tot de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVG"); Advies nr. 51/2019 van 27 februari 2019

Vergelijkbare documenten
Gelet op de adviesaanvraag van de heer Willy Borsus, Waals Minister-president, ontvangen op 29 januari 2019;

tot de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVG ); Advies nr. 146/2018 van 19 december 2018

Betreft: Voorontwerp van decreet betreffende de individuele opleiding (CO-A )

tot de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVG"); Advies nr. 26/2019 van 6 februari 2019

Betreft: Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 9 en 23 van de wet betreffende de invoering van een mobiliteitsbudget (CO-A )

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer ;

tot de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVG ); Advies nr. 120/2019 van 19 juni 2019

tot de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVG ); Advies nr. 137/2018 van 28 november 2018

Gelet op het verzoek om advies van de heer Jan Jambon, Minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, ontvangen op 6 november 2018;

tot de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVG"); Advies nr. 22/2019 van 6 februari 2019

Betreft: voorontwerp van decreet betreffende de plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen (CO- A )

tot de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVG"); Advies nr. 97/2019 van 3 april 2019

tot de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVG"); Advies nr. 15/2019 van 16 januari 2019

tot de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVG"); Advies nr. 45/2019 van 6 februari 2019

Gelet op de adviesaanvraag van de heer René Collin ontvangen op 12 juli 2018;

tot de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVG"); Advies nr. 37/2019 van 6 februari 2019

Betreft: adviesaanvraag m.b.t. artikel 58 van de Code wallon du bien-être animal (vrije vertaling: Waals wetboek voor dierenwelzijn) (CO-A )

Betreft: advies over een voorontwerp van wet tot oprichting van een Centraal Register Collectieve Schuldenregelingen (CO-A )

ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid art. 29 ;

kunstenaars (CO-A )

Betreft: Adviesaanvraag betreffende de oprichting van een Centraal Register voor de invordering van onbetwiste geldschulden (CO-A )

tot de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVG"); Advies nr. 155/2018 van 19 december 2018

Betreft: Voorontwerp van decreet tot invoering van het Wetboek inzake beheer van ondergrondse rijkdommen (CO-A )

tot de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVG"); Advies nr. 12/2019 van 16 januari 2019

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer (hierna "de Commissie");

Advies 96/2018 van 26 september 2018

tot de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVG ); Advies nr. 147/2018 van 19 december 2018

tot de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVG"); Advies nr. 54/2019 van 27 februari 2019

Gelet op de adviesaanvraag van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, ontvangen op 21 juni 2018;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 29;

tot de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVG"); Advies nr. 41/2019 van 6 fébruari 2019

Gelet op de Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer ;

Gelet op de Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016

tot de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVG"); Advies nr. 124/2019 van 19 juni 2019

Ons kenmerk z Onderwerp Advies concept besluit verplichte geestelijke gezondheidszorg

Informatieveiligheidscomité Kamer sociale zekerheid en gezondheid

oprichting van de Gegevensbeschermingsautoriteit,

Clausules betreffende de verwerking van persoonsgegevens

Informatieveiligheidscomité Kamer sociale zekerheid en gezondheid

Informatieveiligheidscomité Kamer sociale zekerheid en gezondheid

tot de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVG"); Advies nr. 13/2019 van 16 januari 2019

Gelet op de adviesaanvraag van de heer André Antoine, voorzitter van het Waals Parlement, ontvangen op 4 april 2019;

tot de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVG"); Advies nr. 156/2018 van 19 december 2018

oprichting van de Gegevensbeschermingsautoriteit, Advies nr. 126/2018 van 7 november 2018

Informatieveiligheidscomité Kamer sociale zekerheid en gezondheid

Advies 82/2018 van 5 september 2018

EXQUISE NEXT GENERATION

tot de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVG ); Advies nr. 127/2019 van 19 juni 2019

Gelet op het verzoek om advies van de heer Jan Jambon, Minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, ontvangen op 7 december 2018;

Gelet op de Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016

Gelet op de Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016

Informatieveiligheidscomité Kamer sociale zekerheid en gezondheid

Informatieveiligheidscomité Verenigde kamers (sociale zekerheid en gezondheid/federale overheid)

tot de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVG ); Advies nr. 142/2018 van 19 december 2018

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer ;

Informatieveiligheidscomité Kamer sociale zekerheid en gezondheid

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

Betreft: Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot instelling van een huurwaarborglening (CO-A )

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer ;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 29; Advies nr 19/2016 van 27 april 2016

