. 1 5. In het verzoek tot wijziging van het voorstel met betrekking tot de tariefstructuren 2 geeft de directeur DTe aan dat het begrip aansluiting en de daaruit voortvloeiende aansluittarieven beperkt dienen te worden uitgelegd 3. De aansluittarieven dienen derhalve alleen die kosten te bevatten, die verband houden met de kosten van de aansluiting conform de wettelijke definitie. Hierdoor is het mogelijk om voor iedere categorie afnemers een standaardaansluiting te definiëren op basis van het door de afnemer gewenste aansluitvermogen en het daarbij behorende spanningsniveau aan de netzijde van de aansluiting. Deze aansluitvermogens bepalen zo de standaardaansluitingen. Voor elke standaardaansluiting wordt bepaald uit welke componenten deze bestaat, dit zijn de knip in het net, de beveiliging en de verbinding tussen de knip en de beveiliging. Voor elk van die componenten dient te worden aangegeven uit welke 1 Artikel 25a Elektriciteitswet 1998 2 Verzoek tot wijziging tariefstructuren, brief DTe, 99054784 3 Tweede Kamer, vergaderjaar 1998-1999, 26 303, nr. 3 blz.21. Dienst uitvoering en toezicht Elektriciteitswet 1 mei 2000

elementen deze zal bestaan. In het besluit tot vaststellen van de tariefstructuren wordt aangegeven dat de netbeheerder bij de bepaling van zijn aansluittarieven dient uit te gaan van de rechtstreeks met de aansluiting gemoeide investeringen, waarbij de netbeheerder voor de in de tabel (2.3.3C TarievenCode) aangegeven aansluitingen uit dient te gaan van gemiddelden. 6. In de TarievenCode 4 is vastgelegd dat het aansluittarief uit ten hoogste drie tariefdragers bestaat: a. een éénmalige bijdrage op basis van de initiële investeringskosten. Hieronder wordt verstaan de specifiek voor desbetreffende nieuwe aansluiting gedane investering, voor zover deze investering geen betrekking heeft op herbruikbare activa; b. indien er sprake is van herbruikbare activa: een periodieke vergoeding ter dekking van de kapitaallasten van deze activa in guldens per maand of een andere tijdsperiode; c. een periodieke vergoeding in guldens per maand ter dekking van de onderhoudskosten. 5 7. Het aansluittarief bestaat conform artikel 2.3.1 van de TarievenCode uit een bedrag dat is opgebouwd uit een vast bedrag voor de verbreking van het net van desbetreffende netbeheerder om een fysieke verbinding van de installatie van een afnemer met dat net tot stand te brengen (de knip), een vast bedrag voor het installeren van voorzieningen om het net van desbetreffende netbeheerder te beveiligen en beveiligd te houden (de beveiliging) en een vast bedrag voor het tot stand brengen en in stand houden van een verbinding met een maximale kabellengte van 25 meter tussen de plaats waar het net verbroken is en de voorzieningen om het net te beveiligen (de verbinding), eventueel aangevuld met een bedrag per meter voor elke meter meer dan die 25 meter. 6 8. Met inachtneming van de tabel genoemd in artikel 2.3.3.C van de TarievenCode wordt het aansluittarief bepaald door de aansluitcapaciteit die de aangeslotene wenst. Het is de netbeheerder toegestaan om voor zijn gebied afwijkende grenzen vaststellen. Deze afwijkende grenzen liggen ter inzage bij de netbeheerder en worden, ook bij wijzigingen ervan, schriftelijk gemeld bij de directeur DTe. 7 9. In artikel 2.3.3.A van de TarievenCode is bepaald dat het aansluittarief voor aangeslotenen die een aansluitcapaciteit wensen van meer dan 3 MVA tot uiterlijk 30 juni 2000 is gebaseerd op de voorcalculatorische projectkosten met betrekking tot een dergelijke aansluiting. 8 10. Ook het aansluittarief voor een aansluiting van een netbeheerder op het net van een andere netbeheerder is gebaseerd op de voorcalculatorische projectkosten met betrekking tot een dergelijke aansluiting. 9 III Procedure 11. De netbeheerders hebben rond oktober 1999 voorstellen ingediende voor de aansluittarieven tot en met een gewenste aansluitcapaciteit van 3 MVA. Voor aansluitcapaciteiten boven 3 MVA zijn geen voorstellen ingediend met uitzondering van de voorstellen van TenneT en TZH omdat in de TarievenCode is vastgelegd dat de aansluittarieven voor deze categorie tot 30 juni 2000 worden bepaald op basis van de voorcalculatorische projectkosten. Voor TenneT en TZH zijn boven 3 MVA aansluittarieven vastgesteld. 4 Besluit tot vaststellen van de tariefstructuren door de directeur, 30 september 1999. In deze TarievenCode is de structuur beschreven van de tarieven die vanaf 1 januari 2000 zullen gelden voor de toegang tot de elektriciteitsnetten. 5 Artikel 2.3.1 TarievenCode 6 Artikel 2.3.2 TarievenCode 7 Artikel 2.3.3 TarievenCode 8 Artikel 2.3.3.A TarievenCode 9 Artikel 2.3.3.B TarievenCode Dienst uitvoering en toezicht Elektriciteitswet 2 mei 2000

