Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitoflame 100 type VEH III Olie-ventilatorbrander voor Vitoplex 200 en 300, 80 tot 300 kw voor Vitorond 100 en 200, 80 tot 270 kw voor Vitoradial 300-T, 90 tot 300 kw VITOFLAME 100 5/2009 Na montage deze handleiding recyclen!
Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële schade. Toelichting bij veiligheidsvoorschriften Gevaar Dit teken waarschuwt voor persoonlijk letsel. Opmerking Gegevens met het woord "Opmerking" bevatten aanvullende informatie. Doelgroep Deze handleiding is alleen bedoeld voor de installateur. Werkzaamheden aan gasinstallaties mogen alleen door bevoegde installateurs worden uitgevoerd Elektrische werkzaamheden mogen alleen door bevoegde elektromonteurs worden uitgevoerd. Voorschriften Let bij de werkzaamheden op de ARBO voorschriften, de wettelijke voorschriften inzake milieubescherming, EN, NEN, VEWIN voorschriften, het bouwbesluit en eventuele lokale voorschriften. Werkzaamheden aan de installatie Schakel de installatie spanningsloos. Installatie beveiligen tegen opnieuw inschakelen. Bij gas als brandstof de gastoevoer afsluiten en beveiligen tegen onverhoeds openen. 2
Inhoudsopgave Montageverloop Brander aan Vitoplex 200/300 en Vitoradial 300-T monteren... 4 Brander aan Vitorond 200, type VD2 monteren... 6 Brander aan Vitorond 100, type VR2B monteren... 8 Oliefilter... 9 Oliefilter voor tweepijpssysteem... 9 Oliefilter voor eenpijpssysteem... 10 Olietoevoer... 11 Olietoevoer als tweepijpssysteem bouwen... 12 Hooggelegen tank... 12 Laaggelegen tank... 13 Olietoevoer als eenpijpssysteem bouwen... 14 Hooggelegen tank... 14 Laaggelegen tank... 15 Elektrische leidingen aansluiten... 15 Motorbescherming aansluiten... 16 Stekker fa en lö aansluiten... 17 Branderkap monteren... 18 Inbedrijfstelling en afstelling... 19 3
Brander aan Vitoplex 200/300 en Vitoradial 300-T monteren 5. 1. 2. 4x 4x 3. 4. A Afdichting (> 150 kw) B Branderplaat (> 150 kw) C Afdichting voor branderflens Opmerking Indien nodig, opening in het isolatieblok van de keteldeur voor de doorvoer van de vlambeker uitsnijden. 4
Brander aan Vitoplex 200/300 en Vitoradial (vervolg) 3. 1. 2. 2. 4x Opmerking Bij de brandermaten 90 en 115 kw aan de Vitoradial 300-T, type VR3 en aan de Vitoplex 300, type TX3A en bij de brandermaat 120 kw aan de Vitoplex 200, type SX2, het meegeleverde vlambuiselement monteren; open daartoe de keteldeur en sluit hem weer. Ringspleet tussen vlambeker en isolatieblok in de keteldeur met de meegeleverde vlambekerafdichting A dichtstoppen; daartoe keteldeur openen en daarna weer sluiten. 5
Brander aan Vitorond 200, type VD2 monteren 1. 4. 3. 4x 4x 5. 2. A Branderplaat (apart verpakt) B Markering BOVEN C Afdichting voor branderflens Opmerking Isolatiemat maximaal in overeenstemming met de opening van de branderplaat uitsnijden. Warmte-isolatieblok in de keteldeur voor doorvoer van de branderbuis langs de markering uitsnijden. 6
