Niederlän. Betonelast OS 862 UV-bindende beschermende afwerking volgens OS 5a (OS DII), scheuroverbruggend, koude-elastisch, stompmat, waterverdunbaar, voor buiten Eigenschappen Scheuroverbruggende, koudeelastische, beschermende afwerking voor beton, volgens DIN EN 1504-2. Wit, stompmat, weerbestendig, UV-bindend, waterverdunbaar, slijtvast en snel drogend. Beschermt betonnen oppervlaken tegen de schadelijke gassen kooldioxide en zwaveldioxide. Voorkomt het binnendringen van water en garandeert tegelijkertijd de waterdampdoorlaatbaarheid. In combinatie met PCC fijnplamuur 804 toepasbaar als oppervlaktebeschermingssysteem OS 5a (OS DII), volgens DIN EN 1504-2 met inachtneming van DIN V 18 026 en de DAfStb richtlijnen. kan indien nodig vanaf de fabriek worden besteld als "Protect kwaliteit" met alg- en schimmeldodende bestanddelen. Toepassing Voor scheuroverbruggende en carbonatisering remmende beschermende afwerkingen volgens OS 5a ( OS DII) op beton. Toepasbaar op onbehandelde, intacte of herstelde betonnen oppervlaken ( C12/15 resp. B15) buiten. Op oppervlakken met langdurige vochtbelasting (afhankelijk van de locatie en de constructie) bestaat een risico voor alg- resp. schimmelvorming. Voor deze oppervlakken raden wij het gebruik aan van Betonelast OS 862 in "Protect kwaliteit" (verdere informatie hierover bij "Opmerking" in acht nemen). Produktomschrijving Standaardkleur: 0095 wit, Lichte kleuren kunnen worden gemengd via het Brillux kleurmengsysteem. Overige kleuren op aanvraag. Glansgraad: stompmat Werkzame stof: puur acrylaat polymeerdispersie, UV-bindend Overige informatie: Zie onderstaande tabel "CE keurmerk" Dichtheid: ca. 1,51 g/cm³ Verpakking: 15 l Verwerking Verdunning In de regel niet vereist. Indien noodzakelijk, afhankelijk van de zuiging van de ondergrond en de situatie van het object met een geringe hoeveelheid water. Indien mogelijk onverdund verwerken voor voldoende laagdikte. Nuanceren/bijkleuren Niet bijkleuren. Verdraagzaamheid Alleen mengen met gelijksoortige en in dit praktijkmerkblad daarvoor genoemde materialen. Aanbrengen kan met kwast, roller of airless worden verwerkt. Vóór verwerking goed omroeren. Voor verwerking met de spuit naar omstandigheden met water verdunnen. De "Protect" kwaliteit mag niet met de spuit worden verwerkt. Stand: 12.12.2016 Bladzijde 1 van 6
Verbruik Ca. 260 ml/m² per laag op gladde ondergronden. Bij ruwe oppervlakken is het verbruik evenredig hoger. Conform oppervlaktebeschermingssysteem OS 5a (OS DII) zijn voor het bereiken van de vereiste minimale dikte van de gedroogde laag van 370 µm ten minste drie lagen benodigd. Exact verbruik vaststellen door proefvlak op het object. Verwerkingstemperatuur Niet verwerken bij een lucht-, ondergrond- en materiaaltemperatuur lager dan +8 C en hoger dan +30 C, ook tijdens de droogfase. Verwerken bij een temperatuur die ten minste 3 C boven het dauwpunt ligt. De relatieve luchtvochtigheid mag niet hoger zijn dan 80%. Reinigen gereedschap Na gebruik onmiddellijk reinigen met water. Droging (+20 C, 65 % rel. luchtvochtigheid) Wachttijd volgens OS 5a (OS DII) - tot verdere afwerking met PCC fijnplamuur 804 min. 24 uur - tot het aanbrengen van een tweede laag met hetzelfde materiaal bij +10 C minimaal 24 uur, bij +30 C minimaal 6 uur Bij lagere temperaturen en/of een hogere luchtvochtigheid rekening houden met een langere droogtijd. Opslag Koel en vorstvrij. Aangebroken verpakking