De diverse euro pasmunten in : Per 1 januari al 212 verschillende, maar uiteindelijk worden het er 288! Of nog een stuk of wat méér: Want inmiddels zijn ook al de nodige stempelvarianten gesignaleerd! De onderstaande opgave werd samengesteld aan de hand van mij door de diverse muntbedrijven en overheden verstrekte informatie, aangevuld met de bevindingen van verzamelaars in vrijwel alle betrokken landen. De diverse series euromunten die meestal al vanaf medio december 2001 beschikbaar kwamen: land jaar aantal bijzonderheden CK = circulatiekwaliteit waarden BU = de verzamelaarskwaliteit Brilliant Uncirculated 1 België 1999 ) 8 alléén de 1, 5, 10, 50 cent, en 1 euro komen voor in CK, de rest uitsluitend in BU 2 België 2000 ) 8 alléén de 2, 20 cent, en 2 euro komen voor in CK, de overige waarden uitsluitend in BU 3 België 2001 ) 8 alléén de 1 en 10 cent komen voor in CK, de overige waarden uitsluitend in BU 4 Duitsland 8 met muntteken: A (Berlijn) 5 Duitsland 8 met muntteken: D (München) 6 Duitsland 8 met muntteken: F (Stuttgart) 7 Duitsland 8 met muntteken: G (Karlsruhe) 8 Duitsland 8 met muntteken: J (Hamburg) 9 Finland 1999 8 10 Finland 2000 ) 8 de 20 cent is uitsluitend in BU aangemunt, en niet in CK 11 Finland 2001 ) 8 de 1, 2, en 50 cent alléén in BU, niet in CK Finland >>>> zie de vermelding in de volgende tabel, en de voetnoot ) 12 Frankrijk 1999 8 13 Frankrijk 2000 8 met chef-graveurteken: bij 14 Frankrijk 2001 8 met chef-graveurteken: hoefijzer 15 Griekenland 8 in Griekenland zelf geslagen, zonder een letter in de ster bij het jaartal 16 Griekenland 8 bij muntbedrijven buiten Griekenland geslagen, met een letter in de ster bij het jaartal 17 Ierland 8 18 Italië 8 19 Luxemburg 8 met munt- en muntmeesterteken (pijl en boog met ster) van de Nederlandse Munt ) 20 Monaco 2001 8 met munt- en chef-graveurteken (hoefijzer) van de Franse Munt 21 Nederland 1999 8 met muntmeesterteken: pijl en boog ) 22 Nederland 2000 8 met muntmeesterteken: pijl en boog met ster ) 23 Nederland 2001 8 met muntmeesterteken: vruchtdragende wijnrank ) 24 Oostenrijk 8 25 Portugal 8 26 San Marino ) 8 met muntteken R van de Italiaanse Munt; de 1, 2, 5 en 10 cent alléén in BU, niet in CK 27 Spanje 1999 8 28 Spanje 2000 8 29 Spanje 2001 8 De series euromunten waarvan de aanmunting pas na 1 januari is begonnen, en die daarom pas in de loop van dit jaar beschikbaar komen: land jaar aantal bijzonderheden waarden 30 België 8 31 Finland ) 8 de 50 cent en de 2 euro alléén in BU, niet in CK ) 32 Frankrijk ) 8 de 1 en 2 cent alléén in BU, niet in CK ) 33 Monaco ) 8 alle waarden in BU, daarnaast in elk geval de 50 cent, 1 en 2 euro tevens in CK 34 Nederland 8 met (opnieuw!) een ander muntmeesterteken ) 35 Spanje 8 36 Vaticaanstad 8 met muntteken R van de Italiaanse Munt ): Hoewel de aan verzamelaars aan te bieden jaarsets elk acht munten zullen bevatten, zijn een aantal van deze munten uitsluitend in kleine hoeveelheden aangemunt in de verzamelaarskwaliteit BU (Brilliant Uncirculated) en komen deze niet voor in de normale CK. Omdat de BU-munten zonder uitzondering pas beschikbaar kwamen in de loop van zijn deze niet meegeteld in het aantal van 212 euromunten dat per 1 januari in omloop is gekomen. ): Van de Finse CK-munten met het jaartal werd een deel van de 5 cent, 20 cent, en 1 euro reeds aangemunt in het najaar van 1998 en deze zijn reeds per 1-1- in omloop gekomen. ): Alle euromunten worden geacht te zijn geslagen in medailleslag, d.w.z. dat de noord-zuidas van beide zijden van een munt exact in dezelfde richting wijst. Van de in Utrecht geslagen munten (voor Nederland en Luxemburg) zijn stempelstandafwijkingen bekend. Doorgaans bedraagt de afwijking 10 of minder. Grotere afwijkingen zijn mogelijk. Er zijn meerdere 50 eurocent 2000 bekend met een afwijking van 15. Zelf bezit ik een 5 eurocent 2001 met een afwijking van 56, de op één na grootste tot nu toe gesignaleerde afwijking. ): Door een vergissing bij de Franse Munt is een onbekend doch relatief klein aantal BU-exemplaren van de 1 cent terecht gekomen in de Franse Starter Kits die medio december 2001 werden verkocht. Aantal verschillende euromunten per 1/1/ in omloop gekomen: 212. In de loop van komen daar nog bij: 76, deels niet in CK doch uitsluitend in BU. Totaal in : 288 verschillende euromunten. Het bovenstaande betreft uitsluitend de verschillende series euro pasmunten. Diverse landen hebben aangekondigd van tijd tot tijd ook euro gelegenheidsmunten (o.a. in zilver) te zullen slaan. Aangezien, volgens de Europese regelgeving, dergelijke munten uitsluitend in het land van uitgifte wettig betaalmiddel zullen zijn en niet in het gehele circulatiegebied van de euro over en weer geaccepteerd zullen worden (zoals dat het geval is met de euro pasmunten), zijn in dit overzicht alle euro gelegenheidsmunten buiten beschouwing gelaten. Voor een uitgebreidere beschrijving van alle verschillende euromunten zie de volgende pagina s 1
Overzicht van alle verschillende euro pasmunten in Update 14 05. Algemene kenmerken: waarde gewicht Ø dikte randprofiel kleur metaal / legering verklaring chemische symbolen gr. mm mm 1 ct 2,30 16,25 1,36 glad koper- verkoperd staal Al: aluminium, Cu: koper, kleurig (Fe, Cu) Fe: ijzer / ongelegeerd staal, 2 ct 3,06 18,75 1,36 glad met overlangse Ni: nikkel, Sn: tin, Zn: zink groef 5 ct 3,92 21,25 1,36 glad 10 ct 4,10 19,75 1,51 met grove kartels donker Nordic gold (aluminiumbrons, Cu-Al-Zn-Sn) (gegolfd) geelachtig Cu 89% Al 5% Zn 5% Sn 1% 20 ct 5,74 22,25 1,63 glad met zeven inkepingen (z.g. Spanish flower) 50 ct 7,80 24,25 1,88 met grove kartels (gegolfd) 1,00 7,50 23,25 2,125 met drie maal bleekgeel (rand) nikkelmessing (Cu-Zn-Ni) onderbroken en wit Cu 75% Zn 20% Ni 5% fijne kartels (hart) cupronikkel op nikkelen kern (Ni, Cu-Ni) 2,00 8,50 25,75 1,95 met fijne kartels en wit en (rand) cupronikkel (Cu-Ni) Cu 75% Ni 25% randschrift bleekgeel (hart) nikkelmessing op nikkelen kern (Ni, Cu-Zn-Ni) 1,00: de rand weegt 3,79 gram, het hart 3,71 gram. 2,00: de rand weegt 4,40 gram, het hart 4,10 gram. Alleen de euromunten van België, Finland, Frankrijk, Monaco, Nederland en Spanje dragen in principe het jaartal waarin deze metterdaad zijn geslagen: 1999, 2000, enz. Alle overige deelnemende landen voorzagen hun euromunten vooralsnog uitsluitend van het jaartal waarin deze in omloop zijn gekomen. Op zowel de Griekse als de Oostenrijkse euromunten komt de waardeaanduiding behalve op de keerzijden óók op de voorzijden