12. De directeur DTe heeft in de besluiten tot vaststellen van de nettarieven, besloten ervan af te zien de aansluittarieven tot en met 3 MVA vast te stellen. Hij heeft daartoe besloten omdat een aantal bedrijven nog niet in staat was om goed onderbouwde voorstellen voor de aansluittarieven te leveren, die geheel voldoen aan de door de directeur DTe op 30 september 1999 vastgestelde TarievenCode. Vanwege het ontbreken van die onderbouwde voorstellen was het voor hem niet goed mogelijk de verschillende tariefelementen en de totale kosten van de verschillende standaardaansluitingen te vergelijken. De directeur DTe heeft in de vaststellingsbesluiten van de nettarieven aangekondigd dat hij in de loop van het volgende kalenderjaar een onderzoek zal starten naar de kosten van standaardaansluitingen en hij daarop zijn oordeel zal baseren voor de vaststelling van de aansluittarieven voor de periode vanaf 1 juli 2000. 13. Begin 2000 is DTe gestart met een onderzoek naar een nadere invulling van de standaardelementen, waaruit verschillende aansluitingen dienen te bestaan per regel van de aansluittabel uit de Tarievencode (tabel 2.3.3.C). Deze standaard elementen zijn de knip, de beveiliging en de verbinding daartussen (zie noot 4). 14. De resultaten van dit onderzoek zijn verwerkt in dit toetsingskader dat de DTe zal gebruiken bij de beoordeling van de voorstellen voor aansluittarieven. Daar er ten tijde van het indienen van de voorstellen voor aansluittarieven nog veel onduidelijkheid bestond over de definiëring van de aansluiting, geeft de DTe de netbeheerders de mogelijkheid hun reeds gedane voorstellen voor aansluittarieven tot en met 3 MVA te vergelijken met het nu voorliggende toetsingskader en indien noodzakelijk aan te passen. Voor de tarieven boven 3 MVA zullen de netbeheerders voorstellen moeten indienen. 15. De voorstellen voor tarieven die eind 1999 zijn ingediend bevatten geen aansluittariefvoorstellen boven 3 MVA. Op nieuw ingediende voorstellen voor aansluittarieven boven 3 MVA wordt dan ook de openbare voorbereidingsprocedure toegepast. De voorstellen worden voor een periode van 4 weken ter inzage gelegd op het kantoor van de DTe. Belanghebbenden krijgen de mogelijkheid hun zienswijze op de voorstellen schriftelijk of mondeling kenbaar te maken. 10 De DTe zal na afloop van deze terinzagelegging vaststellingsbesluiten nemen. IV Uitgangspunten aansluittarief 16. Het derde lid van artikel IV van de wijzigingswet bepaalt, dat de directeur DTe bij de vaststelling van de tarieven rekening dient te houden met: a. de artikelen 25a tot en met 25c van de E-wet, b. investeringen als bedoeld in artikel 27, tweede lid, van de Elektriciteitswet die zijn gedaan na 1 januari 1996, c. belangrijke kostenstijgingen na 1 januari 1996 die hun oorzaak vinden buiten de invloedssfeer van desbetreffende netbeheerder, en d. andere objectieve factoren die voor netbeheerders aantoonbaar leiden tot verschillen in tariefniveaus. 17. Naast de wettelijke toetsingsgronden uit artikel IV hanteert de DTe de volgende uitgangspunten bij de toetsing van de voorstellen voor aansluittarieven: De netbeheerder is verplicht degene die daarom verzoekt te voorzien van een aansluiting op het door hem beheerde net tegen een tarief en tegen voorwaarden die in overeenstemming zijn met de paragrafen 10 afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht Dienst uitvoering en toezicht Elektriciteitswet 3 mei 2000

5 en 6 van de wet. Bij de berekening van het aansluittarief wordt uitgegaan van standaardaansluitingen die in praktijk gehanteerd worden. Eventuele extra s die nodig zijn worden niet gereguleerd. Afhankelijk van de omvang van de aansluiting kunnen verschillende componenten per aansluiting geïdentificeerd worden, die vertaald kunnen worden in tariefcomponenten. 11 Als een afnemer een aansluiting heeft, krijgt hij het recht op een bepaalde aansluitcapaciteit met een bepaalde kwaliteit. Op verzoek van de afnemer kan in overleg met de netbeheerder een aansluiting met afwijkende kenmerken van de standaardaansluiting worden gemaakt, waarvoor een afwijkend tarief kan gelden. Bij afwijkingen is het van belang goede afspraken te maken tussen de netbeheerder en de aangeslotene over de te verwachten kwaliteit als gevolg van de afwijkingen van de standaardaansluiting. Het is de netbeheerders op basis van artikel 25 a, tweede lid van de Elektriciteitswet 1998 verboden te discrimineren tussen degenen die om een aansluiting verzoeken. V Relevante bepalingen Netcode 18. Het verbinden van de elektrische installatie met de aansluiting en met de meetinrichting of de daartoe behorende stroomtransformatoren dan wel de energietransformator(en) door middel waarvan de elektrische installatie op een net van hoge spanning wordt aangesloten, geschiedt door of vanwege de netbeheerder. (Netcode artikel 2.1.1.5) Bij andere aansluitingen dan bedoeld in 2.2.2.2 wijst de netbeheerder, na overleg met de aangeslotene de ter beschikking te stellen ruimten aan voor het onderbrengen van de tot de aansluiting en de meetinrichting behorende apparatuur. De netbeheerder stelt de eisen vast waaraan deze ruimten moeten voldoen. (Netcode artikel 2.2.2.3) Indien een elektrische installatie op een net van hoge spanning wordt aangesloten: stelt de aangeslotene een locatie ter beschikking aan de netbeheerder ten behoeve van de plaatsing van een compact-station, of stelt de aangeslotene een ruimte ter beschikking aan de netbeheerder ten behoeve van door de netbeheerder op te stellen apparatuur. Deze ruimte, waarvan de plaats na overleg met de aanvrager door de netbeheerder wordt vastgesteld, voldoet qua afmeting, constructie en inrichting aan de door de netbeheerder gestelde eisen. De ruimte is vanaf de openbare weg toegankelijk. De ruimte is afgesloten door een of meerdere deuren en een door een door de netbeheerder ter beschikking gesteld slot. (Netcode artikel 2.3.1.1) In percelen waar de elektrische installatie door middel van een in de grond gelegde kabel wordt aangesloten, worden voorzieningen getroffen voor het gemakkelijk en gasbelemmerend binnenleiden van deze kabel, waaronder in ieder geval een beschermbuis waarvan de netbeheerder het materiaal en de afmetingen bepaalt, tenzij de netbeheerder uitdrukkelijk te kennen heeft gegeven zulks niet noodzakelijk te achten. In het geval een leidinginvoerput wordt aangebracht, voldoet deze aan NEN 2768:1998 Meterkasten en bijbehorende bouwkundige voorzieningen voor leidingaanleg in woningen" (Netcode artikel 2.2.2.1) 12 VI Nadere Definiëring standaardelementen aansluiting 19. In dit hoofdstuk wordt een nadere invulling gegeven van de definities van de aansluiting en de toelichting daarop die in de Elektriciteitswet zijn opgenomen en uitgewerkt zijn in de TarievenCode en Technische Codes en de daarmee samenhangende stukken. 11 Tweede Kamer, vergaderjaar 1998-1999, 26 303, nr. 3, Memorie van toelichting, Voorstel tot wijziging Elektriciteitswet 1998 12 Netcode: Zoals vastgesteld bij Besluit 99-005, 12 november 1999 en besluit 00-011, 12 april 2000 tot het vaststellen van de voorwaarden, bedoeld in artikel 26e van de Elektriciteitswet 1998. Dienst uitvoering en toezicht Elektriciteitswet 4 mei 2000

