Onvoldoende belangenbehartiging opdrachtgever, onvoldoende overleg opdrachtgever, eigen belang.

Vergelijkbare documenten
201 BIEDEN, ONDERHANDELEN & TOTSTANDKOMING OVEREENKOMST

201 BIEDEN, ONDERHANDELEN & TOTSTANDKOMING OVEREENKOMST

200 BELANGENBEHARTIGING OPDRACHTGEVER

12-53 RvT Utrecht RAAD VAN TOEZICHT TE UTRECHT VAN NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM

201 BIEDEN, ONDERHANDELEN & TOTSTANDKOMING OVEREENKOMST

Biedingsproblematiek. Duidelijk aangegeven dat eindbod verwacht werd of niet? De Raad van Toezicht Zwolle geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

Belangenbehartiging opdrachtgever. Voormalige echtelijke woning, Instemming echtgenoot met verkoop.

DE RAAD VAN TOEZICHT NOORD VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM

Mislukte aankoop: recht van eerste koop onverwacht uitgeoefend.

201 BIEDEN, ONDERHANDELEN & TOTSTANDKOMING OVEREENKOMST

Optie en Bod. Onduidelijke biedingsprocedure. Onderhandelen met meerdere gegadigden.

201 BIEDEN, ONDERHANDELEN & TOTSTANDKOMING OVEREENKOMST

Optie en bod. Koopovereenkomst tot stand gekomen? Onderhandelen met meerdere gegadigden.

Belangenverstrengeling. Aankoop door medewerker van verkopend makelaar. Onvoldoende belangenbehartiging.

DE RAAD VAN TOEZICHT NOORD VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM.

De Raad van Toezicht Zwolle geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

De heer M.E. W., wonende te A, hierna te noemen: klager tegen De besloten vennootschap M MAKELAARDIJ B.V., gevestigd te B, NVM-lid,

Onafhankelijkheid. Belangenverstrengeling.

Raad van Toezicht Amsterdam van de Nederlandse Vereniging van Makelaars en Taxateurs in onroerende goederen NVM

VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM

Echtscheiding, perikelen bij. Onvoldoende overleg opdrachtgever. Ongepast optreden.

Raad van Toezicht Amsterdam van de Nederlandse Vereniging van Makelaars en Taxateurs in onroerende goederen NVM DE LOOP VAN DE PROCEDURE

Belangenbehartiging opdrachtgever. Contractsbepalingen. Courtage.

201 BIEDEN, ONDERHANDELEN & TOTSTANDKOMING OVEREENKOMST. Informatie aan niet-opdrachtgever. Onvoldoende communicatie.

DE RAAD VAN TOEZICHT EINDHOVEN/MAASTRICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM

B MAKELAARDIJ B.V., kantoorhoudende te G, beklaagde,

Tot misverstand leidende informatie aan koper. Afwezigheid van berging. De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

Onafhankelijkheid. Belangenverstrengeling. Afbreken onderhandelingen.

Belangenbehartiging opdrachtgever. Onvoldoende belangenbehartiging. Tegenstrijdige opdrachten.

de heer S. en mevrouw V., wonende [adres], klagers, tegen:

Raad van Toezicht Oost van de Nederlandse Vereniging van Makelaars in Onroerende Goederen en Vastgoeddeskundigen NVM

Informatie aan niet-opdrachtgever. Mededelings- en onderzoeksplicht. Overdrachtsbelasting. Art. 13 wet op belastingen van rechtsverkeer.

Collegialiteit. Contact opnemen met opdrachtgever van collega.

Belangenbehartiging opdrachtgever. Beslaglegging.

De Raad van Toezicht Utrecht van de Nederlandse Vereniging van Makelaars in Onroerende Goederen NVM geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

Optie en bod. Bod onder tijdslimiet. Amsterdams biedsysteem. Onderhandelen met meerdere gegadigden. Uitspelen van gegadigden.

Belangenbehartiging opdrachtgever. Onvoldoende belangenbehartiging. Onvoldoende overleg opdrachtgever. Onafhankelijkheid.

CR 09/2280 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM

De Raad van Toezicht Zwolle geeft de volgende uitspraak in de zaak van: W. makelaar, aangesloten bij de NVM, kantoorhoudende te R.

Optie en bod. Onderhandelen met meerdere gegadigden.

Bij brief van 22 april 2015 heeft de gemachtigde van beklaagde een verweerschrift ingediend bij de Raad.

