Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Regeling procedure aanwijzing groepen functies en herplaatsing BZK 2008



Vergelijkbare documenten
KLACHTENREGELING Stichting MONTON

KLACHTENREGELING CEDERGROEP

HOOFDSTUK 1: BEGRIPSBEPALINGEN. Artikel 1 HOOFDSTUK 2: BEHANDELING VAN DE KLACHTEN. Paragraaf 1: De contactpersoon

Reglement voorfase klachtbehandeling H 3 O ten behoeve van het primair en voortgezet onderwijs

Klachtenregeling Staring College

KLACHTENREGELING. Klachtenregeling Sint-Christoffel Versie 19 november 2013 Pagina 1

f. Klachtencoördinator: de klachtencoördinator als bedoeld in artikel 1 van de Uitvoeringsregeling

REGELING BEZWAARSCHRIFTENPROCEDURE AWB STICHTING WAARBORGFONDS POLITIE BESLUIT. Begripsbepalingen. De commissie voor de bezwaarschriften

Klachtenregeling Voor het primair en voortgezet onderwijs van de Stichting Het Rijnlands Lyceum

Klachtenregeling Stichting Katholieke Onderwijs Centrale

Klachtenregeling CVO t Gooi

Artikel 2. Behandeling van de klachten. Aanstelling en taken vertrouwenspersoon

Model klachtenregeling primair en voortgezet onderwijs

Klachtenregeling. Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen

c. klager : degene die een klacht indient; d. aangeklaagde : degene op wiens besluit of op wiens handelen of nalaten de klacht betrekking heeft;

Klachtenregeling Bovenschoolse directie Herzien juli 2010

Klachtenregeling REVACARE Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Klachtenregeling Bonaventuracollege

Klachtenregeling Datum: 1 november 2014

Het bevoegd gezag van de Stichting Openbaar Onderwijs PRESENT

Klachtenregeling Openbaar Primair Onderwijs Zuid Kennemerland

Logo proo Klachtenregeling

Klachtenregeling van Auro, Stichting voor Openbaar Primair Onderwijs. Het bevoegd gezag Auro,

Verordening behandeling bezwaarschriften 2006

Klachtenregeling. Omnisscholen

ALMEERSE SCHOLEN GROEP

Hoofstuk 1: Begripsbepalingen 2 Artikel 1 Begripsbepalingen 2

Klachtenregeling Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Ede

Klachtenregeling/vertrouwenspersoon Stichting TOPKI

Klachtenregeling Openbare Scholengroep Vlaardingen Schiedam (OSVS)

Gewijzigde Voorbeeldregeling Melding Vermoeden Misstand 2013

Bijlage 2: Klachtenregeling

Klachtenregeling Jeugdwet

Protocol Klachtenregeling OPO IJmond, locatie O.B.S. de Molenweid

KLACHTENREGELING. Directiestatuut Pagina 1 van 8

HOOFDSTUK 1: BEGRIPSBEPALINGEN Artikel HOOFDSTUK 2: BEHANDELING VAN DE KLACHTEN... 2

Klachtenregeling Voor het primair en voortgezet onderwijs van de Stichting Het Rijnlands Lyceum

REGELING BEZWAARSCHRIFTENPROCEDURE AWB NEDERLANDS-VLAAMSE ACCREDITATIE ORGANISATIE

Klachtenregeling. van de. Stichting Purmerendse Scholengemeenschap

Klachtenregeling ENMS. 2 Begripsbepalingen. 3 Behandeling van de klachten. Het bevoegd gezag,

Klachtenregeling Slim! Educatief

KLACHTENREGELING KLACHTENREGELING

Rubriek Onderwerp Nummer Datum document KWALITEIT - PROTOCOL Intern klachtenreglement

Verordening Bezwarenprocedure Personele Aangelegenheden

Regeling Bezwarencommissie personele aangelegenheden Universiteit Twente

PROVINCIAAL BLAD. Regeling Commissie rechtsbescherming provincie Groningen 2015

Klachtenregeling. onderwijs

REGLEMENT BEZWAARSCHRIFTEN PUBLIEKE OMROEP

Klachtenreglement ActiefTalent

REGLEMENT COMMISSIE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS

Het bestuur van het Noordelijk Belastingkantoor; Gelet op de hoofdstukken 6 en 7 van de Algemene wet bestuursrecht;

