Stap 1 van 3 Naam inzender E-mail adres Naam DAP Postcode* Voor welke bedrijfstypen wilt u deze enquete invullen* Algemeen 1. Bent u van mening dat de UDD-regeling goed uitvoerbaar is* 2. Bent u van mening dat u voldoende regie over het gebruik van antibiotica op de veehouderijbedrijven kan voeren* Overeenkomst Om als veehouder met meer dan 5 varkens, meer dan 5 vleeskalveren, meer dan 5 melkveerunderen of meer dan 250 vleeskuikens zelf een kuur af te mogen maken, moet er een schriftelijke overeenkomst zijn opgesteld tussen de houder en een dierenarts, met dien verstande dat de houder per diersoort één overeenkomst met een dierenarts kan sluiten. 3. Ondervindt u hinder bij het afsluiten dan wel bij het uitvoeren van de verplichtingen onder deze overeenkomst* Geen Weinig Veel Bedrijfsbezoek Veehouder en dierenarts zijn samen verantwoordelijk dat er regelmatig bedrijfsbezoeken worden afgelegd. Van elk bezoek moet een verslag worden gemaakt. Voor vleeskuikens geldt
eenmaal per ronde dat een koppel wordt opgezet, voor varkens eenmaal per maand, voor vleeskalveren en voor melkveerunderen eenmaal per drie maanden dan wel eenmaal per zes maanden indien in het kader van ketenkwaliteitssystemen in de tussenliggende periode een beoordeling en een evaluatie plaatsvinden en hiervan een verslag wordt gemaakt. 4. Is deze frequentie voldoende* Tijdens elk bezoek moet het gebruik van antimicrobiële middelen aan de orde komen. 5. Hoe ervaart u het gesprek over het gebruik van antibiotica* Bedrijfsgezondheidsplan en bedrijfsbehandelplan De dierenarts moet in overleg met de houder een bedrijfsgezondheidsplan en een bedrijfsbehandelplan opstellen. 6. Wat is uw ervaring hiermee* Het bedrijfsgezondheidsplan moet een overzicht van preventieve maatregelen bevatten ter verbetering van de diergezondheidssituatie op het bedrijf, waaronder in ieder geval maatregelen gericht op het verminderen van de toepassing van antimicrobiële middelen op het bedrijf. Hieraan moet een reductiedoelstelling en een uitvoeringstermijn worden verbonden. 7. Ervaart u problemen bij het opstellen van deze preventieve maatregelen* 8. Heeft u de beschikking over voldoende handvatten (effectieve preventieve maatregelen, richtlijnen etc.) om uw advisering op te baseren* 9. Wat is uw ervaring met het opvolgen van uw adviezen inzake preventieve maatregelen door de veehouder*
10. Wat is uw ervaring van het opstellen van een reductiedoelstelling en een daaraan gekoppelde uitvoeringstermijn voor het betreffende bedrijf* Het bedrijfsgezondheidsplan en het bedrijfsbehandelplan moet door de dierenarts, in overleg met de houder, jaarlijks worden geëvalueerd en indien nodig aangepast. Een verslag van de evaluatie wordt door de houder en de dierenarts ondertekend. Het verslag vormt een onderdeel van het bedrijfsgezondheidsplan. 11. Is deze jaarlijkse evaluatie uitvoerbaar* Het bedrijfsbehandelplan is een bedrijfsspecifiek overzicht van aandoeningen en ziektes van de gehouden dieren waar de overeenkomst betrekking op heeft, waarbij is weergegeven op welke wijze de aandoeningen en ziektes worden behandeld. 12. Wat is uw ervaring bij het opstellen en het gebruiken van het bedrijfsbehandelplan*
Stap 2 van 3 Knelpuntaandoeningen In het bedrijfsbehandelplan kan worden opgenomen dat de dierenarts ter behandeling van zogenoemde knelpuntaandoeningen (neonatale diarree bij jonge kalveren, luchtwegaandoeningen, enteritis en artritis bij vleeskalveren, neonatale diarree door E.coli, speendiarree door E.coli en meningo-encephalitis door S.suis bij varkens) tweedekeus antibiotica af kan leveren en dat de houder bij deze aandoeningen of ziekten zelf kan overgaan tot individuele behandeling van de dieren met deze middelen. 