Toetsingskader. Aan de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties De heer R.W. Knops Postbus EA DEN HAAG

Vergelijkbare documenten
Aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat Mevrouw drs. C. Van Nieuwenhuizen Postbus EK DEN HAAG. Geachte mevrouw Van Nieuwenhuizen,

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties De heer dr. R.H.A. Plasterk Postbus EA DEN HAAG. Geachte heer Plasterk,

Aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Mevrouw drs. K.H. Ollongren Postbus EA DEN HAAG. Geachte mevrouw Ollongren,

Aan de minister van Economische Zaken en Klimaat De heer ir. E.D. Wiebes Postbus EK DEN HAAG. Geachte heer Wiebes,

Op 12 oktober 2018 heeft u het voorstel voor de Regeling Tachografen aan het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) aangeboden voor toetsing.

Toetsingskader. Aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Mevrouw drs. K.H. Ollongren Postbus EA DEN HAAG

Aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Mevrouw drs. K.H. Ollongren Postbus EA DEN HAAG. Geachte mevrouw Ollongren,

Aan de minister van Economische Zaken en Klimaat De heer ir. E.D. Wiebes Postbus EK DEN HAAG. Geachte heer Wiebes,

Aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat Mevrouw drs. S. van Veldhoven Postbus EK DEN HAAG. Geachte mevrouw Van Veldhoven,

Aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat Mevrouw drs. S. van Veldhoven Postbus EK DEN HAAG

Aan de minister voor Medische Zorg en Sport De heer mr. drs. B.J. Bruins Postbus EJ DEN HAAG. Geachte heer Bruins,

Aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Mevrouw drs. K.H. Ollongren Postbus EA DEN HAAG. Geachte mevrouw Ollongren,

Toetsingskader. Aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu Mevrouw S.A.M. Dijksma Postbus EK DEN HAAG. Geachte mevrouw Dijksma,

Op 23 augustus heeft u de Nota van Wijziging bij het wetsvoorstel van de Wet rijonderricht motorrijtuigen 1993 voor advies aan ons voorgelegd.

Toetsingskader. Aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Mevrouw drs. K.H. Ollongren Postbus EA DEN HAAG

Toetsingskader. 1. Onderbouwing nut en noodzaak

Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad. 25 juli 2018 U Lbr. 18/043. Digitale toegankelijkheid. Samenvatting

Aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Mevrouw drs. K.H. Ollongren Postbus EA DEN HAAG. Geachte mevrouw Ollongren,

Aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Mevrouw drs. K.H. Ollongren Postbus EA DEN HAAG.

Toetsingskader. Aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat Mevrouw drs. S. van Veldhoven Postbus EX DEN HAAG

Toetsingskader. Aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat Mevrouw drs. S. van Veldhoven Postbus EK DEN HAAG

De belangrijkste maatregelen uit de gewijzigde Kra die met dit besluit worden geïmplementeerd

Vragen brief digitale toegankelijkheid van VNG.

Aan de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Mevrouw drs. T. van Ark Postbus LV DEN HAAG

Aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu Mevrouw S.A.M. Dijksma Postbus EK DEN HAAG. Geachte mevrouw Dijksma,

Aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid De heer drs. W. Koolmees Postbus LV DEN HAAG. Geachte heer Koolmees,

Aan de minister van Infrastructuur en Waterstaat Mevrouw drs. C. Van Nieuwenhuizen Postbus EK DEN HAAG. Geachte mevrouw Van Nieuwenhuizen,

Toetsingskader. 1. Nut en noodzaak

Toetsingskader. Aan de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties De heer drs. R.W. Knops Postbus EA DEN HAAG

Toetsingskader. Aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat Mevrouw drs. S. van Veldhoven Postbus EX DEN HAAG

Aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Drs. E.I. Schippers Postbus EJ DEN HAAG. Geachte mevrouw Schippers,

Toetsingskader. Aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat Mevrouw drs. S. van Veldhoven Postbus EX DEN HAAG

Datum 19 juli 2019 Betreft Wijziging Wet Normering Topinkomens (tegengaan van ontwijking en versterking toepassing in de zorgsector)

ATR heeft de regeldrukgevolgen van het voorstel getoetst. Hieronder treft u het advies van ATR aan.

