Nederlandse praktijkrichtlijn NPR (nl) Geluidwering in woongebouwen - Geluidwering van lichte, woningscheidende wanden

Vergelijkbare documenten
Vervangt NEN-EN :2000 Ontw. Nederlandse norm. NEN-EN (en)

Vervangt NEN 913:1963; NEN 913:1998 Ontw. Nederlandse norm. NEN 913 (nl) Melk en vloeibare melkproducten - Bepaling van de titreerbare zuurtegraad

Nederlandse voornorm NAD-NVN-ENV (nl)

Voorbeeld. norm NEN-EN Preview. Ontwerp

Vervangt NEN-EN :1997; NEN-EN :1999 Ontw. Nederlandse norm. NEN-EN (en)

Vervangt NEN-EN :1996 Ontw. Nederlandse norm NEN-EN

Voorbeeld. Preview. NEN-IEC /A2 (en; fr) Wijzigingsblad. Nederlandse

Nederlandse norm. NEN-EN (en)

Nederlandse norm. NEN 3576 (nl) Beglazing van kozijnen, ramen en deuren Functionele eisen

Vervangt NEN-EN 50182:1994 Ontw. Nederlandse norm. NEN-EN (en)

Vervangt CR :1996; NEN-EN :2003 Ontw. Nederlandse norm. NEN-EN (en)

(en; fr) Matten van isolerend materiaal voor elektrotechnische doeleinden (IEC 61111:1992,MOD,IEC 61111:1992/C1:2000,MOD)

Nederlandse norm. NEN-EN (en) Lichtmasten - Deel 3-2: Ontwerp en verificatie - Verificatie door beproeving

Voorbeeld. norm NEN-EN Preview. 2e Ontwerp

Nederlandse voornorm. NVN 3603 (nl) Kabels voor spanningen van 6 kv en hoger Kabels met geïntegreerde optische vezels

Nederlandse praktijkrichtlijn NPR (nl) Evenementen - Hijs- en heftechniek - Veiligheidsfactoren voor hijs- en hefmiddelen

Nederlandse norm. NEN 6578 (nl) Water - Potentiometrische bepaling van het totale gehalte aan totaal fluoride

Nederlandse norm. NEN 5087/A1 (nl) Inbraakveiligheid van woningen - Bereikbaarheid van dak- en gevelelementen: deuren, ramen en kozijnen

Nederlandse norm NEN Dit document mag slechts op een stand-alone PC worden geïnstalleerd. Gebruik op een netwerk is alleen.

Voorbeeld. norm NEN-EN Preview. 2e Ontwerp

NTA 2581 (nl) Opstellen van meetrapporten volgens NEN Nederlandse technische afspraak ICS ;

Nederlandse norm. NEN 5754 (nl) Bodem - Berekening van het gehalte aan organische stof volgens de gloeiverliesmethode

Voorbeeld. norm NEN 2559/A2 Onderhoud van draagbare blustoestellen. Preview. Wijzigingsblad

Soil - Investigation, sampling and analysis of asbestos in soil augustus 2006 ICS

Nederlandse norm. NEN-EN-ISO 4287 (en)

Vervangt NEN-EN :2001. Nederlandse norm. NEN-EN (en)

Nederlandse praktijkrichtlijn. NPR-CLC/TR (en) Leidraad voor de toepassing van de Europese norm EN (NEN-EN 50160)

Nederlandse norm. NEN-EN 589+A1 (en) Automotive fuels - LPG - Requirements and test methods. Vervangt NEN-EN 589:2008

Nederlandse norm. NEN-EN (en)

Nederlandse norm. NEN 6702/A1 (nl) Technische grondslagen voor bouwconstructies - TGB Belastingen en vervormingen

Fire safety of larger fire compartments - Risk approach juni 2016 ICS

Nederlandse norm. NEN /A1 (nl)

HKZ-certificatieschema > zzp ers in zorg en welzijn

Vervangt NPR 3749:1993; NPR 3749:2004 Ontw. Nederlandse praktijkrichtlijn. NPR 3749 (nl)

Power cables with XLPE insulation and PVC sheath, with special fire performance and having a rated voltage of 0,6/1 kv mei 2004 ICS

Vervangt NEN-EN :1994; NEN-EN :1994/Ontw. A1:1997. Nederlandse norm. NEN-EN (en)

Voorbeeld NËN : ISÖ3903. Preview. Nederlandse. Scheepsbouw en maritieme constructies. Gewone rechthoekige scheepsramen (ISO 3903:1993)

Voorbeeld. norm NEN-ISO Preview

Nederlandse norm. NEN 6633/A1 (nl) Water en (zuiverings)slib - Bepaling van het chemisch zuurstofverbruik (CZV)

Nederlandse norm. NEN (nl) Schuldhulpverlening - Deel 2: Eisen aan schuldhulpverleners

Nederlandse norm NEN-IEC /A2. (en; fr)

Nederlandse norm. NEN-ISO /A1 (en)

Vervangt NEN 6814:1999 Ontw. Nederlandse norm. NEN 6814 (nl)

Voorbeeld. praktijkrichtlijn NPR 5086 Geluidwering in woongebouwen - Geluidwering van lichte, woningscheidende wanden. Preview.