Er wordt achtereenvolgens ingegaan op de drie tariefdragers waarop het aansluittarief is gebaseerd: het eenmalige tarief, de vergoeding voor herbruikbare activa en de periodieke vergoeding voor onderhoud. De bespreking van het eenmalige tarief valt uiteen in twee delen. In het eerste deel wordt een aantal specifieke onderwerpen besproken die effect hebben op alle aansluitingen. In het tweede deel wordt per gevraagde aansluitcapaciteit aangegeven uit welke onderdelen de standaard elementen uit de aansluittabel bestaan. VII Specifieke onderwerpen aanbieden diensten in concurrentie 20. Het is netbeheerders niet toegestaan goederen of diensten te leveren waarmee zij in concurrentie treden. Een uitzondering hierop vormen de in artikel 17 van de Elektriciteitswet genoemde activiteiten. Dit betreft: a. de uitvoering van de taken, bedoeld in artikel 16, eerste of tweede lid, voor zichzelf, voor andere netbeheerders of voor anderen die een recht van gebruik van een net hebben; b. de aanleg, het beheer of het onderhoud van leidingen buiten gebouwen voor het transport van gas, warmte, koude of water; of c. het ter beschikking stellen en houden van netten ten behoeve van het gebruik van daarmee verbonden zaken door derden. Het aanbieden van aarding of toonfrequentsignalen zijn aan te merken als artikel 17 taken en vallen buiten het gereguleerde aansluittarief. Een afnemer is niet verplicht aarde of toonfrequentsignalen af te nemen van de netbeheerder. het meten en de meter 21. Het ter beschikking stellen van een meter is een taak die de netbeheerder in concurrentie met derden uitvoert. De kosten van deze activiteit dienen dan ook niet door middel van een gereguleerd (aansluit)tarief te worden gedekt. Het plaatsen en onderhouden van meettransformatoren daarentegen is een exclusieve taak van de netbeheerder die binnen het gereguleerde aansluittarief valt. De kosten van meter-opname en databeheer behoren niet tot de aansluitkosten maar worden gedekt door het vastrechttarief voor transport. relatie aansluittarief en feitelijke realisatie aansluiting 22. De netbeheerder heeft de vrijheid een aansluiting te realiseren op de wijze waarop deze het beste in zijn net past. De afnemer betaalt een aansluittarief dat gebaseerd is op de door hem gewenste aansluitcapaciteit. De afnemer heeft na betaling van het aansluittarief recht op de maximale capaciteit van de categorie waarin zijn aansluiting valt en op een bepaalde kwaliteit van zijn aansluiting, onder andere bepaald door de beschrijving van de elementen van een standaardaansluiting in de paragraaf Standaardelementen per aansluitcapaciteit. De netbeheerder kan zelf bepalen op welke wijze hij de aansluiting realiseert. De netbeheerder kan bijvoorbeeld genoodzaakt zijn een aansluiting op een andere wijze te realiseren omdat de dichtstbijzijnde laagspanningskabel of MS/LS-transformator onvoldoende capaciteit heeft om een afnemer op aan te sluiten. De realisatie vrijheid van de netbeheerder heeft geen wijziging van het aansluittarief en de maximale capaciteit en de kwaliteit van de aansluiting tot gevolg. status aansluiting 23. In de wet is een aansluiting gedefinieerd als één of meer verbindingen tussen een net en een onroerende zaak als bedoeld in artikel 16, onderdelen a tot en met d, van de Wet waardering onroerende zaken, dan wel tussen een net en een net op een ander spanningsniveau. Een net is gedefinieerd als één of meer verbindingen voor het transport van elektriciteit en de daarmee verbonden transformator-, schakel-, verdeel- en onderstations en andere hulpmiddelen, behoudens voor zover deze verbindingen en Dienst uitvoering en toezicht Elektriciteitswet 5 mei 2000

hulpmiddelen liggen binnen de installatie van een producent of van een afnemer. De aansluiting maakt in ieder geval geen deel uit van de installatie van de afnemer. De aansluiting is aan te merken als één of meer verbindingen tussen een net en een onroerende zaak, die individueel ten behoeve van een afnemer worden gebruikt. In praktijk komt het voor dat op een aansluitkabel van een aangeslotene een andere aansluiting wordt gemaakt. Dit is in sommige gevallen de meest efficiënte wijze om in die situatie een aansluiting te realiseren. De DTe wil de netbeheerder dan ook de mogelijkheid laten op bestaande aansluitingen een nieuwe aansluiting te maken. De netbeheerder dient bij het maken van een aansluiting op een bestaande aansluiting uiteraard wel rekening te houden met de rechten die een aangeslotene heeft op zijn eigen onroerende zaak. Dit heeft tot gevolg dat een deel van de bestaande aansluiting door twee aangesloten wordt gebruikt. Dat deel wordt dan niet meer individueel ten behoeve van een afnemer gebruikt en is als net aan te merken. De periodieke vergoeding voor het onderhoud van de meerlengte van de verbinding dient aangepast te worden als een deel van de verbinding ten behoeve van twee of meer aangeslotenen wordt gebruikt. restitutie deel aansluittarief 24. Het eenmalige aansluittarief bestaat uit een standaardtarief, waar een gemiddelde lengte van de verbinding in is verwerkt en een tarief dat bepaald wordt door eventuele meerlengte van de verbinding. Dit standaardtarief is te bezien als een toegangstarief tot het net. De meerlengte is gerelateerd aan de plaats waar een nieuwe afnemer zich vestigt. In het geval dat op een bestaande aansluiting een nieuwe aansluiting wordt gemaakt, kan de netbeheerder overgaan tot restitutie van een deel van het eenmalige aansluittarief. Deze restitutie kan slechts betrekking hebben op het tarief dat is betaald voor meerlengte van de verbinding. De netbeheerders dienen heldere richtlijnen op te stellen en bekend te maken voor restitutie van een deel van het aansluittarief opdat restitutie op transparante en non-discriminatoire wijze plaatsvindt. diepe en ondiepe aansluitkosten 25. Bij het realiseren van een aansluiting maakt de netbeheerder kosten die rechtstreeks aan de aansluiting toe te schrijven zijn(ondiepe aansluitkosten). Dit zijn de kosten die gemaakt worden om de activiteiten uit te voeren zoals die in artikel 25 a van de elektriciteitswet worden aangegeven en in dit document worden uitgewerkt. Daarnaast kan het noodzakelijk zijn investeringen in het net te doen of het net uit te breiden. Deze kosten worden als diepe aansluitkosten beschouwd en dienen niet door middel van het aansluittarief te worden vergoed. registratie inkomsten en uitgaven aansluiting 26. Het is mogelijk dat de inkomsten (op basis van het standaardtarief) en de uitgaven van de netbeheerder (gebaseerd op de daadwerkelijk gemaakte kosten ten behoeve van de aansluiting) uit elkaar kunnen gaan lopen. Een oorzaak hiervan kan zijn dat de netbeheerder de vrijheid heeft aansluitingen anders te realiseren. Een andere oorzaak kan zijn dat op een bestaande aansluiting een nieuwe aansluiting wordt gemaakt. Een deel van de aansluiting is dan als net aan te merken, de kosten van dit net dienen niet door middel van het aansluittarief te worden gedekt. De restitutie van een deel van de kosten van de meerlengte van de aansluiting wijzigt de inkomsten uit aansluitingen. Op basis van de Informatiecode (tabel 5) dient de netbeheerder de inkomsten en uitgaven voor aansluitingen bij te houden en aan de DTe bekend te maken. transformator achter de aansluiting 27. De netbeheerders geven aan dat in aansluitingen op middenspanningsniveau in veel gevallen (zeker tot 1 MVA) laagspanning wordt gevraagd door de afnemer. Er zal dus een transformatiestap plaats moeten vinden. De netbeheerders zouden graag een transformator bij de aansluiting aan willen bieden. De Elektriciteitswet staat de netbeheerder in bepaalde situaties toe een transformator aan te bieden. Een Dienst uitvoering en toezicht Elektriciteitswet 6 mei 2000