voor. Gemeenschappelijke keerzijden Deze keerzijden komen voor op álle hierna volgende series ontwerper: Luc Luycx (Belg.). Op alle keerzijden 12 sterren (twee door lijnen verbonden groepen van zes), en de initialen LL. 1 ct Wereldbol waarop Europa, met: 1 EURO CENT 2 ct als de voorgaande, met: 2 EURO CENT 5 ct als de voorgaande, met: 5 EURO CENT 10 ct Landkaart: de landen van verenigd Europa, met: 10 EURO CENT 20 ct als de voorgaande, met: 20 EURO CENT 50 ct als de voorgaande, met: 50 EURO CENT 1,00 Landkaart: het Europa zonder grenzen, met: 1 EURO 2,00 als de voorgaande, met: 2 EURO Voorzijden BELGIË ontwerper: Alfons Keustermans. Op alle Belgische voorzijden 12 sterren, en géén vermelding van de landsnaam. De in het onderstaande overzicht met * gemerkte jaartallen werden uitsluitend in kleine aantallen aangemunt in de verzamelaarskwaliteit BU, en deze 14 munten komen derhalve in het geheel niet voor in circulatiekwaliteit. be.1 1 ct portret Koning Albert II (1934) naar links, kroon en monogram A II 1999 2000* 2001 be.2 2 ct als be.1 1999* 2000 2001* be.3 5 ct als be.1 1999 2000* 2001* be.4 10 ct als be.1 1999 2000* 2001 be.5 20 ct als be.1 1999* 2000 2001* be.6 50 ct als be.1 1999 2000* 2001* be.7 1,00 als be.1 1999 2000* 2001* be.8 2,00 als be.1; randschrift: 2, in totaal zesmaal, om en om rechtop en kopstaand 1999* 2000 2001* N.B. de Belgische 1 eurocent 1999 komt voor in twee stempelvarianten: variant I: grote sterren in de rand, grotere 1 in het jaartal variant II: kleine sterren in de rand, normale 1 in het jaartal Voorzijden DUITSLAND ontwerpers: Prof. Rolf Lederbogen (1, 2, 5 ct), Reinhart Heinsdorff (10, 20, 50 ct), Heinz Hoyer en Sneschana Russewa-Hoyer ( 1 en 2). Op alle Duitse voorzijden 12 sterren, en géén vermelding van de landsnaam. Verschillende munttekens. Muntteken: A (Berlijn) de.1a 1 ct eikentwijg (zomereik, Quercus robur - Fagaceae) de.2a 2 ct als de.1a de.3a 5 ct als de.1a de.4a 10 ct Brandenburger poort (1791), Berlijn de.5a 20 ct als de.4a de.6a 50 ct als de.4a de.7a 1,00 wapen (Bondsadelaar) de.8a 2,00 als de.7a; randschrift: EINIGKEIT UND RECHT UND FREIHEIT, plus een adelaar Muntteken: D (München) de.1b 1 ct als de.1a de.2b 2 ct als de.1a de.3b 5 ct als de.1a de.4b 10 ct als de.4a de.5b 20 ct als de.4a de.6b 50 ct als de.4a de.7b 1,00 als de.7a de.8b 2,00 als de.8a Muntteken: F (Stuttgart) de.1c 1 ct als de.1a de.2c 2 ct als de.1a de.3c 5 ct als de.1a de.4c 10 ct als de.4a de.5c 20 ct als de.4a de.6c 50 ct als de.4a de.7c 1,00 als de.7a de.8c 2,00 als de.8a Muntteken: G (Karlsruhe) de.1d 1 ct als de.1a de.2d 2 ct als de.1a de.3d 5 ct als de.1a de.4d 10 ct als de.4a de.5d 20 ct als de.4a de.6d 50 ct als de.4a de.7d 1,00 als de.7a de.8d 2,00 als de.8a 2
Muntteken: J (Hamburg) de.1e 1 ct als de.1a de.2e 2 ct als de.1a de.3e 5 ct als de.1a de.4e 10 ct als de.4a de.5e 20 ct als de.4a de.6e 50 ct als de.4a de.7e 1,00 als de.7a de.8e 2,00 als de.8a N.B. alle vijf de Duitse 2,00 munten komen óók voor met kopstaand randschrift Voorzijden FINLAND ontwerpers: Mr. Heikki Häiväoja (centswaarden), Mr. Pertti Mäkinen ( 1), Mr. Raimo Heino ( 2). Op alle Finse voorzijden 12 sterren, het muntmeesterteken: M (van Mr. Raimo Makkonen), en géén vermelding van de landsnaam. De 1 ct en 2 ct worden in zeer beperkte aantallen in omloop gebracht omdat in Finland alle bedragen op veelvouden van 5 eurocent worden afgerond. Een deel van de munten van 5 ct, 20 ct, en 1 met het jaartal werd reeds geslagen in het najaar van 1998. N.B: jaartal met * = komt niet in circulatiekwaliteit voor, maar uitsluitend in BU. fi.1 1 ct landswapen (klimmende gekroonde leeuw met geheven zwaard en staande op een kromzwaard) 1999 2000 2001* fi.2 2 ct als fi.1 1999 2000 2001* fi.3 5 ct als fi.1 1999 2000 2001 fi.4 10 ct als fi.1 1999 2000 2001 fi.5 20 ct als fi.1 1999 2000* 2001 fi.6 50 ct als fi.1 1999 2000 2001* * fi.7 1,00 twee vliegende zwanen (grote zwaan, Cygnus cygnus Anatidae) boven een meer 1999 2000 2001 fi.8 2,00 bladeren en vruchten van de kruipbraam (Rubus chamaemorus - Rosaceae); randschrift: SUOMI FINLAND, plus drie leeuwtjes 1999 2000 2001 * N.B. alle Finse 2,00 munten komen óók voor met kopstaand randschrift. Van diverse Finse munten komen stempelbreukvarianten voor. Voorzijden FRANKRIJK incl. Domaines d Outre-Mer: Guadeloupe, Guyane, Martinique, Mayotte, Réunion, St.Pierre & Miquelon. ontwerpers: Fabienne Courtiade (1, 2, 5 ct), Laurent Jorio (10, 20, 50 ct), Joachim Jimenez ( 1 en 2). Op alle Franse voorzijden 12 sterren, de initialen RF (République Française), de namen van de ontwerpers, en het muntteken: hoorn des overvloeds (Parijs). Verschillende chef-graveurstekens. De munten met * worden alléén in BU aangemunt, niet voor de circulatie. chef-graveursteken: bij (van Pierre Rodier) fr.1a 1 ct nationaal vrijheidssymbool (Marianne), in zwang sedert de revolutie van 1789 1999 2000 fr.2a 2 ct als fr.1a 1999 2000 fr.3a 5 ct als fr.1a 1999 2000 fr.4a 10 ct zaaister (semeuse), naar een sinds 1897 op vele Franse munten voorkomend ontwerp van Louis Oscar Roty 1999 2000 fr.5a 20 ct als fr.4a 1999 2000 fr.6a 50 ct als fr.4a 1999 2000 fr.7a 1,00 gestileerde boom in een zeshoek, met daaromheen het omschrift LIBERTÉ ÉGALITÉ FRATERNITÉ 1999 2000 fr.8a 2,00 als fr.7a; randschrift: 2, in totaal zesmaal, om en om rechtop en kopstaand 1999 2000 chef-graveursteken: hoefijzer (van Gérard Buquoy) fr.1b 1 ct als fr.1a 2001 * fr.2b 2 ct als fr.1a 2001 * fr.3b 5 ct als fr.1a 2001 fr.4b 10 ct als fr.4a 2001 fr.5b 20 ct als fr.4a 2001 fr.6b 50 ct als fr.4a 2001 fr.7b 1,00 als fr.7a 2001 fr.8b 2,00 als fr.8a 2001 N.B. de Franse Munt heeft lang volgehouden dat er met het jaartal 2000 ook euromunten met het chef-graveursteken hoefijzer zouden zijn geslagen. Achteraf gezien blijkt deze informatie onjuist te zijn geweest. Van verschillende Franse euromunten 1999 en 2001 zijn meerdere stempelvarianten gevonden. Zie het overzicht na Vaticaanstad. Tevens zijn er enkele Franse 2,00 munten 2001 gesignaleerd met het per abuis daarop terecht gekomen randschrift: GOD ZIJ MET ONS. Een klein deel van de aan Frankrijk toegewezen quota wordt gebruikt voor het slaan van afzonderlijke euromunten voor Monaco (zie aldaar). Voorzijden GRIEKENLAND ontwerpers: Mw. A.Michelioudaki (1, 2 ct), N.Nikolaou (2, 50 ct), Mw. M.Andonatou (5, 20 ct), P.Sotiriou (10 ct), G.Stamatopoulos ( 1 en 2). Op alle Griekse voorzijden 12 sterren, de waardeaanduiding, het muntteken: anthemion (Athene), de initialen (van G. Stamatopoulos, die