Nederlandse norm. NEN (nl) Zetsteen - Deel 2: Zetsteen van cementbeton, zonder interlocking en zonder wapening

Vervangt NEN-EN-IEC :1998. Nederlandse norm. NEN-EN (en)

Voorbeeld. norm. Preview. NEN-ISO/IEC 18004/C1 (en) Correctieblad

Nederlandse praktijkrichtlijn. NPR (nl) Leidraad bij NEN Deel 20: Blokkenvuurtoestellen

Voorbeeld. norm. Preview. NEN 1006/A1 (nl) Wijzigingsblad. Algemene voorschriften voor leidingwaterinstallaties (AVWI-2002)

Nederlandse norm. NEN 5706 (nl) Richtlijnen voor de beschrijving van zintuiglijke waarnemingen tijdens de uitvoering van milieukundig bodemonderzoek

Nederlandse norm. NEN-ISO 16039/A1 (en)

Voorbeeld. norm NEN 1006/A3 Algemene voorschriften voor leidingwaterinstallaties (AVWI-2002) Preview. Ontwerp. Publicatie uitsluitend voor commentaar

Vervangt NPR 3637:1994. Nederlandse praktijkrichtlijn NPR 3637

Vervangt NEN-EN 50248:1998; NEN-EN 50248:1999 Ontw. Nederlandse norm. NEN-EN (en) Kenmerken van DAB-ontvangers. Characteristics of DAB receivers

Vervangt NEN-EN :1998 Ontw.; NEN-EN 50061:1991,deels; NEN-EN 50061:1991/A1:1995,deels; NEN-EN 50061:1991/A1:1995/C1:1995,deels

Nederlandse norm. NEN 3140/A1 (nl) Bedrijfsvoering van elektrische installaties Laagspanning. Operation of electrical installations Low voltage

Nederlandse praktijkrichtlijn. NPR 3471 (nl) Keuze, gebruik, verzorging en onderhoud van kleding met hoge zichtbaarheid

Voorbeeld. Preview. norm. NEN-ISO/IEC /C2 (en) Correctieblad

Nederlandse norm. NEN 2025 (nl) Communicatie bij het werken met hijs- en hefwerktuigen. Communication for the guidance of cranes and hoisting gear

Vervangt NEN-EN 50402:2003 Ontw. Nederlandse norm. NEN-EN (en)

Voorbeeld. Preview. NPR 13201/A1 (nl) Nederlandse praktijkrichtlijn. Openbare verlichting Kwaliteitscriteria. Public lighting Quality criteria

Ontwerp norm NEN 7909

Nederlandse norm. NEN 8078 (nl) Voorziening voor gas met een werkdruk tot en met 500 mbar - Prestatie-eisen - Bestaande bouw

Nederlandse norm. NEN-EN-ISO (nl) Bouwkundige tekeningen - Aanduidingssystemen - Deel 2: Ruimtenamen en -nummers (ISO :1998)

Nederlandse norm NEN 4001+C1. (nl) Brandbeveiliging - Projectering van draagbare en verrijdbare blustoestellen

Samen met NEN-ISO 68-1:1999 vervangt deze norm NEN 81:1982. Nederlandse norm NEN-ISO 724

Vervangt NEN 5466:1999/A2:2003; NEN 5466:1999/Ontw. A3:2004

Nederlandse norm NEN (nl) Brandbeveiliging - Projectering van draagbare en verrijdbare blustoestellen

Nederlandse norm. NEN-EN (en)

Nederlandse norm. NEN-ISO /A1 (en)

Vervangt NPR 3596:2000. Nederlandse praktijkrichtlijn. NPR 3596 (nl)

Geluidwering in woongebouwen. NPR e druk augustus 1981 UDC :

Areas and volumes of buildings - Terms, definitions and methods of determination december 2008 ICS ;

Voorbeeld. Preview. Maattoleranties voor de bouw. Begripsomschrijvingen en algemene regels

Voorbeeld. Preview. NEN-EN-ISO (en) Dit document is een voorbeeld van NEN / This document is a preview by NEN. Nederlandse

Voorbeeld. norm. Preview. NEN 2535/C1 (nl) Correctieblad

Nederlandse norm. NEN 1006/A1 (nl) Algemene voorschriften voor leidingwaterinstallaties. Vervangt NEN 1006:2015/A1:2017 Ontw. ICS

Nederlandse norm. NTA 8013 (nl) Procedure voor het controleren van PV-systemen. Procedure for checking PV-systems. ICS 27.

Vervangt NEN-EN 951-1:1993 Ontw.; NEN-EN 25:1976. Nederlandse norm. NEN-EN 951 (en) Deurbladen - Meetmethode van hoogte, breedte, dikte en haaksheid

Nederlands certificatieschema. NCS 7201 (nl) ICS ; november 2017

Verlichtingsarmaturen - Deel 2-22: Bijzondere eisen voor verlichtingsarmaturen voor noodverlichting oktober 2016 ICS

Nederlandse norm. NEN-EN-ISO 6165 (nl) Grondverzetmachines Basistypen Woordenlijst (ISO 6165:1997)

Nederlandse Technische Afspraak. NTA (nl) Evenementen - Brandvoortplanting en rookproductie van zeildoek Preview

Voorbeeld. norm. Preview. NEN 5077+C1/C3 (nl) Correctieblad

NEN 1010+C1/A1+C1 (nl)

Nederlandse norm. NEN-EN (nl) Producten van staal - Keuringsdocumenten - Lijst en omschrijving van informatie

Nederlandse norm. NEN-EN-ISO /A2 (nl)

Transcriptie:

Dit document mag slechts op een stand-alone PC worden geinstalleerd. Gebruik op een netwerk is alleen. toestaan als een aanvullende licentieovereenkomst voor netwerkgebruik met NEN is afgesloten. This document may only be used on a stand-alone PC. Use in a network is only permitted when a supplementary license agreement for us in a network with NEN has been concluded. Nederlandse praktijkrichtlijn NPR 5086 (nl) Geluidwering in woongebouwen - Geluidwering van lichte, woningscheidende wanden Noise control in dwellings - Noise control of lightweight partition walls between dwellings Vervangt NPR 5086:2002 Ontw. ICS 91.060.10; 91.120.20 juni 2006

NPR 5086 Normcommissie 351 003 "Geluidwering in gebouwen" Apart from exceptions provided by the law, nothing from this publication may be duplicated and/or published by means of photocopy, microfilm, storage in computer files or otherwise, which also applies to full or partial processing, without the written consent of the Netherlands Standardization Institute. The Netherlands Standardization Institute shall, with the exclusion of any other beneficiary, collect payments owed by third parties for duplication and/or act in and out of law, where this authority is not transferred or falls by right to the Reproduction Rights Foundation. Auteursrecht voorbehouden. Behoudens uitzondering door de wet gesteld mag zonder schriftelijke toestemming van het Nederlands Normalisatie-instituut niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van fotokopie, microfilm, opslag in computerbestanden of anderszins, hetgeen ook van toepassing is op gehele of gedeeltelijke bewerking. Het Nederlands Normalisatie-instituut is met uitsluiting van ieder ander gerechtigd de door derden verschuldigde vergoedingen voor verveelvoudiging te innen en/of daartoe in en buiten rechte op te treden, voor zover deze bevoegdheid niet is overgedragen c.q. rechtens toekomt aan de Stichting Reprorecht. Although the utmost care has been taken with this publication, errors and omissions cannot be entirely excluded. The Netherlands Standardization Institute and/or the members of the committees therefore accept no liability, not even for direct or indirect damage, occurring due to or in relation with the application of publications issued by the Netherlands Standardization Institute. Hoewel bij deze uitgave de uiterste zorg is nagestreefd, kunnen fouten en onvolledigheden niet geheel worden uitgesloten. Het Nederlands Normalisatie-instituut en/of de leden van de commissies aanvaarden derhalve geen enkele aansprakelijkheid, ook niet voor directe of indirecte schade, ontstaan door of verband houdend met toepassing van door het Nederlands Normalisatie-instituut gepubliceerde uitgaven. 2006 Nederlands Normalisatie-instituut Postbus 5059, 2600 GB Delft Telefoon (015) 2 690 390, Fax (015) 2 690 190

Inhoud Inhoud...1 Voorwoord...2 Leeswijzer...3 1 Onderwerp en toepassingsgebied...4 2 Lichte woningscheidende wanden voor I lu;k 0 db en I lu;k 5 db...4 2.1 Algemeen...4 2.2 Drie systemen van lichte woningscheidende wanden...5 2.2.1 Spouwwand van gipskartonplaten/gipsvezelplaten met gescheiden stijl- en regelwerk...6 2.2.2 Spouwwand met sandwichpanelen...7 2.2.3 Spouwwand met steenachtige blokken of panelen...8 3 Aansluitingsmogelijkheden op lichte woningscheidende wanden...9 3.1 Aansluitende wanden...12 3.2 Aansluitende vloeren...13 3.3 Aansluitende gevels...17 3.4 Aansluitende daken...19 3.5 Belangrijke ontwerpcriteria...21 4 Uitwerking van de details...22 4.1 Principes bij de uitvoering...22 4.1.1 Algemeen...22 4.1.2 Voorzetconstructies...22 4.1.3 Vloeren...24 4.2 Spouwwanden met gipskartonplaten/gipsvezelplaten en gescheiden stijl- en regelwerk...25 4.2.1 Aansluitdetails van wanden bij wandtype 1...26 4.2.2 Aansluitdetails van vloeren bij wandtype 1...34 4.2.3 Aansluitdetails van gevels bij wandtype 1...46 4.2.4 Aansluitdetails van daken bij wandtype 1...54 4.2.5 Details voor opnemen van installaties bij wandtype 1...66 4.3 Spouwwanden met sandwichpanelen...67 4.3.1 Aansluitdetails van wanden bij wandtype 2...68 4.3.2 Aansluitdetails van vloeren bij wandtype 2...76 4.3.3 Aansluitdetails van gevels bij wandtype 2...88 4.3.4 Aansluitdetails van daken bij wandtype 2...96 4.3.5 Details voor opnemen van installaties bij wandtype 2...108 4.4 Spouwwanden met steenachtige blokken of panelen...109 4.4.1 Aansluitdetails van wanden bij wandtype 3...110 4.4.2 Aansluitdetails van vloeren bij wandtype 3...118 4.4.3 Aansluitdetails van gevels bij wandtype 3...130 4.4.4 Aansluitdetails van daken bij wandtype 3...138 Bijlage A en van plattegronden...150 1

