Omvang van de Nederlandse sportvisserij, in 2010

Vergelijkbare documenten
Omvang van de Nederlandse sportvisserij,

Omvang van de Nederlandse sportvisserij,

Gft-afval verwerkers,

Rijksuitgaven aanleg, beheer en onderhoud hoofdinfrastructuur,

Bedrijfsgrootte en economische omvang landbouwbedrijven ( )

Milieu-investeringen in de industrie en energiesector,

Bevolkingsomvang en aantal huishoudens,

Huishoudens,

Bedrijfsgrootte en economische omvang landbouwbedrijven,

Vermesting zoet oppervlaktewater,

Hobbyboeren, 2013 Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving (

Fint in rivieren en IJsselmeer

Aantal auto's per provincie,

Bevolkingsomvang en aantal huishoudens,

Werkgelegenheid en verhouding wonen en werken per gemeente, 2013

Biologische voedingsmiddelen,

Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater,

Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater,

Gezondheidsklachten binnenmilieu,

Composteer- en vergistingsinstallaties voor gft-afval,

Gezondheidsklachten binnenmilieu,

Samenstelling van huishoudelijk restafval,

Bevolkingsomvang en aantal huishoudens,

Belangstelling voor maatschappelijke problemen,

Ecologische kwaliteit oppervlaktewater, 2009

Glastuinbouw,

Aantal motorvoertuigen,

Woningvoorraad, investeringen en nieuwbouwwoningen,

Exoten in zoetwater: vissen

Rijksuitgaven aanleg, beheer en onderhoud hoofdinfrastructuur,

Trekvissen van de Habitatrichtlijn,

Bruto toegevoegde waarde en werkgelegenheid,

Verbruik van elektriciteit,

Energieverbruik in de land- en tuinbouw,

Bruto toegevoegde waarde en werkgelegenheid,

Watergebruik in de land- en tuinbouw,

Belasting van het oppervlaktewater met vermestende stoffen,

Aantalsontwikkeling van amfibieën,

Energieverbruik per sector,

Aantalsontwikkeling van amfibieën

Voor sloop vrijgekomen motorvoertuigen,

Vliegbewegingen en handelsverkeer op Nederlandse luchthavens,

Infrastructuur, 2015 Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving (

Verkoopprijs woningen, 2011

Bruto toegevoegde waarde en werkgelegenheid,

Belasting van het oppervlaktewater door huishoudens,

Internationaal belang Nederland voor watervogels

Energieverbruik per energiedrager,

Bevolkingsgroei,

Oppervlaktewater in Nederland

Woningen, Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving (

Samenstelling van huishoudelijk restafval,

Leegstand woningen, 2011 Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving (

Energieverbruik per energiedrager,

Productie kweekvis,

Hernieuwbare elektriciteit,

Belangstelling voor maatschappelijke problemen,

Hernieuwbare elektriciteit,

Afstand tot huisartsenpraktijk, 2012

Bruto toegevoegde waarde en werkgelegenheid,

Hernieuwbare elektriciteit,

Biologische voedingsmiddelen,

Energieverbruik in de land- en tuinbouw,

Beschikbaarheid hoofdinfrastructuur,

Infrastructuur, 2012 Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving (

Bevolkingsgroei,

Verkoopprijs woningen, 2012

Zuivering van stedelijk afvalwater: stikstof en fosfor,

Bundeling wonen in nationale bundelingsgebieden,

Hernieuwbare elektriciteit,

Nederlanders wonen op gemiddeld 0,9 kilometer van een huisartsenpraktijk (2008)

Gescheiden ingezameld afval van huishoudens,

Windturbines in de groene ruimte

Algemene fysisch-chemische kwaliteit van het oppervlaktewater volgens de KRW, 2009