Brander aan Vitorond 200, type VD2 monteren (vervolg) 1. 4x 1. Opmerking Ringspleet tussen vlambeker en isolatieblok in de keteldeur met de meegeleverde vlambekerafdichting A dichtstoppen, daartoe keteldeur openen en daarna weer sluiten. 7
Brander aan Vitorond 100, type VR2B monteren 1. 1. 4x A Afdichtplaat Opmerking Stelpoten B aan de verwarmingsketel circa 85 mm uitdraaien. Bij de brandermaat 100 kw het meegeleverde vlambuiselement monteren; daartoe de keteldeur openen en vervolgens weer sluiten. 8
Oliefilter Oliefilter voor tweepijpssysteem A Olietoevoerleiding van de tank B Naar de oliepomp aan de brander C Van de oliepomp aan de brander D Retour naar de tank In de olietoevoer beslist een oliefilter R ⅜ inbouwen. 9
Oliefilter (vervolg) Oliefilter voor eenpijpssysteem A Olietoevoerleiding van de tank B Naar de oliepomp aan de brander In de olietoevoer beslist een eenpijpsoliefilter R ⅜ (filterfijnheid maximaal 50 μm) en een olie-ontluchter inbouwen. Wij adviseren: C Van de oliepomp aan de brander Automatische olie-ontluchter met filter: FloCo-Top-K (filterfijnheid 50 μm) Voor vervanging bij onderhoudswerkzaamheden: oliefilterelement Siku 50 μm 10
Olietoevoer Opmerking Neem ook de eisen aan olieleidingen volgens DIN 4755-2 in acht. Wanneer de olietoevoer moet worden omgebouwd van een tweepijpssysteem naar een eenpijpssysteem, moet de zuigleidingdiameter eveneens worden uitgevoerd volgens de tabel op pagina 14. Het hoogteverschil H tussen de oliebranderpomp en de voetklep in de tank mag niet meer zijn dan: bij laaggelegen tank 3,5 m bij hooggelegen tank 4 m Grotere hoogteverschillen leiden tot geluidsvorming en slijtage van de pomp. Wanneer de zuighoogte of de maximale pijpleidinglengte bij laaggelegen tank groter is dan aangegeven in de desbetreffende tabellen, is een olielaadpomp vereist. Wanneer een olielaadpomp is geïnstalleerd, mag de druk aan de zuigaansluitingen van de oliebranderpomp maximaal 2 bar bedragen en de oliebrander moet zijn beschermd door een extra magneetklep. De leiding van de magneetklep aansluiten: Montagehandleiding accessoires 1. Afmeting olieleiding kiezen aan de hand van de volgende tabel. 2. Olieleiding monteren. 3. Vóór de dichtheidscontrole de oliebrander van de olieleiding scheiden. 4. Olieleiding en oliefilter controleren met een dichtheidscontroletoestel (minimaal 5 bar overdruk). Opmerking Daarbij mag de oliebrander niet zijn aangesloten. De olieleidingen en verbindingen moeten absoluut dicht zijn! Door ondichtheden in de zuigleiding werd lucht aangezogen, die tot het nadruppelen van de brander leidt. 5. Oliebrander aan het oliefilter aansluiten. Opmerking Wanneer de eisen van de lokale waterwetgeving het gebruik van een antihefklep vereisen en het tankvulniveau hoger ligt dan het diepste punt van de zuigleiding, adviseren we een elektrisch te bedienen antihefklep te monteren. 11
Olietoevoer als tweepijpssysteem bouwen Hooggelegen tank H A Voetklep B Oliefilter Zuighoogte H Diameter zuigleiding in mm 8x1 10x1 12x1 in m Maximale leidinglengte in m *1 +4,0 21 67 100 +3,5 20 63 100 +3,0 19 59 100 +2,5 17 55 100 +2,0 16 51 100 +1,5 15 46 100 +1,0 13 42 100 +0,5 12 38 94 *1 Er wordt uitgegaan van een totaal drukverlies van 0,35 bar voor lichte huisbrandolie van 6,0 cst (DIN 51603-1) waarbij rekening wordt gehouden van 4 leidingbochten, 1 afsluitklep, 1 voetklep en 1 oliefilter. 12