van de taken van de netbeheerder is de afnemer te voorzien van een aansluiting en hem desgevraagd een meter ter beschikking stellen. Het maken van de aansluiting is een exclusieve taak van de netbeheerder. Het ter beschikking stellen van een meter is geen exclusieve taak maar een taak die de netbeheerder in concurrentie met derden uitvoert. De werkzaamheden die tussen de beveiligingvoorziening en de meter van de afnemer plaatsvinden zijn vrije activiteiten. Het plaatsen van een transformator tussen de beveiligingvoorziening en de installatie van de afnemer is zo'n werkzaamheid. De netbeheerder heeft geen monopolie op deze activiteit maar is op grond van artikel 16, eerste lid, onderdeel e van de Elektriciteitswet wel gerechtigd deze werkzaamheden tot en met de meter van de afnemer uit te voeren. Daarbij kan de afnemer aangeven welke werkzaamheden hij door derden wil laten uitvoeren (b.v. het leveren van een meter) en welke werkzaamheden hij door de netbeheerder wil laten uitvoeren (bijvoorbeeld het plaatsen van de transformator). Het plaatsen van een transformator tussen de beveiliging en de installatie van de afnemer wordt gezien als een vrije activiteit die door de netbeheerder kan worden uitgevoerd en waarvan de kosten niet door middel van het aansluittarief worden gedekt. 13 de meervoudige aansluiting 28. Gezien de definitie in de Elektriciteitswet worden meervoudige verbindingen tussen een net en een onroerende zaak in principe beschouwd als één aansluiting. In het geval de meerdere verbindingen zijn aangelegd op verzoek van de klant worden de extra verbindingen, die geen deel uitmaken van de standaardaansluiting zoals gedefinieerd in paragraaf Standaardelementen per aansluitcapaciteit als meerdere aansluitingen beschouwd waar meerdere aansluittarieven voor worden betaald. In het geval de netbeheerder echter heeft gekozen voor het maken van een aansluitingen met meerdere verbindingen, worden alle verbindingen samen als één aansluiting beschouwd, waarvoor één aansluittarief wordt betaald. bepaling verbindingslengte ten behoeve van aansluittarief 29. De lengte van de verbinding van de aansluiting wordt bepaald door de afstand tot het dichtstbijzijnde aansluitpunt in het net van de netbeheerder voor de gevraagde aansluitcapaciteit te berekenen, ongeacht de capaciteit die op dat punt in het net aanwezig is. Dit kan bijvoorbeeld de dichtstbijzijnde laagspanningskabel zijn of het dichtstbijzijnde transformatorstation. Deze lengte wordt berekend door de afstand over het hart van de openbare weg te meten vanaf het overdrachtspunt op de onroerende zaak van de afnemer tot aan het dichtstbijzijnde aansluitpunt. Het gaat hier bij alle aansluitingen om de berekende tracélengte en niet om de berekende totale kabellengte. Een tracé van 15 meter met twee kabels erin heeft dus een aansluitlengte van 15 meter. Per gewenste aansluitcapaciteit wordt aangegeven hoe deze afstand berekend moet worden. In het standaardtarief dient de netbeheerder ter bepaling van de het tarief voor de verbinding tot 25 meter per categorie een gemiddelde van de lengte van de verbinding op te nemen. straatwerk 30. Onder straatwerk worden de werkzaamheden verstaan die de netbeheerder aan de bestrating moet verrichten om een aansluiting te maken. Deze kosten kunnen zeer uiteenlopen afhankelijk van het type bestrating (b.v. trottoir, asfalt, klinkers, sierbestrating) en de eisen van de gemeente ten aanzien van het terugleggen van bestrating. In veel gevallen legt de netbeheerder de bestrating los terug (dichtvleien) waarna de gemeente de bestrating definitief teruglegt na verharding van de grond. Op nieuwbouwlocaties is vaak nog geen definitieve bestrating aanwezig maar wel bouwbestrating. Op de onroerende zaak van de afnemer is de afnemer verantwoordelijk voor de bestrating en kan bij de tracékeuze ook rekening worden gehouden met de bestratingskosten. De afnemer kan echter geen 13 Tweede Kamer, vergaderjaar 1998-1999, 26 303, nr. 3, Memorie van toelichting, Voorstel tot wijziging Elektriciteitswet 1998 Dienst uitvoering en toezicht Elektriciteitswet 7 mei 2000