De Raad van Toezicht Zwolle geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

Optie en bod. Afwijken van het biedsysteem. Biedsysteem A.

De Raad van Toezicht Breda geeft de volgende uitspraak in de zaak van: mevrouw F., wonende te [adres], klaagster, tegen

Raad van Toezicht Haarlem van de Nederlandse Vereniging van Makelaars in onroerende goederen en vastgoeddeskundigen NVM

DE RAAD VAN TOEZICHT NOORD VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM. Nieuwbouw. Latere oplevering. Problemen voor koper.

201 BIEDEN, ONDERHANDELEN & TOTSTANDKOMING OVEREENKOMST. Informatie aan niet-opdrachtgever. Mededelings- en onderzoeksplicht. Ontbreken vergunning.

Taxatie. Te hoge waardering. Reden van taxatie en hoogte van waardering. De Raad van Toezicht Zwolle geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van: B MAKELAARDIJ, lid van de vereniging, gevestigd en kantoorhoudende te M,

De Raad van Toezicht Zwolle geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

Waardebepaling tegen de zin van een van de twee opdrachtgevers gemeld.

Verschillende versies van vragenlijst. Perceelsgrens. Meetinstructie

Beweerdelijk onjuiste voorlichting aan koper. Persoonlijk gebruiksrecht. De Raad van Toezicht Zwolle geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

Belangenbehartiging opdrachtgever. Onvoldoende overleg met opdrachtgever. Onjuiste informatie in verkoopbrochure.

Oncollegiaal gedrag. Als adviseur van koopster geen contact opgenomen met makelaarverkoper.

201 BIEDEN, ONDERHANDELEN & TOTSTANDKOMING OVEREENKOMST.

2. De klacht is behandeld ter zitting van de Raad op 20 juni Ter zitting waren aanwezig klager in persoon alsmede O. Z. namens beklaagde.

Beweerdelijke onvoldoende belangenbehartiging. Echtscheidingssituatie. Melden van gebreken en reden van verkoop.

Tuchtrechtspraak NVM. Stichting RvT Zuid 203 ERECODE 202 TAXATIE. Taxatie uitgevoerd door medewerker die geen lid NVM was.

Raad van Toezicht Amsterdam van de Nederlandse Vereniging van Makelaars en Taxateurs in onroerende goederen NVM

Aankoop nieuwbouwappartement mislukt. Beweerdelijke toezegging makelaar-verkoper. De Raad van Toezicht Oost geeft uitspraak inzake de klacht van:

op de klacht van:mevrouw A. C., wonende te Huizen, hierna te noemen: klager

CR 12/2424 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

Meetinstructie. Geen informatie verstrekt over positie van medewerker van makelaarskantoor.

RvT Zwolle. Taxatie als deskundige. Noodzaak van plaatselijke bekendheid.

De Raad van Toezicht Zwolle geeft de volgende uitspraak in de zaak van: aangesloten makelaar bij de vereniging, kantoorhoudende te D

CR 12/2415 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

De Raad van Toezicht Zwolle geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

19-48 RvT Noord 200 BELANGENBEHARTIGING OPDRACHTGEVER

RAAD VAN TOEZICHT WEST VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM

DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

Daarmee was de schriftelijke behandeling van de klacht gereed.

De Raad van Toezicht Noord geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

Onafhankelijkheid. Belangenverstrengeling. Verkoop aan medewerker. Optie en bod.

De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van: de heer F. H. aangesloten NVM-Makelaar, kantoorhoudende te H, beklaagde.

Onjuist omschreven factuur ingediend. Samenwerking met andere adviseurs. Wat is courtage?

Handel. Oogmerk geen winst maar hulp aan kantoorgenoot. Rood voor Roodregeling.

Tuchtrechtspraak. Stichting NVM RvT Oost 203 ERECODE

Belangenbehartiging opdrachtgever. Mededelings- en onderzoeksplicht. Onzorgvuldig handelen.

Beweerdelijke instructies bij verkoop niet opgevolgd. Declaratie zonder overleg bij notaris ingediend? Nodeloze kosten veroorzaakt?

Onvoldoende belangenbehartiging. Onzorgvuldig optreden. Slechte bereikbaarheid.

de heer B., te O., klager,

De Raad van Toezicht te Hilversum van de Nederlandse Vereniging van Makelaars in onroerende goederen NVM U I T S P R A A K

Belangenbehartiging opdrachtgever. Onvoldoende belangenbehartiging.

