Week 1 - Info: Europa Nederland hoort bij het werelddeel Europa. Er zijn zeven werelddelen: Noord-Amerika, Zuid-Amerika, Afrika, Europa, Azië, Australië en Antarctica. Er wonen ongeveer 750 miljoen mensen in Europa. Het noorden van een windroos wijst naar boven. Het zuiden wijst naar beneden. Het oosten naar rechts. Het westen naar links. Europa heeft veel verschillende landschappen. Ook het klimaat is heel verschillend. Daarom groeien er ook overal andere planten en bomen. In de Europese Unie (EU) werken de Europese landen samen. Binnen de landen van de EU mag je vrij reizen. In veel landen kun je met de euro betalen. De Europese landen hebben niet altijd samengewerkt. Na de Tweede Wereldoorlog wilden de Europeanen nooit meer oorlog. Daarom gingen in 1951 zes Europese landen samenwerken: België, Duitsland, Frankrijk, Italië, Luxemburg en Nederland. De samenwerking ging goed. Er kwamen steeds meer landen bij. Week 2 - Extra Info: E-mail uit Oslo Scandinavië bestaat uit de landen in Noord-Europa: Noorwegen, Zweden en Denemarken. Volgens sommige mensen horen IJsland en Finland er ook bij. Er zijn veel bergen en naaldbossen. Naaldbomen kunnen goed tegen de kou. De winter is erg koud. Het is dan ook lang donker. Rondom Scandinavië is er veel zee. In Noorwegen zie je veel fjorden. Daar komt de zee tussen de bergen het land in. Ook zie je er elanden.
Week 2 - Info: Frankrijk Frankrijk is het grootste land van West-Europa. Je kunt naar Frankrijk met de Thalys. Dat is een supersnelle trein. De hoofdstad van Frankrijk is Parijs. Deze stad heeft meer dan 11 miljoen inwoners. Er zijn veel beroemde gebouwen, zoals de Eiffeltoren. Frankrijk heeft veel verschillende landschappen, zoals de kust en de bergen. Aan de kust in het zuiden schijnt bijna altijd de zon. In de Franse Alpen heb je hoge bergen. De hoogste berg is de Mont Blanc. Op sommige bergen ligt altijd sneeuw. Dat noem je eeuwige sneeuw. Frankrijk verdient veel geld aan het toerisme. Veel mensen hebben een baan als gids, kok, campinghouder of skileraar. Ook wordt er veel geld verdiend in de industrie. Fransen zijn goed in het maken van auto s, treinen en vliegtuigen Frankrijk heeft veel buurlanden. De meeste grenzen van Frankrijk zijn natuurlijke grenzen. Bijvoorbeeld een rivier, een gebergte of de zee. Week 2 - Extra Info: België en Luxemburg Nederland, België en Luxemburg waren vroeger één land. Nu niet meer. Wel gingen ze samenwerken. Ze noemden zich de Benelux: Be(lgië)Ne(derland)Lux(emburg. België bestaat uit twee delen: Vlaanderen en Wallonië. De mensen in Vlaanderen spreken Nederlands. De mensen in Wallonië spreken Frans. Brussel is de hoofdstad van België, maar ook van Europa. In Brussel worden alle belangrijke zaken van Europa geregeld. De stad Antwerpen in belangrijk, omdat het een grote haven heeft. Luxemburg is een piepklein en rijk land. Er worden drie talen gesproken: Frans, Duits en Luxemburgs. Veel Luxemburgers verdienen hun geld door te werken bij een bank.
Week 3 - Info: Zuid-Europa De meeste Zuid-Europese landen liggen aan de Middellandse Zee. Dat zijn Italië, Griekenland en Spanje. Portugal en een deel van Spanje liggen aan de Atlantische Oceaan. Rondom de Middellandse Zee zijn de zomers warm en droog. De winters zijn niet erg koud, af en toe regent het. Het klimaat is goed voor veel groenten en fruit, zoals: zoals sinaasappels, druiven, perziken, tomaten, paprika s en olijven. s Middags kan het heel heet zijn. Veel mensen doen dan even een dutje. Winkels en bedrijven zijn dan ook dicht. Spanje en Portugal vormen het Iberisch Schiereiland. (schier = bijna) Aan één kant zit het vast aan Frankrijk. Op de grens van Spanje en Frankrijg liggen hoge bergen: de Pyreneeën. Spanje heeft veel stranden. De stranden in het noorden zijn minder warm. Dat komt door de koude Atlantische Oceaan. Die zorgt ook voor meer regen. De vorm van Italië lijkt op een laars. Het gebergte de Apennijnen loopt over het midden van het land. De noordgrens van Italië ligt in de Alpen. Venetië is een bijzondere stad in het noorden van Italië. Deze stad is op kleine eilandjes gebouwd. Er rijden geen auto s. Er varen veel bootjes, zoals gondels. Rome is de hoofdstad van Italië. Midden in Rome ligt het kleinste land van de wereld: Vaticaanstad Dit is het landje van de paus. Hij is het hoofd van de rooms-katholieke kerk. Het noorden van Italië is rijker dan het zuiden.