invloed uitoefenen op de bestrating op de openbare weg en onroerende zaken van derden, die ten behoeve van de aansluiting doorkruist moeten worden. De netbeheerder onderhandelt met gemeenten over de kosten van het terugleggen van de definitieve bestrating zowel voor de bestrating ten behoeve van aansluitingen als ten behoeve van werkzaamheden aan het net van de netbeheerder. De netbeheerder is dus degene die de kosten van het definitieve straatwerk kan beïnvloeden De definitieve straatwerkkosten op de openbare weg en onroerende zaken van derden die ten behoeve van de aansluiting worden doorkuist, dienen dan ook gedekt te worden door middel van het standaardtarief. Dit geldt voor alle soorten straatwerk, ook gesloten verharding (b.v.asfalt) en sierbestrating. Daarbij dient de netbeheerder in het standaardaansluittarief een gemiddelde op te nemen van de straatwerkkosten. Op de onroerende zaak van de afnemer valt alleen het opnemen en dichtvleien van open verharding onder het standaardtarief. In de aansluittarieven moeten een standaardopslag worden opgenomen voor straatwerk, die bestaat uit: - het opnemen, het dichtvleien en definitief terugleggen van alle soorten bestrating op de openbare weg en onroerende zaken van derden die doorkruist worden: - het opnemen en het dichtvleien van open verharding op de onroerende zaak van de afnemer. doorkruising kunstwerken 31. In sommige gevallen zal de verbinding die deel uitmaakt van de aansluiting door een kunstwerk (b.v. brug, viaduct of spoortracé) lopen. Onder speciale aansluittechnieken ter doorkruising van kunstwerken wordt verstaan: - een gestuurde boring - een persing - brugleidingen - doorkruising van vervuilde grond Zo'n doorkruising kan zeer hoge kosten met zich meebrengen. Aangezien één van de uitgangspunten van het aansluittarief is dat de aansluittarieven gebaseerd zijn op standaardaansluitingen worden deze kosten niet meegenomen in het standaardtarief (zie noot 11). De voor de doorkruising te maken kosten dienen naast het standaardaansluittarief bij de afnemer in rekening te worden gebracht. Afnemers worden nu geprikkeld bij hun locatiekeuze rekening te houden met de bijzondere aansluitkosten die ze veroorzaken en in overleg met de netbeheerder tot een andere tracé keuze te komen waarmee de doorkruising van het kunstwerk wordt vermeden. Daarbij dient een afweging gemaakt te worden tussen de kosten van het doorkruisen van het kunstwerk en eventuele meerkosten door het omleiden van het tracé In het geval deze tracéomleiding goedkoper is dient de netbeheerder dit alternatief aan te bieden. De afnemer kan voor een tracéomleiding kiezen tegen betaling van de meerkosten (die nog altijd lager liggen dan de doorkruising van het kunstwerk). keuzevrijheid afnemers 32. Het komt voor dat afnemers afwijkende wensen hebben ten opzichte van de standaardaansluiting. De afnemer wil bijvoorbeeld een extra verbinding voor meer zekerheid of juist slecht één enkele verbinding om de kosten van de aansluiting te verlagen (b.v. wanneer de afstand tot het net en daardoor de lengte van de verbinding zeer groot is). In overleg met de netbeheerder moet bekeken worden of het mogelijk is de wensen van de afnemer in te willigen. Eventuele extra gemaakte kosten of uitgespaarde kosten zijn respectievelijk voor rekening van of komen ten goede aan de afnemer. De netbeheerder en afnemer dienen duidelijke afspraken te maken over de kwaliteit die de afnemer kan verwachten op de door hem gewenste aansluiting. aansluiting net op net Dienst uitvoering en toezicht Elektriciteitswet 8 mei 2000

33. Het aansluittarief voor een aansluiting van een netbeheerder op het net van een andere netbeheerder is gebaseerd op de voorcalculatorische projectkosten met betrekking tot een dergelijke aansluiting. 14 openbare verlichting, verkeersregelinstallaties, abri's, telefooncellen etc. 34. Deze vaak ongemeten verbruikerscategorieën zijn moeilijk in te passen in de voorgestelde tariefsystematiek voor de aansluiting. De eenmalige en periodieke aansluitkosten hangen af van de manier waarop de lantaarnpalen, abri's etc. zijn aangesloten en de wijze waarop de definitie van de aansluiting op deze aansluitingen wordt toegepast. Een bijkomend probleem is dat een lantaarnpaal niet als onroerende zaak in de zin van artikel 16 van de Wet waardering onroerende zaken wordt aangemerkt. De DTe vindt dat de aansluittarieven voor deze categorie aansluitingen zoveel mogelijk binnen de bestaande systematiek moeten worden vastgesteld. Aparte openbare verlichtingsinstallaties passen binnen de bestaande aansluittabel. Bij aansluiting van openbare verlichting op een hulpader in de laagspanningskabel of rechtstreeks op de laagspanningskabel is het moeilijker om aan te sluiten bij deze aansluittabel. De DTe zal binnen twee weken na verschijning van dit document een nadere visie geven op de toepassing van de definitie van de aansluiting op aansluitingen voor de openbare verlichting en aanverwante categorieën Uitgangspunt daarbij is dat de reeds vastgestelde transporttarieven moeten kunnen worden toegepast, waarbij bepaald moet worden of één of meer palen als één aansluiting beschouwd kunnen worden. In het geval de netbeheerder een aparte categorie in de aansluittabel wil opnemen (b.v. gewenste aansluitcapaciteit 1*6 A) geldt deze categorie voor alle afnemers die de aansluitcapaciteit van deze categorie wensen. VIII Standaardelementen per aansluitcapaciteit 35. In deze paragraaf wordt per type aansluiting zoals gedefinieerd in tabel 2.3.3.c van de TarievenCode een nader invulling gegeven van de drie wettelijke elementen van de aansluiting: de knip, de verbinding en de beveiliging. Het is de netbeheerder toegestaan de in de tabel aangegeven grenzen te wijzigen.(noot TarievenCode noot 1 tabel 2.3.3.C) in het geval de netbeheerder daarvoor heeft gekozen, gelden onderstaande invullingen voor de categorieën zoals hij die heeft gedefinieerd. Deze invulling heeft niet tot doel alle onderdelen van de aansluiting in detail te benoemen maar wel om duidelijk aan te geven waar de aansluiting begint en eindigt. Op basis hiervan kan de netbeheerder bepalen welke materialen en werkzaamheden behoren tot de aansluiting en welke kosten gedekt worden door het aansluittarief (zowel de eenmalige bijdrage als de periodieke vergoeding voor onderhoud en voor herbruikbare activa). Gewenste aansluitcapaciteit 3*25A tot en met 60 kva (figuur 1) 36. De standaardaansluitmethode voor aangeslotenen tot 60 kva is op de laagspanningskabel. De knip bestaat uit de aftakmof waarmee een aftakking wordt gemaakt op de laagspanningskabel. De verbinding bestaat uit de laagspanningskabel die loopt vanaf de aftakmof tot aan de beveiliging. De beveiliging bevindt zich in de aansluitkast in de meterkast van de afnemer. De aansluitkast en het meterbord worden nog toegerekend tot de aansluitdienst van de netbeheerder. Ook het elektrisch aansluiten van de meter behoort tot de aansluitdienst van de netbeheerder. De afnemer kan in de categorie tot 3*25 A bij sommige netbeheerders kiezen tussen b.v. 3*25 A, 1 *35 A of 1*25 A. De lengte van de verbinding die wordt gehanteerd bij het berekenen van het aansluittarief is de afstand gemeten over het hart van de openbare weg van het overdrachtspunt op de onroerende zaak van de afnemer tot de dichtstbijzijnde laagspanningskabel, die deel uitmaakt van het net van de netbeheerder. 14 Artikel 2.3.3.B TarievenCode Dienst uitvoering en toezicht Elektriciteitswet 9 mei 2000