Collegialiteit. Oncollegiaal optreden bij (financierings)taxatie. (zie ook zaaknummer 15.03)

CR 10/2353 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

Informatie aan niet-opdrachtgever. Aanpassing contractsbepalingen. Terugvorderen van overdrachtsbelasting.

Informatie aan niet-opdrachtgever. Onjuiste oppervlakte in verkoopdocumentatie.

Informatie aan niet-opdrachtgever. Onjuiste informatie over woonoppervlakte en afmeting tuin.

Klacht tegen makelaar als lid van de Bedrijfshuuradviescommissie. Nietontvankelijkheid

Informatie niet-opdrachtgever. Mededelings- en onderzoeksplicht. Perceelsoppervlakte.

Stichting Tuchtrechtspraak NVM

Onvoldoende belangenbehartiging. Fouten in koopakte. Erkenning door makelaar. De Raad van Toezicht Zuid geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

DE RAAD VAN TOEZICHT ZUID VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

RAAD VAN TOEZICHT WEST VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS NVM

De Raad van Toezicht Eindhoven/Maastricht geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

Eigen belang/handel. Makelaar koopt zelf. Schijn van handel in onroerend goed.

CR 13/2476 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

Transcriptie:

19-52 RvT Noord 200 BELANGENBEHARTIGING OPDRACHTGEVER 203 ERECODE Onvoldoende belangenbehartiging opdrachtgever, onvoldoende overleg opdrachtgever, eigen belang. Klagers waren geïnteresseerd in een woning die beklaagden in verkoop hadden. Nadat klagers een bod van EUR 205.000,-- hadden uitgebracht, lieten beklaagden weten dat zij de woning voor EUR 200.000,-- zouden kunnen kopen mits zij beklaagden voor de verkoop van hun eigen woning zouden inschakelen. Klagers hebben dit gedaan en de woning van klagers werd voor EUR 310.000,-- verkocht aan gegadigden die beklaagden op hun beurt ook weer een verkoopopdracht verstrekten. Nadat de verkoop aan deze kopers i.v.m. de financiering alsnog werd ontbonden, ontdekten klagers dat een andere gegadigde, die ten tijde van de verkoop ook al in beeld was geweest, EUR 325.000,-- had willen bieden. Klagers hebben hun woning uiteindelijk aan deze laatste gegadigde verkocht. Doordat deze gegadigde door toedoen van beklaagden op de hoogte was van de in de ontbonden transactie gerealiseerde koopprijs was deze gegadigde niet meer bereid EUR 325.000,-- te betalen en werd de woning (opnieuw) voor EUR 310.000,-- verkocht. Klagers verwijten beklaagden dat zij onvoldoende met hen hebben gecommuniceerd en hun eigen belang (het verwerven van verkoopopdrachten) boven de belangen van hun opdrachtgevers hebben gesteld. Klagers zien hierin een patroon. Naar het oordeel van de Raad is niet komen vast te staan dat beklaagden aan klagers voldoende informatie hebben verstrekt om tot een verantwoorde verkoopbeslissing te komen. Beklaagden zijn in hun communicatie met klagers te kort geschoten. Voorts is gebleken dat beklaagden blijkbaar als beleid hebben ernaar te streven om van gegadigden, met wie zij onderhandelen, ook bemiddelingsopdrachten in de wacht te slepen. Dit is op zichzelf toegestaan, maar het is niet wenselijk en vergt grote alertheid van de betrokken makelaar op mogelijke tegenstrijdige belangen. In dit geval is in ieder geval de schijn gewekt dat beklaagden bij hun activiteiten ten behoeve van hun opdrachtgevers hun eigen belangen laten meewegen, hetgeen tot benadeling van hun opdrachtgever kan leiden. De klacht is in zoverre dan ook gegrond. NVM Noord 064 DE RAAD VAN TOEZICHT NOORD VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM. -------------------------------------------------------------------------------------------------------

geeft de volgende uitspraak in de zaak van: De heer [A] en mevrouw [A], wonende te L., klagers, tegen [Makelaarskantoor X], lid van de vereniging, kantoorhoudende te L., het makelaarskantoor en de heer [Y], lid van de vereniging, kantoorhoudende te L., de makelaar, gezamenlijk aangeduid als beklaagden. 2