Toetsingskader 1. Nut en noodzaak Contact

Lugt, Arjen van der maandag 6 augustus :29 OW-Info FW: Lbr. 18/043 - Digitale toegankelijkheid

Toetsingskader ATR beoordeelt de gevolgen voor de regeldruk aan de hand van het volgende toetsingskader:

'OESO, 2013 Fathers Leave, Involvement and Child Development, OECD Social, Employment and Migration Working Papers No 140

Toetsingskader. Aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Mevrouw mr. drs. I.K. van Engelshoven Postbus BJ DEN HAAG

Aanleiding en context. Aan de minister van Financiën De heer mr. W.B. Hoekstra Postbus EE DEN HAAG. Geachte heer Hoekstra,

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus EA Den Haag

Datum 15 augustus 2019 Betreft Voorstel tot wijziging van de Telecommunicatiewet ten behoeve van een opt-in-systeem

Type organisatie (uitvoeringsorganisatie, toezichthouder, inspectie);

Aan de leden van de Vaste Commissie voor BZK in de Tweede Kamer Postbus EA DEN HAAG

2509 LV DEN HAAG OndenA/erp AMvB implementatie lorp-richtiijn

Op 25 maart 2019 heeft u het voorgenomen aanvullingsbesluit grondeigendom aan het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) aangeboden voor toetsing.

Datum 19 september Aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Mevrouw mr. drs. J.W.E. Spies Postbus EA DEN HAAG

Werkprogramma. Adviescollege toetsing regeldruk

Aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid De heer H.J. Kamp Postbus LV Den Haag. premie-differentiatie. Geachte heer Kamp,

Via de website bestaat de mogelijkheid om aan te melden voor de service.

Op 26 juli 2018 heeft u het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) verzocht om advies uit te brengen over de parkeerverordening Zaanstad.

Aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Mevrouw drs. K.H. Ollongren Postbus EA DEN HAAG. Geachte mevrouw Ollongren,

Digitale toegankelijkheid in het ho. Voordelen en richtlijnen

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van , nr. /CZW/SB;

Webtoegankelijkheid: wat zegt Europa?

Ons kenmerk z Onderwerp Wetgevingsadvies Tijdelijk besluit experiment vervroegde inzet no-risk polis

Datum 2 mei 2019 Betreft Wijziging van de Drank- en Horecawet (DHW) in verband met het Nationaal Preventieakkoord en de evaluatie van de wet

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Stakeholders zijn, naast aandeelhouders, de werknemers, crediteuren (waaronder banken en leveranciers), afnemers en klanten.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 21 maart 2016 Kamervragen 2016Z04425

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport De heer drs. M.J. van Rijn Postbus EJ DEN HAAG. Geachte heer Van Rijn,

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aan de minister van Economische Zaken De heer H.G.J. Kamp Postbus EK DEN HAAG. Geachte heer Kamp,

Kenmerk Uw kenmerk Bijlage(n)

Aan de Staatssecretaris van Financiën De heer ir. E.D. Wiebes Postbus EE DEN HAAG. Geachte heer Wiebes,

Aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Mevrouw drs. K.H. Ollongren Postbus EA DEN HAAG. Geachte mevrouw Ollongren,

Ivo Opstelten Minister van Veiligheid en Justitie Postbus EH DEN HAAG

i.n Q Aan de Minister van Veiiigheid en Justitie De heer mr. G.A. van der Steur Postbus EH DEN HAAG 28 september 2015

Toetsingskader. Aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Mevrouw drs. E.I. Schippers Postbus EJ DEN HAAG

A.J. Gerritsen 25 september 2014

Implementatie van standaarden voor de toegankelijkheid van websites en apps door Nederlandse gemeenten

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

UITVOERINGSBESLUIT (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus EA Den Haag

Artikel I. Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz, enz, enz.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

Aan de Minister van Economische Zaken en aan de Minister van Justitie. mevrouw A. Jorritsma-Lebbink Postbus EC s-gravenhage

Adviescommissie voor. Vreemdelingenzaken. 1. Inhoud van het voorstel. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

Toetsingskader. Aanleiding en context. Aan de minister voor Rechtsbescherming De heer drs. S. Dekker Postbus EH DEN HAAG

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van);

Aanleiding voor het wetsvoorstel. Aan de Minister voor Wonen en Rijksdienst De heer drs. S.A. Blok Postbus EA DEN HAAG. Geachte heer Blok,

Kamerbrief Eindrapportage regeldrukaanpak "Goed Geregeld", 12 mei In 2014 werd de mogelijke reductie geschat op 75 mln. 2

