Rapport. Datum: 19 januari 2006 Rapportnummer: 2006/014

Vergelijkbare documenten
Rapport. Datum: 21 augustus 2006 Rapportnummer: 2006/291

Rapport. Datum: 6 november 2007 Rapportnummer: 2007/240

Rapport. Datum: 9 augustus 2002 Rapportnummer: 2002/233

Rapport. Datum: 15 november 2007 Rapportnummer: 2007/259

Rapport. Datum: 27 september 2006 Rapportnummer: 2006/334

Rapport. Datum: 15 augustus 2006 Rapportnummer: 2006/282

Rapport. Datum: 27 december 2005 Rapportnummer: 2005/402

Rapport. Datum: 23 december 2005 Rapportnummer: 2005/397

Rapport. Datum: 28 juni 2007 Rapportnummer: 2007/136

Zie onder bevindingen of volledige tekst voor de volledige tekst van het rapport.

Rapport. Datum: 26 maart 1998 Rapportnummer: 1998/087

Rapport. Rapport over een klacht over de Belastingdienst/Centrale Administratie te Apeldoorn. Datum: 28 december Rapportnummer: 2011/366

Rapport. Datum: 22 mei 2003 Rapportnummer: 2003/144

Rapport. Rapport betreffende een klacht over het Centraal Administratie Kantoor uit Den Haag. Datum: 04 augustus Rapportnummer: 2011/229

de eigen bijdrage 2006 alsmede de naheffing over 2006 onvoldoende duidelijk

Beoordeling. h2>klacht

Rapport. Datum: 5 april 2006 Rapportnummer: 2006/128

Rapport. Datum: 30 juni 1999 Rapportnummer: 1999/295

Rapport. Datum: 26 juni 2001 Rapportnummer: 2001/178

Rapport. Datum: 22 september 2003 Rapportnummer: 2003/329

Rapport. Datum: 26 juni 2001 Rapportnummer: 2001/180

Verzoekster klaagt erover dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV):

Rapport. Datum: 8 juni 2006 Rapportnummer: 2006/197

Verzoeker klaagt erover dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) in strijd met:

Rapport. Datum: 6 april 2006 Rapportnummer: 2006/136

Rapport. Datum: 13 juli 2006 Rapportnummer: 2006/242

Rapport. Datum: 10 oktober 2002 Rapportnummer: 2002/307

Rapport. Datum: 18 september 2003 Rapportnummer: 2003/319

Rapport. Datum: 29 november 2007 Rapportnummer: 2007/279

Rapport. Datum: 11 april 2000 Rapportnummer: 2000/148

Rapport. Datum: 14 januari 2011 Rapportnummer: 2011/013

Rapport. Rapport over een klacht over de beheerder van het regionale politiekorps Midden en West Brabant (de burgemeester van Tilburg).

Rapport. Datum: 29 maart 2005 Rapportnummer: 2005/093

Rapport. Datum: 27 oktober 2005 Rapportnummer: 2005/329

Rapport. Datum: 27 september 2006 Rapportnummer: 2006/331

Rapport. Datum: 6 augustus 1999 Rapportnummer: 1999/345

Rapport. Datum: 30 september 2005 Rapportnummer: 2005/302

Rapport. Datum: 30 januari 2007 Rapportnummer: 2007/016

Rapport. Datum: 11 juli 2003 Rapportnummer: 2003/218

Rapport. Datum: 3 december 2010 Rapportnummer: 2010/344

Verzoeker klaagt er ook over dat het COA de klacht die hij op 16 oktober 2006 hierover indiende niet als klacht in behandeling heeft genomen.

Beoordeling. h2>klacht

Beoordeling. h2>klacht

Rapport. Datum: 19 oktober 2007 Rapportnummer: 2007/229

Rapport. Datum: 20 december 2005 Rapportnummer: 2005/389

Zij klaagt er voorts over dat de SVB de schade en kosten die het gevolg waren van de werkwijze van de SVB niet aan haar wil vergoeden.