1. Verloop van de procedure: 1.1. Klagers hebben bij brief van 22 maart 2019 met bijlagen aan de NVM te Nieuwegein een klacht ingediend tegen beklaagden, door de Stichting Tuchtrechtspraak NVM op 26 april 2019 aan de Raad van Toezicht Noord doorgestuurd. 1.2. Bij brief van 8 mei 2019 hebben beklaagden verweer gevoerd tegen de klacht. 1.3. Ter zitting van 15 mei 2019 van de Raad van Toezicht Noord zijn verschenen: - het makelaarskantoor, vertegenwoordigd door de heer [Z], en de makelaar in persoon; - klagers in persoon. 1.4. Partijen zijn door de Raad van Toezicht Noord gehoord en hebben hun standpunten nader toegelicht. 1.5. Klagers hebben ter zitting schriftelijke pleitaantekeningen overgelegd. 2. De feiten: 2.1. Als gesteld en erkend, dan wel niet of onvoldoende weersproken, alsmede op grond van de overgelegde bescheiden, voor zover niet betwist, staat tussen partijen het volgende vast. 2.2. Klagers waren geïnteresseerd in de aankoop van de woning [adres 1]. Het makelaarskantoor had opdracht te bemiddelen bij de verkoop daarvan. 2.3. Na onderhandelingen hebben klagers aan de makelaar een bod uitgebracht. Daarop heeft de makelaar hun laten weten dat er weliswaar een bod was uitgebracht van 205.000,--, maar dat klagers de woning desalniettemin voor 200.000,-- zouden kunnen kopen, mits zij het makelaarskantoor opdracht zouden geven tot verkoop van hun eigen woning aan de [adres 2]. Klagers zijn daarop ingegaan en hebben het makelaarskantoor op 27 december 2018 een schriftelijke opdracht tot bemiddeling voor de verkoop van hun eigen woning verstrekt. 2.4. In het kader van de verkoop hebben klagers op 12 januari 2019 zelf contact gehad met uit Z. afkomstige potentiële gegadigden, de familie [B], en die vervolgens doorverwezen naar het makelaarskantoor. Op dinsdag 15 januari 2019 zijn er bezichtigingen geweest. Naar aanleiding daarvan is er één concreet bod uitgebracht, ter hoogte van 310.000,--. In een telefoongesprek tussen de makelaar en klagers hieromtrent hebben klagers besloten de bieder twee opties aan te bieden, namelijk om de woning of voor 315.000,-- te kopen met een financieel voorbehoud en het voorbehoud verkoop eigen woning, of voor 310.000,-- te kopen met alleen een financieel voorbehoud. Dit laatste bod is, nadat het door het makelaarskantoor aan hen was doorgegeven door de betreffende kopers geaccepteerd. Vervolgens heeft de makelaar twee bezichtigingen, die waren gepland op vrijdag 18 januari 2019, waaronder de bezichtiging door [B], afgezegd. 3