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Na overleg met de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 1

BIJLAGE. bij het. Uitvoeringsbesluit van de Commissie

de Rechtspraak Raad voor de rechtspraak

Gehoord de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 1

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Advies wetsvoorstel gebruik camerabeelden en meldplicht datalekken.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Kader voor stichtingen

Datum 19 juli 2017 Onderwerp Vragen over doorberekening van toezichts- en handhavingskosten aan het bedrijfsleven

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Transcriptie:

Aan de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties De heer R.W. Knops Postbus 20011 2500 EA DEN HAAG Datum 13 november 2017 Onderwerp Besluit digitale toegankelijkheid overheid Uw kenmerk Ons kenmerk MvH/RvZ/HS/RS/lva/ 2017/ATR0070-U053 Bijlage(n) Geachte heer Knops, Op 9 oktober 2017 is het Besluit digitale toegankelijkheid overheid ter toetsing aan ATR voorgelegd. Het besluit dient ertoe de EU-richtlijn 2016/2102 (hierna: de toegankelijkheidsrichtlijn) om te zetten in bindende nationale regelgeving. De toegankelijkheidsrichtlijn voorziet in voorschriften ter waarborging van digitale toegankelijkheid van websites en mobiele applicaties (apps) van overheidsinstanties. De richtlijn is opgesteld in aansluiting op internationale en Europese regelgeving inzake mensen met een handicap. Zij moet het mogelijk maken dat mensen met een cognitieve of functionele beperking geen belemmeringen op digitaal gebied ervaren en op gelijke basis aan het maatschappelijke leven kunnen deelnemen. Dit is met name van belang door de toenemende digitalisering van de dienstverlening door de overheid. Het besluit voorziet erin dat overheidsinstanties bij inkoop, bouw en beheer van websites en apps zorgen voor passende digitale toegankelijkheid. Hiermee wordt de toegankelijkheid voor mensen met een beperking, zoals slechtzienden en slechthorenden, en daarmee ook de toegankelijkheid voor gebruikers in het algemeen, gewaarborgd en waar nodig verbeterd. Toetsingskader Het Adviescollege Toetsing Regeldruk (ATR) beoordeelt de gevolgen voor de regeldruk van voorgenomen wet- en regelgeving aan de hand van het volgende toetsingskader: 1. Nut en noodzaak: is er een taak voor de overheid en is wetgeving het meest aangewezen instrument? 2. Zijn er minder belastende alternatieven mogelijk? 3. Is gekozen voor een uitvoeringswijze die werkbaar is voor de doelgroepen die de wetgeving moeten naleven? 4. Zijn de gevolgen voor de regeldruk volledig en juist in beeld gebracht? Contact Rijnstraat 50 2515 XP Den Haag Postbus 16228 2500 BE Den Haag T (070) 310 86 66 info@atr-regeldruk.nl www.atr-regeldruk.nl