Voorwoord In de huidige bouwpraktijk komt het steeds meer voor dat gebouwen een andere bestemming krijgen. Het gaat hierbij om bijvoorbeeld oude pakhuizen, ziekenhuizen, kantoren en schoolgebouwen die worden omgebouwd naar een woonbestemming. Daarnaast komt het ook regelmatig voor, dat woningen worden omgebouwd naar kleinere eenheden; dit gebeurt onder andere in de gezondheidszorg en in projecten van 'begeleid wonen'. Bij deze categorieën bestaande gebouwen kunnen knelpunten optreden ten aanzien van de bouwtechnische mogelijkheden, de financiële aspecten en aspecten als plattegrondindeling e.d. Met name de keuze van de woningscheidende wanden vraagt daarbij veel aandacht. NPR 5070:1993 geeft hiervoor geen oplossingen, omdat hierin als uitgangspunt een massa van ten minste 500 kg/m² voor woningscheidende constructies wordt gehanteerd. Met het oog op de toelaatbare belasting op de aanwezige bouwconstructie komen hiervoor namelijk slechts wanden in aanmerking met een geringe massa per oppervlakte. Een geheel andere ontwikkeling is die binnen de nieuwbouw van woongebouwen, waarbij regelmatig woningscheidende constructies worden gepland op plaatsen waar een constructieve wand niet gewenst is. Ook in die gevallen worden lichte woningscheidende wanden toegepast. In bestaande gebouwen treft men een grote variatie van bouwkundige constructies aan. Zo zal in sommige bestaande gebouwen ook rekening moeten worden gehouden met het feit, dat de vloermassa per oppervlakte kleiner is dan de in NPR 5070 gegeven ondergrens van 500 kg/m² voor woningscheidende vloeren. Ook de flankerende geluidoverdracht, dat is de geluidoverdracht via de constructies die aansluiten op de scheidingsconstructie, kan van situatie tot situatie sterk verschillen. Voor deze gevallen wil deze praktijkrichtlijn een handreiking zijn. De gegeven constructies, aansluitdetails, voorbeeldplattegronden en de daarmee behaalde prestaties zijn gebaseerd op gegevens van verschillende, in de praktijk gerealiseerde projecten. Omdat het hier gaat om wandconstructies die in de woningbouw nog niet altijd gangbaar zijn, is de zekerheid dat de aangegeven prestaties zullen worden gehaald, minder groot dan die van NPR 5070. Daarnaast wordt voor andere constructies en andere inbouwcondities dan die in deze NPR vermeld staan, steeds aangeraden een akoestisch deskundige te raadplegen van wie op basis van zijn gespecialiseerde kennis en ervaring redelijk betrouwbare voorspellingen mogen worden verwacht. Tijdens de wordingsgeschiedenis van deze NPR is in het Bouwbesluit de contactgeluidisolatie-eis met 5 db verhoogd, waarbij naar een verblijfsgebied van een woning geldt I co +5 db en I co 0 db naar nietverblijfsgebieden. Alhoewel lichte woningscheidende wanden vooral betrekking hebben op de luchtgeluidisolatie in horizontale richting, moeten de aansluitende vloerconstructies tevens aan deze eisen voldoen. Om te voorkomen dat alleen naar de horizontale eis wordt gekeken, zijn de lucht- en contactgeluidisolatie in verticale richting in deze NPR meegenomen om te voorkomen dat bij de geluidisolatie in verticale richting alsnog problemen kunnen ontstaan. Bovendien zijn met name bij de woningscheidende vloeren wijzigingen aangebracht, die mede gebaseerd zijn op NPR 5070. Deze zijn van globale aard, zie 4.1.3. Ook ten aanzien van dit punt kan in geval van twijfel het raadzaam zijn een akoestisch deskundige te raadplegen. In de serie Nederlandse praktijkrichtlijnen verschijnen publicaties van informatief karakter, zoals toelichtingen op normen, constructieve mogelijkheden, werkmethoden en fabricagegevens. Aan deze publicaties mag geen normatieve waarde worden toegekend. Als basis voor deze praktijkrichtlijn heeft het Bouwcentrumrapport nr. 6346 (1985) "Praktijkrichtlijn Geluidwering lichte woningscheidende wanden" gediend, en recente ervaringen opgedaan met diverse wandsystemen onder verschillende inbouwcondities. 2

Leeswijzer In deze NPR komen constructies aan de orde die zijn afgestemd op een I lu;k 0 db en I lu;k 5 db. De keuze en detaillering van de lichte woningscheidende wanden en de daarop aansluitende flankerende constructies vinden in principe in drie stappen plaats. In hoofdstuk 2 worden in 2.1 de uitgangspunten gegeven voor de lichte woningscheidende wand, waarna in 2.2.1 t.m. 2.2.3 voorbeelden worden gegeven van constructies die voldoen aan deze uitgangspunten. In hoofdstuk 3 worden, onafhankelijk van het wandtype, vervolgens de principedetails gegeven voor de aansluiting op wanden, vloeren, gevels en daken. Het gaat hierbij ook om de vraag of er allerlei voorzetconstructies op de flankerende wegen moeten worden toegepast. In hoofdstuk 4 wordt dan een aantal aansluitdetails nader uitgewerkt van de in 2.2 gegeven lichte woningscheidende wanden op een aantal flankerende constructies. De nadruk valt hierbij op de wandsystemen zelf en de aansluitende constructies, zodat de aansluitingen op verantwoorde wijze kunnen worden aangebracht. Tevens wordt de opbouw uitgewerkt van voorzetconstructies: buigslappe voorzetwanden, gesloten vrijdragende plafonds en zwevende dekvloeren. In bijlage A wordt tenslotte ingegaan op specifieke situaties bij woningen met gemeenschappelijke voorzieningen, met betrekking tot de invloed van de geluidisolatie van deuren. 3