goed sluiten. Declaratie Opmerking Bevat conserveringsmiddelen. Spuitnevel niet inademen. Gevarenklasse WGK 1, volgens VwVwS. Productcode M-DF02. De actuele gegevens in het veiligheidsblad in acht nemen. Airless spuitgegevens Spuitkop Spuithoek Druk bar Verdunning Inch mm 0,021 0,027 0,53 0,69 40 80 ca. 160 ca. 5-10% Bij airless spuiten moeten eventueel de filters worden verwijderd om verstopping te voorkomen. Laagopbouw Voorbehandeling van de ondergrond De ondergrond moet vast, droog, schoon, dragend en voldoende ruw zijn en vrij zijn van uitbloeiingen, sinterlagen, oplosmiddelen, corrosiebevorderende bestanddelen of andere tussenlagen die de hechting kunnen verstoren. Betonnen oppervlakken met een passende methode opruwen tot de korrelstructuur vrijkomt (hechtkracht gemiddeld 1,3 N/mm²). Losse, fijnkorrelige, meelachtige lagen op betonoppervlakken mechanisch of door schoonspuiten met water verwijderen. Door algen en schimmels verontreinigde oppervlakken reinigen en met Universeel Desinfectiemiddel 542 * nabehandelen. (* Biozide veilig toepassen. Voor gebruik de aanwijzingen en produktinformatie lezen.) Beschadigde betonoppervlakken met de materialen uit het Brillux betonbeschermingssysteem herstellen. De PCC fijnplamuur kan op onafgewerkt beton worden toegepast. Zie ook VOB deel C, DIN 18349, paragraaf 3. Bladzijde 2 van 6
Oppervlaktebeschermingssysteem volgens OS 5a (OS DII) Ondergronden Plamuren Tussenlaag Eindafwerking Onafgewerkte, intacte resp. herstelde betonnen oppervlakken Over het gehele oppervlak met PCC fijnplamuur 804 2x Opmerkingen Lichte tinten op beton Om spanningen door temperatuurverschillen te vermijden mogen afwerkingen op staalbeton uitsluitend worden uitgevoerd in lichte tot middentinten. Dit geldt in het bijzonder voor betonnen oppervlakken die al zijn aangetast. Aansprakelijkheid bij beschadiging door zouterosie Voor een duurzame hechting van de afwerking op oppervlakken die door zouterosie zijn aangetast kan geen garantie worden gegeven. Kalkuitbloeiingen op beton Op betongeveloppervlakken bestaat het risico dat er kalkuitbloeiingen ontstaan. Door het aanbrengen van een gesloten afwerklaag wordt het binnendringen van water van buiten af voorkomen, waardoor dit risico wordt geminimaliseerd. Om een gesloten afwerklaag te verkrijgen, moeten aanwezige poriën, blazen en grindnesten vooraf worden opgevuld, bijv. door plamuren met Beton-Poriënplamuur 782. Bij aanwezigheid van scheuren moeten scheuroverbruggende afwerksystemen met bijv. Betonfinish 839 of worden gebruikt. Bij bouwtechnische scheuren Bouwtechnische scheuren kunnen niet altijd duurzaam met afwerktechnieken worden overbrugd omdat ze deels worden blootgesteld zijn aan extreme bewegingen. Achterdringend vocht moet worden uitgesloten Vocht achter de afwerking, bv. via aansluitingen, scheuren etc., moet worden uitgesloten. Bescherming van de afwerking Niet aanbrengen bij direct zonlicht, op opgewarmde ondergronden, bij sterke wind, regen etc. Indien nodig moeten er beschermende voorzieningen worden getroffen. Als "Protect kwaliteit" De met "Protect" gekenmerkte kwaliteit is uitgerust met een filmconservering tegen algen- en schimmelaangroei en mag daarom alleen buitenshuis toegepast worden. Spuitnevel niet inademen, passende beschermende kleding dragen. De toegepaste conserveringsmiddelen minimaliseren het risico resp. vertragen alg- en schimmelgroei. Gevelverf die is voorzien van een