PROEFSTATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS, Opkweektemperaturen bij stooktomaten met plantdatum begin Februari,

Vergelijkbare documenten
FSTATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS, De invloed van het enten op vruchtgrootte en opbrengst van twee tegen de

)EFSTATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS, TE NAALDWIJK.

FSTATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS,

PROEFSTATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS. Toepassing van wit plasticfolie bij de vroege stookteelt

BIBLIOTHEEK Prosfstatïsn voor de Qru«nten- en Fruitteelt onöer Glas te Naaldwijk

PROEFSTATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS. Verslag zaaitijdenproef bij enkele herfstslarassen,1960

PROEFSTATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS TE NAALDWIJK.

1 D 98 PROEFSTATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS, TE NAALDWIJK. Rem- en verpoppingsproef bij freesia, l. No.32.

E 38 GRONDBEDEKKINGSPROEF BIJ IJSSLA (VOORJAAR 1976) door : H.G.A. veen Esch. Naaldwijk, oktober 1976 No. 743/11/ J2-1 no?

^ZVTI H 9 A 06 ROEFSTATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS, TE NAALDWIJK. Rassenvergelijking bij sla in een late stookteelt.

PROEFSTATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS, TE NAALDWIJK. Het optreden van rand bij andijvie in een herfstteelt onder glas.

PROEFSTATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS, NAALDWIJK

u DATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS, TE NAALDWIJK.

s 98 c-b Temperatuur- en gietproef bij herfstkomkommers. door: Ir.A.A.M.Sweep, Naaldwijk,1966. Z2J5.303I

PROEFSTATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS TE NAALDWIJK

PROEFSTATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS, TE NAALDWIJK.

c)0 OEFSTATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS, TE NAALDWIJK. Snoeiproef bij komkommers,1959« door: W.P.v.Winden. Naaldwijk,i960.

"2,-72. QZ. 67 A 05 H 40. Invloed zaadzetting op houdbaarheid. door:f.v.d.helm K.Buitelaar H.van Esch int.verslag 7

2 3 T BJBLIOTHEEK. A ï. Prssfstêïion voor de Groenten- en Fruitteelt onder 6las te Naaldwijk.

Proef met druppelbevloeing bij btfefstsla,blokkas I 1956.

PROEFSTATION VOOR DE GROENTE-'EN FRUITTEELT ONDER GLAS TE NAALDWIJK. Bespuitingen aet de groeiregnlatoren CGC en B9 op uitgeplante tomaten

A 1 H 22 PROEFSTATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS, TE NAALDWIJK. Herfstteelt met winterbloeiende leeuwenbekken.w.i.kap

A 06 ROEFSTATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS, TE NAALDWIJK.

kooi r> ^ 1s?6) u v '^Oe, <?e **o. e*t eii. ejj & $3 EMBUL'l HfchK ejj PROEFSTATiC. >r de GRoENTEN- en FRUITTEELT on-oi 3LAS te NAALDWIJK s e "a M -q

yvtsd^s.usdid f-lt Pt 05" H V- BIBLIOTHEEK PROEFSTATION VOOR TUINBOUVV ONDER GLAS TE NAALDWIJK hm/pap/wvrandijv

STICHTING PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS TE NAALDWIJK. Proef met verschillende ammoniumtrappen bij paprika op voedingsoplossing

1 E 38 3efstation voor de Groenten- en Fruitteelt onder Glas te Naaldwijk

A 5 EPSTATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS, R 22 TE NAAIDWIJK. De vitaliteit van bewaard Lycopersicumstuifmeel 1965.

ROEFSTATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS, De invloed van het Lycopersicum virus op de stuifmeelvorming

Proefstation. voor de Groenten- en Fruitteelt. onder glas. te Naaldwijk

Proefstation voor de Groenten- en Fruitteelt onder Glas, Naaldwijk

'.OEFSTATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDEROGLAS, TE NAALDWIJK. Grondontsmetting met Methylbromide in gasvorm,

22 TE NAALDWIOKj A 05 R I VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS,

LANDBOUW-ECONOMISCH INSTITUUT

PROEFSTATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS, Teeltproef met winterbloeiende leeuwenbekken,

SNIJBOON ONDER GLAS 2015

w 73 ^ -2. \ STATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT, ONDER GLAS, TE NAALDWIJK. Verslag spinazierassenproef, door: W.P.