1 Onderwerp en toepassingsgebied Deze praktijkrichtlijn geeft aanwijzingen voor de uitvoering van een aantal bouwkundige oplossingen voor lichte woningscheidende wanden bij: bestaande woningen en woongebouwen; verbouwing van niet-woongebouwen naar woongebouwen; nieuwbouwsituaties. Uitgangspunt hierbij is het realiseren van twee niveaus van lucht- en contactgeluidisolatie conform het Bouwbesluit:2003. Voor de opgenomen bouwkundige oplossingen worden prognoses gegeven omtrent de te verwachten prestaties ten aanzien van de lucht- en contactgeluidisolatie. OPMERKING 1 Deze praktijkrichtlijn is vooral van toepassing in die gevallen, waarin de NPR 5070:2005 niet voorziet. Het gaat dan om woningscheidende wanden met een massa per oppervlakte kleiner dan 200 kg/m². OPMERKING 2 Het ontwerp van een bouwplan kan nooit 100 % zekerheid verschaffen omtrent de te verkrijgen prestaties. Het resultaat is, behalve van het ontwerp, ook afhankelijk van het uitvoeringsniveau. De aanwijzingen die in deze praktijkrichtlijn worden gegeven, gaan daarbij uit van een goede en correcte uitvoering. Maar zelfs dan kan niet met zekerheid worden gesteld dat aan de vermelde prestaties kan worden voldaan omdat, behalve de in deze praktijkrichtlijn behandelde scheidingsconstructies en hun aansluitingen, andere factoren in het (bestaande) ontwerp een rol spelen, zoals onzekerheid over het gewicht en opbouw van de diverse constructies. OPMERKING 3 De in deze praktijkrichtlijn opgenomen karakteristieke isolatie-indices zijn zo veel mogelijk op praktijkmetingen gebaseerd. Echter, van bepaalde constructies waren slechts weinig voorbeelden voorhanden. Bovendien spelen de bestaande constructies en de soms beperkte mogelijkheden tot plattegrondindeling bij bestaande gebouwen een belangrijke rol. De vermelde karakteristieke isolatie-indices moeten dan ook worden gezien als prognoses op basis van laboratoriummetingen, deskundig inzicht en metingen in verschillende praktijksituaties. OPMERKING 4 Er bestaan diverse methoden om de luchtgeluidisolatie uit te drukken in één getal zoals I lu;k, I lu D nta en R w. In NPR 5079:1999 worden al deze grootheden besproken en de relatie met de I lu;k aangeduid. In deze publicatie wordt de I lu;k als uitgangspunt genomen, zoals vermeld in het Bouwbesluit en in NEN 5077:2001. Voor de laboratoriumgeluidisolatie van constructies zal uitsluitend gebruik worden gemaakt van de meest recente methode voor het uitdrukken hiervan in één getal, zoals toegelicht in NPR 5079:1999. OPMERKING 5 In deze praktijkrichtlijn ligt de nadruk op de luchtgeluidisolatie. Dit wordt veroorzaakt door het feit dat lichte woningscheidende wanden vooral de luchtgeluidisolatie beïnvloeden. Daar waar de I co van belang is, wordt aangegeven of de aansluitende vloerconstructie tevens geschikt is voor I co 0 db. OPMERKING 6 Bij de betrouwbaarheid van de gegeven constructies is uitgegaan van de zogenoemde 80/20-regel zoals die is uitgewerkt NPR 5092:1999. Hierbij is als uitgangspunt gekozen het systeem dat qua flankerende geluidoverdracht het meest kritisch is ten aanzien van het voldoen aan de geluideisen. 2 Lichte woningscheidende wanden voor I lu;k 0 db en I lu;k 5 db In dit hoofdstuk worden eerst in 2.1 de algemene uitgangspunten voor lichte woningscheidende wanden gegeven. Alle wanden die aan deze uitgangspunten voldoen kunnen in principe worden toegepast. In 2.2 worden in drie subparagrafen drie systemen van lichte woningscheidende wanden behandeld, die aan de uitgangspunten van 2.1 voldoen. 2.1 Algemeen In deze paragraaf worden de algemene uitgangspunten geformuleerd, waaraan lichte woningscheidende wanden moeten voldoen om in de praktijk te kunnen worden toegepast bij situaties met I lu;k 0 db en 4

I lu;k 5 db. Er wordt uitgegaan van de geluidisolatie van de lichte woningscheidende wand zoals gemeten in het laboratorium volgens NEN-EN-ISO 140-3, uitgedrukt in één getal volgens NEN-EN-ISO 717 op de wijze zoals toegelicht in NPR 5079:1999. De relevante grootheid is hierbij de A-gewogen luchtgeluidisolatie buurgeluid, aangeduid als R A (=R w +C ). Voor I lu;k 0 db gelden binnen deze NPR de volgende randvoorwaarden: a) De in het laboratorium gemeten luchtgeluidisolatie bedraagt ten minste R A 57 db. b) Bij de meting in het laboratorium zijn alle componenten van de wand in één ruimte van de laboratoriumopstelling bevestigd. c) De massa van de wand is maximaal 200 kg/m². Voor I lu;k 5 db gelden de volgende aannames: a) De in het laboratorium gemeten luchtgeluidisolatie bedraagt ten minste R A 52 db. b) Bij de meting in het laboratorium zijn alle componenten van de wand in één ruimte van de laboratoriumopstelling bevestigd. c) De massa van de wand is maximaal 200 kg/m². OPMERKING 1 De bovengenoemde laboratoriumwaarden liggen voor de wandconstructie ca. 5 db hoger dan uiteindelijk nodig. Aangezien echter in het laboratorium geen flankerende overdracht plaatsvindt, en dat in de praktijk altijd wel het geval is, zal de geluidisolatiewaarde in de praktijk altijd lager zijn. De in hoofdstuk 3 opgenomen principedetails behoren ervoor te zorgen, dat de flankerende geluidoverdracht zo beperkt blijft, dat aan de eis van 0 db respectievelijk 5 db kan worden voldaan. OPMERKING 2 De randvoorwaarden zijn zo geformuleerd, dat nieuwe lichte wandsystemen die aan bovengenoemde randvoorwaarden voldoen tevens onder deze NPR kunnen worden toegepast. In BRL 1003 zijn eisen opgenomen voor niet-dragende scheidingswanden. 2.2 Drie systemen van lichte woningscheidende wanden In deze paragraaf worden drie wandsystemen behandeld: spouwwand van gipskartonplaten/gipsvezelplaten met gescheiden stijl- en regelwerk; spouwwand met sandwichpanelen; spouwwand met steenachtige blokken of panelen. Binnen deze wandsystemen zijn er zowel wanden die voldoen aan de R A - waarde van 52 db als die van 57 db. Een aantal wanden binnen deze drie systemen wordt nader beschreven als voorbeeld. 5