Onroerende zaak Meterkast Groepenkast Installatie Aftakmof op de LS netkabel Knip Meterbord met meter Aansluitkast met hoofdzekering Overdrachtspunt Aansluitkabel Verbinding Dichtstbijzijnde LS netkabel Net Figuur 1 LS aansluiting (3*25 A- 60 kva) gewenste aansluitcapaciteit 60 kva tot en met 0,3 MVA (figuur 2) 37. De standaardaansluitmethode voor aangeslotenen vanaf 60 kva tot en met 0,3 MVA is op het dichtstbijzijnde algemene LS-voedingspunt in het net van de netbeheerder (MS/LS transformator station). De knip ligt in het transformatorstation en begint vanaf de strook op het laagspanningsrek. De verbinding bestaat uit een laagspanningskabel die loopt vanaf het transformatorstation tot aan de beveiliging op de onroerende zaak van de afnemer. Het overdrachtspunt (beveiliging en scheiding) bevindt zich in de aansluitkast in de meterkast van de afnemer. Het meterbord wordt nog toegerekend aan de beveiliging op de onroerende zaak van de afnemer. De meettransformatoren dienen vergoed te worden middels het gereguleerde aansluittarief. Ook het elektrisch aansluiten van de meter behoort tot de aansluitdienst van de netbeheerder. De lengte van de verbinding die wordt gehanteerd bij het berekenen van het aansluittarief is de afstand gemeten over het hart van de openbare weg van het overdrachtspunt op de onroerende zaak van de afnemer tot het dichtstbijzijnde MS/LS-transformatorstation, dat deel uitmaakt van het net van de netbeheerder. MS net Onroerende zaak Meterkast Groepenkast Installatie Strook in LS rek Mespatronen Knip Meterbord met meter Aansluitkast met hoofdzekering Overdrachtspunt Dichtstbijzijnde MS/LS net station Net Aansluitkabel via openbare weg en onroerende zaak afnemer Verbinding Figuur 2 LS aansluiting af LS rek transformator (60-300 kva) Dienst uitvoering en toezicht Elektriciteitswet 10 mei 2000

gewenste aansluitcapaciteit 0,3 MVA tot en met 3 MVA (figuur 3 en 4) 38. De standaardaansluitmethode voor aansluitingen vanaf 0,3 MVA tot en met 3MVA is inlussen in het middenspanningsnet. De knip bestaat dus uit de twee verbindingsmoffen die worden gebruikt om het net te verbreken en de afnemer in te lussen. De beveiliging bestaat uit een MS-schakelinstallatie met twee scheiders en een vermogensschakelaar en een MS meetveld (inclusief meettransformatoren). De verbinding bestaat uit twee middenspanningskabels in één tracé. De MS-schakelinstallatie wordt ondergebracht in een ruimte die de afnemer ter beschikking dient te stellen. De lengte van de verbinding die wordt gehanteerd bij het berekenen van het aansluittarief is de afstand gemeten over het hart van de openbare weg van het overdrachtspunt op de onroerende zaak van de afnemer tot de dichtstbijzijnde middenspanningskabel, die deel uitmaakt van het net van de netbeheerder. (figuur 3) MS verbindingsmoffen op MS kabel en MS aansluitkabels Knip Dichtstbijzijnde MS net kabel Net 2 aansluitkabels in 1 tracé Verbinding Overdrachtspunt Figuur 3 Zuivere MS aansluiting (0.3-3 MVA) 39. Bij een gewenste aansluitcapaciteit tot ongeveer 1 MVA verzoekt het grootste deel van de afnemers om een aansluiting met fysieke levering op laagspanningsniveau. In praktijk wordt zo'n aansluiting gerealiseerd door een transformatiestap aan te bieden en te meten op laagspanning. Deze meting wordt teruggerekend naar een meting op middenspanningsniveau. Het transporttarief dat voor deze afnemer geldt, wordt door de keuze van de afnemer voor deze variant niet beïnvloed. Tot 630 kva wordt vaak een compactstation gebruikt waarin transformator, schakelinstallatie en laagspanningsrek in een kleine behuizing bijeen zijn geplaatst. Deze oplossing (figuur 4) is voor de afnemer voordeliger dan het aanvragen van een zuivere middenspanningsaansluiting met een middenspanningsmeting en een vermogensschakelaar (figuur 3). Het is de netbeheerder toegestaan een transformator aan te bieden aan de installatiezijde van de beveiliging tot aan de meter van de afnemer. De kosten van deze transformator, de behuizing ten behoeve van deze transformator en alle andere onderdelen aan de installatiezijde van de beveiliging (b.v. het laagspanningsrek) dienen niet in het gereguleerde aansluittarief te worden opgenomen. Bij het indienen van voorstellen voor aansluittarieven dient de netbeheerder aan te geven of hij deze variant ook aanbiedt, tot welke gewenste aansluitcapaciteit hij deze variant aanbiedt en welk aansluittarief hij daarbij hanteert. Dienst uitvoering en toezicht Elektriciteitswet 11 mei 2000