2.5. De kopers van klagers hebben het makelaarskantoor opdracht gegeven om hun eigen woning aan de [adres 3] te verkopen. 2.6. Op 25 februari 2019 hebben de kopers van klagers een beroep gedaan op het financieringsvoorbehoud respectievelijk om verlenging van de termijn daarvan gevraagd. De dag daarop hebben klagers de ontvangst van dit bericht bevestigd en de koopovereenkomst zelf ontbonden. 2.7. Intussen hadden klagers via facebook contact gehad met de familie [B]. Voor klagers werd toen duidelijk dat [B] met de makelaar een bezichtigingsafspraak had gemaakt voor vrijdag 18 januari 2019, die was afgebeld, omdat de woning van klagers inmiddels was verkocht. De familie [B] bleek nog steeds geïnteresseerd en klagers hebben de woning zelf aan hen verkocht voor een bedrag van 310.000,--. Bij brief van 27 februari 2019 hebben klagers de verkoopopdracht aan het makelaarskantoor beëindigd. 3. De klacht: 3.1. Klagers verwijten beklaagden onvoldoende belangenbehartiging in die zin, dat zij niet te goeder trouw hebben gestreefd naar een maximale verkoopopbrengst in het kader van de door klagers verstrekte bemiddelingsopdracht bij verkoop van hun woning aan [adres 2]. Klagers vermoeden dat beklaagden de voorkeur geven aan gegadigden, bij wie zij zelf een verkoopopdracht in de wacht kunnen slepen. 3.2. Klagers verwijzen met name naar de verklaring, die de familie [B], de uiteindelijke kopers van hun woning, op 14 april 2019 heeft opgesteld, Deze kopers hebben aangegeven dat zij voor de woning van klagers 325.000,-- wilden bieden, in de hoop daarmee de hoogste bieder te zijn. Zij hebben echter niet de kans gekregen een bod uit te brengen, omdat de woning van klagers naar aanleiding van een bieding van dinsdag 15 januari 2019 was verkocht, hetgeen de familie [B] op donderdag 17 januari 2019 werd medegedeeld. In dat kader is meteen de afspraak, die met de familie [B] was gemaakt voor een bezichtiging op 18 januari 2019, afgezegd. De familie [B] was daarover teleurgesteld en verbaasd, omdat zij (later) van de makelaar hebben vernomen dat het huis van klagers voor 310.000,-- was verkocht, terwijl zij zelf een hogere prijs hadden willen betalen. 3.3. Dat de familie [B] als serieuze gegadigde moest worden beschouwd blijkt uit het feit dat zij, toen de kopers van de woning van klagers een beroep deden op het financieringsvoorbehoud, kort daarna alsnog een overeenkomst met klagers sloten. 3.4. Klagers verwijten beklaagden dat zij onvoldoende op de hoogte zijn gehouden en geïnformeerd over de belangstelling van gegadigden. Zo stellen zij niet op de hoogte te zijn geweest van het feit dat er op vrijdag 18 januari 2019 nog twee bezichtigingen waren gepland. Voorts was het klagers niet bekend dat de familie [B] niet behoorde tot de gegadigden, die op 15 januari 2019 de woning hebben bezichtigd, maar later die week een bezichtigingsafspraak had. 3.5. Klagers wijzen erop dat de makelaar niet alleen bij klagers als kopers een 4

verkoopopdracht voor hun woning in de wacht heeft gesleept, maar datzelfde heeft gedaan bij de (aanvankelijke) kopers van klagers. Klagers hebben daardoor de indruk gekregen dat de makelaar en het makelaarskantoor hun eigen belangen (het verwerven van verkoopopdrachten) ten onrechte hebben laten meewegen bij hun adviezen over de mogelijkheden van verkoop van de woning van klagers. Het gevolg is dat niet het optimale verkoopresultaat voor klagers is bereikt. Dat laatste is een direct gevolg van het feit dat de makelaar de familie [B] heeft ingelicht over de aanvankelijke koopovereenkomst van klagers, zodat de familie [B] wist dat klagers bereid waren hun woning voor 310.000,-- te verkopen. Het gevolg hiervan was dat de familie [B] geen hoger bod heeft uitgebracht, terwijl zij blijkens hun eigen mededelingen eerder bereid waren 325.000,-- voor de woning te betalen. Klagers stellen echter vast dat de betreffende kopers uit Z. komen en dat het derhalve niet goed denkbaar is dat zij het makelaarskantoor opdracht zouden geven voor de verkoop van hun woning. Klagers zien hierin een patroon. 4. Het verweer: 4.1. Beklaagden voeren, samengevat en zakelijk weergegeven, het volgende verweer. 4.2. De makelaar wijst erop dat in het kader van de verkoop aan klagers, sprake was van gunning omdat klagers goed passende voorwaarden en condities aan hun bieding hadden verbonden. 4.3. De makelaar stelt dat hij klagers steeds volledig heeft geïnformeerd, met name ook over het feit dat er nog twee bezichtigingsafspraken waren op 18 januari 2019. 4.4. Uit de eerste bezichtigingsronde op 15 januari 2019 kwam uit een vijftal kandidaten uiteindelijk één concreet bod. Vanzelfsprekend hebben de makelaar en het makelaarskantoor klagers hierover geïnformeerd. De makelaar is in het telefoongesprek hierover met klagers uitgegaan van de op dat moment concreet gedane bieding en heeft met klagers gesproken over hun reactie daarop. Het is klagers eigen beslissing geweest om met deze kandidaat in onderhandeling te willen treden. Dat er wellicht later andere gegadigden, al of niet naar aanleiding van de bezichtigingen later die week, een hoger bod zouden hebben uitgebracht is uiteraard niet ondenkbaar, maar onzeker en daarom geen concrete factor om op dat moment een zwaarwegend belang toe te kennen. Eén en ander is naar het oordeel van de makelaar voldoende en duidelijk besproken in een telefoongesprek 4.5. Het telefonisch overleg heeft ertoe geleid dat van de zijde van klagers de bieder twee opties zijn geboden en daarvan is er één door de gegadigde geaccepteerd en zijn vervolgens de reeds geplande bezichtigingsafspraken geannuleerd. 4.6. Op 6 februari 2019 is vervolgens de koopovereenkomst op het kantoor van de behandelend notaris door partijen ondertekend. 4.7. De verkoop van de woning van de kopers van klager aan [adres 3 verliep niet voorspoedig. Daarom hebben deze kopers zich gedwongen gezien om op 25 februari 2019, dat wil zeggen voor het verstrijken van de termijn van het met klagers overeengekomen financieringsvoorbehoud, klagers via de makelaar te vragen om 5