C. Meijer BV Lady Anna. Willem in t Anker

SNIJBOON ONDER GLAS 2015

Rassenvergelijking bij spinazie.

A 05 CPSTATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS, R 22 FAALDWIJK. Gibberella ter vervroeging van de violieren-oogst 1961

PROEFSTATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS, TE NAALDWIJK. Plantafstandenproef bij bleekselderij,1964. door: D.de Ruiter. Naaldwijk,1966.

ROEFSTATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS,

D 98. Narijpingsproef bij tomaat,1958. door: T.Dijkhuizen. Naaldwijk,1963. TATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS, TE NAAIDWIJK.

^2 \ é 2 ^7 'ROEFSTATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS, A 1 C 13 TE NAALDWIJK. Verslag groeistofproeven bij aardbeien in W 1,19^8.

PROEFSTATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS, TE NAAIDWIJK.

PROEFSTATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS, TE NAALDWIJK.

PROEFSTATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS, TE NAAIDWIJK. Verslag vroegbloeiproef bij iris Wedgwood, «

STATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS, Verslag van de proef met de teelt van tomaten in grindkultuur,1957

w 73 »EFSTATIŒN VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS, te NAALDWIJK. Verslag andijvierassenproef onder staand glas,

PROEFSTATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS, te NAALDWIJK. A 1 R 84. Proef met zaadhoeveelheden bij radijs. door: D.de Ruiter.

Rassenproef belichte teelt tussentype tomaten

\ u. A 1 v 78. Proefstation voor de Groenten- en Fruitteelt onder Glas 3 Naaldwijk DE INVLOED VAN DE METEODE VAN STOMEN OP DE

Naaldwijk, juni Intern rapport nr. 24.

PROEFSTATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS, TE NAALDWIJK. Verslag van een proef met geënte tomaten in vroege stookteelt,1959*

D. Klapwijk. Vergelijking groei- en ontwikkelingssnelheid van tomaat, komkommer, paprika en chrysant,

PROEFSTATIONVOORDEGROENTEN-ENFRUITTEELTONDERGLAS, TENAALDWIJK.

PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS. Boriumopname bij paprika in steenwol (teelt 1984). C. Sonneveld

Naaldwijk, oktober 1977 Intern verslag no. 65 <i

l 3 8^ OEFSTATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS, TE NAALDWIJK. D 98 Belichting bij paprika,(praktijkproef) door: T.

06 Verslag van proeven met Fusariumresistente tomaterassen. in de herfstteelt door

gudrtius--- 3^f 0,2- 0S"70r/+/44#Jf'4r4i B!BL ' WOEFSTAVSON VOO* Tv inbouv/ PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS TE NAALDWIJK

ÙJ : )EFSTATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS, , NAALDWIJK. Bespuiting van tomaten met opgeloste kunstmest; door: ir.j.v.d.

PROEFSTATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS, TE NAALDWIJK.

a? PROEFSTATION VOOR DE GROENTEN-

t IS 2,0 : S3 STICHTING PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS TE NAALDWIJK. Houdbaarheid van tomaten geteeld in de Denar-kas

Rasverschillen in het aantal gevormde trossen bij tomaat.

06 ON VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS, Overzicht sortimentsproeven,1955 t/m 1956.,1958 t/ra No.39.

Effectiviteit en toepasbaarheid van Pentakeep Super in een vollegrondsteelt aardbeien

PROEFSTATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS, Vergelijking bladkralen - normale kralen,( ).

PROEFSTATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS,

Gialte (E20B.0132) Teeltrichtlijnen. enzazaden.nl. Raseigenschappen

RASSENPROEF TOMAAT VOOR VERWERKING IN TUNNEL

EPSTATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS,

Gialte (E20B.0132) enzazaden.nl. Teeltrichtlijnen. Raseigenschappen

& > ; j i... t> IV,.. t- j. Proefstation voor de Groenten- en Fruitteelt onder Glas te Naaldwijk. Rijksproefstation voor Zaadcontrole te Wageningen

PROEFSTATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS, Invloed van kieramedia en afdekmethoden op de kieming van al of niet omhuld

A 05 K 35. Proefstation voor de Groenten- en Fruitteelt onder Gias, Naaldwijk. De invloed van Ethrel op de kwaliteit

3EFSTATI0N VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT OMDER GLSS, TE NAALDWIJK. Toetsing van tomaat op residentie tegen Fusarium oxysporum f. lycopersioi.

