Inspectierapport Doomijn peuterspeelzaal Bachlaan 158 (KDV) Bachlaan 158 8031HL Zwolle Registratienummer 831721741 Toezichthouder: GGD IJsselland In opdracht van gemeente: Zwolle Datum inspectie: 13-07-2017 Type onderzoek: Jaarlijks onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport: 28-08-2017
Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Het onderzoek... 3 Observaties en bevindingen... 4 Overzicht getoetste inspectie-items... 8 Gegevens voorziening...12 Gegevens toezicht...12 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum...13 2 van 13
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. In dit onderzoek is op grond van de bevindingen bij voorgaande inspecties, een beperkt aantal kwaliteitseisen onderzocht. Dat zijn de volgende: de pedagogische kwaliteit; de eisen aan het personeel; de opvang in groepen; de beroepskracht-kindratio; de risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid; de meldcode kindermishandeling. Beschouwing Deze beschouwing beschrijft de resultaten bij de uitgevoerde inspectie. Na de feiten over de opvang en de inspectiegeschiedenis, volgen de belangrijkste bevindingen. Deze worden elders in het rapport uitgewerkt. Feiten over peuterspeelzaal Bachlaan 158 Peuterspeelzaal Bachlaan 158 is onderdeel van Stichting Doomijn Kinderopvang. Doomijn Kinderopvang heeft meerdere kinderdagverblijven en buitenschoolse opvanglocaties binnen regio IJsselland. Peuterspeelzaal Bachlaan 158 is gevestigd in de wijk Holtenbroek te Zwolle. De opvang vindt plaats binnen de muren van basisschool de Toonladder. De locatie staat in het landelijk register geregistreerd met 16 kindplaatsen. Er wordt ten aanzien van de voorschoolse educatie gewerkt met het programma 'Piramide'. Inspectiegeschiedenis Er zijn de afgelopen twee jaar geen overtredingen geconstateerd. Bevindingen op hoofdlijnen Tijdens dit jaarlijks onderzoek voldoen alle onderzochte items aan de Wet kinderopvang. Advies aan College van B&W Geen handhaving. 3 van 13
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk Tijdens het inspectiebezoek is de pedagogische praktijk getoetst in theorie en in de praktijk. Bij de observatie van de pedagogische praktijk maakt de toezichthouder gebruik van het Veldinstrument observatie kindercentrum (januari 2015). Daarin staan specifieke aspecten waarop wordt geobserveerd. Het observatie-instrument bevat voor elke voorwaarde indicatoren. Deze worden gebruikt bij het beschrijven van de pedagogische praktijk. Emotionele veiligheid Indicator: 'De beroepskrachten hebben een vertrouwde relatie met de kinderen.' Observatie: De beroepskrachten laten merken dat ze de kinderen accepteren zoals ze zijn; ze geven complimentjes, maken grapjes, knuffelen en hebben oogcontact. De interacties zijn vriendelijk en hartelijk. Zo vraagt de beroepskracht aan een kindje het volgende: 'Wil je wat voor mij doen?', 'Wil je bij juf X de doekjes ophalen om de neuzen schoon te maken?' Als hij later met de doekjes terugkomt krijgt hij een compliment: 'Heel goed van jou!' Ontwikkeling van de persoonlijke competentie Indicator: 'Kinderen hebben de mogelijkheid om (leer)ervaringen op te doen dankzij de groep, spelmateriaal, activiteitenaanbod en inrichting.' Observatie: Er is (binnen en buiten) voldoende spelmateriaal voor de verschillende ontwikkelingsgebieden. Er is gesloten en open materiaal waar kinderen mee kunnen ontdekken en fantaseren. Er zijn binnen specifieke speelhoeken gecreeërd. Zo is er een huishoek, een leeshoek, een bouwhoek en staan er kleine tafels om bijvoorbeeld aan te puzzelen en te knutselen. De peuterspeelzaal beschikt over een nieuwe buitenspeelruimte wat als zeer prettig wordt ervaren. Het is namelijk rustiger doordat de plek meer is afgescheiden van de grotere kinderen. Deze nieuwe buitenruimte is helemaal aangepakt waarbij er onder andere een zandbak is geplaatst en er een pad is aangelegd waarop de kinderen kunnen fietsen. In de schuur is er volop materiaal aanwezig, zoals fietsjes en loopfietsjes. Ontwikkeling van de sociale competentie Indicator: 'De kinderen zijn deel van de groep.' Observatie: De beroepskrachten betrekken de kinderen actief bij verzorgende en organisatorische taken zoals opruimen en dingen klaarzetten. De beroepskracht vraagt wie er vandaag de trommel mag pakken. Dit mag 'de baas' van vandaag doen. De 'baas' van de dag is het hulpje van de dag. Het liedje 'zitten op de grond' wordt gezongen en de kinderen gaan bij elkaar op de grond zitten. 