Kwaliteit oppervlaktewater, 2009

Sloop en export van motorvoertuigen,

Rijksuitgaven aanleg, beheer en onderhoud hoofdinfrastructuur,

Barrières en versnippering van de Ecologische Hoofdstructuur,

Bedrijfsvestigingen en werkzame personen naar locatietype,

Afstand tot huisartsenpraktijk, 2015

Energieverbruik door verkeer en vervoer,

Ruimte per inwoner,

Atmosferische depositie op binnenwater en op het rioolstelsel,

Energieverbruik door verkeer en vervoer,

Energieverbruik door verkeer en vervoer,

Draagvlak voor natuur en natuurbeleid, 2017

Afstand tot treinstations, 2012

Hernieuwbare elektriciteit,

Voor sloop vrijgekomen motorvoertuigen,

Algemene fysisch-chemische kwaliteit oppervlaktewater KRW, 2009

Waterkwaliteit KRW, 2015

Verkoopprijs woningen, 2010

Energieverbruik per bedrijfstak,

Vliegbewegingen en handelsverkeer op Nederlandse luchthavens,

Banen per gemeente,

Glastuinbouw,

Verbruik van duurzame energie,

Verkoopprijs woningen, 2013

Milieu-investeringen in de industrie en energiesector,

Woningen in buisleidingstroken,

Transcriptie:

Indicator 23 september 2011 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In Nederland zijn ruim een half miljoen actieve sportvissers aangesloten bij de georganiseerde sportvisserij door middel van het in 2007 geïntroduceerde systeem van vispassen. [figuurgroep] Download figuur [2] Download data (xls) [3] Pagina 1 van 5

[/figuurgroep] Download figuur [4] Download data (xls) [5] Beschrijving In Nederland bestaat voor de binnenwateren de wettelijke plicht om in bezit te zijn van een schriftelijke toestemming van de visrechthebbende voor het uitoefenen van de hengelsport. Het visrecht op het overgrote deel van de Nederlandse binnenwateren ligt bij de georganiseerde sportvisserij (m.u.v. het aalrecht). Het beoefenen van de zeesportvisserij is vergunningvrij. Aantal sportvissers Nederland telde in 2010 ruim 569.000 aangesloten sportvissers. Dit aantal is al vanaf 1989 vrij constant. In 2007 is de landelijke VISpas geïntroduceerd (de schriftelijke toestemming) als opvolger van de sportvisakte. Meestal zijn sportvissers aangesloten bij een lokale hengelsportvereniging. Voor sportvissers die geen lid willen worden van een hengelsportvereniging is er de 'Kleine VISpas'. Met de ZeeVISpas voor de Noordzee kan tevens op de Grevelingen en het Veerse meer gevist worden. De JeugdVISpas geldt voor leden van een lokale hengelsportvereniging tot 14 jaar. In Nederland zijn 880 hengelsportverenigingen actief. De controle op het bezit van een schriftelijke toestemming (o.a. de VISpas) wordt uitgevoerd door politie, Buitengewone Opsporingsambtenaren en verenigingscontroleurs. Er bestaat geen betrouwbaar actueel inzicht in de hoeveelheid niet aangesloten sportvissers. Pagina 2 van 5