conserveringsfilm moet met voldoende dikte worden aangebracht. Wij adviseren om ten minste twee lagen aan te brengen. Volgens de huidige stand van de techniek, kan een duurzaam voorkomen van alg- en schimmelgroei niet worden gegarandeerd. Afwerking van horizontale, niet begaanbare oppervlakken Voor de bijzondere bescherming van horizontale, niet begaanbare, niet afgewerkte en zuigende betonnen oppervlakken, bv. balustrades, is een tweevoudige afwerking met 2-componenten epoxy hechtende grondverf 855 nodig. De horizontale betonnen oppervlakken moeten naadloos zijn en voldoende afschot hebben. De eerste gronderingslaag in overeenstemming met de zuiging van de ondergrond tot maximaal 5 % met epoxyverdunner 854 verdunnen. De tweede, nog natte, gronderingslaag bovendien bestrooien met Floortec kwartszand 1526. Tussen de gronderingslagen ten minste 12 en maximaal 24 uur droging afwachten. Bladzijde 3 van 6
Beschermende werking van colloïden bij vroege belasting door vocht Bij vroegtijdige vochtbelasting na het aanbrengen (dauw of regen), kunnen wateroplosbare colloïden geconcentreerd uit de verflaag worden geweekt en zich aan de afwerking hechten. Dit wordt zichtbaar als glanzende loopplekken. Wanneer er dergelijke loopplekken ontstaan, mag het oppervlak niet direct verder worden afgewerkt. De wateroplosbare hulpstoffen worden door verdere vochtbelasting (regen) vanzelf weer weggespoeld. Wanneer het oppervlak toch direct moet worden afgewerkt, moeten de loopplekken vooraf grondig met water worden afgewassen. Om dit te voorkomen, mogen de werkzaamheden alleen worden uitgevoerd bij passende weersomstandigheden. Verwerkingsrichtlijnen Voor een systeemopbouw als oppervlaktebeschermingssystee m moeten de verwerkingsrichtlijnen OS 5 "Voorschrift voor de uitvoering volgens DIN 18026, bijlage A" en de DAfStb richtlijnen in acht worden genomen. Overige informatie De overige gegevens in de praktijkmerkbladen van de toegepaste producten in acht nemen. Bladzijde 4 van 6
CE keurmerk 0754 Brillux GmbH & Co. KG Weseler Straße 401 D-48163 Münster 08 0754-CPD-08-0763 0862-1504-01 EN 1504-2 Oppervlaktebeschermingsproduct volgens tabel ZA.1d Gitterschnitt Gt 0 CO 2 -doorlaatbaarheid Waterdampdoorlaatbaarheid S d (CO 2 ) 82 m Klasse II Capillaire wateropname w-wert < 0,1 (kg/m² x h 0,5 ) Bestandheid tegen temperatuurswisselingen 1,8 (1,4) N/mm² scheuroverbruggend vermogen B2 (-20 C) Scheurtest voor het beoordelen van de hechting 1,6 N/mm² Kunstmatige weerbelasting Geen zichtbare fouten Gevaarlijke stoffen EN 1504-2, 5.3 Aanwijzingen Dit praktijkmerkblad werd met in acht neming van de Duitse wetgeving, normen, voorschriften en richtlijnen opgesteld. Alle gegevens werden op basis van de actuele Duitse versie vertaald. De inhoud leidt niet tot aansprakelijkheid. De klant/gebruiker wordt niet daarvan ontbonden, onze produkten op hun geschiktheid voor het gestelde doel te testen. Overigens gelden onze algemene handelsvoorwaarden. Bij het verschijnen van een nieuwe uitgave van dit praktijkmerkblad verliezen de voorgaande gegevens hun geldigheid. Brillux Benelux b.v. Schuttevaerweg 15 3044 BA Rotterdam NEDERLAND Tel. +31 10 29234-89 Fax +31 10 29234-70 info@brillux.nl www.brillux.nl Bladzijde 5 van 6
Afbeelding Laagopbouw volgens het oppervlaktebeschermingssysteem OS 5a (OS DII) 1 Plamuren Over het gehele oppervlak met PCC Fijnplamuur 804 2 Tussenlaag 3 Tussenlaag 4 Eindafwerking Bladzijde 6 van 6