2.2.1 Spouwwand van gipskartonplaten/gipsvezelplaten met gescheiden stijl- en regelwerk wandtype 1 (metaal of hout) Stijlen : Gescheiden, metalen C-profielen of houten stijl-regelwerk h.o.h. 400/600 mm Spouwbreedte : Spouwvulling : 105 mm (type 1a); 155 mm (type 1b) steenwol 30 kg/m³ glaswol 16 kg/m³ dikte 45 mm (type1a); 70 mm (type1b) Spouwbladen : gipskartonplaten/gipsvezelplaten Totale massa : ca. 46 kg/m² Figuur 1 Wandtype 1 (metaal of hout) OPMERKING 1 Ook andere plaatmaterialen met een buigslap karakter komen in aanmerking. Ander buigslap materiaal is bijvoorbeeld spaanplaat mits de dikte beperkt blijft tot ca. 12 mm. Om de massa per spouwblad te realiseren moeten dan een aantal lagen op elkaar worden geschroefd. Algemeen uitgangspunt hierbij is dat de coïncidentiefrequentie van het materiaal hoger is dan 1500 Hz. OPMERKING 2 regelwerk. Alleen C-profielen worden getekend, zij mogen echter ook worden vervangen door houten stijl- en Type 1a is alleen geschikt voor toepassing voor I lu;k 5 db, type 1b voor I lu;k 0 db. De wandtypen 1a en 1b worden nader omschreven in tabel 1. Tabel 1 Toepasbare wandconstructies met gipskartonplaten/gipsvezelplaten of andere buigslappe plaatmaterialen (f g 1500 Hz) Type Totale massa per oppervlakte van de Minimale spouwbreedte Stijlen Minimale h.o.h. afstand tussen stijlen Minimale dikte spouwvulling minerale wol spouwbladen kg/m 2 mm mm mm 1a 46 105 hout of metalen C-profielen, gescheiden 400 45 1b 46 155 hout of metalen C-profielen, gescheiden 400 70 6

2.2.2 Spouwwand met sandwichpanelen wandtype 2 Dit type wanden bestaat uit verdiepingshoge panelen, opgebouwd uit een kern van vlasvezelplaat, houtvezelplaat of strovezelplaat (massa > 380 kg/m³), met aan weerszijden een circa 9,5 mm dikke gipskartonplaat/gipsvezelplaat (in het algemeen over het hele oppervlak verlijmd). De massa per oppervlakte per spouwblad bedraagt 31 kg/m² tot 35 kg/m². Spouwbreedte : 40 mm type 2a 90 mm type 2b 60 mm type 2c Spouwvulling : minerale wol, 40 mm; massa ca. 45 kg/m 3 Spouwbladen : totale massa ca. 64 kg/m² (type 2a en 2b); totale massa ca. 72 kg/m² (type 2c) Voorwaarden : zie 4.3 Figuur 2 Wandtype 2 Wandtype 2a is in principe geschikt voor l lu;k 5 db en de wandtypen 2b en 2c voor l lu;k 0 db. De wandtypen 2a, 2b en 2c worden nader omschreven in tabel 2. Tabel 2 Toepasbare wandconstructies van sandwichpanelen Type Totale massa per oppervlakte van de spouwbladen Dikte wand Minimale spouwbreedte Minimale dikte spouwvulling minerale wol kg/m 2 mm mm mm 2a ca. 64 148 40 40 2b ca. 64 200 90 40 2c ca. 72 200 60 40 7

2.2.3 Spouwwand met steenachtige blokken of panelen wandtype 3 De spouwbladen worden opgetrokken in gelijmde blokken of panelen van cellenbeton, gips, gebakken steen of dergelijke en worden, met name bij poreuze materialen, met een raaplaag aan de zichtzijde luchtdicht afgewerkt. Spouwbreedte : 50 mm Spouwvulling : minerale wol, dikte 40 mm massa steenwol 30 kg/m³ massa glaswol 16 kg/m³ Spouwbladen : De totale massa van beide spouwbladen hangt af van het wandtype: zie tabel 3 Figuur 3 Wandtype 3 Wandtype 3a is in principe geschikt voor l lu;k 5 db, de wandtypen 3b en 3c voor l lu;k 0 db. De wandtypen 3a, 3b en 3c worden nader omschreven in tabel 3. Tabel 3 Toepasbare spouwconstructies van steenachtige materialen Type Totale massa per oppervlakte van de spouwbladen Minimale spouwbreedte Minimale dikte spouwvulling minerale wol kg/m 2 mm mm 3a 100 50 40 3b 100 (met voorzetwand) 50 40 3c ca. 200 50 40 Wandtype 3b behoort voor het realiseren van l lu;k 0 db (R A 57 db) altijd te worden voorzien van een speciale buigslappe voorzetwand, die in principe als volgt wordt opgebouwd: 25 mm metalen Z-profielen h.o.h. 600 mm, die op één spouwblad worden vastgeschroefd; tussen de Z-profielen 25 mm steenwol of glaswol met een volumieke massa van ca 80 kg/m3 resp. 40 kg/m 3 ; 8