Klachtenregeling St.-Jozefmavo

Reglement commissie van beroep voor de examens

Procedureregeling commissie bezwaarschriften Sociale Dienst Oost Achterhoek

Klachtenregeling. versie 15 augustus S e r v i c e b u r e a u S a r v i c e. Oranjelaan 113, 2231 DG Rijnsburg

Klachtenregeling MTSR Kind en Jeugd d.d

Klachtenregeling Slim! Educatief

Klachtenregeling Meerwegen scholengroep

1. De klachtencommissie heeft tenminste drie leden, waaronder de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter.

Klachtenregeling. Klachtenregeling Sensa Zorg versie 1.0

Klachtenreglement Helios Solutions

Het bevoegd gezag van Vivente, stichting voor christelijke primair onderwijs, gevestigd te Zwolle,

Regeling melden vermoeden van een misstand bij de Stichting Onderwijsgroep Zuid-Hollandse Waarden voor Primair en Voortgezet Onderwijs

(een lid van) het personeel, (een lid van) de directie, (een lid van) het bevoegd gezag

Het Stichtingsbestuur van de Stichting Mens Achter de Patiënt (Stg MAP) stelt de volgende klachtenregeling vast.

Klachtenregeling De Berkenschutse

Klachtenregeling. Vereniging Christelijke Scholen Opsterland

Klachtenregeling Strabrecht College Geldrop

Klachtenregeling PO - OPOO

Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Sliedrecht; Regeling behandeling rechtspositionele bezwaren regio Drechtsteden

Ashram College Klachtenregeling

Verordening Adviescommissie Bezwaarschriften Baanbrekers

d. Secretaris: de medewerker van het LUMC die door de raad van Bestuur is aangesteld als ambtelijk secretaris klachtenadviescommissie;

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Klachtenregeling Voor het primair en voortgezet onderwijs van de Stichting Het Rijnlands Lyceum

REGELING COMMISSIE BEZWAARSCHRIFTEN PERSONELE AANGELEGENHEDEN RUD GRONINGEN

Klachtenregeling. Deel. Van Beleid Klachten bij Scholengroep LeerTij

gelet op het bepaalde in artikel 24 van de Wet gemeenschappelijke regelingen en artikel 23 van de Gemeenschappelijke regeling Holland Rijnland;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Reglement Dienstraden

Regeling behandeling bezwaarschriften Stichting Onderwijsgroep Zuid-Hollandse Waarden voor PO en VO

klachtenregeling CSG Eekeringe

Klachtenregeling Stichting Openbaar Primair Onderwijs Slochteren

Klachtenregelement Senas-zorg

Interne klachtenregeling

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Regeling melden (vermoeden van een) misstand of schending integriteit

Gewijzigde voorbeeldregeling Melding Vermoeden Misstand. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente ;

Datum Januari 2017 Versie 2.0 Pagina s 10 (inclusief voorpagina) Klachtenregeling

BEZWARENREGLEMENT ex. artikel 7:13 Awb van de Openbare Rechtspersoon Openbaar Onderwijs Zwolle en Regio te Zwolle

Regeling Melding Vermoeden Misstand Purmerend 2015

Regeling nadeelcompensatie Verkeer en Waterstaat 1999

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Provinciaal blad 2011, 67

Reglement werkwijze Expertgroep toetsen. Paragraaf 1 Algemeen

2015/20372 Betreft Voorstel tot wijziging van de Gemeenschappelijke Regeling Schadeschap luchthaven Schiphol

Inwerking getreden 22 juni Geschillenreglement van de Stadsbank Oost Nederland 2006

Reglement Klachtencommissie Cliënten Mentaal Beter

REGLEMENT ALGEMENE BEPALINGEN VOOR INTERNE COMMISSIES INHOUDSOPGAVE

Transcriptie:

STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 10589 8 juli 2010 Regeling procedure aanwijzing groepen functies en herplaatsing BZK 2008 23 juni 2010 De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties; In overeenstemming met het Departementaal Georganiseerd Overleg BZK en gehoord de Groepsondernemingsraad; Gelet op artikel 49a, tweede lid, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement, de Regeling procedure bij reorganisatie en de Circulaire Sociaal flankerend beleid sector Rijk 2008 2012; Besluit HOOFDSTUK 1. DEFINITIEBEPALINGEN Artikel 1 In deze regeling wordt verstaan onder: a. het Ministerie: het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. b. het bevoegd gezag: het, krachtens de bij het Ministerie geldende mandaatbesluiten, tot aanstellen bevoegd gezag van het dienstonderdeel waar de ambtenaar voor de aanwijzing als herplaatsingskandidaat of als fase 2 kandidaat was tewerkgesteld. c. aanwijzing van een groep functies: de aanwijzing van een groep ambtenaren als bedoeld in de circulaire Sociaal flankerend beleid sector Rijk 2008 2012 van de Minister van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties, kenmerk 2008-0000195249. d. fase 2 kandidaat: de ambtenaar die tot een aangewezen groep behoort, als bedoeld in onderdeel c. e. het voordragende bevoegd gezag: het bevoegd gezag, bedoeld onder b, dat de herplaatsingskandidaat voordraagt voor plaatsing in een passende functie. f. het ontvangende bevoegd gezag: het tot aanstellen bevoegd gezag van het dienstonderdeel van het Ministerie waarbij de herplaatsingskandidaat is voorgedragen voor plaatsing in een passende functie onderscheidenlijk waarbij de fase 2 kandidaat zichzelf heeft voorgedragen voor plaatsing in een functie. g. de herplaatsingstermijn: de termijn, bedoeld in artikel 49g, eerste lid, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement en in het geldende Sociaal flankerend beleid sector Rijk. h. een passende functie: een passende functie als bedoeld in artikel 49h, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement en in het geldende Sociaal flankerend beleid sector Rijk. i. de herplaatsingsadviseur: de herplaatsingsadviseur, bedoeld in artikel 5.3. j. Regiekamer: overlegplatform van het Rijk en vakbonden over de werking van de interne, rijksbrede arbeidersmarkt en de toepassing van de spelregels. HOOFDSTUK 2. PROCEDURE AANWIJZING GROEP FUNCTIES WAARIN OVERTOLLIGHEID OF STANDPLAATSWIJZIGING DREIGT 1 Aanwijzing van een groep functies Artikel 2.1 In afwijking van artikel 1, onder b, wordt in deze paragraaf onder bevoegd gezag verstaan de secretaris-generaal, de directeur-generaal, de hoofddirecteur Dienst Concernstaf en Bedrijfsvoering, het hoofd van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst of het hoofd van de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid. Artikel 2.2 1. Het bevoegd gezag dat het voornemen heeft om een groep functies aan te wijzen, doet hiervan schriftelijk mededeling aan de directeur Personeel, Regie, ICT en Organisatie. 2. De aanwijzing van een groep functies vindt niet plaats dan nadat de directeur Personeel, Regie, ICT en Organisatie het voornemen heeft beoordeeld aan de hand van de geldende regelgeving en zijn bevindingen heeft medegedeeld aan het bevoegd gezag. 1 Staatscourant 2010 nr. 10589 8 juli 2010