instemming met verlenging van die termijn. Dat klagers op 27 februari 2019 van hun zijde reageerden met een ontbinding van de overeenkomst verbaasde de makelaar en hij acht dat ook onterecht: alleen de koper kan een beroep op een financieringsvoorbehoud doen, niet klagers als verkopers. 4.8. De makelaar was ervan op de hoogte dat klagers contact hebben gelegd met de familie [B] en een bezichtigingsafspraak voor zaterdag 23 februari 2019 hebben gemaakt. Omdat de agenda van de makelaar geen ruimte bood die bezichtiging bij te wonen, is in overleg besloten die bezichtiging toch door te laten gaan en vervolgens telefonisch het resultaat te delen. 4.9. Tot verbazing van de makelaar nam het contact een geheel andere wending, doordat klagers op 27 februari 2019 de bemiddelingsopdracht met onmiddellijke ingang introkken. Het bleek vervolgens dat klagers een koopovereenkomst met de familie [B] hadden gesloten. 4.10. Beklaagden stellen zich op het standpunt krachtens artikel 4 van de verkoopopdracht recht te hebben op courtage, ook al is de opdracht tot dienstverlening ingetrokken. 4.11. De makelaar heeft nog geprobeerd, na ontvangst van de klacht van klagers, om met hen in contact te komen om de onvrede weg te nemen. Die kans heeft hij echter niet gekregen. 4.12. Het verwijt dat sprake zou zijn van koppelverkoop wijzen beklaagden van de hand. Zij wijzen erop dat juist klagers erop hebben aangedrongen en het op prijs stelden dat het makelaarskantoor ook de opdracht verwierf om de woning van hun kopers -aan de [adres 3]- te verkopen. Het komt ook vaker voor dat makelaars optreden in het verlengde van een gegeven opdracht en daar is ook niets tegen. Het makelaarskantoor en de makelaar stellen zich op het standpunt dat klagers een redenering zoeken om niet te hoeven voldoen aan hun betalingsverplichting op grond van artikel 4 van de opdracht tot dienstverlening. 5. Beoordeling van het geschil: 5.1. De klacht richt zich tegen makelaar [Y], lid van de vereniging kantoorhoudende te L. en het makelaarskantoor [X], lid van de vereniging, kantoorhoudende te L., aangesloten bij de afdeling 26 Flevoland. De Raad van Toezicht Noord NVM is derhalve bevoegd om van de klacht kennis te nemen. 5.2. De Raad van Toezicht Noord stelt vast dat partijen van mening verschillen over de exacte inhoud van het telefoongesprek dat zij hebben gevoerd naar aanleiding van de bezichtigingen op 15 januari 2019. In dit verband stelt de raad voorop dat het op de weg van de makelaar ligt om transparant en duidelijk te communiceren, ook en vooral op cruciale momenten in het verkoopproces. Van een dergelijk cruciaal moment was sprake, nu op het moment van het voeren van het bedoelde telefoongesprek op korte termijn nog twee bezichtigingen waren gepland en de bezichtigingen van 15 januari 2019 slechts één concreet bod opleverden. 5.3. Nu de makelaar krachtens onderdeel 1 van de NVM Erecode in zijn communicatie 6