1/6. persoonlijke. Federatie. Wallonië-Brussel. Toerisme. Landelijkheid,

Betreft: Voorontwerp van wet houdende fiscale, fraudebestrijdende, financiële alsook diverse bepalingen (CO-A )

tot de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVG"); Advies 135/2019 van 7 augustus 2019

Betreft: Advies betreffende artikelen 13 en 18 van een voorontwerp van wet tot omzetting van de

Betreft: voorontwerp van decreet betreffende de administratieve boetes inzake verkeersveiligheid (CO-A )

Betreft: Advies over het voorontwerp van decreet betreffende het individueel bezoldigd personenvervoer (CO-A )

Betreft: advies betreffende een ontwerp van koninklijk besluit tot beperking van de kansspelen in de kansspelinrichtingen klasse III (CO-A )

tot de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVG"); Advies nr. 08/2019 van 16 januari 2019

tot de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVG ); Advies nr. 89/2019 van 3 april 2019

werkingsmodaliteiten van het register van de uiteindelijke begunstigden (CO-A ).

Het Algemeen secretariaat van de Gegevensbeschermingsautoriteit (hierna «secretariaat»);

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer ;

oprichting van de Gegevensbeschermingsautoriteit,

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer ;

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer ;

Gelet op de bijkomende informatie, ontvangen op 18 mei, 5 en 9 juni 2015;

Handvatten bij de implementatie van de AVG

Gelet op de aanvraag van de Voorzitter van de CFI, ontvangen op 07/02/2018; Gelet op de bijkomende inlichtingen ontvangen op 09/03/2018;

Informatieveiligheidscomité Kamer sociale zekerheid en gezondheid

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

tot de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVG ); Advies nr. 161/2018 van 19 december 2018

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer ;

GEGEVENSVERWERKINGSOVEREENKOMST

tot de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVG"); Facebook; Incomplete SAR Advies nr. 95/2019 van 3 april 2019

Advies nr 18/2015 van 10 ju uni 2015 Betreft:

Gelet op de Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016

tot de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVG ); Advies nr. 150/2018 van 19 december 2018

Betreft: Ontwerp van gezamenlijk decreet en ordonnantie betreffende de openbaarheid van bestuur bij de Brusselse instellingen (CO-A )

Identificatie voor de verwerkingsverantwoordelijke

PRIVACY POLICY EXTERN

Overeenkomst tussen gezamenlijke verwerkingsverantwoordelijken

jeugdbescherming (CO-A )

Betreft: voorontwerp van wet betreffende de beroepen van accountant en belastingadviseur (CO-A )

betreffende roepnaam (besluit bindende onroerende schatting) datum zoals principieel goedgekeurd door de Vlaamse Regering op 1 februari 2019

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer,

VERWERKERSOVEREENKOMST. tussen INFOGROEN SOFTWARE B.V.

Het Sectoraal comité van het Rijksregister, (hierna "het Comité");

Transcriptie:

1/8 Advies nr. 51/2019 van 27 februari 2019 Betreft: voorontwerp van besluit van de Waalse Regering betreffende het beheer en de traceerbaarheid van sedimenten voor benutting op of in de bodem en tot wijziging van diverse bepalingen ter zake (CO-A-2019-001) De Gegevensbeschermingsautoriteit (hierna "de Autoriteit"); Gelet op de wet van 3 december 2017 tot oprichting van de Gegevensbeschermingsautoriteit, inzonderheid op artikel 23 en 26 (hierna de "WOG"); Gelet op de Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (hierna "AVG") Gelet op de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVG"); Gelet op de adviesaanvraag van dhr. Carlo Di Antonio, Minister van Milieu, Ecologische transitie, Ruimtelijke ordening, Openbare Werken, Mobiliteit en Vervoer, Dierenwelzijn en Bedrijfsterreinen, ontvangen op 20 december 2018; Gelet op de bijkomende informatie ontvangen op 17, 22 en 24 januari 2019; Gelet op het verslag van de heer Willem Debeuckelaere;