13. Kunt u hier voldoende mee uit de voeten* Een voorwaarde voor het door de veehouder zelf overgaan tot individuele behandeling van dieren tegen de genoemde knelpuntaandoeningen is dat de dierenarts in een periode van 14 dagen voorafgaand aan de toepassing van het middel het bedrijf heeft bezocht en heeft geconstateerd dat behandeling van dieren met een middel van tweede keus noodzakelijk is. 14. Is de periode van 14 dagen voldoende* Geen probleem Te kort Met ingang van 1 maart 2016 komt deze mogelijkheid te vervallen. Vanaf dan geldt ook voor deze aandoeningen dat een dierenarts alleen tweede keuze antibiotica op basis van een klinische inspectie en gestelde diagnose kan voorschrijven. 15. Hoe praktisch uitvoerbaar acht u de situatie na 1 maart 2016* Geen probleem Problematisch Met uitzondering van deze zogenoemde knelpuntaandoeningen mag een dierenarts uitsluitend op basis van een klinische inspectie van de te behandelen dieren en de op grond daarvan gestelde diagnose tweede keuze antibiotica afleveren waarmee deze dieren één maal behandeld kunnen worden. 16. Hoe ervaart u de praktische uitvoerbaarheid hiervan*
Voor vleeskalveren geldt dat antibiotica voor maximaal 5% van de in een stal aanwezige en voor de aandoening of ziekte vatbare dieren afgeleverd mag worden. 17. Is dit maximum werkbaar* Een andere voorwaarde is dat de dierenarts een schriftelijke instructie inzake het gebruik van het middel achterlaat, waarin in ieder geval de mogelijk te behandelende dieren ondubbelzinnig geïdentificeerd worden, dan wel het moederdier indien het een ongeboren dier betreft. 18. Is het opstellen van deze instructie werkbaar* In het bedrijfsdossier moeten expliciete maatregelen zijn genomen om de knelpuntaandoeningen te bestrijden en herhaling te voorkomen. 19. Ervaart u problemen bij het opstellen van deze maatregelen* 20. Heeft u de beschikking over voldoende handvatten t.a.v. deze knelpuntaandoeningen (effectieve preventieve maatregelen, richtlijnen etc.) om uw advisering op te baseren* 21. Wat is uw ervaring over de opvolging van deze maatregelen door de veehouder* 23. Wat is uw ervaring met de beschikbare verpakkingsgroottes in de praktijk*
24. Wat is uw ervaring met van het verwijderen van deze antibiotica van het bedrijf* 25. Geef aan hoe u het effect van de UDD-regeling op de volgende aspecten inschat* Diergezondheid* Dierenwelzijn* Zorgvuldigheid in gebruik van antibiotica* Administratieve lasten* sterk toegenomen toegenomen gelijk gebleven afgenomen sterk afgenomen sterk toegenomen toegenomen gelijk gebleven afgenomen sterk afgenomen sterk toegenomen toegenomen gelijk gebleven afgenomen sterk afgenomen sterk toegenomen toegenomen gelijk gebleven afgenomen sterk afgenomen
Stap 3 van 3 1. Op hoeveel vleeskalverbedrijven bent u verantwoordelijk voor de veterinaire bedrijfsbegeleiding (graag ook het totale aantal dieren aangeven)* 2. Op welk deel van die bedrijven hebben zich in het afgelopen jaar problemen voorgedaan met onderstaande aandoeningen* 3. Bij welk deel van de kalveren was de problematiek zodanig dat inzet van antibiotica noodzakelijk was (gem % dieren/ronde)* 4. Bij welk deel van alle behandelingen was inzet van tweedekeus antibiotica noodzakelijk (% behandelingen met 2e keus antibiotica)*
5. Op welk deel van de bedrijven die u begeleidt, bestaat de noodzaak om (een of meerdere malen per ronde) tweedekeus antibiotica voorhanden te hebben voor dieren at risk (% bedrijven met antibiotica voorhanden)* 6. Op welk deel van de bedrijven die u begeleid heeft u aanvullende preventieve maatregelen (managementaanpassingen, vaccinaties, voedingsveranderingen) ingezet sinds 1 maart 2014 (% bedrijven met aanvullende preventieve maatregelen)* 7. Is de problematiek van de knelpuntaandoeningen veranderd sinds de invoering van de UDD-regeling op 1 maart 2014 Luchtwegaandoeningen* Enteritis* Artritis* Luchtwegaandoeningen*
Enteritis* Artritis* Luchtwegaandoeningen* Enteritis* Artritis* Luchtwegaandoeningen* Enteritis* Artritis*