FFSTATION VOOR BE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS, De invloed van enkele groeistoffen op de stuifmeelkieming op de stempel

Invloed van zaadfractionering op de uniformiteit van bloeitijdstip en kwaliteit van Lisianthus

PROEFSTATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS, TE NAALDWIJK.

' A f. (rv PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS TE NAALDWIJK. Fraktlonerlng en kieming van radijszaad. 6. Heij

PROEFSTATION VOOR DE GROSNTEH- EN FRUITTEELT ONDER GLAS TE NAALDWIJK ONDERZOEK BETREFFENDE KURKWORTELRESISTENTE ONDERSTAMMEN BIJ TOMAAT

PROEFSTATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS, TE NAALDWIJK.

PROEFSTATION YOOR DE GROENTE- EN FRUITTEELT ONDER GLAS TE NAALDWIJK. Invloed van al of niet herhaalde toepassingen van de groeiregulator

PROEFSTATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS, TE NAALDWIJK. Verslag grondontsmettingsproef met D.D.,E.D.B.,Nemagon en vapam,

VELDSLA ONDER GLAS 2015

Niet voor publikatie Intern rapport No 315

April 1990 Intern verslag nr 27

Globaryll 100 Ieder jaar sterkere bloembotten en dikkere appels en peren

ÎFSTATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUrTTEECT ONDER GLAS, Invloed van het stikstofgehalte van de voedingsoplossing op de geslachtsbepaling

Mogelijkheden van belichting door teeltsturing in jaarrondteelten paprika

TE NAAIDWIJK. Belichting en suikerbespuiting bij aardbeien,!953.

BASILICUM RASSENPROEF

Verslag van de belichtingsproef bij kaskomkommers uitgevoerd op het bedrijf van W.P.M.Valentin,v.d.Goesstraat 13,Honselersdijk ^.

A 2. B 7$ Proefstation voor de Tuinbouw onder Glas te Naaldwijk

tion voor de Groenten- en Fruitteelt onder Glas te Naaldwijk Invloed van dagtemperatuur in herfst en winter op groei en kwaliteit van sla.

Proefstation voor de Groenten en Fruitteelt onder Glas té* > j^aâ^o^ijk, Project IV - Selectie vanwinterbloemkool onder glas o0.

Transcriptie:

cp PROEFSTATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS, TE NAALDWIJK. Bibliotheek Proefstation Naaldwijk A 1 T 21 Opkweektemperaturen bij stooktomaten met plantdatum begin Februari,1961-1962. door: Dr.ir.G.P.Terraohlen. Naaldwijk,1963.

/ Ô l '!i ; *.,//. c & fit-f-rt'4. - / / a~ $ g/ Proefstation voor de Groenten- en Fruitteelt onder Glas te Naaldwijk. OPKWEEKTEMPERATUREN BIJ STOOKTOMATEN MET EEN PLANTDATUM BEGIN FEBRUARI P.N.: Plakats : Jaar: 1961-» 62 Inleiding Omdat in voorgaande proeven bekend was geworden dat tij tomaten met een plantdatum begin januari een behandeling met hoge temperatuur tijdens de opkweekperiode een gunstige invloed had op de vroege zetting en daarmee op de vroege oogst, werd nagegaan of deze invloed ook aanwezig is bij een latere plantdatum. Een hoge temperatuur (18 C nacht en 22 G dag) die gedurende twee à drie weken vanaf -het spreiden van de kiemlobben werd gegeven, had een groter aantal bladeren tot de eerste tros tot gevolg. Dit betekende in feite een groter assimilatie-apparaat, dat in de maand januari aan de plant meer wortels gaf en dat - vergeleken met een kleiner assimilatieapparaat (lagere temperatuur tijdens de opkweek) - de zetting eerder deed beginnen en beter deed verlopen. Indien later wordt uitgeplant kan verondersteld worden dat betere lichtcondities het gemis van een groter assimilatie-apparaat kunnen compenseren en een behandeling met hoge temperatuur tijdens de opkweek minder invloed heeft. Om dit nader te toetsen werden planten van het ras Glorie tijdens de opkweekperiode blootgesteld aan drie temperatuurregimes, waarna begin februari werd uitgeplant.