Advies 51/2019-2/8 Brengt op 27 februari 2019 het volgend advies uit: I. Onderwerp en context van de aanvraag 1. De Minister van Milieu van het Waals Gewest (hierna "de aanvrager") vraagt het advies van de Autoriteit over de artikelen 5 tot 9, 16 tot 19 en 21 en over de bijlagen 2 tot 5 van zijn ontwerpbesluit van de Waalse Regering (hierna het ontwerp BWR) betreffende het beheer en de traceerbaarheid van sedimenten voor benutting op of in de bodem. 2. Dit Ontwerpbesluit is de uitvoering van artikel 5, 5 van het decreet van 1 maart 2018 betreffende het bodembeheer en bodemsanering (hierna het bodemdecreet), dat de Waalse Regering de mogelijkheid geeft om de bepalingen van dit artikel 5 betreffende een gedifferentieerd bodembeheer uit te breiden «tot andere stoffen die op of in de bodem worden teruggewonnen», zoals sedimenten. 3. Het principe van de organisatie van kwaliteitscontroles voorafgaand aan de grondbewegingen en -benutting en de stoffen die op of in de bodem worden teruggewonnen en het principe van de organisatie van hun traceerbaarheid zijn vastgesteld in artikel 5, 1, lid 2 van het bodemdecreet. 4. De GBA sprak zich uit over dit bodemdecreet alsook over het ontwerpbesluit van de Waalse Regering betreffende bodembeheer en bodemsanering in haar adviezen 51/2015 en 96/2018 van 16 december 2015 en 26 september 2018. 5. Dit ontwerp BWR dat voor advies voorligt wil enerzijds de terugwinning van de sedimenten optimaliseren door in het centrum voor technische ingraving de eliminatie ervan te beperken, en anderzijds strekt het ertoe om de terugwinning van sedimenten in of op de bodem te laten verlopen met eerbied voor het leefmilieu overeenkomstig het gedifferentieerd bodembeheer in functie van hun kwaliteit en afkomst en in functie van de kenmerken en de soort benutting van de ontvangende omgeving. In uitvoering van artikel 5 van het bodemdecreet, regelt het ontwerp de kwaliteitscontrole van de sedimenten die zullen worden benut op of in de bodem en dit vooraleer ze worden verplaatst en benut en het regelt de traceerbaarheid van de sedimenten waardoor het mogelijk wordt te weten waar ze vandaan komen en waar ze naartoe gaan.

Advies 51/2019-3/8 II. Onderzoek 6. De artikelen 5 tot 9 van het ontwerp BWR handelen over de kwaliteitscontrole van de te benutten sedimenten. Zoals hierboven al gezegd, is het artikel 5 van het bodemdecreet dat dit principe van de voorafgaande kwaliteitscontrole heeft uitgevoerd. Het doeleinde van deze controle is daarin opgenomen. Het gaat erom dat kan worden ingestaan voor een gedifferentieerd beheer van de bodem en de te benutten materialen in en op de grond, zoals sedimenten, zodat ze kunnen worden geleid naar de omgevingen die het meest geschikt zijn om ze te ontvangen. De Memorie van Toelichting verduidelijkt dit artikel (vrije vertaling) «de kennis van de afkomst en de bodemeigenschappen maakt het mogelijk een gedifferentieerd beheer van deze te organiseren naar ontvangende omgevingen die het meest het geschikte zijn om ze te ontvangen met eerbiediging van de beginsels en essentiële regels inzake bodembehoud als bedoeld in het bodemdecreet». 7. Artikel 8 in ontwerp bepaalt dat een rapport over de kwaliteit van de sedimenten (RKS) wordt opgemaakt nadat een erkend laboratorium de analyses heeft uitgevoerd, via de invoering van de gemachtigde verwerking. Dit artikel bepaalt de gegevens die dit rapport moet bevatten en roept geen bijzondere commentaar op bij de GBA. Hetzelfde geldt voor bijlage 2 die het model uitwerkt voor het rapport over de kwaliteit van de sedimenten met uitzondering van het daarin gehanteerde begrip "identificatienummer van het perceel" dat vervangen zou moeten worden door het begrip kadastraal identificatienummer van het perceel zoals blijkt uit de bijkomende informatie die werd verkregen bij de afgevaardigde van de Minister. 8. De artikelen 9 en 10 van het ontwerp bepalen dat de administratie of in geval van een concessie de opvolgingsinstantie, na ontvangst van de RKS een certificaat van controle van de kwaliteit van de sedimenten aflevert met een geldigheidsduur van 2 jaar waarin de toegelaten benuttingswijze van de sedimenten wordt omschreven of de noodzaak om de sedimenten voorafgaand te behandelen opdat ze conform zouden zijn. De minimale inhoud van dit certificaat is vastgesteld in bijlage 3 van het ontwerp BWR en roept geen commentaar op bij de GBA. 9. De artikelen 16 tot 19 en 21 van het ontwerp BWR gaan over het vervoer en de traceerbaarheid van de sedimenten. Zoals hierboven al gezegd, voert artikel 5 van het bodemdecreet dit traceerbaarheidsbeginsel in en belast het de regering met het vaststellen van de voorwaarden en de nadere regels. Dit traceerbaarheidssysteem is een voorvereiste voor het gedifferentieerd beheer van de bodem en te benutten stoffen in en op de bodem. Uit de informatie in de nota aan de Waalse Regering staat dat deze traceerbaarheid toelaat in te staan voor de opvolging