Week 3 - Extra Info: Griekenland Griekenland en de zee horen bij elkaar. Griekenland heeft duizenden kleine eilanden. Veel mensen werken in de scheepvaart. Het meeste geld verdienen de Grieken aan de toeristen. De toeristen komen vaak voor zon en zee. Ze komen ook voor de oude gebouwen uit de Griekse tijd. De stad Olympia is bekend om de Olympische Spelen. In Griekenland schrijven ze met heel andere letters dan wij. De meeste Grieken zijn Grieks-orthodox. De priester is de pope. In de kerken vind je met bladgoud beschilderde iconen. Op de iconen zijn heiligen afgebeeld.
Week 4 - Info: Oost-Europa Rusland is het grootste land van de wereld. Het ligt in Europa en Azië. De meeste mensen wonen in het Europese deel van Rusland. De grens van Europa ligt bij het Oeral gebergte. Omdat Rusland zo groot is, is het niet overal even laat. In het oosten is het tien uur later dan in het westen van Rusland. Het grootste gedeelte van Rusland heeft een landklimaat. Dan zijn er strenge winters en warme zomers. Rusland heeft veel olie en gas in de grond. Daar verdient Rusland veel geld mee. De meeste Russen zijn christen Russische kerken hebben een toren met een bol. Tot 1917 heersten machtige tsaren (soort keizers) over Rusland. In 1917 namen de communisten namen de macht over. Rusland kreeg een andere naam: de Sovjet-Unie. Alle fabrieken, winkels en boerderijen werden eigendom van de staat. Lenin en Stalin waren machtige en wrede communistische leiders. Aan het eind van WOII won de Sovjet-Unie de oorlog met Duitsland en werd daardoor zeer machtig. Het bezette bijna alle landen van Oost-Europa. Ook die landen moesten toen communistisch worden. In 1991 verloren de communisten hun macht. De Sovjet- Unie werd toen weer Rusland genoemd.
Week 4 Extra Info: De Balkan Het zuidoosten van Europa wordt ook wel de Balkan genoemd. Eeuwenlang waren de Turken daar de baas. Het grootste deel van Turkije hoort bij Azië. Een klein deel van Turkije ligt in Europa. Vijf Balkanlanden horen bij de Europese Unie: Slovenië, Griekenland, Kroatië, Bulgarije en Roemenië. De Balkan ligt tussen de Adriatische Zee en de Zwarte Zee. Langs de kusten is het s zomers heet en s winters zacht. In het binnenland zijn de winters streng en de zomers heet. Een groot deel van de Balkan is bergachtig. Op de Balkan zijn veel oorlogen gevoerd. Tussen 1990 en 2000 was er oorlog tussen Kroaten, Serviërs, Bosniërs en Kosovaren. Toeristen komen graag naar de kusten van Griekenland, Kroatië en Turkije. De zee is helder en niet koud. Veel landen in de Balkan werden na de Tweede Wereldoorlog communistisch. Sinds 1990 zijn ze dat niet meer. Er is nog veel armoede.
Week 5 - Info: Vakantiedagboek van Jerzy Duitsland, Polen, Slowakije, Hongarije en Tsjechië liggen in Centraal- Europa. Berlijn is de hoofdstad van Duitsland. In het Ruhrgebied zijn veel fabrieken. Duitsland maakt de meeste auto s in heel Europa. Spullen uit Duitse fabrieken zijn goed en betrouwbaar. Duitsland is daardoor een rijk land. De hoofdstad van Polen is Warschau. De rooms-katholieke kerk is erg belangrijk in Polen. De meeste mensen zijn armer dan wij in Nederland, daarom gaan veel jongeren naar het westen van Europa. Daar verdienen ze meer. In het noorden van Slowakije ligt een gebergte: de Hoge Tatra. In Hongarije ligt het Balatonmeer. Veel Duitsers en Nederlanders gaan er naartoe op vakantie. Praag is de hoofdstad van Tsjechië. Tsjechië en Slowakije waren tot 1993 één land: Tsjechoslowakije. Week 5 - Extra Info: De Alpen De Alpen zijn na de Kaukasus de hoogste bergen van Europa. De Alpen liggen in Oostenrijk, Zwitserland, Frankrijk en Italië. In de Alpen leven gemzen, steenbokken en alpenmarmotten. De edelweiss is een beschermd plantje en groeit alleen heel hoog in de bergen. In de Alpen is het lastig om hekken te zetten. Daarom lopen koeien er met een bel om hun nek. Zo hoort de boer waar zijn koeien zijn. In de winter staan de koeien op stal. Hoe hoger je op een berg komt, hoe kouder het wordt. Beneden groeien loofbomen, hoger naaldbomen. Boven de 2000 meter groeien er geen bomen meer. Je ziet alleen nog wat struikjes en gras. Je ziet ook de eerste sneeuwplekken en gletsjers. Nóg hoger zie je alleen rotsen, soms met mos erop. Op de hoogste toppen ligt eeuwige sneeuw.