1. Nut en noodzaak Het onderhavige besluit heeft als oogmerk dat personen met een functionele of cognitieve beperking betere toegang krijgen tot digitale informatie en diensten van de betrokken overheidsorganisaties. Het besluit verstaat onder toegankelijkheid dat websites en apps goed waarneembaar, bedienbaar, begrijpelijk en robuust zijn. Het belang van een goede digitale toegankelijkheid voor alles burgers volgt uit het feit dat in Nederland ongeveer 2,3 miljoen mensen een matige of ernstige beperking hebben. Onderdeel van deze groep zijn ongeveer 1 miljoen mensen met matige of ernstige problemen met zicht en ongeveer 575.000 mensen met matige of ernstige auditieve problemen. 1 De noodzaak van het voorstel is in de toelichting onderbouwd met een verwijzing naar de toegankelijkheidsrichtlijn. De toegankelijkheidsrichtlijn verplicht lidstaten om websites en mobiele applicaties van overheidsinstanties aan toegankelijkheidseisen te laten voldoen. Op dit moment zijn in Nederland de betrokken eisen neergelegd in beleidsregels. Concreet gaat het om standaard EN 301 549, die is opgenomen op de pas-toe-of-leg-uit-lijst met open standaarden van het Forum Standaardisatie. De bijbehorende afwijkingsbevoegdheid is als gevolg van de toegankelijkheidsrichtlijn (in beginsel) niet meer toegestaan. De noodzaak tot het verbeteren en waarborgen van digitale toegankelijkheid kan ook worden afgeleid uit de verplichtingen die voortvloeien uit het VN-verdrag inzake personen met een handicap. 2 Dit verdrag geeft mensen met een beperking het recht om zelfstandig aan de samenleving deel te nemen. Het verdrag verplicht overheden om de positie van mensen met een beperking te verbeteren, zodanig dat zij volwaardig kunnen deelnemen aan de samenleving. Het nut van het voorgestelde besluit is gelegen in het afdwingen van betere digitale toegankelijkheid van overheidswebsites en overheidsapplicaties voor alle burgers. Burgers met een beperking kunnen door de verbeteringen de informatie verkrijgen en diensten afnemen waarmee zij hun dagelijks leven en de uitoefening van hun rechten kunnen vergemakkelijken. In de afgelopen jaren zijn al de nodige verbeteringen in gang zijn gezet op het gebied van digitale toegankelijkheid van onder andere overheidswebsites en overheidsapplicaties. Tegelijkertijd constateert het college dat er nog veel overheidswebsites en applicaties niet goed toegankelijk zijn en niet voldoen aan de Europese en internationale bepalingen. Mogelijk speelt hierbij de niet correcte maar wel begrijpelijke veronderstelling een rol dat bij websites en apps speciale en specifieke voorzieningen moeten worden gemaakt voor bijzondere mensen (met een beperking). Hierdoor zijn in de afgelopen jaren diverse suboptimale tools en voorzieningen ontwikkeld, die niet tot nauwelijks bijdragen aan de digitale toegankelijkheid van websites en apps. In werkelijkheid zijn het juist alledaagse tekortkomingen die grote hindernissen vormen. Voorbeelden zijn kleurcoderingen op websites zonder tekst of toepassingsmogelijkheden voor mensen die kleurenblind zijn, navigatiehulpmiddelen met maar één werkwijze, of nietdoorzoekbare digitale documenten. Deze tekortkomingen kunnen voor iedereen hinderlijk zijn, maar zijn vaak voor mensen met een cognitieve of functionele beperking onoverkomelijk. 1 SCP (2012) Factsheet mensen met lichamelijke of verstandelijke beperkingen. 2 Dit verdrag is op 13 december 2006 door de VN aangenomen, op 14 juni 2016 door Nederland geratificeerd en op 14 juli 2016 in Nederland van kracht geworden. Pagina 2/7

De door deze tekortkomingen beperkte digitale toegankelijkheid van websites en apps wringt extra omdat in de afgelopen jaren fors is ingezet op verdergaand digitaliseren van de overheidsdienstverlening. Om deze digitale overheidsdienstverlening volledig toegankelijk beschikbaar te stellen, is een meer inclusieve benadering van de dienstverlening van belang. 1.1 Het college adviseert om aan de onderbouwing van nut en noodzaak toe te voegen dat dit besluit ook dient om inclusiviteit voor burgers met een langdurige beperking te realiseren. Bestuurlijke afspraken, beleidsregels en de pas-toe-of-leg-uit-lijst met open standaarden zijn in het verleden onvoldoende gebleken om volledige digitale toegankelijkheid van overheidswebsites en applicaties te waarborgen. Dit roept de vraag op of in plaats van dan wel in aanvulling op regelgeving andere interventies noodzakelijk zijn om de beleidsdoelen te realiseren. De toelichting bij het voorstel besteedt hier geen aandacht aan. 1.2 Het college adviseert in de toelichting bij het voorstel aan te geven of en in hoeverre andere (beleids)interventies in plaats van of aanvullend op regelgeving zijn overwogen en noodzakelijk zijn om de beoogde beleidsdoelen te realiseren. Hoewel de formele implementatietermijn van de toegankelijkheidsrichtlijn verstrijkt op 23 september 2018, wordt daadwerkelijke toepassing pas op een later tijdstip vereist. De toelichting bij het besluit stelt dat uiterlijk op 23 december 2021 de Minister aan de Commissie verslag dient uit te brengen over de naleving van de toegankelijkheidsstandaard. Het college hoopt dat met de implementatie en uitwerking van de toegankelijkheidsrichtlijn de digitale toegankelijkheid tijdig en merkbaar zal verbeteren. Om te kunnen beoordelen of deze doelstelling wordt verwezenlijkt, is het van belang om de voortgang van de implementatie in de komende jaren te monitoren. Dan kunnen aanvullende of vervangende (beleids)interventies worden gepleegd als de verwachting is dat de digitale toegankelijkheid in 2021 niet wordt gerealiseerd. 1.3 Het college adviseert in 2019 te bepalen of en in hoeverre het beleidsdoel van het besluit redelijkerwijs zal zijn gerealiseerd in 2021. Het adviseert om op basis daarvan te besluiten of aanvullende interventies (bijvoorbeeld aanvullend beleid of extra ondersteuning in de uitvoering) noodzakelijk zijn. 2. Minder belastende alternatieven Het voorstel moet bijdragen aan een verbetering van overheidswebsites en -apps voor onder andere personen met een functionele of cognitieve beperking. Deze verbetering moet het mogelijk maken om de overheidsdienstverlening aan en interactie met personen met een beperking verdergaand te digitaliseren. Dit kan de regeldruk voor deze personen doen afnemen voor bijvoorbeeld het aanvragen van producten bij de overheid. Het voorstel legt geen extra verplichtingen op aan burgers of bedrijven. Zoals reeds bij adviespunt 1.2 is aangegeven, Pagina 3/7