de moederstempels vervaardigde), en géén vermelding van de landsnaam. N.B. Een gedeelte van de Griekse euromunten werd geslagen bij de Finse, de Franse, en de Spaanse Munt. Deze elders geslagen munten zijn herkenbaar aan een letter in de ster nabij het jaartal. In Griekenland zelf geslagen munten, zonder letter in de ster: gr.1a 1 ct (1 ƒ ˆ) trireem, galei met drie roeidekken (5e t/m 3e eeuw v.chr.) gr.2a 2 ct (2 ƒ ) korvet Dromon, driemasts zeilschip, begin 19e eeuw gr.3a 5 ct (5 ƒ ) moderne supertanker gr.4a 10 ct (10 ƒ ) portret Rígas Ferraios (1753-1798), vrijheidszanger gr.5a 20 ct (20 ƒ ) portret Joannis Capodistrias (1776-1831), staatsman gr.6a 50 ct (50 ƒ ) portret Eleftherios Kyriakos Venizelos (1864-1936), politicus gr.7a 1,00 (1 YP ) antieke munt, tetradrachme (ca. 450 v.chr.) met uiltje van Athene gr.8a 2,00 (2 YP ) Zeus, in de gedaante van een stier, ontvoert Europa (naar een mozaïek in Sparta); tekst YP ƒ ; randschrift: `»ˆ Met letter F in de ster, geslagen in Frankrijk: gr.1b 1 ct als gr.1a gr.2b 2 ct als gr.2a gr.3b 5 ct als gr.3a gr.4b 10 ct als gr.4a gr.6b 50 ct als gr.6a Met letter E in de ster, geslagen in Spanje: gr.5b 20 ct als gr.5a Met letter S in de ster, geslagen in Finland: gr.7b 1,00 als gr.7a gr.8b 2,00 als gr.8a N.B. beide varianten van de Griekse 2,00 munten komen óók voor met kopstaand randschrift. Voorzijden IERLAND ontwerper: Mr. Jarlath Hayes. Op alle Ierse voorzijden 12 sterren, en de landsnaam ÉIRe. ie.1 1 ct nationaal symbool (de Brian Boru harp). Brian Boru (941-1014) was High King van Ierland 1002-1014 ie.2 2 ct als ie.1 ie.3 5 ct als ie.1 ie.4 10 ct als ie.1 ie.5 20 ct als ie.1 ie.6 50 ct als ie.1 ie.7 1,00 als ie.1 ie.8 2,00 als ie.1; randschrift: 2, in totaal zesmaal, om en om rechtop en kopstaand Voorzijden ITALIË ontwerpers: Eugenio Driutti (1 ct), Luciana De Simoni (2 ct), Ettore Lorenzo Frapiccini (5 ct), Claudia Momoni (10 ct), Maria Angela Cassol (20 ct), Roberto Mauri (50 ct), Laura Cretara ( 1), Maria Carmela Colaneri ( 2). Op alle Italiaanse voorzijden 12 sterren, het monogram RI (Repubblica Italiana), het muntteken: R (Rome), en de ontwerperskenmerken als tussen [ ] aangegeven. it.1 1 ct Castel del Monte (ca.1240), jachtslot bij Andria in Apulië, ontworpen door Keizer Frederik II van Hohenstaufen [ED] it.2 2 ct toren van La Mole Antonelliana, Turijn (1863, door Alessandro Antonelli) [LDS] it.3 5 ct Flavisch amphitheater, Rome (Colosseum, gebouwd in 72-80) [ELF] 3
it.4 10 ct detail Nascita di Venere, de geboorte van Venus (1478, schilderij door Sandro Botticelli); Galleria degli Uffizi, Florence [CM] it.5 20 ct Man in Beweging, sculptuur door Umberto Boccioni (1882-1916); Galleria d Arte Moderne, Milaan [M.A.C.] it.6 50 ct ruiterstandbeeld (1538) van Marcus Aurelius (121-180), voor het Capitool in Rome [m] it.7 1,00 proportiestudie, de mens van Vitrivius, tekening door Leonardo da Vinci (1452-1519) [LC] it.8 2,00 portret Dante Alighieri (1265-1321) naar links; randschrift: 2, in totaal zesmaal, om en om rechtop en kopstaand [M.C.C.] N.B. de Italiaanse 10 eurocent komt voor in drie stempelvarianten: variant I: de letters CM van het ontwerperskenmerk zijn klein en staan duidelijk dichter bij de afbeelding dan bij de muntrand variant II: de letters CM zijn iets groter en dunner en staan min of meer halverwege de afbeelding en de muntrand, de C is kleiner dan de M variant III: als variant II, echter de C en M zijn even groot, en de M is minder doorgeknikt in het midden. Een klein deel van de aan Italië toegewezen quota wordt gebruikt voor het slaan van afzonderlijke euromunten voor San Marino en Vaticaanstad (zie aldaar). Voorzijden LUXEMBURG ontwerper: Mme. Yvette Gastauer-Claire. Op alle Luxemburgse voorzijden 12 sterren, de landsnaam LËTZEBUERG, het monogram van de ontwerpster: GC, het muntteken: mercuriusstaf, en het muntmeesterteken: pijl en boog met ster (munten in Utrecht geslagen). De in 2000 begonnen aanmunting is in 2001 voortgezet, met handhaving van hetzelfde muntmeesterteken voor de totale oplage. lu.1 1 ct portret Groothertog Henri (1955) naar rechts, de landsnaam onderaan lu.2 2 ct als lu.1 lu.3 5 ct als lu.1 lu.4 10 ct portret als voorgaande, de landsnaam links lu.5 20 ct als lu.4 lu.6 50 ct als lu.4 lu.7 1,00 halfportret Groothertog Henri naar rechts, de landsnaam in de afsnede lu.8 2,00 als lu.7; randschrift: 2, in totaal zesmaal, om en om rechtop en kopstaand Voorzijden MONACO ontwerper: Nicolas Cozon ( 1 en 2). De centswaarden zijn opnieuw gegraveerd aan de hand van al bestaande munten die ooit werden ontworpen door: R. Cochet (vgl. 1, 2, 5 ct) en R.B. Baron (vgl. 10, 20, 50 ct). De voor Monaco geslagen euromunten komen in mindering op de aan Frankrijk toegewezen quota. Op alle voorzijden van Monaco 12 sterren, de landsnaam MONACO, en het muntteken (hoorn des overvloeds) en chefgraveursteken (hoefijzer) van de Franse Monnaie de Paris. N.B.: met * = geen aanmunting in circulatiekwaliteit of nog onzeker; in ieder geval wél in de verzamelaarskwaliteit BU. mc.1 1 ct het wapen van de Grimaldi, gekroond wapenschild met schilddragers op vorstenmantel 2001 * mc.2 2 ct als mc.1 2001 * mc.3 5 ct als mc.1 2001 * mc.4 10 ct het zegel (met toernooiridder) van de stichter van de staat Monaco, Charles I Grimaldi 2001 * mc.5 20 ct als mc.4 2001 * mc.6 50 ct als mc.4 2001 mc.7 1,00 dubbelportret Prins Rainier III en erfprins Albert, profiel naar rechts 2001 mc.8 2,00 portret Prins Rainier III (1923), profiel naar rechts; randschrift: 2, in totaal zesmaal, om en om rechtop en kopstaand 2001 Voorzijden NEDERLAND ontwerper: Bruno Ninaber van Eyben. Op alle Nederlandse voorzijden 12 sterren, de tekst: BEATRIX KONINGIN DER NEDERLANDEN, en het muntteken: mercuriusstaf (Utrecht). Verschillende muntmeestertekens. muntmeesterteken: pijl en boog (drs. Chr. van Draanen) 4 nl.1a 1 ct portret Koningin Beatrix (1938) naar links, tekst als omschrift langs de muntrand 1999 nl.2a 2 ct als nl.1a 1999 nl.3 5 ct als nl.1a 1999 nl.4a 10 ct als nl.1a 1999 nl.5a 20 ct als nl.1a 1999 nl.6a 50 ct als nl.1a 1999 nl.7a 1,00 halfportret Koningin Beatrix naar links, tekst in de afsnede 1999 nl.8a 2,00 als nl.7a; randschrift: GOD ZIJ MET ONS 1999 muntmeesterteken: pijl en boog met ster (E.J. van Schouwenburg, waarnemend muntmeester) nl.1b 1 ct als nl.1a 2000 nl.2b 2 ct als nl.1a 2000 nl.3b 5 ct als nl.1a 2000 nl.4b 10 ct als nl.1a 2000 nl.5b 20 ct als nl.1a 2000 nl.6b 50 ct als nl.1a 2000 nl.7b 1,00 als nl.7a 2000 nl.8b 2,00 als