MS verbindingsmoffen op MS kabel en MS aansluitkabels Knip Dichtstbijzijnde MS net kabel Net 2 aansluitkabels in 1 tracé Verbinding Aansluiting Overdrachtspunt Installatie Figuur 4 MS aansluiting met fysieke levering van LS (0.3-1 MVA) Bij het aanbieden van zo'n middenspanningsaansluiting (figuur 4) is het gereguleerde aansluittarief opgebouwd uit de volgende elementen: De knip bestaat dus uit de twee verbindingsmoffen die worden gebruikt om het net te verbreken en de afnemer in te lussen. De beveiliging bestaat uit een MS-schakelinstallatie met twee kabelscheiders en transformatorveld (KKT-installatie). Ook de meettransformatoren die aan de laagspanningskant van de aansluiting worden aangebracht behoren tot het gereguleerde aansluittarief. De verbinding bestaat uit twee middenspanningskabels in één tracé. De MSschakelinstallatie wordt ondergebracht in een compactstation of een ruimte die de afnemer ter beschikking dient te stellen. De lengte van de verbinding die wordt gehanteerd bij het berekenen van het aansluittarief is de afstand gemeten over het hart van de openbare weg van het overdrachtspunt op de onroerende zaak van de afnemer tot de dichtstbijzijnde middenspanningskabel, die deel uitmaakt van het net van de netbeheerder. gewenste aansluitcapaciteit van meer dan 3 MVA 40. In deze categorie worden slechts een zeer beperkt aantal nieuwe aansluitingen per jaar gemaakt. waarbij het aantal afneemt met de mate waarin de aangevraagde capaciteit toeneemt. De directeur DTe geeft netbeheerders dan ook de mogelijkheid boven 10 MVA op basis van voorcalculatorische projectkosten (maatwerk) aansluitkosten te bepalen. gewenste aansluitcapaciteit: 3 MVA- 10 MVA 41. De standaardaansluitmethode voor aangeslotenen vanaf 3 MVA tot en met 10 MVA is op een middenspanningsrail van een HS/MS, TS/MS, MS/MS transformatorstation of de MS stamvoeding. De knip bestaat in deze categorie uit twee of meer afgaande velden van een middenspannings- of tussenspanningsrail. De verbinding bestaat uit een n-1 veilige voeding bestaande uit twee of meer kabels in een tracé. De beveiliging bestaat uit minimaal twee vermogensschakelaars, een scheider en een meetveld aangeboden in één inkoopstation op de onroerende zaak van de afnemer. De lengte van de verbinding, die wordt gehanteerd bij het berekenen van het aansluittarief is de afstand gemeten over het hart van de openbare weg van het overdrachtspunt op de onroerende zaak van de afnemer tot de dichtstbijzijnde MS rail in een HS/MS-station TS/MS-station of MS/MS-station of de MS stamvoeding, dat deel uitmaakt van het net van de netbeheerder. Dienst uitvoering en toezicht Elektriciteitswet 12 mei 2000

Dichtstbijzijnde MS net rail Net 2x Schakelveld met Vermogenschakelaar Knip 2 aansluitkabels in 1 tracé Verbinding Overdrachtpunt 42. 43. Figuur 5 MS aansluiting op MS net rail (3-10 MVA) gewenste aansluitcapaciteit > 10 MVA 44. Boven 10 MVA mogen netbeheerders het aansluittarief bepalen op basis van de voorcalculatorische projectkosten. De aansluittarieven dienen non-discriminatoir en transparant te worden berekend vooraf bekend gemaakt te worden. De netbeheerder dient de standaardelementen van de aansluiting de knip, de verbinding en de beveiliging nader in te vullen in componenten. De netbeheerder dient een indicatie te geven van de prijzen van deze componenten. De componenten en tarieven dienen door de netbeheerder bekend gemaakt te worden en door een ieder opgevraagd te kunnen worden. Bij de berekening van het aansluittarief dient hij aan te geven welke componenten hij in welke hoeveelheden zal gebruiken tegen welke eenheidsprijs, zodat de afnemer kan nagaan op welke kosten zijn aansluittarief is gebaseerd. De lengte van de verbinding, die wordt gehanteerd bij het berekenen van het aansluittarief wordt bepaald door daadwerkelijke lengte van de verbinding. Dienst uitvoering en toezicht Elektriciteitswet 13 mei 2000

IX Periodieke vergoedingen aansluiting periodieke vergoeding herbruikbare activa 45. In de TarievenCode is de mogelijkheid opgenomen een periodieke vergoeding vast te stellen ter dekking van de kapitaalslasten van herbruikbare activa die deel uitmaken van de aansluiting. Dit zijn bijvoorbeeld transformatoren of schakelvelden. Indien de netbeheerder besluit de kosten van de herbruikbare activa in de aansluiting door middel van een periodieke vergoeding te dekken mogen deze kosten niet ook in de eenmalige vergoeding voor de aansluiting worden opgenomen. De vergoeding voor transformatoren mag alleen worden toegepast op bestaande aansluitingen. In nieuwe aansluitingen is het aanbieden van transformatoren geen gereguleerde activiteit. De vergoeding voor zo'n transformator dient dan ook buiten het gereguleerde aansluittarief te blijven. In het geval dat de netbeheerder kiest voor het opnemen van een vergoeding voor herbruikbare activa in het aansluittarief dient de netbeheerder aan te geven ter dekking van welke kosten van herbruikbare activa deze vergoeding strekt. periodieke vergoeding onderhoud 46. De periodieke vergoeding ter dekking van de onderhoudskosten dient ter dekking van de kosten om de aansluiting in stand te houden. Deze instandhoudingskosten bestaan uit onderhoudskosten en kosten voor het vervangen van delen van de aansluiting. Deze kosten zijn opgebouwd uit de volgende kosten met betrekking tot de aansluiting: controle; onderhoud; het oplossen van storingen; het vervangen van onderdelen. De periodieke vergoeding is gerelateerd aan het onderhouden en instandhouden van de standaard aansluiting. Tot en met 3 MVA is het niet noodzakelijk in het geval van meerlengte van een aansluiting (extra verbindingslengte > 25 meter) een aparte onderhoudsvergoeding in rekening te brengen. Tot deze aansluitcapaciteit dient de onderhoudsvergoeding dan ook de gemiddelde onderhoudskosten van een aansluiting op dit niveau te dekken. Vanaf 3 MVA is het redelijk een aparte onderhoudsvergoeding gerelateerd aan de meerlengte van de aansluiting vast te stellen. Tussen de door de verschillende netbeheerders voorgestelde periodieke vergoedingen voor onderhoud per aansluitcapaciteit (Tabel 2.3.3.C) heeft de DTe een grote spreiding vastgesteld. De DTe acht deze mate van spreiding op grond van de bovenstaande limitatieve opsomming niet verklaarbaar. De DTe verzoekt de netbeheerders te controleren of het voorstel voor de periodieke vergoeding voor onderhoud van de aansluiting op bovenstaande kostenposten is gebaseerd. De DTe wil hier benadrukken dat kosten voor de meterhuur en voor het meten en verwerken van meetgegevens niet in deze periodieke vergoeding mogen zijn opgenomen. Voordat de DTe overgaat tot vaststelling van de periodieke vergoedingen voor onderhoud zal de DTe de aangepaste voorstellen kritisch bekijken. Een uitgangspunt bij de regulering van tarieven is dat deze tarieven waar mogelijk convergeren. Dit geldt met name bij de vaststelling van de aansluittarieven. In het geval dat na ontvangst van deze aangepaste voorstellen blijkt dat er een onverklaarbare spreiding tussen de voorgestelde periodieke vergoedingen voor onderhoud bestaat, zal de DTe bij de vaststelling van deze vergoedingen een reguleringsmechanisme toepassen dat deze spreiding opheft. Daarnaast heeft de DTe het vermoeden dat wellicht een verkeerde kostenallocatie tussen het vastrecht voor transport en de periodieke vergoeding voor de aansluiting heeft plaatsgevonden. Bij de vergelijking van de diverse vastrechten voor transport heeft de DTe namelijk ook een grote spreiding geconstateerd Dienst uitvoering en toezicht Elektriciteitswet 14 mei 2000