aan de andere zijde van het Z-profiel een gipskartonplaat/gipsvezelplaat met een dikte van 12,5 mm. Voor de volumieke massa's van de diverse soorten steenachtige materialen, zie het attest-met-productcertificaat van het toe te passen product. Ook kan worden uitgegaan van de in tabel 4 vermelde richtwaarden. Tabel 4 Richtwaarden van de volumieke massa van een aantal massieve bouwmaterialen Materiaal Volumieke massa kg/m³ gevelklinkers kalkzandsteen lichte gebakken steen gipsblokken zwaar gipsblokken licht gipskartonplaten gipsvezelplaten verzwaarde gipsvezelplaten cellenbeton zwaar cellenbeton licht gewapend grindbeton zonder toevoeging van granulaat ongewapend grindbeton (met puingranulaat maximaal 20 % grindvervanging) gewapend grindbeton (met puingranuaat maximaal 20 % grindvervanging) ongewapend beton (met puingranulaat tot 100 % grindvervanging) zandcement dekvloer anhydriet dekvloer 1900 1750 1100 1250 825 740 1000 1250 800 600 2400 2300 2350 2100 1900 2200 OPMERKING 1 Behalve bij een verend opgelegde dekvloer, is het noodzakelijk dat een goede hechting wordt verkregen tussen de draagvloer en de dekvloer. Bij een slechte hechting kunnen namelijk kleine spouwtjes ontstaan, waardoor plaatselijk de lucht- en contactgeluidisolatie kunnen verslechteren. Alleen bij een goede hechting mogen de massa s van de basisconstructie en van de afwerklaag bij elkaar worden opgeteld. Bij toepassing van folie als scheidingslaag bij toepassing van anhydriet wordt geen goede hechting en aansluiting verkregen tussen draagvloer en dekvloer, waardoor bovengenoemde ongerechtigheden ontstaan. Deze maatregel moet dan ook ten sterkste worden ontraden. Bij compoundspray is de aansluiting beter. Ook bij wanden voorzien van pleisterlagen kan dit effect optreden, waarbij er met name een verslechtering van de luchtgeluidisolatie optreedt. OPMERKING 2 Bij bovengenoemde massagegevens wordt uitgegaan van een zogeheten onderwaarde. Bij gebruik van andere waarden, moet men eveneens van dit principe uit gaan. Andere gegevens kunnen bijvoorbeeld worden ontleend aan de NEN-EN 771 serie. Niet alle waarden zijn zonder meer bruikbaar, zo gaan constructeurs meestal uit van de zogeheten bovenwaarde. De waarden in de tabel zijn aan de veilige kant. Hierbij is uitgegaan van het evenwichtsvochtgehalte bij veel voorkomende waarden van temperatuur en relatieve vochtigheid. 3 Aansluitingsmogelijkheden op lichte woningscheidende wanden Om lichte woningscheidende wanden op de juiste manier in de praktijk toe te kunnen passen, behoren aan de aansluitende constructies nadere eisen te worden gesteld. In dit hoofdstuk worden de principeoplossingen schematisch uitgewerkt. 9

De aansluitmogelijkheden van wanden, vloeren, gevels en daken zijn in principe onafhankelijk van het type lichte woningscheidende wand. Het is hierbij alleen van belang of de wand voldoet aan R A 52 db of R A 57 db en aan de in 2.1 vermelde uitgangspunten. De arcering voor wandtype A met een R A 52 db en die voor wandtype B met een R A 57 db zijn weergegeven in figuur 4. wandtype A wandtype B R A 52 db R A 57 db Figuur 4 Arcering van de wandtypen A en B in de principedetails Bij de principeschetsen worden twee kwaliteitsklassen onderscheiden, te weten: I lu;k 0 db; I lu;k 5 db. In de linkerkolom staat de principeschets voor I lu;k 0 db uitgewerkt, in de rechterkolom I lu;k 5 db. De aansluitende constructies zijn in de volgende categorieën onderverdeeld: aansluitende wanden, afgekort W: W1 : wanden die rechtstreeks aansluiten op de lichte woningscheidende wand en zelf geen woningscheidende functie hebben; W2 : massieve wand met een massa 520 kg/m² (voor 5 db 350 kg/m²); W3 : massieve wand met een massa 170 kg/m²; W4 : massieve wand met een massa 100 kg/m²; W5 : lichte woningscheidende wand met dezelfde opbouw; aansluitende vloeren, afgekort V: V1 : massieve vloer met een massa 800 kg/m² (zie ook 4.1.3; voor 5 db 600 kg/m²); V2 : massieve vloer met een massa 250 kg/m²; V3 : begane-grondvloer met een massa 250 kg/m²; V4 : houten vloer met balklaag evenwijdig aan de scheidingswand; V5 : als V4 maar nu met woningscheidende houten vloerconstructie (zie ook 4.1.3); 10