3. Bij aanwijzing van een groep functies wordt de ambtenaar die tot deze groep behoort op dezelfde datum door de directeur Personeel, Regie, ICT en Organisatie op de fase 2 lijst geplaatst. 4. De directeur Personeel, Regie, ICT en Organisatie draagt zorg voor melding van een aanwijzing van een groep functies bij de Regiekamer. Artikel 2.3 1. Over intrekking van een aanwijzing van een groep functies beslist het bevoegd gezag, na het schriftelijk advies te hebben ingewonnen van de directeur Personeel, Regie, ICT en Organisatie. 2. Bij intrekking van aanwijzing van een groep functies wordt de ambtenaar die tot deze groep behoort op dezelfde datum door de directeur Personeel, Regie, ICT en Organisatie van de fase 2 lijst verwijderd. 3. De directeur Personeel, Regie, ICT en Organisatie draagt zorg voor melding van intrekking een aanwijzing van een groep functies bij de Regiekamer. Artikel 2.4 1. De ambtenaar die tot een voorgenomen aangewezen groep functies behoort wordt door of namens het bevoegd gezag vooraf schriftelijk op de hoogte gebracht van de aanwijzing van de groep functies. 2. Bij het bericht van aanwijzing wordt vermeld: 3. de ingangsdatum van de aanwijzing. 4. de vervaldatum van de aanwijzing als deze vooraf is bepaald. 5. dat de aanwijzing tijdelijk is en automatisch vervalt zodra duidelijk is dat geen overtolligheid onderscheidenlijk standplaatswijziging meer dreigt. 6. dat de faciliteiten behorend bij fase 2 van het Sociaal Flankeren beleid sector Rijk 2008 2012 van toepassing zijn. 7. De ambtenaar die tot een aangewezen groep functies behoort wordt door of namens het bevoegd gezag schriftelijk op de hoogte gebracht van het vervallen van de aanwijzing, tenzij de termijn van aanwijzing vooraf is bepaald en de aanwijzing niet voortijdig vervalt of wordt opgeheven. 2 Het mobiliteitsplan Artikel 2.5 1. Indien de fase 2 kandidaat het wenselijk acht dat voor hem een mobiliteitsplan wordt opgesteld, dient hij daartoe een verzoek in bij de herplaatsingsadviseur. 2. Het mobiliteitsplan wordt opgesteld door de herplaatsingsadviseur in overleg met de fase 2 kandidaat en vastgesteld door het bevoegd gezag na ondertekening door de fase 2 kandidaat. 3. De directeur Personeel, Regie, ICT en Organisatie stelt een model voor het mobiliteitsplan vast. 4. Het bevoegd gezag draagt de kosten van het opstellen en het uitvoeren van het mobiliteitsplan. 5. De fase 2 kandidaat is verantwoordelijk voor het uitvoeren van het vastgestelde mobiliteitsplan, bedoeld in artikel 3.1, daarbij ondersteund door de herplaatsingsadviseur en het bevoegd gezag. 3 Zoeken naar een functie Artikel 2.6 De fase 2 kandidaat die zich zelf voordraagt voor een functie, vermeldt daarbij dat hij tot een aangewezen groep functies behoort en voegt een afschrift van de aanwijzing bij zijn voordracht. 2 Staatscourant 2010 nr. 10589 8 juli 2010

Artikel 2.7 1. Het ontvangende bevoegd gezag informeert de fase 2 kandidaat schriftelijk over een voorgenomen beslissing de fase 2 kandidaat niet te plaatsen op de functie waarvoor deze zich heeft voorgedragen. 2. De fase 2 kandidaat kan binnen twee weken na bekendmaking van het voornemen hem niet te plaatsen bedenkingen tegen dit voornemen kenbaar maken bij het ontvangende bevoegd gezag. 3. Na deze termijn ingediende bedenkingen worden als niet-tijdig ingediend beschouwd en staan de definitieve uitvoering van het voorgenomen besluit niet in de weg. 4. Indien door de fase 2 kandidaat tijdig bedenkingen kenbaar zijn gemaakt tegen een voornemen hem niet te plaatsen, wint het ontvangende bevoegd gezag het advies in van de herplaatsingsadviescommissie. 5. Indien het ontvangende bevoegd gezag de bedenkingen gegrond verklaart, plaatst deze de fase 2 kandidaat in de functie. 6. Indien de fase 2 kandidaat geen bedenkingen kenbaar heeft gemaakt of indien het ontvangende bevoegd gezag de bedenkingen ongegrond heeft verklaard, deelt het ontvangende bevoegd gezag per ommegaande schriftelijk aan de fase 2 kandidaat mee dat hij niet in de functie wordt geplaatst. HOOFDSTUK 3. HERPLAATSINGSPROCEDURE 1 Aanwijzing als herplaatsingskandidaat en plaatsing op de herplaatsingslijst Artikel 3.1 1. Het bevoegd gezag dat het voornemen heeft om een ambtenaar op grond van artikel 49d of artikel 49e van het Algemeen Rijksambtenarenreglement als herplaatsingskandidaat aan te wijzen, doet hiervan schriftelijk mededeling aan de directeur Personeel, Regie, ICT en Organisatie. 2. In afwijking van artikel 1, onder b, wordt in dit artikel onder bevoegd gezag verstaan de secretarisgeneraal, de directeur-generaal, de hoofddirecteur Dienst Concernstaf en Bedrijfsvoering, het hoofd van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst of het hoofd van de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid. 3. De aanwijzing als herplaatsingskandidaat vindt niet plaats dan nadat de directeur Personeel, Regie, ICT en Organisatie het voornemen heeft beoordeeld aan de hand van de geldende regelgeving en zijn bevindingen heeft medegedeeld aan het bevoegd gezag. 4. Bij aanwijzing van de ambtenaar als herplaatsingskandidaat door het bevoegd gezag wordt deze op dezelfde datum door de directeur Personeel, Regie, ICT en Organisatie op de herplaatsingslijst geplaatst. 5. De leden 1 tot en met 4 vinden overeenkomstige toepassing indien het bevoegd gezag het voornemen heeft om uitvoering te geven aan artikel 49q van het Algemeen Rijksambtenarenreglement. Artikel 3.2 1. De herplaatsingstermijn vangt aan op de dag waarop de ambtenaar is aangewezen als herplaatsingskandidaat. 2. Over verkorting, verlenging of opschorting van de herplaatsingstermijn beslist het bevoegd gezag, na het schriftelijk advies te hebben ingewonnen van de directeur Personeel, Regie, ICT en Organisatie. 3. De herplaatsingskandidaat wordt steeds tijdig schriftelijk geïnformeerd door of namens het bevoegd gezag over de herplaatsingstermijn en eventuele verkorting, verlenging of opschorting. 4. De herplaatsingstermijn eindigt in ieder geval indien de herplaatsingskandidaat wordt geplaatst in een passende functie of wordt ontslagen. 3 Staatscourant 2010 nr. 10589 8 juli 2010