Bij het indienen en wijzigen van de voorstellen voor de periodieke vergoeding voor de aansluiting dient u aan te geven of u bepaalde kosten heeft geheralloceerd en welke gevolgen dit heeft voor de reeds vastgestelde vastrechten voor transport. U dient daarbij de onderstaande definitie voor vastrecht voor transport te hanteren. definitie vastrecht transport 47. Het vastrecht voor transportdiensten dient ter dekking van de volgende transportonafhankelijke kosten 15 : - de kosten van meteropname en databeheer ten behoeve van aangeslotenen; - de kosten bedoeld in 1.2.2 van de MeetCode(note: deze kosten hebben betrekking op_); - de operationele kosten in verband met het voorgaande;- de kosten die betrekking hebben op de instantie, bedoeld in 3.5.6 (noot: kosten Commissie van Toelating) een instantie die het landelijk producententransporttarief en de toerekening van de opbrengsten bepaald). Bij de vergelijking van de vastrechten voor transport heeft de DTe een grote spreiding geconstateerd In artikel 3.2.2.b van de TarievenCode is uitputtend vastgelegd ter dekking van welke kosten het vastrecht voor transport strekt. Gezien de elementen die hierin zijn opgenomen ligt een dergelijke spreiding naar het oordeel van de DTe niet voor de hand. De DTe is dan ook voornemens te onderzoeken waardoor deze spreiding veroorzaakt wordt. De DTe zal bij de vaststelling van de tarieven voor 2001 rekening houden met de uitkomsten van dit onderzoek. Kosten meters 48. De kapitaals- en onderhoudskosten van meters dienen niet in het gereguleerde vastrecht voor transport of de vergoeding voor onderhoud van de aansluiting terug te komen. Het ter beschikking stellen van een meter wordt beschouwd als een niet-gereguleerde activiteit, waarop concurrentie zal gaan plaatsvinden en waarop de Mededingingswet van toepassing is. Een afnemer mag zelf bepalen bij wie hij een meter aanschaft. De netbeheerder is op grond van de Elektriciteitswet wel bevoegd een meter ter beschikking te stellen. De DTe verzoekt de netbeheerders aan te geven of het vastrecht voor transport of een andere reeds vastgestelde tariefcomponent strekt ter dekking van de kosten van de meter. Wanneer dit het geval is, dient de netbeheerder de gemiddelde kapitaals- en onderhoudslasten per meter per deelmarkt te verbijzonderen (oormerken) binnen de vastgestelde tarieven. Bij het vaststellen van de tarieven voor 2001 zullen de kosten van de meter uit het gereguleerde tarief worden verwijderd. 15 artikel 3.2.2.b TarievenCode Dienst uitvoering en toezicht Elektriciteitswet 15 mei 2000

Overzichtstabel : Periodieke vergoeding aansluiting en vastrecht transport in gereguleerd tarief onderhoudsvergoeding aansluiting - controle; - onderhoud; - het oplossen van storingen; - het vervangen van onderdelen. vastrecht transport - meteropname en databeheer ten behoeve van aangeslotenen; - de kosten bedoeld in 1.2.2 van de MeetCode; - de operationele kosten in verband met het voorgaande; - de kosten die betrekking in vrij domein - kosten meter - kosten meter hebben op de instantie, bedoeld in 3.5.6 TarievenCode X Regulering aansluittarieven 49. De Directeur DTe moet bij het reguleren van de tarieven de in artikel 27 a van de Elektriciteitswet opgenomen formule hanteren(de cpi-x formule). Deze formule dient ook gehanteerd te worden bij het reguleren van de aansluittarieven. In het richtsnoerendocument heeft de directeur DTe gekozen voor het gebruik van tarievenmandjes bij het vaststellen van de tarieven. De directeur DTe zal voor aansluittarieven de volgende aanpak hanteren. De aansluittarieven tezamen met de transporttarieven in één tarievenmandje worden opgenomen. De directeur DTe stelt één efficiency korting vast voor aansluit- en transporttarieven. Zowel de periodieke vergoeding voor onderhoud en herbuikbare activa als de eenmalige aansluittarieven zullen in het tarievenmandje worden opgenomen. De bij het informatieverzoek 2000 reeds ingediende gegevens over het aantal bestaande aansluitingen en het verwachte aantal nieuw aan te maken aansluitingen zullen worden gebruikt om de volumes te bepalen. Daarnaast zullen de kostengegevens die u ter onderbouwing van uw voorstellen voor aansluittarieven dient in te dienen, worden gebruikt bij het vaststellen van de efficiency korting voor de transport- en aansluittarieven. XI Indienen en inrichten voorstellen 50. De netbeheerders dienen voorstellen in te dienen voor aansluittarieven boven 3 MVA door het invullen van tabel 2.3.3.C van de TarievenCode en het onderbouwen van deze voorstellen met kosten. Boven 10 MVA kan het voorstel bestaan uit een nadere invulling van de standaardelementen in componenten en een prijsopgave van deze elementen. Deze nieuwe voorstellen dienen voor 31 mei bij DTe te worden ingediend. De netbeheerders krijgen de gelegenheid de reeds ingediende voorstellen voor aansluittarieven tot 3 MVA aan te vullen en te wijzigen. Daarbij dient de tabel 2.3.3.C uit de TarievenCode te worden ingevuld en te worden onderbouwd met kosten volgens de reeds aangeleverde formats. De aanpassing van deze voorstellen dienen voor donderdag 8 juni 2000 bij DTe te worden ingediend. Dienst uitvoering en toezicht Elektriciteitswet 16 mei 2000