nl.8a; randschrift met GROTERE letters 2000 muntmeesterteken: vruchtdragende wijnrank (Robert Bruens) nl.1c 1 ct als nl.1a 2001 nl.2c 2 ct als nl.1a 2001 nl.3c 5 ct als nl.1a 2001 nl.4c 10 ct als nl.1a 2001 nl.5c 20 ct als nl.1a 2001 nl.6c 50 ct als nl.1a 2001 nl.7c 1,00 als nl.7a 2001 nl.8c 2,00 als nl.8b 2001 muntmeesterteken: vruchtdragende wijnrank met ster (Maarten Brouwer, waarnemend muntmeester) nl.1d 1 ct als nl.1a nl.2d 2 ct als nl.1a nl.3d 5 ct als nl.1a nl.4d 10 ct als nl.1a nl.5d 20 ct als nl.1a nl.6d 50 ct als nl.1a nl.7d 1,00 als nl.7a nl.8d 2,00 als nl.8b N.B. van vrijwel alle Nederlandse euromunten 1999 zijn stempelvarianten gevonden. Zie het overzicht na Vaticaanstad. Het type randschrift met de grotere letters (vanaf 2000) komt eveneens voor op de BU 2,00 1999 uit de CliniClowns-set. Alle Nederlandse 2,00 munten komen óók voor met kopstaand randschrift. Voorzijden OOSTENRIJK ontwerper: Prof. Josef Kaiser. Op alle Oostenrijkse voorzijden 12 sterren, plus de waardeaanduiding. Géén vermelding van de naam van het herkomstland, wel maakt de heraldische weergave van de Oostenrijkse vlag (horizontale banen rood wit rood) deel uit van alle afbeeldingen. at.1 1 ct stengelloze gentiaan (Gentiana clusii-gentianaceae) at.2 2 ct edelweiss (Leontopodium alpinum - Compositae) at.3 5 ct alpensleutelbloem (Primula auricula Primulaceae) at.4 10 ct Sankt Stephansdom (gesticht 1147), Wenen, gotiek at.5 20 ct Slot Belvédère (begin 18e eeuw) bij Wenen, barok at.6 50 ct entree van het Secessie Museum (1897), Wenen, Jugendstil at.7 1,00 portret Wolfgang Amadeus Mozart (1756-1791), halfprofiel naar rechts at.8 2,00 portret Bertha von Suttner (1843-1914), halfprofiel naar links. Schrijfster, pacifiste, winnares Nobelprijs voor de vrede 1905; randschrift: 2 EURO, idem kopstaand, dit elk twee maal N.B. er is tevens een Oostenrijkse 2,00 munt gesignaleerd met het per abuis daarop terecht gekomen randschrift: 2, in totaal zesmaal, om en om rechtop en kopstaand. Voorzijden PORTUGAL ontwerper: Vítor Manuel Fernandes dos Santos. Op alle Portugese voorzijden 12 sterren, de landsnaam PORTUGAL, het muntteken INCM (Lissabon), en de initialen VS van de ontwerper.
pt.1 1 ct afdruk van zegel (landsnaam en kruis) van Portugal s eerste koning, Afonso I Henriques (1109-1185), daaromheen de in een kring geplaatste 7 kastelen en 5 wapenschilden uit het nationale wapen pt.2 2 ct als pt.1 pt.3 5 ct als pt.1 pt.4 10 ct afdruk van cirkelvormig zegel van Koning Afonso I (12e eeuw), binnen een kring als hierboven pt.5 20 ct als pt.4 pt.6 50 ct als pt.4 pt.7 1,00 afdruk van bloemvormig zegel van Koning Afonso I (12e eeuw), binnen een kring als hierboven pt.8 2,00 als pt.7; randschrift: 5 wapenschilden en 7 kastelen (liggend, bovenzijden naar links) N.B. Wellicht komen de Portugese 2,00 munten eveneens voor met kopstaand randschrift (bovenzijden naar rechts). Voorzijden SAN MARINO ontwerper: Frantisek Chochola (Duitser van Tsjechische afkomst). De voor San Marino geslagen euromunten komen in mindering op de aan Italië toegewezen quota. Op alle San Marinese voorzijden 12 sterren, de landsnaam SAN MARINO, het muntteken: R (Rome), het monogram van de ontwerper: Ch, en het graveurskenmerk ELF INC van Ettore Lorenzo Frapiccini. Munten met * = bestaan alléén in BU. sm.1 1 ct il Montale, de derde toren op Monte Titano * sm.2 2 ct Statuo della Libertá (vrijheidsbeeld) * sm.3 5 ct la Guaita, de eerste toren op Monte Titano * sm.4 10 ct de basiliek van de schutspatroon * sm.5 20 ct de schutspatroon, St. Marinus sm.6 50 ct panorama, Monte Titano met de drie torens: la Guaita, la Cesta, en il Montale sm.7 1,00 wapen van de Republiek: tussen een lauwer- en een eikentak een gekroond barok wapenschild waarop Monte Titano; daaronder het motto Libertas sm.8 2,00 Gouvernementspaleis; randschrift: 2, in totaal zesmaal, om en om rechtop en kopstaand De laatste decennia bracht San Marino jaarlijks een nieuwe serie circulatiemunten in omloop, telkens met andere afbeeldingen. Ook na de invoering van de euro wil men deze uitgiftepolitiek voortzetten, hoewel dit strijdig lijkt met de Europese regelgeving. Voorzijden SPANJE ontwerpers: Garcilaso Rollán (1, 2, 5 ct), Begoña Castellanos (10, 20, 50 ct), Luis José Díaz ( 1 en 2). Op alle Spaanse voorzijden 12 sterren, de landsnaam ESPAÑA, en het muntteken: gekroonde M (Madrid). es.1 1 ct barokke westgevel (1738-1750) van de kathedraal in Santiago de Compostela 1999 2000 2001 es.2 2 ct als es.1 1999 2000 2001 es.3 5 ct als es.1 1999 2000 2001 es.4 10 ct portret Miguel de Cervantes Saavedra (1547-1616), schrijver van o.a. Don Quijote, halfprofiel naar links 1999 2000 2001 es.5 20 ct als es.4 1999 2000 2001 es.6 50 ct als es.4 1999 2000 2001 es.7 1,00 portret Koning Juan Carlos I (1938) halfprofiel naar links 1999 2000 2001 es.8 2,00 als es.7; randschrift: 2, in totaal zesmaal, om en om rechtop en kopstaand 1999 2000 2001 Voorzijden VATICAANSTAD ontwerper: Prof. Guido Veroi. De voor Vaticaanstad geslagen euromunten komen in mindering op de aan Italië toegewezen quota. Op alle voorzijden van Vaticaanstad 12 sterren, de aanduiding CITTÀ DEL VATICANO, het muntteken: R (Rome), en de initialen van de ontwerper en de graveur, GV.UP INC. (Uliana Pernazza incisore (= graveur). va.1 1 ct portret Paus Johannes Paulus II (1920), profiel naar links, de landsnaam bovenaan va.2 2 ct als va.1 va.3 5 ct als va.1 va.4 10 ct zelfde portret, de landsnaam ter linkerzijde va.5 20 ct als va.4 va.6 50 ct als va.4 va.7 1,00 zelfde portret, de landsnaam onderaan va.8 2,00 als va.7; randschrift: 2, in totaal zesmaal, om en om rechtop en kopstaand De laatste decennia bracht Vaticaanstad jaarlijks een nieuwe serie circulatiemunten in omloop, telkens met andere afbeeldingen. Wellicht zal men deze uitgiftepolitiek ook na de invoering van de euro willen voortzetten. EUROMUNTEN varianten met dank aan Ted Hoogendoorn voor zijn grote inbreng bij dit onderwerp Varianten danken hun ontstaan aan het gebruiken van onderling verschillende muntstempels. Elke variant komt in principe in grote aantallen voor. Met wat speurzin zijn al deze varianten terug te vinden al zal dat lang niet altijd even gemakkelijk blijken te zijn. Sommige van deze varianten wijken ook nog in andere opzichten van elkaar af, maar de hier genoemde kenmerken zijn toereikend om, bij voldoende vergelijkingsmateriaal, de diverse varianten van elkaar te kunnen onderscheiden. [CK] variant komt uitsluitend voor in circulatiekwaliteit [CK+BU] variant