Advies 51/2019-4/8 van een correct beheer van de sedimentbewegingen alsook voor de controle op de naleving van de bepalingen van het bodemdecreet door zich ervan te verzekeren dat de kwaliteit van de sedimenten geschikt is voor de ontvangende bodem in geval van benutting. Gelet op het kwaliteitsbeginsel van de wetten die de verwerkingen van persoonsgegevens regelen, moet in het ontwerp BWR dit laatste doeleinde (controle) nader worden omschreven omdat deze niet duidelijk naar voorkomt in de bestaande regelgeving. 10. Artikel 16 van het ontwerp bepaalt dat elke sedimentbeweging kenbaar moet worden gemaakt aan de administratie of in geval van concessie, aan de opvolgingsinstantie, door de persoon die verantwoordelijk is voor hun evacuatie en bepaalt de gegevens die in deze kennisgeving moeten worden opgenomen. De GBA stelt zich vragen rond het ruime toepassingsgebied van de traceerbaarheid. Volgens het BWR in ontwerp, gaat het over alle sedimentbewegingen. Welnu, gelet op artikel 5 van het bodemdecreet dat de traceerbaarheid beperkt van te benutten stoffen op en in de grond, zou deze traceerbaarheid dan niet moeten worden beperkt tot de sedimentbewegingen die voor benutting bestemd zijn als bedoeld in artikel 1, 25 van het ontwerp? 11. De lijst met gegevens die moeten worden opgenomen in de elektronische kennisgeving als vermeld in artikel 16 in ontwerp, moet als volgt worden aangepast: de woorden "identiteit" en "identificatiegegevens" zouden moeten worden vervangen door de opsomming van de categorieën noodzakelijke identificatiegegevens die vereist zijn voor de natuurlijke personen en dit om te vermijden dat niet relevante gegevens worden meegedeeld. Op die manier zal de auteur van het ontwerp BWR kunnen instaan voor de naleving van het beginsel van de minimale gegevensverwerking dat vereist dat de verwerkte persoonsgegevens toereikend, ter zake dienend en beperkt zijn tot wat noodzakelijk is voor de doeleinden waarvoor ze werden ingezameld (art. 5.1.c. van de AVG). 12. Het begrip kennisgeving dat wordt gebruikt in artikel 18 in ontwerp zou moeten worden gedefinieerd. Uit de bijkomende informatie die werd verkregen bij de afgevaardigde van de Minister blijkt dat het gaat om de persoon die de sedimenten gebruikt op zijn grond. 13. Bijlage 4 in ontwerp bepaalt de kennisgevingsmodellen van de bewegingen en de ontvangst van de sedimenten. De GBA heeft uitgaande van de doeleinden van de traceerbaarheid, geen opmerkingen over het soort verzamelde gegevens. Om nu te beantwoorden aan de informatieplicht aan de betrokken dat de AVG oplegt, zal de administratie erop toezien dat de modellen alle informatie bevat die vereist is krachtens artikel 13 van de AVG, voor de gevallen waarin de sedimenten worden ontvangen op een ontvangende site (en dus waar de AVG van toepassing zal zijn in het geval de projectleider of grondeigenaar een natuurlijk persoon is).