steeds moet waken voor onjuiste beeldvorming, is de raad van oordeel dat de ontstane onduidelijkheid over hetgeen nu precies aan de orde is gekomen en op welke wijze, moet worden toegerekend aan de makelaar. Dit geldt des te sterker, nu achteraf is gebleken dat in ieder geval één van de gegadigden, met wie een afspraak voor 18 januari 2019 was gemaakt, bereid was een hogere koopprijs te betalen dan waarvoor de woning (aanvankelijk) was verkocht. Omdat het de makelaar is die voor een volledige en juiste communicatie moet borg staan, zou het op de weg van de makelaar liggen om te bewijzen dat klagers voldoende informatie is verstrekt om tot een verantwoorde beslissing te komen. Daarin is de makelaar niet geslaagd, nu de lezingen over met name het telefoongesprek naar aanleiding van de bezichtigingen van 15 januari 2019 uiteenlopen en van de inhoud van dat cruciale telefoongesprek geen schriftelijke vastlegging of ander bewijs voorhanden is. 5.4. De Raad van Toezicht Noord stelt voorts vast dat de makelaar aan de familie [B] mededeling heeft gedaan van de door klagers gerealiseerde verkoopprijs, hoewel de door klagers gesloten overeenkomst door het financieringsvoorbehoud nog niet definitief was geworden. Ook de makelaar moest er vanwege dat voorbehoud rekening mee houden, dat die koopovereenkomst zou worden ontbonden, waarna weer met gegadigden zou moeten worden onderhandeld. Dit geldt des te sterker, nu de verkoop van de kopers van klagers niet voorspoedig verliep en dat ertoe geleid heeft dat hun koop is ontbonden. Klagers zijn met de oorspronkelijke gegadigden [B] in onderhandeling getreden, waarbij hun positie werd verzwakt doordat die gegadigden door toedoen van de makelaar op de hoogte waren van de door klagers in de ontbonden transactie gerealiseerde koopprijs. 5.5. De Raad van Toezicht Noord weegt bij zijn oordeel voorts mee, dat het makelaarskantoor en de makelaar blijkbaar als beleid hebben ernaar te streven om van gegadigden, met wie zij onderhandelen, ook bemiddelingsopdrachten in de wacht te slepen. Niet alleen blijkt uit de onderhavige casus dat zich dat in twee gevallen concreet heeft voorgedaan, maar ook blijkt dit uit de tekst van de door het makelaarskantoor gehanteerde overeenkomst van opdracht. Daarin is in afwijking van de NVM-standaard, als artikel 9 opgenomen dat de opdrachtgever het makelaarskantoor expliciet toestemming geeft om de woning van de kopers van opdrachtgevers te mogen verkopen. 5.6. De raad realiseert zich dat dit optreden op zichzelf toegestaan is, maar het is niet wenselijk en vergt grote alertheid van de betrokken makelaar op mogelijke tegenstrijdige belangen. De raad meent dat in ieder geval de schijn is gewekt dat beklaagden bij hun activiteiten ten behoeve van hun opdrachtgevers hun eigen belangen laten meewegen, hetgeen tot benadeling van hun opdrachtgever kan leiden. De raad is van oordeel dat dit laatste in het onderhavige geval ook is gebleken. Daarmee is sprake van schending van onderdeel 2 van de NVM Erecode. 5.7. De Raad van Toezicht Noord is van oordeel dat sprake is van onvoldoende belangenbehartiging, meer in het bijzonder schending van de onderdelen 1 en 2 van de NVM Erecode en oordeelt de klacht dan ook gegrond. 6. Uitspraak: 7

6.1. Op grond van het voorgaande verklaart de Raad van Toezicht Noord de ingediende klacht gegrond. 6.2. Legt de makelaar de maatregel van berisping op. 6.3. Veroordeelt de makelaar tot betaling van een bedrag van 2.650,-- + 21% btw = 3.206,50, te betalen na ontvangst van een factuur van de Stichting Tuchtrechtspraak NVM en nadat de uitspraak onherroepelijk is geworden. 6.4. Bepaalt dat door de Stichting Tuchtrechtspraak NVM het door klagers betaalde klachtgeld voor de behandeling bij de Raad van Toezicht, voor zover niet reeds terugbetaald, zal worden gerestitueerd. Aldus beslist door de Raad van Toezicht Noord NVM, bestaande uit mr. U. van Houten, voorzitter, C.A. Voogd, makelaar senior lid NVM en mr. H.R. Quint/lid, secretaris, op 15 mei 2019. Getekend door de voorzitter en de secretaris op mei 2019 mr. U. van Houten Voorzitter mr. H.R. Quint Secretaris Deze uitspraak is bij aangetekende brief aan partijen verzonden op juni 2019. 8

9