Olietoevoer als tweepijpssysteem bouwen (vervolg) Laaggelegen tank H A Voetklep B Oliefilter Zuighoogte H Diameter zuigleiding in mm 8x1 10x1 12x1 in m Maximale leidinglengte in m *1 0 11 34 84 0,5 10 30 74 1,0 8 26 64 1,5 7 22 54 2,0 6 18 44 2,5 4 14 34 3,0 10 24 3,5 6 14 *1 Er wordt uitgegaan van een totaal drukverlies van 0,35 bar voor lichte huisbrandolie van 6,0 cst (DIN 51603-1) waarbij rekening wordt gehouden van 4 leidingbochten, 1 afsluitklep, 1 voetklep en 1 oliefilter. 13
Olietoevoer als eenpijpssysteem bouwen Hooggelegen tank H A Voetklep B Oliefilter C Oliefilter Zuighoogte Nominaal vermogen van de verwarmingsketel in kw H 80 tot 105 115 tot 200 225 tot 300 Diameter zuigleiding in mm 8x1 10x1 8x1 10x1 12x1 8x1 10x1 12x1 in m Maximale leidinglengte in m *1 +4,0 100 100 64 100 100 43 100 100 +3,5 100 100 60 100 100 40 100 100 +3,0 100 100 56 100 100 38 100 100 +2,5 100 100 52 100 100 35 100 100 +2,0 97 100 49 100 100 33 100 100 +1,5 90 100 45 100 100 30 94 100 +1,0 82 100 41 100 100 27 86 100 +0,5 74 100 37 100 100 24 78 100 *1 Er wordt uitgegaan van een totaal drukverlies van 0,35 bar voor lichte huisbrandolie van 6,0 cst (DIN 51603-1) waarbij rekening wordt gehouden van 4 leidingbochten, 1 afsluitklep, 1 voetklep en 1 oliefilter. 14
Olietoevoer als eenpijpssysteem bouwen (vervolg) Laaggelegen tank H A Voetklep B Oliefilter C Olie-ontluchter Zuighoogte H Nominaal vermogen van de verwarmingsketel in kw 80 tot 105 115 tot 200 225 tot 300 Diameter zuigleiding in mm 8x1 10x1 8x1 10x1 8x1 10x1 12x1 in m Maximale leidinglengte in m *1 0 32 100 100 100 22 70 100 0,5 28 100 93 100 19 61 100 1,0 24 100 80 100 16 53 100 1,5 20 100 68 100 14 45 100 2,0 17 100 56 100 11 36 88 2,5 13 84 43 100 8 28 67 3,0 9 59 31 75 6 19 47 3,5 5 35 19 45 3 11 26 Elektrische leidingen aansluiten Opmerking Aansluitingen L 1 en N van de netaansluiting van de regeling mogen niet zijn verwisseld. *1 Er wordt uitgegaan van een totaal drukverlies van 0,35 bar voor lichte huisbrandolie van 6,0 cst (DIN 51603-1) waarbij rekening wordt gehouden van 4 leidingbochten, 1 afsluitklep, 1 voetklep en 1 oliefilter. 15
Motorbescherming aansluiten 40 A Motorbeveiliging B naar de netaansluiting 16
Stekker fa en lö aansluiten 41 41 90 90 A naar de regeling 17
Branderkap monteren 2. 1. 18
Inbedrijfstelling en afstelling Servicehandleiding Gevaar Het aanraken van spanning voerende onderdelen kan door elektrische stroom tot ernstige verwondingen leiden. U mag de brander uitsluitend gebruiken met gemonteerde branderkap. Uitzondering: instellingsactiviteiten door de cv-installateur. 19
Gedrukt op milieuvriendelijk, chloorvrij gebleekt papier 20 Viessmann Nederland B.V. Postbus 322 2900 AH Capelle a/d IJssel Tel. : 010-458 44 44 Fax : 010-458 70 72 e-mail : info-nl@viessmann.com www.viessmann.com Technische wijzigingen voorbehouden.