Advies 51/2019-5/8 Bovendien, om het begrip identificatienummer van de ontvangende site passend te kunnen afbakenen, moet nader worden omschreven dat het gaat om het identificatienummer dat is opgenomen in het bijgevoegd plan bij de aanvraag 1. 14. Bijlage 5 bepaalt de minimale inhoud van het vervoersdocument van de sedimenten bij een kennisgeving van een sedimentbeweging. het woord "identiteit" moet worden vervangen door een exhaustieve lijst van categorieën vereiste identificatiegegevens en dit overeenkomstig het beginsel van de minimale gegevensverwerking. Hetzelfde geldt voor de woorden "gegevens voor de identificatie" van de vergunde installatie en de ontvangende site. In dit verband lijken het adres en het vergunningsnummer van de installatie en het kadasternummer van de ontvangende site te volstaan. 15. Artikel 21 in ontwerp voorziet voor elke voertuig dat sedimenten vervoert in de verplichting om in het bezit te zijn van het vereiste vervoersdocument in dubbel exemplaar en dat het registratie- of erkenningsnummer van de vervoerder moet bevatten, het vertrekuur van de vergunde installatie en aankomstuur op de bestemming alsook het verplicht bewaren door zowel de vervoerder als de ontvanger van dit document, gedurende minstens 5 jaar, wat relevant lijkt gelet op de controle op de naleving van de bepalingen van het bodemdecreet. Gelet op de bijkomende informatie die werd verkregen, moet evenwel worden gepreciseerd dat het registratie- of erkenningsnummer van de vervoerder deze is dat werd opgemaakt overeenkomstig het Decreet van 27 juni 1996 betreffende afvalstoffen. Daarnaast zou de verplichte bewaartermijn moeten worden vastgelegd en de termijnen moeten worden omkaderd waarbinnen de ambtenaren belast met het toezicht, dit document kunnen opvragen (beginsel van de opslagbeperking van de persoonsgegevens - artikel 5.1.e. van de AVG). 16. Artikel 21, lid 3 van het ontwerp bepaalt (vrije vertaling) «na advies van de Administratie en de ambtenaar belast met het toezicht, kan de Minister digitale toepassingen opleggen of erkennen die functionaliteiten en garanties bieden waarmee de doelstellingen van dit artikel kunnen worden bereikt en die kunnen instaan voor de opvolging in real time en de traceerbaarheid van de sedimentbewegingen». Omdat deze toepassingen een impact zullen hebben op de verwerkingen van de persoonsgegevens van de eigenaars van sediment ontvangende gronden, moeten ze zich in overeenstemming brengen met de bepalingen van de AVG en met name met artikel 25 dat vereist dat elke verwerkingsverantwoordelijke de technische en organisatorische maatregelen treft die deze persoonsgegevensverwerkingen ondersteunen als standaard en vanaf het ontwerpstadium, overeenkomstig de beginsels inzake persoonsgegevensbescherming. De GBA beveelt aan dat het voorafgaand advies van de 1 Zo blijkt uit de bijkomende informatie verkregen bij de afgevaardigde.

Advies 51/2019-6/8 Functionaris voor gegevensbescherming ook wordt vereist naast deze van de administratie en de ambtenaar belast met het toezicht. 17. In dit verband vestigt de Gegevensbeschermingsautoriteit de aandacht van de administratie en de bevoegde minister op het feit dat de artikelen 5.1.f en 32 van de AVG opleggen deze digitale toepassingen te parametriseren zodat, door het nemen van passende technische of organisatorische maatregelen, gewaarborgd is dat de persoonsgegevens beschermd zijn tegen ongeoorloofde of onrechtmatige verwerking en tegen onopzettelijk verlies, vernietiging of beschadiging. 18. Artikel 32 AVG wijst in dit verband op een aantal voorbeeldmaatregelen om, waar passend, een op het risico afgestemd beveiligingsniveau te waarborgen: a. de pseudonimisering en versleuteling van persoonsgegevens; b. het vermogen om op permanente basis de vertrouwelijkheid, integriteit, beschikbaarheid en veerkracht van de verwerkingssystemen te garanderen; c. het vermogen om bij een fysiek of technisch incident de beschikbaarheid van en de toegang tot de persoonsgegevens tijdig te herstellen; d. een procedure voor het op gezette tijdstippen testen, beoordelen en evalueren van de doeltreffendheid van de technische en organisatorische maatregelen ter beveiliging van de verwerking. 19. Voor de concrete uitwerking hiervan wijst de Autoriteit op de aanbeveling 2 ter voorkoming van gegevenslekken en op de referentiemaatregelen 3 die bij elke verwerking van persoonsgegevens in acht zouden moeten worden genomen. Als de digitale applicatie bovendien toegankelijk zal zijn voor meerdere deelnemers, benadrukt de Autoriteit in het bijzonder het belang van een behoorlijk gebruikers- en toegangsbeheer 4. 2 Aanbeveling uit eigen beweging van de Commissie nr. 01/2013 van 21 januari 2013 betreffende de na te leven veiligheidsmaatregelen ter voorkoming van gegevenslekken (https://www.gegevensbeschermingsautoriteit.be/sites/privacycommission/files/documents/aanbeveling_01_2013_0.pdf). 3 Referentiemaatregelen van de Commissie voor de beveiliging van elke verwerking van persoonsgegevens, Versie 1.0 (https://www.gegevensbeschermingsautoriteit.be/sites/privacycommission/files/documents/referentiemaatregelen_voor_de_b eveiliging_van_elke_verwerking_van_persoonsgegevens_0.pdf). 4 Zie ook punt II. 1.2 van de Aanbeveling uit eigen beweging nr. 03/2011 van 25 mei 2011 over het nemen van een kopie van de identiteitskaart en over het gebruik en de elektronische lezing ervan.https://www.gegevensbeschermingsautoriteit.be/sites/privacycommission/files/documents/aanbeveling_03_2011_0.pdf en de Aanbeveling van de Commissie nr. 01/2008 van 24 september 2008 met betrekking tot het toegangs- en gebruikersbeheer in de overheidssector(https://www.privacycommission.be/sites/privacycommission/files/documents/aanbeveling_01_2008_0.pdf).