besteedt de toelichting bij het voorstel geen aandacht aan andere (beleids)interventies die in plaats van of naast regelgeving zijn overwogen. Het college concludeert dat binnen de Europese voorschriften en kaders is gekozen voor een voor burgers en bedrijven lastenluw alternatief. In lijn met adviespunt 1.2 geeft het college u in overweging in de toelichting aan te geven welke lastenluwe (beleids)alternatieven in plaats van of in aanvulling op regelgeving zijn overwogen. 3. Werkbare uitvoeringswijze Het Regeerakkoord Vertrouwen in de toekomst stelt dat overheidscommunicatie die nu nog fysiek plaatsvindt, in de toekomst ook digitaal moet kunnen: veilig, snel en goedkoop. De elektronische dienstverlening via mijnoverheid.nl wordt verbeterd. Daarmee zet ook het huidige kabinet in op verdergaande digitalisering van overheidsdienstverlening. De Kamerbrief van 23 oktober 2017 van de voormalig minister van BZK stelt dat de digitale volwassenheid 3 en digitale beschikbaarheid 4 van dienstverlening de afgelopen jaren is verbeterd: De gemiddelde digitale volwassenheid van de hele overheid is 75% in 2017. De gemiddelde digitale beschikbaarheid van de gehele overheid is 90% in 2017 tegenover 88% in 2016. De gemiddelde digitale beschikbaarheid van de medeoverheden is 83% in 2017, vergeleken met 80% in 2016. 5 Digitale beschikbaarheid betreft het aanbod van producten en diensten via internet. Digitale toegankelijkheid beziet of deze producten en diensten ook voor iedereen toegankelijk zijn. Daarbij wordt ook gekeken of er ook hindernissen zijn voor het gebruiken van het aanbod aan producten diensten. In 2015 was 7% van de gemeentelijke websites volledig digitaal toegankelijk. 6 Het verschil met de 83% digitale beschikbaarheid is het gevolg van de eerder genoemde alledaagse tekortkomingen. In de afgelopen jaren maakte digitale toegankelijkheid (conform de eisen van norm EN 301 549) geen onderdeel uit van de evaluatieonderzoeken naar digitale volwassenheid en digitale beschikbaarheid van overheidsproducten en -diensten. Hierdoor is het mogelijk dat die producten en diensten 100% digitaal beschikbaar zijn, terwijl zij niet voor iedereen toegankelijk zijn. De onderzoeken naar de digitale toegankelijkheid tonen aan dat een groot verbeterpotentieel aanwezig is, dat voor een deel gerealiseerd kan worden met relatief eenvoudige verbeteringen van websites en apps. Het onderhavige besluit bevat een monitoringsverplichting (artikel 5) op basis waarvan inzicht wordt verkregen in naleving van het besluit. Om de kwaliteit van digitale dienstverlening aan burgers en bedrijven integraal te beoordelen acht het college het van belang bij evaluatieonderzoek naar digitale dienstverlening ook digitale toegankelijkheid expliciet te beoordelen. Daarbij kunnen de uitkomsten van de monitoringsverplichting worden betrokken. 3 Digitale volwassenheid is een wijze om uit te drukken in hoeverre er sprake is van digitale toepassing van dienstverlening. Uiteenlopend van 0% (een product of dienst is geheel niet digitaal vindbaar) tot 100% (informatie over een product is volledig digitaal beschikbaar en het product kan volledig digitaal worden aangevraagd). 4 Digitale beschikbaarheid is een wijze om uit te drukken of producten en diensten überhaupt in digitale vorm worden aangeboden door de betreffende overheidsorganisaties. 5 Kamerbrief bij de Eindrapportage Digitaal 2017 (23 oktober 2017 kenmerk 2017-0000493546) 6 Quickscan Digitale toegankelijkheid van gemeentelijke websites, Stichting Drempelvrij, 13 mei 2015. Onderzoek uitgevoerd in opdracht van het College voor de Rechten van de Mens. Pagina 4/7