'Als we op de grond zitten, wat doen we dan met het speelgoed?' vraagt de beroepskracht. 'Weg' is het antwoordt van de kinderen. De beroepskracht loopt samen met de kinderen de piramideplaten bij langs wat ze vanmorgen al hebben gedaan. 'Wat gaan we nu doen?' vraagt de beroepskracht. 'Opruimen!' Vervolgens wordt het liedje 'wij gaan opruimen' gezongen. Daarna mogen de kinderen zelf zeggen wat ze op willen gaan ruimen. De beroepskrachten helpen de kinderen hierbij. Conclusie 4 van 13
Op peuterspeelzaal Bachlaan 158 voldoet de pedagogische praktijk aan de voorwaarden uit de Wet kinderopvang. Voorschoolse educatie indien gesubsidieerd door het college Op peuterspeelzaal Bachlaan 158 wordt voorschoolse educatie aangeboden. Er wordt gewerkt met de VVE-methode Piramide. Piramide is een totaalprogramma, opgebouwd rondom projecten, met aandacht voor alle ontwikkelingsgebieden voor kinderen van 0-7 jaar. De kinderen van drie jaar met een VVE-indicatie komen vier dagdelen per week. De kinderen krijgen hiermee voldoende uren aan activiteiten gericht op het stimuleren van de ontwikkelingsdomeinen taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling aangeboden. Alle beroepskrachten zijn in het bezit van een VVE -getuigschrift. Doomijn heeft een opleidingsplan met betrekking tot de voorschoolse educatie. Door VVE-gelden heeft de peuterspeelzaal de mogelijkheid om af en toe een extra beroepskracht in te zetten. Tijdens de inspectie was deze ook aanwezig wat door de beroepskrachten als zeer prettig wordt ervaren. Conclusie Er wordt voldaan aan de voorwaarden uit de Wet kinderopvang. Gebruikte bronnen: Interview (Beroepskrachten) Observaties (Pedagogische praktijk) Pedagogisch beleidsplan (versie september 2015) Pedagogisch werkplan (versie februari 2016) VVE-certificaten Opleidingsplan voorschoolse educatie 5 van 13
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De beroepskrachten die werkzaam zijn bij peuterspeelzaal Bachlaan 158 hebben een geldige verklaring omtrent het gedrag. Passende beroepskwalificatie De beroepskrachten die werkzaam zijn bij peuterspeelzaal Bachlaan 158 beschikken over een passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. Opvang in groepen Er wordt gewerkt met één stamgroep van maximaal 16 kinderen in de leeftijd van 2,5-4 jaar. Er zijn op deze locatie veel kinderen met een vve-indicatie. De vve-gelden worden daarom ook gebruikt om de stamgroep tijdelijk te verkleinen naar maximaal 12 kinderen. Conclusie De opvang in groepen is conform de Wet kinderopvang. Beroepskracht-kindratio De toezichthouder heeft de presentielijsten en de inzet van het personeel van verschillende dagen bekeken. De beroepskracht-kindratio is conform de Wet kinderopvang. Gebruikte bronnen: Interview (Beroepskrachten) Verklaringen omtrent het gedrag (Steekproef) Diploma's beroepskrachten (Steekproef) Presentielijsten Personeelsrooster 6 van 13
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid is in november 2016 door twee beroepskrachten uitgevoerd. De houder beschrijft de veiligheidsrisico s op de thema s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. De houder beschrijft de gezondheidsrisico s op de thema s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen. Via Intranet (Intravers) kunnen de beroepskrachten bij alle documenten van Doomijn, waaronder het formulier voor de ongevallenregistratie. Conclusie De risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid voldoet aan de voorwaarden uit de Wet kinderopvang. Meldcode kindermishandeling Vanaf 1 juli 2013 zijn de eisen aan de meldcode kindermishandeling gewijzigd. Dit komt door de Wet verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. Doomijn gebruikt een meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld die voldoet aan de gestelde eisen. De beroepskrachten zijn op de hoogte van deze meldcode en de wettelijke meldplicht. De beroepskracht geeft aan dat laatst nog ter sprake kwam waar de meldcode op intranet te vinden is en dat ze ook weet wie de aandachtsfunctionaris is. Conclusie Er wordt voldaan aan de voorwaarden uit de Wet kinderopvang. Gebruikte bronnen: Interview (Beroepskrachten) Risico-inventarisatie veiligheid (versie november 2016) Risico-inventarisatie gezondheid (versie november 2016) Actieplan veiligheid (versie november 2016) Actieplan gezondheid (versie november 2016) Meldcode kindermishandeling (versie juli 2013) 7 van 13