Advies 51/2019-7/8 20. Tot slot vestigt de GBA de aandacht erop dat artikel 27 van het ontwerp BWR, dat de gegevensmededelingen regelt van de opvolgingsinstantie naar de administratie en naar de gegevensbank ondergrond zeer breed is opgevat. Het begrip (vrije vertaling) "gegevens voortvloeiend uit de uitvoering van activiteiten" moet beter worden omkaderd zodat bij lezing van deze bepaling elke persoon de hem betreffende persoonsgegevens die het voorwerp van deze mededeling zijn, duidelijk kan onderscheiden. Bovendien, overeenkomstig het beginsel van de minimale gegevensverwerking, kunnen enkel de relevante gegevens uitgaande van het doeleinde van de gegevensbank ondergrond het voorwerp uitmaken van deze mededeling. In dit verband voorziet artikel 12, 2 van het bodemdecreet erin dat alleen de gegevens en documenten die zijn uitgebracht overeenkomstig artikel 5 van dit decreet deze gegevensbank voeden. Op welke manier is de kwaliteit van de sedimenten relevant voor deze gegevensbank, uitgaande van het doeleinde van deze gegevensbank, aangezien het rapport handelt over een lot sedimenten zonder link met de ontvangende site? Op zich is er geen verbindende schakel met een grondperceel. Er is dus a priori geen mogelijkheid om dit geïsoleerd te vermelden in deze gegevensbank waarin informatie wordt opgenomen over de vervuilingstoestand van de gronden. Hetzelfde geldt voor het certificaat van controle van de kwaliteit van de sedimenten en de kennisgeving van de groepering van sedimentloten. Het is pas wanneer de ontvangende site van deze sedimenten gekend is dat deze rapporten deze gegevensbank kunnen voeden. De auteur van het ontwerp BWR zal de formulering van artikel 27 in ontwerp verbeteren door zich in overeenstemming te brengen met deze beginsels. OM DIE REDENEN, de Autoriteit, is van mening dat het ontwerp BWR dat voor advies voorligt, als volgt moet worden aangepast: 1. Ter hoogte van hoofdstuk 4 van het ontwerp BWR, nadere omschrijving van de concrete en operationele doeleinden waarvoor het traceerbaarheidssysteem van de sedimenten is ingevoerd (overweging 9); 2. Herziening van de bewoordingen van artikel 16 in ontwerp om het toepassingsgebied rationae materiae in te perken overeenkomstig de ratio legis van artikel 5 van het bodemdecreet (overweging 10); 3. Aanpassing van de lijst van de gegevens die moeten worden opgenomen in de kennisgeving van de sedimentbewegingen overeenkomstig overweging 11; 4. Wijziging van bijlage 4 opdat de kennisgevingsmodellen de informatie zou bevatten die vereist is krachtens artikel 13 van de AVG en nadere omschrijving van het begrip "identificatienummer van de ontvangende site" (overweging 13);

Advies 51/2019-8/8 5. Aanpassing van bijlage 5 die het model beschrijft van het vervoersdocument, overeenkomstig het beginsel van de minimale gegevensverwerking (overweging 14); 6. Nadere omschrijving van de bewaartermijn van het vervoersdocument overeenkomstig overweging 15; 7. Toevoegen van het advies van de functionaris voor gegevensbescherming ter hoogte van artikel 21, lid 3 in ontwerp (overweging 16); 8. Aanpassing van ontwerpartikel 27, overeenkomstig overweging 20; (get.) An Machtens Wnd. Administrateur (get.) Willem Debeuckelaere Voorzitter, Directeur Kenniscentrum