Opzet Nadat op 12 12 '61 was gezaaid, konden de planten op 22-12-'61 in kleine perspotten worden gezet, waarna in drie afdelingen van de ongelijkzijdige kweekkas de volgende temperatuur-regimes werden vergeleken (respectievelijk nacht- en dagtemperatuur), 18-18 G, 18-22 C en 14-18 C. Bij het regime 18-22 C werd hovendien de duur van de behandeling gevarieerd. De behandeling begon direkt na het oppotten op 22 12 * 61 ; de kiemlobben waren toen juist gespreid. De maximale duur van de behandeling met hoge temperatuur was 24 dagen. Na de behandeling werden alle planten bij het regime 14-18 C verder opgekweekt. Op 2-2-'62 werd uitgeplant in kap 2 van de Blokkas. Elk object kwam vier maal voor, met 20 planten per parallel. Een overzicht van de behandelingen wordt gegeven in tabel 1. Tabel 1. Temperatuurbehandelingen bij stooktomaten met plantdatum 2-2-'62 object temperatuur in C aantal nacht dag dagen 2 18 18 24 3 18 22 6 4 18 22 12 5 18 22 18 7 18 22 24 9 14 18 24 Ongeacht de temperatuurbehandeling werden de planten overgezet in grote perspot als de ontwikkeling dat vroeg. Resultaten en bespreking In dezelfde kap van de Blokkas werd een proef genomen met het doel de oogst te vervroegen door zowel de eerste tros te behandelen met Duraset als de planten tijdens de opkweek een behandeling te geven met hoge temperatuur. Alle in tabel 1 genoemde objecten werden gecombineerd met een Duraset-behandeling in tweevoud in deze proef opgenomen. Na het uitplanten werd aanvankelijk gestreefd naar een minimum nachttemperatuur van 15 C, om deze in maart en april geleidelijk te verhogen tot 17 C. Deze temperaturen zijn maar zelden bereikt. Op grond

van de temperatuurwaarnemingen om 19 uur - in februari en maart werden op dat tijdstip temperaturen gemeten variërend van 16-17 C - kan vermoed worden dat de temperatuur gedurende de avond en nacht geruime tijd beneden de gestelde is gebleven. De grondtemperatuur is volgens de o waarneming om 9 's morgens niet lager geweest dan 15>8 G. De betrekkelijk lage nachttemperaturen kunnen er oorzaak van zijn geweest dat mogelijk tijdens de opkweek ontstane verschillen later onvoldoende naar voren zijn gekomen. Een overzicht van de lucht- en grondtemperaturen na het planten wordt gegeven in de figuren 1, 2 en 3«Uit de temperatuurwaarnemingen die tijdens de opkweek werden gedaan 0 o blijkt zeer duidelijk dat alleen het regime 14-18 G redelijk gehand- 0 0, 0 haafd kon worden; de nachttemperatuur van het regime 18-18 C is + 16 C geweest, terwijl die van het regime 18-22 C nog lager is geweest. Er zij op gewezen dat deze conclusies decaden-gemiddelden betreft; bij controle van de afzonderlijke temperatuurstaten bleek echter dat de gestelde nachttemperatuur slechts zelden werd bereikt. Na beëindiging van de behandeling met hoge temperatuur, werd ook de gestelde nachttemperatuur van 14 C niet bereikt. In de figuren 4j 5 en 6 wordt een overzicht gegeven van de temperatuur-regimes tijdens de opkweek. Na deze calamiteiten tijdens de opkweek kon niet worden verwacht dat bij het verdere verloop van de teelt nog duidelijke verschillen naar voren zouden komen, afgezien van het feit of deze verschillen bij een opkweek voor een plantdatum van begin februari gerealiseerd kunnen worden. Dit bleek reeds uit het stadiumonderzoek dat regelmatig werd verricht, waarbij de laatste waarneming vlak voor het uitplanten slechts onbetekende verschillen in trospositie naar voren deed komen. Voor de objecten 2, 3> 4> 5> 7 en 9 was het aantal bladeren onder de 1e tros respectievelijk 11,3-11»5-11»1-11,0-9>8 en 10,7» Andere waarnemingen als loof- en wortelgewicht en plantlengte wijzen er alleen op dat object 2 (24 dagen 18-18 C) een voorsprong heeft op de andere objecten. Tijdens de teelt werden nog de volgende waarnemingen gedaan: het begin van de bloei, het begin van het kleuren van de vruchten, het begin van de oogst, alle van tros 1, 2 en 3; de zetting tot en met tros 7 en de oogst per week getotaliseerd. Ten aanzien van deze waarnemingen werden nog wel verschillen tussen o o de behandelingen geconstateerd. Zo bleek de behandeling 24 dagen 18-18 G