Rapport. Datum: 23 april 2004 Rapportnummer: 2004/135

Rapport. Datum: 9 november 2006 Rapportnummer: 2006/361

Rapport. Datum: 13 oktober 2005 Rapportnummer: 2005/316

Rapport. Datum: 10 maart 2006 Rapportnummer: 2006/083

Rapport. Datum: 27 februari 2007 Rapportnummer: 2007/041

Rapport. Datum: 18 december 2003 Rapportnummer: 2003/486

Rapport. Datum: 1 februari 2007 Rapportnummer: 2007/021

Rapport. Datum: 31 januari 2011 Rapportnummer: 2011/032

Rapport. Datum: 27 september 2006 Rapportnummer: 2006/332

Rapport. Datum: 13 januari 2006 Rapportnummer: 2006/005

Rapport. Datum: 2 maart 2000 Rapportnummer: 2000/077

Rapport. Datum: 26 september 2005 Rapportnummer: 2005/293

Beoordeling Bevindingen

Rapport. Datum: 20 augustus 2003 Rapportnummer: 2003/272

Rapport. Datum: 15 september 2005 Rapportnummer: 2005/266

Rapport. Datum: 22 augustus 2007 Rapportnummer: 2007/173

Rapport. Datum: 21 juni 2000 Rapportnummer: 2000/224

Rapport. Datum: 30 september 2005 Rapportnummer: 2005/312

Rapport. Datum: 8 mei 2002 Rapportnummer: 2002/142

Rapport. Datum: 27 maart 2007 Rapportnummer: 2007/055

Rapport. Datum: 27 augustus 2007 Rapportnummer: 2007/181

Rapport. Datum: 13 juli 2006 Rapportnummer: 2006/239

Beoordeling. h2>klacht

Rapport. Datum: 3 mei 2007 Rapportnummer: 2007/084

3. Op 26 juni 2007 diende verzoekster een klacht in omdat zij tot op dat moment het verschuldigde bedrag nog niet had ontvangen.

Rapport. Rapport over een klacht over Domeinen Roerende Zaken, directie Apeldoorn. Datum: 16 juli 212. Rapportnummer: 2012/120

Verzoeker klaagt erover dat de officier van justitie van de CVOM stelselmatig niet op zijn correspondentie reageert.

Rapport. Datum: 24 april 2001 Rapportnummer: 2001/110

Rapport. Datum: 21 oktober 2005 Rapportnummer: 2005/320

Rapport. Datum: 24 februari 2005 Rapportnummer: 2005/047

V. stelde verzoeker van deze overdracht bij brief van dezelfde datum op de hoogte.

Beoordeling. h2>klacht

Rapport. Rapport over een klacht over het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) te Amsterdam. Datum: 24 oktober 2012

Rapport. Datum: 24 februari 2005 Rapportnummer: 2005/049

Verzoekster klaagt erover dat de Informatie Beheer Groep (IB-Groep):

Verzoeker klaagt erover dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) Groningen:

Rapport. Datum: 7 juli 2005 Rapportnummer: 2005/192

Rapport. Datum: 23 maart 2000 Rapportnummer: 2000/114

RAPPORT 2005/320, NATIONALE OMBUDSMAN, 21 OKTOBER 2005

Rapport. Datum: 14 september 2006 Rapportnummer: 2006/314

Rapport. Datum: 7 augustus 2006 Rapportnummer: 2006/271

Rapport. Datum: 30 juni 2003 Rapportnummer: 2003/199

Beoordeling. h2>klacht

Rapport. Datum: 5 april 2006 Rapportnummer: 2006/124

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over de Immigratie- en Naturalisatiedienst. Datum: 26 januari 2015 Rapportnummer: 2015/015

4. Op 13 januari 2008 wendde verzoeker zich tot de Nationale ombudsman omdat hij nog geen nieuw besluit van de PUR had ontvangen.

Beoordeling. h2>klacht

Rapport. Datum: 13 juli 2006 Rapportnummer: 2006/241

Rapport. Datum: 10 december 2007 Rapportnummer: 2007/301

Rapport. Datum: 14 juli 1998 Rapportnummer: 1998/274

Rapport. Rapport betreffende een klacht over de Belastingdienst/BelastingTelefoon te Groningen. Datum: 13 december Rapportnummer: 2011/360

Zie onder bevindingen of volledige tekst voor de volledige tekst van het rapport.

Rapport. Datum: 22 augustus 2007 Rapportnummer: 2007/174

Rapport. Datum: 8 december 2000 Rapportnummer: 2000/370

Transcriptie:

Rapport Datum: 19 januari 2006 Rapportnummer: 2006/014

2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat zijn originele documenten, waaronder zijn Bosnische identiteitskaart en rijbewijs, zijn kwijtgeraakt nadat die documenten in een fouilleringstas waren meegestuurd bij zijn overplaatsing van het Aanmeldcentrum te Zevenaar naar het toenmalige Opvangcentrum te Ter Apel. Beoordeling Algemeen I. Bevindingen 1. Verzoeker, van Bosnische nationaliteit, diende op 11 december 1997 een asielaanvraag in in het Aanmeldcentrum (AC) te Zevenaar. Daarbij nam de vreemdelingendienst van het regionale politiekorps Gelderland-Midden in dat AC zijn identiteitskaart en rijbewijs in bewaring. Hiervan kreeg verzoeker een bewijs van ontvangst. Uit kopieën in het dossier van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) blijkt dat daarnaast nog enkele documenten in bewaring zijn genomen: twee lidmaatschapskaarten van een politieke partij, een huwelijksakte, geboorteakten, een cijferlijst/diploma en een lidmaatschapskaart van het Rode Kruis. Vervolgens werd verzoeker overgeplaatst naar het Opvangcentrum (OC) Ter Apel. Zijn documenten werden aan de bus- of taxichauffeur in een daarvoor bestemde afgesloten fouilleringstas meegegeven. Daarna werd verzoeker op 23 januari 1998 overgeplaatst naar het OC Hoogeveen, op 11 juni 1998 naar het Asielzoekerscentrum (AZC) te Echt en op 14 januari 2002 naar het AZC te Rotterdam. Op 29 augustus 2003 keerde verzoeker via de International Organisation for Migration (IOM) terug naar Bosnië-Herzegovina. 2. Op 3 maart 1998 verzocht de IND aan de vreemdelingendienst te Scheemda om toezending van de originele documenten ten behoeve van een onderzoek op echtheid c.q. vervalsingen. Daarna verzocht de IND op 24 maart 1998 de vreemdelingendienst in het OC Hoogeveen om toezending van de originele documenten. In een notitie van 27 maart 1998 van een telefoongesprek tussen de IND en die vreemdelingendienst is vermeld dat volgens die dienst bij het overplaatsen van verzoeker van AC Zevenaar naar OC Ter Apel de daarbij behorende originele documenten waren zoekgeraakt. 3. Bij brief van 30 augustus 2003 stelde de gemachtigde namens verzoeker de IND aansprakelijk voor alle gemaakte kosten en nog te maken kosten wegens het zoekraken van zijn documenten, alsmede voor de kosten van het verkrijgen van nieuwe documenten. Op 1 september 2003 stuurde de IND de brief met aansprakelijkheidstelling door naar de groepschef van de vreemdelingendienst AC Zevenaar.

3 4. Bij brief van 11 september 2003 deelde deze vreemdelingendienst de gemachtigde mee dat een onderzoek was ingesteld naar de zoekgeraakte documenten bij verschillende vreemdelingendiensten in regio's waar verzoeker had verbleven en bij het Bureau Documenten van de IND. Uit dit onderzoek was gebleken dat de vreemdelingendienst in het AC Zevenaar verzoekers documenten op 11 december 1997 in bewaring had genomen en dat die documenten op 15 december 1997 waren meegestuurd met de bus/ taxichauffeur in een daarvoor bestemde afgesloten fouilleringstas bij zijn overplaatsing naar het toenmalige Opvangcentrum (O.C.) te Ter Apel. Na verzoekers overplaatsing naar het O.C. Hoogeveen waren zijn documenten daar nooit ontvangen; een onderzoek leverde niets op. Geconcludeerd werd dat die dienst niet had kunnen achterhalen waar verzoekers documenten op dat moment waren, maar dat zeker was dat er op het AC Zevenaar niets meer aanwezig was. 5. Aangezien de gemachtigde op verdere correspondentie met de IND geen reactie kreeg en hij niet tevreden was met de inhoud van de brief van de vreemdelingendienst AC Zevenaar, wendde hij zich tot de Nationale ombudsman. Een vooronderzoek door de Nationale ombudsman bij het Bureau Documenten van de IND te Zwolle en de vreemdelingendienst van het regionale politiekorps Groningen te Ter Apel, waar het dossier van verzoeker zich zou bevinden, leverde geen (nieuwe) resultaten op. 6. In reactie op de klacht liet de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie onder meer weten dat onder de toenmalige regelgeving de vreemdelingendienst bevoegd was reis- en identiteitspapieren in bewaring te nemen. Voorts deelde de minister mee dat uit navraag bij de toenmalige groepschef en medewerkers van de vreemdelingendienst AC Zevenaar onder meer naar voren was gekomen dat tot medio 1998 ingenomen documenten bij overplaatsing van de betrokkene aan de chauffeur van de bus of taxi in een gesloten zakje werden meegegeven ter overhandiging aan de vreemdelingendienst van de plaats van overplaatsing. Documenten werden soms aan anderen (bewaking) gegeven of soms teruggegeven aan betrokkene. Administratie van de verzending van documenten heeft destijds niet plaatsgevonden, aldus de minister. Dat veranderde medio 1998. Ingenomen documenten werden eerst na overplaatsing in een sealbag en met gebruik van eigen koeriersdiensten tussen vreemdelingendiensten verstuurd. Voorts deelde de minister mee dat zij op grond van het door haar ingestelde onderzoek het onderzoeksresultaat van de vreemdelingendienst AC Zevenaar kon bevestigen, dat bij geen van de regio's waar verzoeker heeft verbleven de betreffende documenten waren gevonden. Ook een onderzoek bij Bureau Documenten van de IND had een negatief resultaat opgeleverd. De minister gaf aan dat zij het zoekraken van verzoekers originele documenten betreurde en de klacht gegrond achtte. 7. Verder liet de minister weten dat de IND wel beschikt over kopieën van verzoekers zoekgeraakte documenten en dat zij deze aan verzoeker beschikbaar kon stellen. Zij gaf aan dat de IND bereid was om in een brief aan verzoeker uit te leggen dat zijn documenten