komt voor in de circulatie én in de BU-sets [BU] variant komt uitsluitend voor in de BU-sets VARIANTEN FRANKRIJK afkortingen: mt: muntteken, hoorn des overvloeds; mmt: chef-graveursteken, bij (1999) of hoefijzer (2001); owk: ontwerperskenmerk, de tekst F.COURTIADE 1 eurocent 1999 var.1 [CK]: owk halverwege buiten de sterpunten; mt zeer dicht boven het jaartal; mmt iets dichter bij de ster dan bij de F var.2 [CK+BU]: owk halverwege buiten de sterpunten; mt ver boven het jaartal; mmt in het midden tussen de F en de ster var.3 [CK]: owk volledig tussen de sterpunten; mt ver boven het jaartal; mmt veel dichter bij de F dan bij de ster var.4 [CK]: owk volledig tussen de sterpunten; mt vrij dicht boven het jaartal; mmt iets dichter bij de F dan bij ster 2 eurocent 1999 var.1 [CK]: owk halverwege buiten de sterpunten var.2 [CK+BU]: owk volledig tussen de sterpunten; mt iets dichter bij F dan bij haarlok van Marianne, en ver boven het jaartal var.3 [CK]: owk volledig tussen de sterpunten; mt nauwelijks dichter bij F dan bij haarlok, en vrij dicht boven het jaartal 5 eurocent 1999 var.1 [CK+BU]: owk halverwege buiten de sterpunten var.2 [CK]: owk volledig tussen de sterpunten; mt veel dichter bij F dan bij haarlok, en zeer steil links omhoog gericht var.3 [CK]: owk volledig tussen de sterpunten; mt iets dichter bij F dan bij haarlok, en iets minder steil links omhoog gericht 20 eurocent 1999 var.1 [CK]: mt bijna op dezelfde hoogte als de vijfde horizontale lijn van onderen af, en vrij steil links omhoog gericht var.2 [CK+BU]: mt blijft onder de vijfde horizontale lijn van onderen af, en flauw links omhoog gericht 1 euro 1999 var.1 [CK]: mt veel dichter bij de zijden van de driehoek dan bij de basis; lengteas van mmt wijst naar positie boven linker benedenhoek van de driehoek var.2 [CK+BU]: mt nauwelijks dichter bij de zijden van de driehoek dan bij de basis; lengteas van mmt wijst in de richting van linker benedenhoek van de driehoek 1 eurocent 2001 var.1 [CK]: mt veel dichter bij F dan bij haarlok van Marianne; mmt iets dichter bij F dan bij ster var.2 [CK+BU]: mt iets dichter bij F dan bij haarlok van Marianne; mmt veel dichter bij F dan bij ster 2 eurocent 2001 var.1 [CK]: mt: onderste punt vrijwel boven de linkerzijde van de 2; mmt: linker uiteinde marginaal links van de bovenzijde van de 1 var.2 [CK+BU]: mt: onderste punt duidelijk links van de 2; mmt: linker uiteinde precies boven de bovenzijde van 1 5
VARIANTEN NEDERLAND [BU] is hier: De Goede Doelen CliniClowns BU-set afkortingen: mt: muntteken, mercuriusstaf; mmt: muntmeesterteken, pijl en boog 2 eurocent 1999 var.1 [CK+BU]: mt en mmt staan laag ten opzichte van het jaartal var.2 [CK]: mt en mmt staan hoog ten opzichte van het jaartal 5 eurocent 1999 var.1 [CK+BU]: mt staat laag ten opzichte van het jaartal var.2 [CK]: mt staat hoog ten opzichte van het jaartal 10 eurocent 1999 var.1 [CK+BU]: mt en mmt staan laag ten opzichte van het jaartal var.2 [CK]: mt en mmt staan hoog ten opzichte van het jaartal 20 eurocent 1999 var.1 [BU]: mmt in het midden tussen B en jaartal; denkbeeldige lijn van rechter bovenhoek van (omgekeerde) B langs de top van het mmt kruist vlag van 1 dicht bij het uiteinde var.2 [CK]: mmt dichter bij jaartal dan bij B; denkbeeldige lijn van rechter bovenhoek van (omgekeerde) B langs de top van het mmt kruist vlag van 1 in het midden 50 eurocent 1999 var.1 [BU]: mt en mmt staan laag ten opzichte van het jaartal var.2 [CK]: mt en mmt staan hoog ten opzichte van het jaartal 1 euro 1999 var.1 [CK]: mt laag ten opzichte van mmt; pijl wijst naar positie circa 1/3 vanaf de onderzijde van het mt var.2 [CK+BU]: mt hoog ten opzichte van mmt; pijl wijst naar positie juist boven de onderzijde van het mt 2 euro 1999 var.1 [CK]: randschrift met kleinere letters en sterren var.2 [BU]: randschrift met grotere letters en sterren Zilveren e.a. gelegenheids euro s Diverse eurolanden hebben al in 2001 aangekondigd dat zij na 1 januari af en toe gelegenheidsmunten zullen slaan (o.a. in zilver) met een waardeaanduiding in euro. Deze munten zullen uitsluitend in het land van uitgifte wettig betaalmiddel zijn; daarnaast zal de mogelijkheid worden opengesteld om buitenlandse euro-gelegenheidsmunten bij een nog aan te wijzen instantie in te wisselen tegen hun nominale waarde. Aangezien deze munten dus, in tegenstelling tot alle bovengenoemde euro pasmunten, niet gangbaar zullen zijn in het gehele circulatiegebied van de euro valt een vermelding hier-van buiten het bestek van de bovenstaande opgave. Eveneens buiten beschouwing gelaten zijn alle door de diverse eurolanden al vóór 1999 geslagen voorlopers van de euro die nooit hebben gefungeerd als wettig betaalmiddel, alsmede alle door niet-eurolanden (zoals o.a. het Eiland Man en Bosnië-Herzegovina) geslagen munten met de aanduiding euro. Het globale aandeel van de verschillende landen in de totale euro muntgeldcirculatie België 3,79 % Luxemburg 0,23 % Duitsland 32,93 % Nederland 5,42 % Finland 2,07 % Oostenrijk 3,49 % Frankrijk 15,79 % Portugal 2,51 % Griekenland 2,58 % Spanje 13,72 % Ierland 2,09 % Monaco, San Marino, en Italië 15,38 % Vaticaanstad onmeetbaar klein De euro in overig Europa Ook Andorra ligt binnen de euro-zone van de Europese Monetaire Unie. Dit staatje slaat sedert 1977 regelmatig eigen munten (munteenheid: diner), echter uitsluitend ten behoeve van de verkoop aan toeristen en verzamelaars. Als wettig betaalmiddel binnen Andorra gold zowel het Spaanse als het Franse geld. Deze beide munteenheden zijn inmiddels vervangen door de euro; zelf zal Andorra geen eigen euromunten in omloop brengen. De euro is ook gaan circuleren in Kosovo, waar, om te beletten dat Joegoslavië nog verder invloed zou kunnen uitoefenen op de Kosovaarse economie, de Joegoslavische Dinar in 1999 officieel is afgeschaft en vervangen door de Duitse Mark. Daarnaast werd de euro ingevoerd in Montenegro, dat, hoewel nog altijd een deelrepubliek van Joegoslavië, eveneens de Duitse Mark al geruime tijd als eigen munteenheid hanteerde; en ook in Bosnië-Herzegovina, waar al 6 sinds augustus 1994 de Duitse Mark in feite fungeerde als practisch alternatief naast de officiële munteenheid, de Bosnische Marka. De euro buiten Europa De invoering van de euro heeft er toe geleid dat deze ook wettig betaalmiddel is geworden in diverse ver uiteen liggende gebieden buiten Europa, met alles bijeen genomen bijna 3 1 / 2 miljoen inwoners: In de (Franse) Domaines d Outre-Mer: Guadeloupe, Guyane, Martinique, Mayotte, Réunion, St. Pierre-et-Miquelon, en de T.A.A.F. (Terres australes et antarctiques françaises). Guadeloupe en Martinique liggen beide in het Caraïbisch gebied (Kleine Antillen, Bovenwindse eilanden), Onder Guadeloupe ressorteren tevens de eilanden Marie-Galante, Îles des Saintes, Désirade, St. Martin (het zuidelijke deel hiervan behoort tot de Nederlandse Antillen), en St. Barthélémy; Guyane is het oostelijke buurland van Suriname; Mayotte, een van de Comoren, ligt voor de oostkust van Afrika in de Straat Moçambique ter hoogte van de noordpunt van Madagascar; Réunion ligt oostelijk van Madagascar in de Indische Oceaan; St. Pierre-et-Miquelon, het laatste restant van het eens zeer uitgestrekte Franse koloniale rijk in Noord-Amerika, is een groep van drie eilanden voor de zuidkust van het Canadese Newfoundland; de T.A.A.F. bestaan uit een aantal eilanden in het verre zuiden van de Indische Oceaan (Crozet Eilanden, Kerguelen Eilanden, en de eilanden Nieuw Amsterdam en St. Paul), plus het door Frankrijk geclaimde deel van Antarctica, Adélieland, zuidelijk van Australië. (N.B.: zie ook noot onder Slotopmerkingen). Op de Azoren en Madeira. Tot Portugal behoren, behalve het Europese moederland, de beide bovengenoemde eilandengroepen, tezamen vier Portugese overzeese departementen vormend: Angra, Horta, Ponta Delgada (alle Azoren), en Funchal (Madeira en Porto Santo). De Azoren liggen midden in de Noord-Atlantische Oceaan, op circa één derde van de denkbeeldige lijn Lissabon-Washington; de Madeira archipel ligt voor de kust van Afrika, ca. 500 Km. ten westen van Marokko. Op de Canarische Eilanden, en in Ceuta en Melilla. Tot Spanje behoren, behalve het Europese moederland, de Spaanse overzeese provincies Las Palmas en Santa Cruz (tezamen de Canarische Eilanden vormend) voor de kust van Afrika ten zuidwesten van Marokko, en twee aan de Marokkaanse noord-kust tegenover Spanje gelegen exclaves, de steden/vrijhavens Ceuta en Melilla. De grootte van de diverse euromunten vergeleken met ons oude kleingeld 1 ct 16 1 / 4 mm, groter dan het dubbeltje (15 mm), iets kleiner dan de cent (17 mm) was 2 ct 18 3 / 4 mm, vrijwel gelijk aan het kwartje (19 mm) 5 ct 21 1 / 4 mm, vrijwel gelijk aan de stuiver (21 mm) 10 ct 19 3 / 4 mm, kleiner dan de stuiver (21 mm), iets groter dan het kwartje (19 mm) 20 ct 22 1 / 4 mm, groter dan de stuiver (21 mm), kleiner dan de vijfguldenmunt (23 1 / 2 mm) 50 ct 24 1 / 4 mm, iets groter dan de vijfguldenmunt (23 1 / 2 mm), iets kleiner dan de gulden (25 mm) 1,00 23 1 / 4 mm, vrijwel gelijk aan de vijfguldenmunt (23 1 / 2 mm) 2,00 25 3 / 4 mm, iets groter dan de gulden (25 mm) Slotopmerkingen De volgende lidstaten van de Europese Unie doen vooralsnog niet mee met de euro: Denemarken, Groot Brittannië en Noord-Ierland (Verenigd Koninkrijk), en Zweden. Onduidelijk is de status van de onder de Britse Kroon ressorterende doch niet tot het Verenigd Koninkrijk behorende gebieden Gibraltar, Guernsey, Jersey, en het Eiland Man. Behalve kandidaadlid Malta, zijn IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein de enige West-Europese landen die geen deel uitmaken van de Europese Unie. Estland, Letland, Litouwen, Polen, Tsjechië, Slowakije, Hongarije, Slovenië, Malta, en Cyprus kunnen alle tot de eerstvolgende landen behoren die (in 2004?) als nieuw lid van de Europese Unie zullen worden toegelaten. De overige kandidaatlidstaten zijn: Bulgarije, Roemenië, en mogelijk ook Turkije. Wanneer op de lange termijn de Europese Unie tenslotte geheel Europa zou gaan omvatten dan zullen, behalve alle eerdergenoemde landen, ook nog alle volgende Oost- en Zuid-oost-Europese staten zowel politiek als economisch aansluiting bij de Unie moeten vinden: Kroatië, Bosnië- Herzegovina (nu nog verdeeld in afzonderlijke republieken), Joegoslavië (Servië en Montenegro), Kosovo, Macedonië, Albanië, Moldavië, Oekraïne, Wit-Rusland, en, uiteindelijk, wellicht ook Rusland, Georgië, Armenië, en Azerbeidzjan.
In de Franse overzeese gebiedsdelen Frans Polynesië, Nieuw-Caledonië, en Wallis & Futuna is de euro niet ingevoerd. In tegenstelling tot alle overige Franse overzeese gebiedsdelen waar de tot verdwijning gedoemde Franse Franc het wettig betaalmiddel was, hebben deze gebieden een gezamenlijke eigen munteenheid, de CFP-Franc (1000 CFP-Francs was 55 Franse Francs). De EURO Bankbiljetten alle ontwerpen: Robert Kalina (Oostenr.). De euro bankbiljetten zijn volkomen gelijk van uiterlijk voor alle uitgevende landen. De verschillende biljetten tonen elk op de voorzijde poorten of ramen (de openheid van Europa symboliserend) en op de keerzijde bruggen (symbolisch voor de bruggen die men naar elkaar en de rest van de wereld tracht te slaan), alle uit verschillende tijdperken van de Europese geschiedenis. Zeer bewust heeft men gekozen voor het afbeelden van niet in werkelijkheid bestaande objecten. Daarnaast tonen alle biljetten op zowel de voorzijde als de keerzijde het symbool voor de Europese Unie: een cirkel van 12 sterren, en is op alle keerzijden een kaart van Europa afgebeeld. Tenslotte hebben alle biljetten tientallen veiligheidskenmerken waarvan er slechts enkele aan het publiek bekend zijn gemaakt. waarde hoofdkleur stijlperiode afmetingen mm. 5,00 grijs klassieke tijd 120 x 62 10,00 bruinrood romaans 127 x 67 20,00 violetblauw gotiek 133 x 72 50,00 oranje renaissance 140 x 77 100,00 groen barok en rococo 147 x 82 200,00 bruin en geel staal/glasbouw, 153 x 82 fin de siècle 500,00 paars moderne tijd 160 x 82 Aan de serieletters op de achterzijde van elk biljet is te zien in welk land het betreffende biljet in omloop werd gebracht: L = Finland R = Luxemburg V = Spanje M = Portugal S = Italië X = Duitsland N = Oostenrijk T = Ierland Y = Griekenland P = Nederland U = Frankrijk Z = België Een drietal andere letters is alvast gereserveerd voor mogelijke toekomstige eurolanden: J = Groot Brittannië K = Zweden W = Denemarken. Bronnen o.a.: Azienda Autonoma di Stato Filatelica e Numismatica, San Marino -- Bank of Greece Banknote Printing Works and Mint, Athinai -- Bayerisches Hauptmünzamt, München -- Bundesministerium der Finanzen, Berlin -- Central Bank of Ireland Currency Centre, Sandyford -- Direction du Budget et du Trésor, Monaco -- Europarliamentary Subcommittee on Monetary Affairs, Brussels -- European Central Bank, Frankfurt -- Fábrica Nacional de Moneda y Timbre, Madrid -- Hamburgische Münze, Hamburg -- Hellenic Ministry of Finance, Athinai -- Imprensa