Economisch belang sportvisserij De economische waarde van de sportvisserij in de zoete binnenwateren werd in 2004 geschat tussen 363 en 601 miljoen Euro met een samenhangende werkgelegenheid tussen 1460 en 2505 mensjaren. Voor de zeesportvisserij zijn deze getallen respectievelijk 127 miljoen Euro en 800 mensjaren. Deze schattingen betreffen alleen de directe gerelateerde economische waarde. Visserij- en visstandsbeheer Sportvissers zijn een belangrijke groep recreatieve gebruikers van het oppervlaktewater. De sportvisserijorganisatie is als visrechthebbende tevens verantwoordelijk voor de visserij en het visstandbeheer. Voor het beheer van het viswater worden visserij- en visstandbeheerplannen opgesteld (in 2010 gereed). Sportvisserij heeft raakvlakken met natuur en waterbeleid doordat ze afhankelijk zijn van een goede waterkwaliteit en visstand. Effect op ecologie Voor de sportvisserij wordt vaak vis uitgezet. Soorten die uitgezet zijn voor de sportvisserij zijn snoek, baars, blankvoorn, karper, regenboogforel, bruine forel, barbeel, kopvoorn, rietvoorn, winde, snoekbaars, etc. Vroeger gebeurde dit heel vaak in allerlei oppervlaktewateren en vissoorten. Soorten werden ook uitgezet in habitats waar ze van nature niet voorkomen of in heel hoge dichtheden. Ook veel exoten zijn hier gekomen omdat ze uitgezet zijn door sportvissers, zoals de snoekbaars, bronforel, regenboogforel, grootkopkarper en zilverkarper. De laatste jaren is het aantal visuitzettingen sterk gedaald, met uitzondering van karperuitzettingen. Karpers kunnen zich in Nederland moeilijk voortplanten, met als gevolg een achteruitgang van karperbestand. Het uitzetten van vissen die niet van nature voorkomen kan schadelijk zijn voor het ecosysteem. Ook als karpers in hoge dichtheden voorkomen door visuitzettingen, kunnen ze schade toebrengen aan het ecosysteem. In de visstandbeheerplannen worden nu afspraken gemaakt over het beheer van viswater en het uitzetten van vis. De aalstand gaat de laatste jaren sterk achteruit. De georganiseerde sportvisserij heeft daarom met ingang van 2008 een terugzetverplichting aangenomen. Aangesloten sportvissers zijn daarmee verplicht om alle gevangen aal weer in hetzelfde water terug te zetten. Hiermee reageren zij op de slechte situatie voor de paling en zijn ze bereid om bij te dragen aan het behoud van de paling. Sportvissers hebben ook baat bij een goed ecosysteem, zodat de belangengroep zich inzet voor een betere vismigratie, beperking van de mogelijkheden voor baggerstort in de diepe plassen en beperking van de energie opwekking door waterkrachtcentrales. Daarentegen zien zij actief biologisch beheer niet als mogelijkheid voor verbetering van de ecologie van binnenwateren. Referenties Bron: Sportvisserij Nederland. Jaarverslag 2010 [indicator=nl1267] [indicator=nl1355] De economische betekenis van de sportvisserij in Nederland; LEI-rapport 2.04.05; juni 2004. Pagina 3 van 5

Technische toelichting Naam van het gegeven Omvang van de Nederlandse Sportvisserij 2010 Omschrijving De omvang van de Nederlandse sportvisserij gebaseerd op het aantal sportvisakten. Verantwoordelijk instituut PBL Basistabel Informatie uit Jaarverslag Sportvisserij Nederland Geografisch verdeling Nederland Achtergrondliteratuur Sportvisserij Nederland. Jaarverslag 2008 Th. de Jong, (2008). Richtlijnen voor het uitzetten van vissen. Bureau Viridis, in opdracht van Hoogheemraadschap Stichtse Rijnlanden. Smit, M., B. de Vos, J.W. de Wilde (2004). De economische betekenis van de sportvisserij. Rapportnummer 2.04.05, LEI, Den Haag. Opmerking Tot 2007 zijn de sportvisakten uitgegeven, waarna de landelijke VISpas is ingevoerd. Hiermee is een ander systeem gekomen van registratie. De totale cijfers van het aantal sportvissers zijn iets lager dan het totaal aan VISakten, bijvoorbeeld doordat men zowel de ZeeVISpas als de VISpas heeft. Naast de geregistreerde sportvissers zijn er ook niet geregistreerde sportvissers, zodat het een onderschatting is van het aantal sportvissers. Betrouwbaarheidscodering Integrale enquete. Referentie van deze webpagina CBS, PBL, RIVM, WUR (2011). [6] (indicator 1275, versie 03, 23 september 2011 ). www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen. Pagina 4 van 5

Bron-URL: https://www.clo.nl/indicatoren/nl127503 Links [1] https://www.clo.nl/indicatoren/nl1275 [2] https://www.clo.nl/sites/default/files/infographics/1275_001g_clo_03_nl.jpg [3] https://www.clo.nl/sites/default/files/datasets/c-1275-001g-clo-03-nl.xls [4] https://www.clo.nl/sites/default/files/infographics/1275_002g_clo_03_nl.jpg [5] https://www.clo.nl/sites/default/files/datasets/c-1275-002g-clo-03-nl.xls [6] https://www.clo.nl/indicatoren/nl127503 Pagina 5 van 5