4 tijdens een toelatingsprocedure in Nederland waren zoekgeraakt. In die brief kon ook vermeld worden dat bij onderzoek op echtheid van zijn identiteitskaart geen zichtbare sporen van vervalsing waren aangetroffen, aldus de minister. 8. In reactie op de brief van de minister liet de gemachtigde (telefonisch) weten dat verzoeker al eerder de beschikking had gehad over de kopieën van zijn documenten, maar dat hij hiermee geen resultaten had bereikt bij zijn ambassade. Voorts liet de gemachtigde weten dat een vergoeding van geleden schade aan verzoeker op zijn plaats zou zijn. II. Beoordeling 9. Het vereiste van administratieve nauwkeurigheid houdt in dat bestuursorganen secuur werken. Dit vereiste impliceert dat een bestuursorgaan bij het innemen van originele documenten van een betrokkene ervoor zorgt dat hiervan een nauwkeurige administratie wordt bijgehouden en dat die ingenomen documenten zorgvuldig worden bewaard. 10. Vaststaat dat verzoekers originele documenten, waaronder zijn Bosnische identiteitskaart en rijbewijs, op 11 december 1997 door de vreemdelingendienst AC Zevenaar in bewaring zijn genomen en vervolgens zijn zoekgeraakt. Aangezien geen administratie werd bijgehouden, was niet meer te achterhalen op welk moment en op welke plaats verzoekers documenten tijdens zijn verblijfsprocedure in Nederland zijn zoekgeraakt. Hiermee is in strijd gehandeld met het vereiste van administratieve nauwkeurigheid. De onderzochte gedraging is dan ook niet behoorlijk. 11. Het voorgaande is voor de Nationale ombudsman aanleiding om de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie een aanbeveling te doen. Conclusie De klacht over de onderzochte gedraging, welke wordt aangemerkt als een gedraging van de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie, is gegrond wegens schending van het vereiste van administratieve nauwkeurigheid. AANBEVELING De Nationale ombudsman geeft de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie in overweging om in overleg te treden met de gemachtigde over een passende oplossing voor het financieel nadeel dat verzoeker heeft ondervonden als direct gevolg van het zoekraken van zijn originele documenten. Onderzoek

5 Op 6 juli 2004 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer S., ingediend door de heer A.P.G. Wagemans te Deurne, met een klacht over het zoekraken van documenten. Aangezien een vooronderzoek door de Nationale ombudsman bij een aantal betrokken vreemdelingendiensten geen resultaat opleverde, werd de gedraging gezien haar verantwoordelijkheid voor vreemdelingenzaken, aangemerkt als een gedraging van de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie Naar deze gedraging werd een onderzoek ingesteld. In het kader van het onderzoek werd de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie verzocht op de klacht te reageren, een aantal specifieke vragen te beantwoorden en een afschrift toe te sturen van de stukken die op de klacht betrekking hebben. Tijdens het onderzoek kregen de minister en de gemachtigde de gelegenheid op de door ieder van hen verstrekte inlichtingen te reageren. Het resultaat van het onderzoek werd als verslag van bevindingen gestuurd aan betrokkenen. De minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie deelde mee zich met de inhoud van het verslag te kunnen verenigen. De gemachtigde van verzoeker gaf binnen de gestelde termijn geen reactie. Informatieoverzicht De bevindingen van het onderzoek zijn gebaseerd op de volgende informatie: 1. Brief van 30 augustus 2003 van de gemachtigde met aansprakelijkstelling van de IND te Zevenaar voor kosten in verband met het zoekraken van verzoekers documenten. 2. Brief van 11 september 2003 van vreemdelingendienst Aanmeldcentrum Zevenaar, met bijlagen. 3. Brief van de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie van 20 april 2005, met bijlagen. 4. Telefoonnotitie van 9 juni 2005 met reactie van de gemachtigde op brief van minister. Bevindingen Zie onder Beoordeling. Achtergrond