Nacional Casa de Moeda, Lisboa -- Institute Monétaire Luxembourgeois, Luxembourg -- Instituto Poligrafico e Zecca dello Stato, Roma -- Koninklijke Nederlandse Munt, Utrecht -- Ministeri de Finances, Andorra la Vella -- Ministerie van Financiën, Den Haag -- Ministero del Tesoro Comitato Euro, Roma -- Monnaie de Paris, Paris -- Monnaie Royale de Belgique, Bruxelles -- Münze Berlin, Berlin -- Münze Österreich, Wien -- Sociedad Estatal de Transición al Euro, Madrid -- Staatliche Münze, Karlsruhe -- Staatliche Münze, Stuttgart -- Suomen Rahapaja/Myntverket i Finland, Vantaa -- Ufficio Filatelico e Numismatico, Città del Vaticano. Gegevens zijn/worden uitgewisseld met o.a. de volgende aan de euromunten gewijde websites: http://www.euro-web.nl http://euromaster.ibelgique.com http://euro.larsfinster.de http://eurofreakz.com >>> Copyright 2001,, Rob Kooij, Huizen <<< robkooy@zonnet.nl Over de zeldzaamheid van sommige euro circulatiemunten: De volgende munten zijn niet in circulatie gebracht en komen daarom uitsluitend voor in de BU-sets: BELGIË 1999, de 2, 20 cent, en de 2 - BELGIË 2000, de 1, 5, 10, 50 cent, en de 1 oplage van de BU-sets : 40.000 BELGIË 2001, de 2, 5, 20, 50 cent, en de 1 en 2 - BELGIË, de 1, 2, 5, 10 cent oplage van de BU-sets : 100.000 FINLAND, de 20 cent 2000, en de 1, 2, 50 cent 2001 oplage van de BU-sets : 35.000 FINLAND, de 50 cent, en de 2 oplage van de BU-sets : 75.000 FRANKRIJK, de 1 en 2 cent totale oplage van de diverse BU-sets : 125.000 MONACO, de 1, 2, 5 cent oplage van de BU-sets :? SAN MARINO, de 1, 2, 5, 10 cent oplage van de BU-sets : 120.000 VATICAANSTAD, alle acht waarden oplage van de BU-sets : 65.000 Tot nu toe alleen bekend uit de BU-sets is: FINLAND, de 10 cent. Mogelijk komt deze later dit jaar alsnog in circulatie. Van de munten die wél in de circulatie zijn (of: zullen worden) gebracht, zijn: UITERST SCHAARS (oplage minder dan 0,5 miljoen stuks): MONACO 2001, de 1, 2, 5, 10, 20, en 50 cent MONACO, de 10, 20, 50 cent, en de 1 en 2 SAN MARINO, de 20, 50 cent, en de 1 en 2 ZEER SCHAARS (oplage tussen de 0,5 en 1 miljoen stuks): FINLAND, de 1 cent 2000, en de 2 cent 1999 MONACO 2001, de 1 en 2 SCHAARS (oplage tussen de 1 en 1,5 miljoen stuks): FINLAND, de 1 cent 1999, en de 2 cent 2000 UITERST SCHAARS ZIJN BOVENDIEN: FINLAND, de 1 en 2 cent, en de 10 cent 2001 Oplagecijfers van deze munten zijn nog niet bekend, maar tot nu toe zijn er van elk van deze munten pas een zeer klein aantal muntrollen in omloop gekomen. SCHAARS IN UNC ZIJN BOVENDIEN: GRIEKENLAND met letter F, de 1 en 2 cent Hoewel de oplagecijfers anders zouden doen veronderstellen zijn deze munten in UNC in Griekenland al vrijwel niet meer te vinden, en betaalt men er daar al grif 3 tot 4 per stuk voor. 7
Euromunten checklist = niet in circulatiekwaliteit in omloop gebracht, is/komt in de loop van alléén te koop in de verzamelaarskwaliteit BU = per 1/1/ nog niet aangemunte/nog niet in omloop gekomen circulatiemunten, deze verschijnen in de loop van = van deze drie munten staat nog niet vast of zij ook in circulatiekwaliteit zullen verschijnen, in ieder geval wél in BU (1). Komt in de circulatie voor in twee duidelijk van elkaar te onderscheiden varianten (2). Een zeer klein aantal Franse 1 eurocent zijn voorgekomen in de Franse starterkits. Waarschijnlijk verdwaalde BU munten. 1 cent 2 cent 5 cent 10 cent 20 cent 50 cent 1 euro 2 euro België 1999 (1) 1999 1999 1999 1999 1999 1999 1999 2000 2000 2000 2000 2000 2000 2000 2000 2001 2001 2001 2001 2001 2001 2001 2001 Duitsland A A A A A A A A D D D D D D D D F F F F F F F F G G G G G G G G J J J J J J J J Finland 1999 1999 1999 1999 1999 1999 1999 1999 2000 2000 2000 2000 2000 2000 2000 2000 2001 2001 2001 2001 2001 2001 2001 2001 Frankrijk 1999 1999 1999 1999 1999 1999 1999 1999 2000 2000 2000 2000 2000 2000 2000 2000 2001 2001 2001 2001 2001 2001 2001 2001 (2) Griekenland F F F F E F S S Ierland Italië (1) Luxemburg Monaco 2001 2001 2001 2001 2001 2001 2001 2001 Nederland 1999 1999 1999 1999 1999 1999 1999 1999 2000 2000 2000 2000 2000 2000 2000 2000 2001 2001 2001 2001 2001 2001 2001 2001 Oostenrijk Portugal San Marino Spanje 1999 1999 1999 1999 1999 1999 1999 1999 2000 2000 2000 2000 2000 2000 2000 2000 2001 2001 2001 2001 2001 2001 2001 2001 Vaticaanstad robkooy@zonnet.nl update 14/9/ 8
The various starter kits, as issued in December 2001 Country Date of Price Value Number 1 2 5 10 20 50 1 2 Number issue In in of coins ct ct ct ct ct ct of kits Austria 15/12 ATS 200 14,54 33 6 4 4 6 3 2 4 4 6.000.000 Belgium 15/12 BEF 500 12,40 29 2 4 4 5 3 4 5 2 5.300.000 Finland 15/12 FIM 23 3,88 8 1 1 1 1 1 1 1 1 500.000 France 14/12 FRF 100 15,25 40 6 7 5 4 7 4 3 4 53.000.000 Germany A 17/12 DEM 20 10,23 20 1 1 2 3 4 4 3 2 12.142.150 Germany D 17/12 DEM 20 10,23 20 1 1 2 3 4 4 3 2 11.600.000 Germany F 17/12 DEM 20 10,23 20 1 1 2 3 4 4 3 2 12.120.000 Germany G 17/12 DEM 20 10,23 20 1 1 2 3 4 4 3 2 8.080.000 Germany J 17/12 DEM 20 10,23 20 1 1 2 3 4 4 3 2 9.600.000 Greece 1 17/12 GRD 5.000 14,67 45 5 6 6 8 7 6 5 2 3.000.000 Ireland 14/12 IEP 5 6,35 19 3 1 2 4 4 2 2 1 750.000 Italy 15/12 ITL 25.000 12,91 53 11 10 10 6 5 5 4 2 30.000.000 Luxemburg 15/12 LUF 500 12,40 29 2 4 4 5 3 4 5 2 700.000 Monaco 14/12 FRF 100 15,25 40 6 7 5 4 7 4 3 4 52.000 Netherlands 14/12 NLG 25 11,35 32 4 3 5 5 5 5 3 2 8.800.000 Netherlands 14/12 Free set 3,88 8 1 1 1 1 1 1 1 1 16.000.000 Portugal 17/12 PTE 2.005 10,00 34 5 5 5 6 5 4 2 2 1.000.000 San Marino 2 Spain 15/12 ESP 2.000 12,02 43 4 9 6 6 7 7 2 2 23.000.000 Vatican City 3 1 All coins in the Greek starter kits are of the with a letter types. 2 NO starter kits have been issued. 3 NO starter kits have been issued, in spite of reports claiming otherwise. A small number of sets (one coin of each denomination) in plastic bags have appeared, nevertheless. These sets may have been presented to officials and/or VIP s, but are no starter kits in the true sense of the word as they came available only after the Vatican City euro coins were minted; which minting took place nearly two months AFTER the euro was introduced on January 1st,. robkooy@zonnet.nl March 9