2 Het herplaatsingsplan Artikel 3.3 1. Het bevoegd gezag en de herplaatsingskandidaat komen zo spoedig mogelijk in gezamenlijk overleg met de herplaatsingsadviseur een herplaatsingsplan voor de herplaatsingskandidaat overeen. 2. Het herplaatsingsplan wordt opgesteld door de herplaatsingsadviseur en vastgesteld door het bevoegd gezag na ondertekening door de herplaatsingskandidaat. 3. Indien de herplaatsingskandidaat ondertekening van het herplaatsingsplan weigert, stelt het bevoegd gezag het herplaatsingsplan vast met vermelding van de bedenkingen van de herplaatsingskandidaat. 4. Gedurende de herplaatsingstermijn wordt de voortgang periodiek ten minste eens per zes maanden geëvalueerd door het bevoegd gezag, de herplaatsingskandidaat en de herplaatsingsadviseur aan de hand van een evaluatieformulier. 5. De directeur Personeel, Regie, ICT en Organisatie stelt een model voor het herplaatsingsplan vast. 6. Het bevoegd gezag draagt de kosten van het opstellen en het uitvoeren van het herplaatsingsplan. Artikel 3.4 1. Het herplaatsingsplan, bedoeld in artikel 3.1, bevat een sterkte/zwakte-analyse van de herplaatsingskandidaat, tenzij in het herplaatsingsplan anders is bepaald. 2. Het opstellen van de sterkte/zwakte-analyse wordt extern uitgevoerd, tenzij de in artikel 3.1, eerste lid, genoemde betrokkenen anders overeenkomen. De directeur Personeel, Regie, ICT en Organisatie coördineert de verlening en afhandeling van opdrachten tot het opstellen van sterkte/zwakteanalyses voor herplaatsingskandidaten. 3. De herplaatsingskandidaat verleent medewerking aan het opstellen van de sterkte/zwakte-analyse en levert desgevraagd alle relevante informatie. Artikel 3.5 1. Gedurende de herplaatsingstermijn draagt het bevoegd gezag zorg voor het uitvoeren van het vastgesteld herplaatsingsplan, bedoeld in artikel 3:1, daarbij ondersteund door de herplaatsingsadviseur. 2. De herplaatsingskandidaat verleent actieve medewerking aan de uitvoering van het herplaatsingsplan. 3 Zoeken naar een passende functie en plaatsing Artikel 3.6 Gedurende de herplaatsingstermijn draagt het bevoegd gezag zorg voor: a. het zoeken naar, en zo mogelijk voordragen van de herplaatsingskandidaat voor, een passende functie bij het Ministerie en elders binnen de rijksdienst, met inachtneming van het vastgesteld herplaatsingsplan. b. het tussentijds opdragen van werkzaamheden aan de herplaatsingskandidaat of het bewerkstelligen van tewerkstelling van de herplaatsingskandidaat elders, ter vergroting van de herplaatsingsmogelijkheden, onverminderd het bepaalde in artikel 3.2, tweede lid. c. het tijdig informeren van de herplaatsingskandidaat over de voortgang van de herplaatsingsinspanningen en diens rechtspositie, daarbij ondersteund door de herplaatsingsadviseur. Artikel 3.7 1. Indien een vacante functie voorhanden is of op korte termijn voorhanden komt, die voor de herplaatsingskandidaat als passend wordt beschouwd, draagt het bevoegd gezag de herplaatsingskandidaat schriftelijk voor plaatsing voor aan het ontvangende bevoegd gezag, daarbij desgewenst ondersteund door de herplaatsingsadviseur. 4 Staatscourant 2010 nr. 10589 8 juli 2010

