Liturgie voor de belijdenisdienst op zondag 7 april 2019 in de Grote Kerk te Sliedrecht Voorganger: ds. H.J. van der Veen Ouderling: T.C.C. den Braanker Organist: J. van de Graaf
Woord van Welkom en Afkondigingen Zingen: Psalm 122: 1 en 3 (staande bij binnenkomst van de belijdende leden) Ik ben verblijd, wanneer men mij Godvruchtig opwekt: "Zie wij staan Gereed, om naar Gods huis te gaan. Kom, ga met ons, en doe als wij." Jeruzalem, dat ik bemin; Wij treden uwe poorten in; Daar staan, o Godsstad, onze voeten. Jeruzalem is wel gebouwd, Wel saamgevoegd: wie haar beschouwt, Zal haar voor 's Bouwheers kunstwerk groeten. Dat vreed', en aangename rust, En milde zegen u verblij'; Dat welvaart in uw vesting zij, In uw paleizen vreugd' en lust. Om vriend en broedren spreek ik nu: "De vrede zij en blijv' in u, Nooit moet haar nijd of twist verkloeken. Om 's HEEREN huis, in u gebouwd, Waar onze God Zijn woning houdt, Zal ik het goede voor u zoeken." Stil Gebed Votum en Groet Zingen: Psalm 25: 2 en 6 HEER', ai, maak mij Uwe wegen, Door Uw woord en Geest bekend; Leer mij, hoe die zijn gelegen, En waarheen g' uw treden wendt, Leid mij in Uw waarheid, leer IJvrig mij Uw wet betrachten. Want Gij zijt mijn heil, o HEER', 'k Blijf U al den dag verwachten. Wie heeft lust den HEER' te vrezen, 't allerhoogst en eeuwig goed? God zal Zelf zijn leidsman wezen, Leren, hoe hij wandlen moet. 't Goed, dat nimmermeer vergaat, Zal hij ongestoord verwerven, En zijn Godgeheiligd zaad Zal 't gezegend aardrijk erven. Gebed om de verlichting met de Heilige Geest
Schriftlezing: Johannes 17: 1-26 Dit sprak Jezus, en Hij sloeg Zijn ogen op naar de hemel en zei: Vader, het uur is gekomen, verheerlijk Uw Zoon, opdat ook Uw Zoon U verheerlijkt, zoals U Hem macht gegeven hebt over alle vlees, opdat Hij eeuwig leven geeft aan allen die U Hem gegeven hebt. En dit is het eeuwige leven, dat zij U kennen, de enige waarachtige God, en Jezus Christus, Die U gezonden hebt. Ik heb U verheerlijkt op de aarde. Ik heb het werk volbracht dat U Mij gegeven hebt om te doen. En nu verheerlijk Mij, U Vader, bij Uzelf, met de heerlijkheid die Ik bij U bezat voordat de wereld er was. Ik heb Uw Naam geopenbaard aan de mensen die U Mij uit de wereld gegeven hebt. Zij waren van U en U hebt hen Mij gegeven, en zij hebben Uw woord in acht genomen. Nu hebben zij erkend dat alles wat U Mij gegeven hebt, bij U vandaan komt. Want de woorden die U Mij gegeven hebt, heb Ik hun gegeven, en zij hebben ze aangenomen, en zij hebben daadwerkelijk erkend dat Ik van U uitgegaan ben, en hebben geloofd dat U Mij gezonden hebt. Ik bid voor hen. Ik bid niet voor de wereld, maar voor hen die U Mij gegeven hebt, want zij zijn van U. En al wat van Mij is, is van U, en wat van U is, is van Mij; en Ik ben in hen verheerlijkt. En Ik ben niet meer in de wereld, maar dezen zijn in de wereld, en Ik kom naar U toe. Heilige Vader, bewaar hen die U Mij gegeven hebt in Uw Naam, opdat zij één zullen zijn zoals Wij. Toen Ik met hen in de wereld was, bewaarde Ik hen in Uw Naam. Hen die U Mij gegeven hebt, heb Ik bewaard en niemand uit hen is verloren gegaan dan de zoon van het verderf, opdat de Schrift vervuld wordt. Maar nu kom Ik naar U toe en spreek dit in de wereld, opdat zij ten volle Mijn blijdschap in zichzelf hebben. Ik heb hun Uw woord gegeven, en de wereld heeft hen gehaat, omdat zij niet van de wereld zijn, zoals Ik niet van de wereld ben. Ik bid niet dat U hen uit de wereld wegneemt, maar dat U hen bewaart voor de boze. Zij zijn niet van de wereld, zoals Ik niet van de wereld ben. Heilig hen door Uw waarheid; Uw woord is de waarheid. Zoals U Mij in de wereld gezonden hebt, heb ook Ik hen in de wereld gezonden. En Ik heilig Mijzelf voor hen, opdat ook zij geheiligd zijn in de waarheid. En Ik bid niet alleen voor dezen, maar ook voor hen die door hun woord in Mij zullen geloven, opdat zij allen één zullen zijn, zoals U, Vader, in Mij, en Ik in U, dat ook zij in Ons één zullen zijn, opdat de wereld zal geloven dat U Mij gezonden hebt.