Numbers of euro circulation coins struck Numbers quoted are for circulation coins only. Numbers struck for Brilliant Uncirculated coin sets and or Proof(like) coin sets are NOT included, unless stated otherwise. Only BOLD type figures are official and to be considered final. Target per 31/12/2001 list provided by the European Central Bank. Target incl. numbers, if in regular print, are unofficial and unconfirmed. In the end, numbers may be higher or lower than targeted. Austria Source: Münze Österreich, email May 29, by Thomas@Austrian-Mint.at Overall target Actually minted 1 cent 410.000.000 380.000.000 2 cent 320.000.000 270.000.000 5 cent 265.000.000 190.000.000 10 cent 470.000.000 440.000.000 20 cent 245.000.000 190.000.000 50 cent 240.000.000 160.000.000 1 270.000.000 220.000.000 2 250.000.000 190.000.000 Presently production is stopped as the initial quantity seems to be sufficient for this year. For the rest of Austrian Mint expects some demand in 2 cent, 5 cent, and possibly 20 cent but not much more. Belgium Source: Koninklijke Munt van België 1999 2000 2001 1 cent 235.200.000 0 99.800.000 0 2 cent 0 337.000.000 0 0 5 cent 300.000.000 0 0 0 10 cent 180.950.000 0 145.750.000 0 20 cent 0 181.000.000 0 23.406.250 50 cent 197.000.000 0 0? 1 160.000.000 0 0 13.000.000 2 0 120.000.000 0 23.000.000 Additionally 40.000 BU-sets are struck including ALL 24 coins dated 1999, 2000, 2001 and 100.000 BU-sets incl. ALL 8 coins. Finland Finnish Mint maintains that their security policy forbids them to reveal any relevant info 1999 2000 2001 Target per Target 31/12/2001 incl. 1 cent?? 0 2.000.000?? 2 cent?? 0 2.000.000?? 5 cent??? 361.000.000?? 10 cent??? 296.000.000? 336.000.000? 20 cent? 0? 211.000.000?? 50 cent?? 0 71.000.000 0 71.000.000 1??? 60.000.000? 65.000.000? 2??? 50.000.000 0 50.000.000 Additionally 35.000 BU-sets are struck including ALL 24 coins dated 1999, 2000, and 2001, and another 75.000 BU-sets are struck including ALL 8 coins dated France Source: http://www.monnaiedeparis.fr/fr/monnaie/equantite.htm 1999 2000 2001 planning 1 cent 794.016.000 605.232.000 300.646.580 0 2 cent 702.069.000 510.120.000 249.066.580 0 5 cent 616.192.000 280.064.000 217.289.477 450.000.000 10 cent 447.249.600 297.432.000 144.478.261 360.000.000 20 cent 454.291.200 148.953.600 256.307.108 260.000.000 50 cent 105.753.600 179.496.000 276.252.274 280.000.000 1 301.050.000 297.270.000 150.216.624 270.000.000 2 56.695.000 171.120.000 237.915.793 180.000.000 100.000 BU-sets are struck including ALL 8 coins dated 10
Germany Source for numbers per mint: http://euro-larsfinster.de A D F G J Target per Target up to up to up to up to up to 31/12/2001 incl. 31/12/2001 31/12/2001 31/12/2001 31/12/2001 31/12/2001 (total) 1 cent 740.000.000 777.000.000 888.000.000 518.000.000 777.000.000 3.700.000.000? 2 cent 360.000.000 378.000.000 432.000.000 252.000.000 378.000.000 1.800.000.000? 5 cent 460.000.000 483.000.000 552.000.000 322.000.000 483.000.000 2.300.000.000? 10 cent 660.000.000 693.000.000 741.900.000 512.100.000 693.000.000 3.300.000.000? 20 cent 320.000.000 336.000.000 384.000.000 224.000.000 336.000.000 1.600.000.000? 50 cent 320.000.000 336.000.000 384.000.000 224.000.000 336.000.000 1.600.000.000? 1 340.000.000 357.000.000 408.000.000 238.000.000 357.000.000 1.700.000.000? 2 200.000.000 210.000.000 240.000.000 140.000.000 210.000.000 1.000.000.000? Greece E F S Target per Target 31/12/ incl. (total) (total) 1 cent? 0 > 15.000.000 0 73.000.000 88.000.000 2 cent? 0 > 18.000.000 0 143.000.000 172.000.000 5 cent? 0 > 18.000.000 0 240.000.000 288.000.000 10 cent? 0 > 24.000.000 0 214.000.000 257.000.000 20 cent? > 21.000.000 0 0 309.000.000 370.000.000 50 cent? 0 > 18.000.000 0 121.000.000 145.000.000 1? 0 0 > 15.000.000 98.000.000 118.000.000 2? 0 0 > 6.000.000 136.000.000 162.000.000 Remark: Numbers for lettered coins are based on the total of coins in the Greek starter kits, and should be read as: at least! Ireland Target per Target 31/12/2001 incl. 1 cent? 277.000.000 464.000.000? 2 cent? 176.000.000 371.000.000? 5 cent? 144.000.000 327.000.000? 10 cent? 114.000.000 217.000.000? 20 cent? 138.000.000 148.000.000? 50 cent? 82.000.000? 1? 102.000.000 105.000.000? 2? 45.000.000 66.000.000? Italy Target per Target 31/12/2001 incl. 1 cent? 1.000.000.000? 2 cent? 900.000.000 1.100.000.000? 5 cent? 1.380.000.000? 10 cent? 900.000.000 1.200.000.000? 20 cent? 1.400.000.000 1.500.000.000? 50 cent? 1.100.000.000? 1? 950.000.000? 2? 310.000.000 550.000.000? Luxemburg Source: email Mar 5, by cashdep@bcl.lu 1 cent 20.000.000 2 cent 20.000.000 5 cent 20.000.000 10 cent 20.000.000 20 cent 10.000.000 50 cent 10.000.000 1 10.000.000 2 10.000.000 Monaco Source: email Feb 4, by isarosa@gouv.mc 2001 1 cent 327.200 0 2 cent 373.400 0 5 cent 300.000 0 10 cent 300.000? 20 cent 366.400? 50 cent 300.000? 1 971.100? 2 899.800? 40.000 BU-sets are struck including ALL 8 coins dated 11
Netherlands Source: Koninklijke Nederlandse Munt, annual report 2001 1999 2000 2001 Target incl. 1 cent 47.800.000 276.800.000 179.300.000? 2 cent 109.000.000 122.000.000 145.800.000? 5 cent 213.000.000 184.200.000 205.900.000? 10 cent 149.700.000 156.700.000 193.500.000? 20 cent 86.500.000 67.500.000 97.600.000? 50 cent 99.600.000 87.000.000 94.500.000? 1 63.500.000 62.800.000 67.900.000? 2 9.900.000 24.400.000 140.500.000? Total: Total: ± 500.000.000 ± 3.300.000.000 Portugal Source: http://www.incm.pt/pt/dmm/euro.html planning 1 cent 290.000.000 2 cent 340.000.000 5 cent 245.000.000 10 cent 275.000.000 20 cent 145.000.000 50 cent 190.000.000 1 85.000.000 2 50.000.000 San Marino Source: email Feb 25, by aasfn@omniway.sm 1 cent 0 2 cent 0 5 cent 0 10 cent 0 20 cent 182.400 50 cent 110.400 1 240.800 2 135.760 Additionally 120.000 BU-sets are struck including all 8 coins Spain Source for numbers per date: http://euro.larsfinster.de 1999 2000 2001 Target per 31/12/2001 planning 1 cent 717.000.000 85.000.000 10.000.000 811.000.000 112.000.000 2 cent 115.000.000 785.000.000 600.000.000 1.500.000.000 192.000.000 5 cent 378.000.000 440.000.000 265.000.000 1.083.000.000 147.000.000 10 cent 485.000.000 215.000.000 200.000.000 901.000.000 125.000.000 20 cent 691.000.000 160.000.000 50.000.000 901.000.000 124.000.000 50 cent 79.000.000 745.000.000 440.000.000 1.264.000.000 171.000.000 1? 210.000.000? 225.000.000? 435.000.000 65.000.000 2? 90.000.000? 110.000.000? 190.000.000 65.000.000 Remark: Numbers for 1 and 2 2000 and 2001 are incompatible with the fact that there also are 1 and 2 dated 1999. Vatican City Source: http://www.vatican.va/vatican_city_state/stamps_coins/documents/n01/mo_en.htm Only 65.000 BU-sets are struck, and 15.000 Proof-sets will be struck later this year 1 cent 0 2 cent 0 5 cent 0 10 cent 0 20 cent 0 50 cent 0 1 0 2 0 Update September,. robkooy@zonnet.nl 12