(2) steeds het gunstigst naar voren te komen, gevolgd door de behandelingen 18 dagen en 24 dagen 18-22 C (5 en 7)* De behandelingen 6 dagen 18-22 C (3) en 24 dagen 14-18 C (9) kwamen steeds later. Uit deze waarnemingen mag echter niet de gevolgtrekking worden gemaakt dat een behandeling van 24 dagen 18-18 C het beste is. Min of meer toevallig o o is namelijk de temperatuur in de afdeling van het regime 18-18 C verreweg het best bereikt. Pas indien de verschillen tussen de regimes 18-18 C en 18-22 C beter gerealiseerd kunnen worden (de dagtemperaturen ontliepen elkaar niet veel), kan ook bepaald worden welk regime de beste resultaten geeft. Een overzicht van de bovengenoemde waarnemingen wordt - met uitzondering van zetting en oogst - gegeven in tabel 2. De cijfers zijn gemiddelden van vier parallellen, dus van 4 x 20 = 80 planten en hebben betrekking op de eerste bloem, respectievelijk vrucht. Tabel 2. Eerste bloei, kleuren en oogst bij tros 1, 2 en 3«begin bloei tros begin kleuren tros begin oogst tros object 1 2 3 1 2 3 1 2 3 2 IO/3 16/3 22/3 4/5 11/5 19/5 7/5 U/5 22/5 3 12/3 19/3 25/3 8/5 15/5 22/5 11/5 19/5 25/5 4 11/3 18/3 24/3 6/5 13/5 20/5 9/5 17/5 23/5 5 10/3 16/3 22/3 5/5 12/5 19/5 9/5 15/5 22/5 7 IO/3 16/3 22/3 6/5 12/5 19/5 IO/5 16/5 22/5 9 11/3 18/3 24/3 7/5 U/5 21/5 11/5 17/5 24/5 ïïit de oogstgegevens blijkt dezelfde tendens als in tabel 2 te zien is; de behandelingen 12, 18 en 24 dagen 18-22 C (resp. 4» 5 en 7) lopen vrijwel parallel. Een en ander wordt duidelijk in tabel 3» Tabel 3«Opbrengst in kg per 80 planten (4 parallellen) op verschillende object totaal per 18/5 1/6 15/6 29/6 16/7 2 48 126 196 270 312 3 28 102 177 242 284 4 39 112 191 263 310 5 41 117 193 258 0 7 40 118 195 262 302 9 33 107 185 258 299 data.

De objecten 3 en 9 hebten een koudere" opkweek gehad, object 2 de warmste". Dit is duidelijk aan de oogstgegevens te zien. Hoewel de verschillen erg klein waren, had de warmste opkweek het laagste gemiddeld vruchtgewicht en het grootste aantal vruchten. Conclusies 1. De voor de proef gestelde temperatuur-regimes tijdens de opkweek konden niet gerealiseerd worden. 2. Verschillen in nachttemperatuur tijdens de opkweek zijn wel in de oogstgegevens tot uitdrukking gekomen, in deze zin dat een hogere nachttemperatuur een hogere vroege oogst heeft gegeven; de totale oogst was maar weinig hoger. 3. Het geconcludeerde onder 2 wijst er op dat een behandeling met hoge temperatuur tijdens de opkweek bij planten voor een plantdatum van begin februari nog zin kan hebben. 17 december 1963«dr. ir. G.P. Termohlen. AvO-vB

C* Dfj

I Li ntnp remfftnrum* Tfrtfi.fKA rvtvrt ßft<4A/P(C/A/e A/ ~ 0LOKKA%Ï - kap 2. /9tr ~ '(*, S* 33 Si 3i "T T -4 i $ li# 1 ei a It a... M O * /» % " * 1 ï r5 ^ UU* /V itw4 -* / 4f V * " *C /} * «*. h' a 7>i#A >fc40c$ ft a r,.>i p* ri I U- V/ J L-t L I

Tenser atuua <* rdm /<?/ 2 C TÇffP C AATu u * 6 FH4«OfL(/V6 - ßt 0A«,49 2T- '96( - 6 t KlSg. H tx. r/v tiin. /A/àfx, X G P O/S/O Ten p R4 TMUK AfAA 'Höf*. rt/rt /HOfX. 4 OEC v/tue# J fik t / -F /t ' ~F J *H * / ~T t9x

9

&l CK KASZ~HAf>Z '6 2. MAK. M OJM. iévctfk, G-A O V Û TjC rj TA A T U UA fjast /<V fa */*> /Met# 9 «w* /5«W#