En Ik heb hun de heerlijkheid gegeven die U Mij gegeven hebt, opdat zij één zijn, zoals Wij Eén zijn; Ik in hen, en U in Mij, opdat zij volmaakt één zijn en opdat de wereld erkent dat U Mij gezonden hebt en hen liefgehad hebt, zoals U Mij hebt liefgehad. Vader, Ik wil dat waar Ik ben, ook zij bij Mij zijn die U Mij gegeven hebt, opdat zij Mijn heerlijkheid zien, die U Mij gegeven hebt, omdat U Mij hebt liefgehad vóór de grondlegging van de wereld. Rechtvaardige Vader, de wereld heeft U niet gekend, maar Ik heb U gekend, en dezen hebben erkend dat U Mij gezonden hebt. En Ik heb hun Uw Naam bekendgemaakt, en zal die bekendmaken, opdat de liefde waarmee U Mij hebt liefgehad, in hen is, en Ik in hen. Collecte Zingen Psalm 86: 6 en 9 Leer mij naar Uw wil te handlen, 'k Zal dan in Uw waarheid wandlen; Neig mijn hart, en voeg het saam, Tot de vrees van Uwen Naam. HEER', mijn God, ik zal U loven, Heffen 't ganse hart naar boven; 'k Zal Uw Naam en majesteit eren tot in eeuwigheid. Doe een teken mij ten goede, Dat mijn haters in hun woede Mogen zien, hoe, tot hun spijt, Gij mij troost, en mij bevrijdt. Tekst voor de preek: Johannes 19: 11b Heilige Vader, bewaar hen die U Mij gegeven hebt in Uw Naam, opdat zij één zullen zijn zoals Wij. Zingen: Weerklank 419: 1 en 2 Abba, Vader, U alleen U behoor ik toe. U alleen doorgrondt mijn hart, U behoort het toe. Laat mijn hart steeds vurig zijn, U laat nooit alleen. Abba, Vader, U alleen U behoor ik toe. Abba, Vader, laat mij zijn slechts voor U alleen. Dat mijn wil voor eeuwig zij d uwe en anders geen. Laat mijn hart nooit koud zijn, Heer. Laat mij nimmer gaan. Abba, Vader, laat mij zijn slechts van U alleen.
Lezing: Formulier voor het doen van Openbare Belijdenis Adriaan Theodor Alblas 1 Johannes 4: 9 Melissa Sterrenburg Deuteronomium 31: 8 Mirelle Alblas Johannes 15: 5 Cornelis Franciscus Harrewijn Psalm 119: 105 Elisabeth Daniëlle Cinjee Romeinen 8: 38 en 39 Aaltje van der Hel - van den Heuvel 1 Johannes 4: 10 Johanna de Jong - Bot Psalm 62: 2 en 3 Cornelis Marinus Mijnster Spreuken 3: 5a en 6 Anna Maria Monster Jesaja 43: 1 Willem Schagen Psalm 25: 4 en 5 Geertje Schagen - Dubbeldam Psalm 73: 28 Veerle Jiangmei Schippers Filippenzen 3:14 Lisanne Vendeville Psalm 37: 5 Zingen: Psalm 17: 3 (belijdeniscatechisanten) Ik zet mijn treden in Uw spoor, Opdat mijn voet niet uit zou glijden. Wil mij voor struikelen bevrijden, En ga mij met Uw heillicht voor. Ik roep U aan, 'k blijf op U wachten, Omdat G', o God, mij altoos redt. Ai, luister dan naar mijn gebed, En neig Uw oren tot mijn klachten. Zingen: Psalm 17: 4 (staande door gemeente) Maak Uwe weldaan wonderbaar, Gij, die Uw kindren wilt behoeden. Voor 's vijands macht en vreeslijk woeden, En hen beschermt In 't grootst gevaar. Wil mij Uw bijstand niet onttrekken; Uw zorg bewaak' mij van omhoog; Bewaar m' als d' appel van het oog; Wil mij met Uwe vleuglen dekken. Persoonlijk woord Slot van het Formulier Geloofsbelijdenis
Zingen: Psalm 48: 6 Want deze God is onze God; Hij is ons deel, ons zalig lot, Door tijd noch eeuwigheid te scheiden; Ter dood toe zal Hij ons geleiden. Dankgebed en voorbede Zingen: Weerklank 443: 1, 2 en 3 Hoe wonderlijk mooi is uw eeuwige Naam. Verborgen aanwezig deelt U mijn bestaan. Waar ik ben, bent U: wat een kostbaar geheim. Uw naam is Ik ben en Ik zal er zijn. Een boog in de wolken als teken van trouw, staat boven mijn leven, zegt: Ik ben bij jou! In tijden van vreugde, maar ook van verdriet, ben ik bij U veilig, U die mij ziet. De toekomst is zeker, ja eindeloos goed. Als ik eens moet sterven, als ik U ontmoet: dan droogt U mijn tranen, U noemt zelfs mijn naam. U blijft bij mij, Jezus, laat mij niet gaan. Zegen Na afloop van de dienst krijgt u de gelegenheid om de nieuwe belijdende leden de hand te drukken, welkom te heten en Gods zegen toe te wensen.