3.1 Het college adviseert bij toekomstige evaluatieonderzoeken naar de kwaliteit van digitale overheidsdienstverlening expliciet aandacht te besteden aan de mate en ontwikkeling van digitale toegankelijkheid. Het besluit richt zich tot overheidsinstanties in de zin van het voorgenomen artikel 2 van de Wet GDI. 7 Zij moeten zorgen dat hun websites en apps toegankelijk zijn voor personen met een functionele of cognitieve beperking. Implementatie van deze bepaling draagt bij aan de toegankelijkheid (waarneembaarheid, bedienbaarheid, begrijpelijkheid en robuustheid) van de websites en apps. Onderhavig voorstel verbetert naar verwachting de werkbaarheid van overheidswebsites en aanverwante applicaties voor mensen met een beperking. Het beperkte tempo van de verbeteringen in digitale toegankelijkheid kan aanleiding vormen om prioriteit te geven aan die websites en apps die veel gebruikt worden, en aan die onderdelen die de meeste hindernissen opwerpen voor burgers met een beperking. De ervaringen met zogenaamde toptaken-websites kunnen als inspiratie dienen voor het bepalen van de onderdelen die veel gebruikt worden. 8 De kennis en ervaringen van mensen met een beperking kunnen worden gebruikt om inzicht te krijgen in die onderdelen die onnodige hinder opwerpen. 3.2 Het college adviseert om bij de verbetering van de digitale toegankelijkheid van websites van overheden prioriteit te geven aan die websites die voor interactie tussen burgers en overheid het vaakst worden gebruikt. Bij de implementatie van de EU-richtlijn wordt voor een ruim overgangsrecht gekozen. Hoewel de implementatietermijn van de richtlijn verstrijkt op 23 september 2018, wordt daadwerkelijke toepassing pas op een later tijdstip vereist. Overheidsinstanties moeten met ingang van 23 september 2019 voldoen aan de nieuwe eisen voor nieuwe websites (gepubliceerd vanaf 23 september 2018), met ingang van 23 september 2020 aan die voor bestaande websites (gepubliceerd voor 23 september 2018) en met ingang van 23 juni 2021 aan de eisen voor apps. De toelichting bij het voorstel geeft aan dat deze overgangstermijnen overheidsinstanties ruim de gelegenheid geven om zich op het onderhavige besluit voor te bereiden. Passend overgangsrecht kan bijdragen aan verbetering van de overheidswebsites in aansluiting op de reguliere verbetercyclus van onder andere websites en daarmee aan beperking van (bestuurlijke) lasten. Het college vraagt daarnaast aandacht voor een tijdige implementatie van de richtlijn om zo de beoogde beleidsdoelen, de realisatie van een volledig digitaal toegankelijke overheid en de daarmee gemoeide vermindering van de regeldruk voor mensen met een beperking zo snel als mogelijk te realiseren. Temeer omdat de bestuurlijke (en meer vrijwillige) afspraken uit het verleden onvoldoende basis zijn gebleken om de overheidswebsites en apps volledig en tijdig digitaal toegankelijk te maken. 7 Voor de omschrijving van overheidsinstantie wordt in de toegankelijkheidsrichtlijn aangesloten bij het begrip aanbestedende dienst (artikel 2, eerste lid, punt 1 en 4). Hieronder wordt verstaan de staats-, regionale of lokale overheidsinstanties, publiekrechtelijke instellingen of samenwerkingsverbanden bestaande uit één of meer van deze overheidsinstanties of één of meer van deze publiekrechtelijke instellingen. Niet beslagen worden de publieke omroep, ngo s en specifieke, in artikel 2 van het besluit genoemde content, zoals reproducties van stukken uit erfgoedcollecties. 8 Een website die volgens de Toptaken -visie is ingericht, toont de meest gevraagde onderwerpen van dat moment. Pagina 5/7