aansluitende gevels, afgekort G: G1 : massieve gevel met een massa 400 kg/m² (voor 5 db 250 kg/m²); G2 : gevel met spouwconstructie met een binnenspouwblad met een massa 170 kg/m²; G3 : gevel met spouwconstructie met een binnenspouwblad met een massa >100 kg/m²; G4 : licht gevelpaneel <100 kg/m²; aansluitende daken, afgekort D: D1 : massief plat dak met een massa 450 kg/m² (voor 5 db 400 kg/m²); D2 : massief plat dak met een massa 250 kg/m²; D3 : massief plat dak met een massa 100 kg/m²; D4 : houten hellend dak met dakplaten en dakpannen met hardschuim als isolatiemateriaal; D5 : houten hellend dak met dakplaten en dakpannen met minerale wol als isolatiemateriaal; D6 : houten plat dak. Bij de principeschetsen staat tevens aangegeven of een voorzetconstructie noodzakelijk is. Deze constructies kunnen zijn: a) de buigslappe voorzetwanden voor wanden en gevels; b) de zwevende dekvloeren voor vloeren; c) de gesloten vrijdragende plafonds voor onder houten vloeren en lichte steenachtige vloeren en platte daken; d) de gesloten gipskarton- of gipsvezelplatenplafonds bij hellende daken, rechtstreeks aangebracht tegen de gordingen. In de tekeningen is apart vermeld of de aansluitende constructies tevens geschikt zijn als woningscheiding. Dit geldt dan met name voor aansluitende vloeren en wanden. In 4.1 zijn deze voorzetconstructies nader uitgewerkt. OPMERKING Voorts kan als algemeen uitgangspunt worden genomen, dat als een detail geschikt is voor I lu;k 0 db, het altijd mogelijk is om hier een I lu;k 5 db constructie van te maken door wandtype B te vervangen door wandtype A en de rest van het detail gelijk te houden. 11

3.1 Aansluitende wanden In figuren 5 en 6 worden de principeschetsen weergegeven van een woningscheidende spouwwand (type A of B) met telkens een andere aansluitende wand (W1 t.m. W5). Geschikt voor I lu;k 0 db Geschikt voor I lu;k 5 db Wandtype B sluit aan op enkelvoudige massieve wand, m 520 kg/m² Wandtype A sluit aan op enkelvoudige massieve wand, m 350 kg/m² Wandtype B sluit aan op enkelvoudige wand, m 170 kg/m²; met voorzetwand Wandtype B sluit aan op enkelvoudige wand, m 170 kg/m²; Figuur 5 Principeschetsen van wand 1 (W1) t.m. wand 3 (W3) 12

Geschikt voor I lu;k 0 db Geschikt voor I lu;k 5 db Wandtype B sluit aan op enkelvoudige onderbroken wand, m 100 kg/m²; met voorzetwand Wandtype B sluit aan op enkelvoudige onderbroken wand, m 100 kg/m²; W5 W5 Wandtype B sluit aan op onderbroken wand van dezelfde opbouw (Tevens geschikt als woningscheidende wand) Wandtype A sluit aan op onderbroken wand van dezelfde opbouw Figuur 6 Principeschetsen van wand 4 (W4) en wand 5 (W5) Voor aansluitdetails van aansluitende wanden bij wandtype B en A, zie 4.2.1, 4.3.1 en 4.4.1. 3.2 Aansluitende vloeren In figuren 7, 8 en 9 worden de principeschetsen van een woningscheidende spouwwand (type A of B) met de verschillende categorieën aansluitende vloeren (V1 t.m. V5). Voor aansluitdetails van onder- en bovenaansluitingen van vloerconstructies bij wandtype 1, 2 en 3 zie respectievelijk 4.2.2, 4.3.2 en 4.4.2. 13

Bestelformulier Stuur naar: NEN Standards Products & Services t.a.v. afdeling Klantenservice Antwoordnummer 10214 2600 WB Delft NEN Standards Products & Services Postbus 5059 2600 GB Delft Vlinderweg 6 2623 AX Delft Ja, ik bestel ex. nl Geluidwering in woongebouwen - Geluidwering van lichte, woningscheidende wanden 91.00 T (015) 2 690 390 F (015) 2 690 271 www.nen.nl/normshop Wilt u deze norm in PDF-formaat? Deze bestelt u eenvoudig via www.nen.nl/normshop Gratis e-mailnieuwsbrieven Wilt u op de hoogte blijven van de laatste ontwikkelingen op het gebied van normen, normalisatie en regelgeving? Neem dan een gratis abonnement op een van onze e-mailnieuwsbrieven. www.nen.nl/nieuwsbrieven Gegevens Bedrijf / Instelling T.a.v. O M O V E-mail Klantnummer NEN Uw ordernummer BTW nummer Postbus / Adres Postcode Plaats Telefoon Fax Factuuradres (indien dit afwijkt van bovenstaand adres) Postbus / Adres Postcode Plaats Datum Handtekening Retourneren Fax: 015 2 690 271 E-mail: klantenservice@nen.nl Post: NEN Standards Products & Services, t.a.v. afdeling Klantenservice Antwoordnummer 10214, 2600 WB Delft (geen postzegel nodig). Voorwaarden De prijzen zijn geldig tot 31 december 2018, tenzij anders aangegeven. Alle prijzen zijn excl. btw, verzend- en handelingskosten en onder voorbehoud bij o.m. ISO- en IEC-normen. Bestelt u via de normshop een pdf, dan betaalt u geen handeling en verzendkosten. Meer informatie: telefoon 015 2 690 391, dagelijks van 8.30 tot 17.00 uur. Wijzigingen en typefouten in teksten en prijsinformatie voorbehouden. U kunt onze algemene voorwaarden terugvinden op: www.nen.nl/leveringsvoorwaarden. LEREN, WERKEN EN GROEIEN MET NEN preview - 2018