2. De functie dient aan te sluiten op het vastgesteld herplaatsingsplan van de herplaatsingskandidaat, tenzij het voordragende en het ontvangende bevoegd gezag, de herplaatsingskandidaat en de herplaatsingsadviseur uitdrukkelijk met afwijking daarvan in het onderhavige geval instemmen en daarvan aantekening wordt gemaakt in het herplaatsingsplan. 3. De tijdelijkheid van een functie of de tijdelijkheid van plaatsing op een functie, doet niet af aan de passendheid in geval van plaatsing voor een periode van ten minste twee jaar. 4. Een voordracht die niet tot plaatsing in een passende functie leidt, wordt niet aangemerkt als het aanbieden van een passende functie. Artikel 3.8 1. Indien het ontvangende bevoegd gezag het voornemen heeft om de voorgedragen herplaatsingskandidaat te plaatsen, deelt deze dit schriftelijk aan de herplaatsingskandidaat mee. 2. De herplaatsingskandidaat kan op grond van de Regeling procedure bij reorganisatie binnen twee weken na de mededeling zijn bedenkingen tegen het voornemen kenbaar maken bij het ontvangende bevoegd gezag. 3. Indien door de herplaatsingskandidaat tijdig bedenkingen kenbaar zijn gemaakt, wordt de herplaatsingsadviescommissie, bedoeld in paragraaf 6, door het ontvangende bevoegd gezag schriftelijk om advies gevraagd, tenzij de commissie reeds ter zake heeft geadviseerd in welk geval het ontvangende bevoegd gezag het reeds gegeven advies betrekt bij zijn beslissing op de bedenkingen. 4. Indien het ontvangende bevoegd gezag de bedenkingen gegrond verklaart, trekt deze het voornemen tot plaatsing in met inachtneming van artikel 3.9. 5. Indien het ontvangende bevoegd gezag de bedenkingen ongegrond verklaart, plaatst deze de herplaatsingskandidaat in de functie. Artikel 3.9 1. Indien het ontvangende bevoegd gezag het voornemen heeft om de voorgedragen herplaatsingskandidaat niet te plaatsen omdat de functie naar zijn oordeel niet passend is, overlegt het ontvangende bevoegd gezag met het voordragende bevoegd gezag. Het voornemen om de voorgedragen herplaatsingskandidaat niet te plaatsen behoeft de goedkeuring van het diensthoofd van het ontvangende bevoegd gezag. In dit artikellid wordt onder diensthoofd verstaan de secretaris-generaal, de directeur-generaal, de hoofddirecteur Dienst Concernstaf en Bedrijfsvoering of het hoofd van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst. 2. Indien het overleg niet tot overeenstemming leidt, wordt de directeur Personeel, Regie, ICT en Organisatie geïnformeerd. De directeur Personeel, Regie, ICT en Organisatie probeert in overleg met het voordragende en het ontvangende bevoegd gezag tot overeenstemming te komen. 3. Indien het in het tweede lid bedoelde overleg niet tot overeenstemming leidt, wordt de herplaatsingsadviescommissie, bedoeld in paragraaf 6, schriftelijk om advies gevraagd, tenzij de commissie reeds ter zake heeft geadviseerd in welk geval het ontvangende bevoegd gezag het reeds gegeven advies betrekt bij zijn voorgenomen beslissing. 4. Indien het ontvangende bevoegd gezag het voornemen heeft om de herplaatsingskandidaat niet te plaatsen, al dan niet na toepassing van het tweede en het derde lid, wordt de voorgedragen herplaatsingskandidaat door het ontvangende bevoegd gezag hierover schriftelijk geïnformeerd. Het eerste lid, tweede en derde volzin, is van overeenkomstige toepassing. 5. De herplaatsingskandidaat kan op grond van de Regeling procedure bij reorganisatie binnen twee weken na de mededeling zijn bedenkingen tegen het voornemen kenbaar maken bij het ontvangende bevoegd gezag. 6. Indien door de herplaatsingskandidaat tijdig bedenkingen kenbaar zijn gemaakt, wint het ontvangende bevoegd gezag het advies in van de herplaatsingsadviescommissie, tenzij de commissie reeds ter zake heeft geadviseerd in welk geval het ontvangende bevoegd gezag het reeds gegeven advies betrekt bij zijn beslissing op de bedenkingen. 5 Staatscourant 2010 nr. 10589 8 juli 2010