Om de implementatie van de toegankelijkheidsrichtlijn te waarborgen lijken aanvullende bestuurlijke afspraken met en mogelijke ondersteuning van medeoverheden van belang. De ondersteuning van medeoverheden kan bestaan uit het landelijk delen van best practices op het gebied van digitale toegankelijkheid 9 of door kennis te delen over veel gemaakte fouten bij het bevorderen van digitale toegankelijkheid. De toelichting bij het voorstel besteedt geen aandacht aan de afstemming met en eventuele ondersteuning van medeoverheden. 3.3 Het college adviseert bestuurlijke afspraken te maken met medeoverheden over implementatie van het besluit. Ook adviseert het om medeoverheden ondersteuning te bieden zodat zij tijdig de digitale toegankelijkheid van websites en apps waarborgen. Het voorliggende besluit stelt eisen aan de monitoring en aan de rapportage over naleving van het besluit. Het bevat geen specifieke bepalingen over handhaving bij niet-naleving. Gelet op de beperkte effecten die in het verleden zijn gerealiseerd, acht het college het van belang dat bij niet-naleving zodanig kan worden optreden dat digitale toegankelijkheid alsnog wordt gerealiseerd en gewaarborgd. Bestuurlijke informatie met inzicht over naleving van het besluit en mogelijkheden tot handhaving en sanctionering kunnen ertoe bijdragen dat de digitale toegankelijkheid van websites en apps sneller wordt gerealiseerd, en dat daardoor mensen met een beperking sneller en gemakkelijker toegang hebben tot de overheid. 3.4 Het college adviseert in het besluit mogelijkheden op te nemen om handhavend te kunnen optreden bij niet-naleving van de bepalingen ten aanzien van digitale toegankelijkheid. 4. Regeldrukgevolgen Het besluit is gericht op overheidsinstanties en bevat verplichtingen voor overheidsinstanties ten aanzien van de digitale toegankelijkheid van overheidswebsites en applicaties. In beginsel bevat het besluit geen verplichtingen voor burgers of bedrijven. Het besluit kan bijdragen aan een betere dienstverlening door de overheid en een betere beschikbaarheid van informatie voor mensen met een beperking. Dit maakt het voor hen eenvoudiger om aan verplichtingen te voldoen, bijvoorbeeld bij het aanvragen van producten. Op deze wijze kan het besluit, na implementatie door de overheidsinstanties, bijdragen aan een beperking van de regeldruk en verbetering van de dienstverlening aan burgers. De impact van het besluit zal naar verwachting merkbaar zijn voor een grote groep burgers met een cognitieve en/of functionele beperking. Bovendien zal het naar verwachting ook de digitale toegankelijkheid bevorderen voor burgers zonder een dergelijke beperking. De toelichting bij het 9 Hierbij kan ook worden ingegaan op de eisen die gelden ten aanzien van digitale toegankelijkheid aan websites en apps. Daarmee kan tot op zeker hoogte het veelvoorkomende misverstand worden weggenomen dat voor het voldoen aan de eisen van digitale toegankelijkheid altijd grote investeringen noodzakelijk zijn en zeer ingrijpende wijzigingen van websites en apps. Pagina 6/7

besluit gaat niet in op deze impact, noch op de omvang van de doelgroep burgers waarvoor digitale toegankelijkheid van cruciaal belang is. Bij het in beeld brengen van de impact van het onderhavige besluit kan gebruik worden gemaakt van eerder uitgevoerd onderzoek over digitale toegankelijkheid, van basisgegevens over de omvang van de doelgroep, en van informatie over de aantallen interacties tussen burgers, bedrijven en overheid. 4.1 Het college adviseert om in de toelichting de gevolgen te beschrijven van het voorgestelde besluit op de digitale toegankelijkheid van de overheid. Dictum Gelet op de inhoud van het voorstel en de hiervoor genoemde adviespunten is het advies van het college bij het voorgenomen Besluit digitale toegankelijkheid overheid: Het besluit in te dienen, nadat met de adviespunten rekening is gehouden. Het college vertrouwt erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd en verneemt graag van u op welke wijze u met onze adviespunten rekening hebt gehouden. Hoogachtend, M.A. van Hees Voorzitter R.W. van Zijp Secretaris Pagina 7/7