7. Indien het ontvangende bevoegd gezag de bedenkingen gegrond verklaart, plaatst deze de herplaatsingskandidaat in de functie. 8. Indien de herplaatsingskandidaat geen bedenkingen kenbaar heeft gemaakt of indien het ontvangende bevoegd gezag de bedenkingen ongegrond heeft verklaard, deelt het ontvangende bevoegd gezag per ommegaande schriftelijk aan de herplaatsingskandidaat mee dat hij niet in de functie wordt geplaatst. 4 Vacatures Artikel 4 1. De leiding van een dienstonderdeel waarbij zich een vacature voordoet, doet hiervan mededeling aan de directeur Personeel, Regie, ICT en Organisatie, voordat de functie wordt opengesteld voor werving. 2. De directeur Personeel, Regie, ICT en Organisatie draagt zorg voor publicatie van de vacante functie op de Mobiliteitsbank. 3. Indien het bevoegd gezag van oordeel is dat de vacante functie als bedoeld in het eerste lid passend is voor een herplaatsingskandidaat, geeft het bevoegd gezag uitvoering aan artikel 3.2. 4. Indien een fase 2 kandidaat van oordeel is dat hij geschikt is voor de functie, meldt hij dit aan de directeur Personeel, Regie, ICT en Organisatie en draagt hij zichzelf schriftelijk voor bij het ontvangende bevoegd gezag. 5. Indien de vacature mogelijk passend is voor een herplaatsingskandidaat of als mogelijk sprake is van een geschikte fase 2 kandidaat, blokkeert de directeur Personeel, Regie, ICT en Organisatie de vacature. 5 Directie Personeel, Regie, ICT en Organisatie Artikel 5.1 1. De directeur Personeel, Regie, ICT en Organisatie: a. beheert de herplaatsingslijst en de fase 2 lijst van het Ministerie. b. ziet toe op de uitvoering van deze regeling. c. kan adviseren over de uitvoering van deze regeling en de onderwerpen die daarmee samenhangen. d. kan een onderzoek instellen naar de wijze waarop uitvoering wordt gegeven aan deze regeling, waarbij de leiding van de dienstonderdelen en andere betrokkenen desgevraagd de benodigde inlichtingen verstrekken. 2. De directeur Personeel, Regie, ICT en Organisatie kan een of meer medewerkers van zijn directie of de Mobiliteitsorganisatie bevoegd verklaren tot het geheel of gedeeltelijk namens hem uitoefenen van zijn bevoegdheden op grond van deze regeling. Artikel 5.2 Bij een reorganisatie van de directie Personeel, Regie, ICT en Organisatie worden de taken en bevoegdheden van de directeur Personeel, Regie, ICT en Organisatie, bedoeld in de volgende bepalingen, uitgevoerd door of namens een lid van de Bestuursraad BZK: a. artikel 3.1, eerste, derde en vijfde lid. b. artikel 3.2, tweede lid. c. artikel 3.4, tweede lid. d. artikel 5.1, eerste lid, onder c. e. artikel 6.3, zesde lid. Artikel 5.3 De herplaatsingsadviseur heeft, onverlet de verantwoordelijkheden en taken van het bevoegd gezag, tot taak: 1. het bevoegd gezag te ondersteunen bij diens inspanningen ten behoeve van de herplaatsing van herplaatsingskandidaten. 2. de herplaatsingskandidaat te ondersteunen bij diens inspanningen in het kader van de herplaatsingsprocedure. 6 Staatscourant 2010 nr. 10589 8 juli 2010

3. de fase 2 kandidaat te ondersteunen bij diens inspanningen in het kader van mobiliteit. 4. het verrichten van werkzaamheden in het kader van herplaatsing en fase 2 mobiliteit in opdracht van de directeur Personeel, Regie, ICT en Organisatie. 6 De herplaatsingsadviescommissie Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Artikel 6.1 1. Er is een herplaatsingsadviescommissie Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. 2. De commissie adviseert zo spoedig mogelijk na ontvangst van een verzoek om advies als bedoeld in artikel 2.7, vierde lid, artikel 3.8, derde lid,of artikel 3.9, derde of zesde lid, over de geschiktheid voor de functie van de fase 2 kandidaat de passendheid van de desbetreffende functie voor de herplaatsingskandidaat. 3. Het voordragende of ontvangende bevoegd gezag wijkt bij de te nemen beslissing over de geschiktheid van de fase 2 kandidaat onderscheidenlijk de passendheid van de functie niet dan wegens zwaarwegende redenen af van het advies. Artikel 6.2 Het voordragende bevoegd gezag, het ontvangende bevoegd gezag, de herplaatsingskandidaat, de fase 2 kandidaat en de herplaatsingsadviseur zijn verplicht gehoor te geven aan een uitnodiging van de commissie om schriftelijke of mondelinge inlichtingen te verschaffen. Artikel 6.3 1. De commissie adviseert binnen vier weken na ontvangst van het verzoek. 2. Verdaging is mogelijk voor zover de herplaatsingskandidaat of de fase 2 kandidaat, het ontvangend bevoegd gezag en eventueel het voordragende bevoegd gezag daarmee instemmen. 3. Het advies van de commissie wordt bij meerderheid van stemmen en zonder onthoudingen vastgesteld. 4. Het advies wordt op schrift gesteld en ondertekend door de voorzitter. 5. Indien de commissie betrokkenen mondeling heeft gehoord, bevat het advies een verslag van het horen. 6. De commissie stuurt het advies aan het voordragende en het ontvangende bevoegd gezag, onder gelijktijdige verzending van afschriften aan de betrokken herplaatsingskandidaat of fase 2 kandidaat en aan de directeur Personeel, Regie, ICT en Organisatie. Artikel 6.4 1. De commissie bestaat uit een voorzitter (tevens lid), een plaatsvervangend voorzitter (tevens lid) en drie andere leden. 2. Het hoofd van de afdeling van de directie Personeel, Regie, ICT en Organisatie welke verantwoordelijk is voor het herplaatsingsbeleid is lid. 3. Van de overige leden wordt één lid benoemd op grond van deskundigheid op het gebied van personeelsvoorziening en twee leden op voordracht van het departementaal georganiseerd overleg bij het Ministerie. 4. De leden worden benoemd en ontslagen door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. 5. De directeur Personeel, Regie, ICT en Organisatie draagt zorg voor het secretariaat van de commissie. 6. De commissie kan worden uitgebreid indien bijzondere omstandigheden daartoe nopen. 7. De leden en de secretaris kunnen niet gelijktijdig lid of secretaris zijn van de bezwarenadviescommissie personele aangelegenheden Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. 7 Staatscourant 2010 nr. 10589 8 juli 2010

Artikel 6.5 De commissie brengt jaarlijks schriftelijk verslag uit aan de secretaris-generaal. Een afschrift van het verslag wordt verzonden aan het departementaal georganiseerd overleg en de Groepsondernemingsraad. 7 Overige en slotbepalingen Artikel 7.1 Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin deze wordt geplaatst. Artikel 7.2 Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling procedure aanwijzing groepen functies en herplaatsing BZK 2010. Artikel 7.3 De Regeling herplaatsingsprocedure BZK 2008 wordt ingetrokken. Deze regeling wordt in de Staatscourant geplaatst. De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, E.M.H. Hirsch Ballin. 8 Staatscourant 2010 nr. 10589 8 juli 2010