Overzicht getoetste inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het vastgestelde pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en Voorschoolse educatie indien gesubsidieerd door het college De voorschoolse educatie omvat per week ten minste vier dagdelen van ten minste 2,5 uur of per week ten minste 10 uur aan activiteiten gericht op het stimuleren van de ontwikkelingsdomeinen taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 en 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie) De verhouding tussen het aantal beroepskrachten voorschoolse educatie en het feitelijk aantal aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste één beroepskracht voorschoolse educatie per acht kinderen. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie) De groep bestaat uit ten hoogste 16 feitelijk aanwezige kinderen. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie) De houder van een kindercentrum waar voorschoolse educatie wordt aangeboden draagt er zorg voor dat de beroepskrachten voorschoolse educatie in het bezit zijn van: Een getuigschrift van met gunstig gevolg afgelegd examen van een bij ministeriële regeling aan te wijzen opleiding, specifiek gericht op het opdoen van pedagogische vaardigheden. OF Een erkenning van beroepskwalificaties als bedoeld in artikel 5 van de Algemene wet erkenning EG-beroepskwalificaties ten aanzien van de door hen te verrichten beroepswerkzaamheden. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie) 8 van 13
Onderdeel van de beroepsopleiding waarvoor het getuigschrift is behaald, vormt ten minste één module over het verzorgen van voorschoolse educatie. OF De beroepskracht voorschoolse educatie bezit een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en vroegschoolse educatieprogramma s. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie) De houder stelt jaarlijks een opleidingsplan op. Daarin komt tot uitdrukking op welke wijze de kennis van en de vaardigheden van de beroepskracht voorschoolse educatie in het vroegtijdig bestrijden van achterstanden door middel van voorschoolse educatie, worden onderhouden. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie) Voor de voorschoolse educatie wordt een programma gebruikt waarin op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie) Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven vanaf 1 maart 2013. (art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals opgenomen in de meest recent aangevangen cao kinderopvang. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en OF De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en 9 van 13
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie veiligheid op voor alle voor kinderen toegankelijke ruimtes in een kindercentrum, waaronder de buitenspeelruimte. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a Besluit kwaliteit kinderopvang en De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder beschrijft de veiligheidsrisico s op de thema s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a en lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn, respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico s en de maatregelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie gezondheid op. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder beschrijft de gezondheidsrisico s op de thema s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a en lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico s en de maatregelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en 10 van 13
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld die ten minste de volgende elementen bevat: - een stappenplan voor het omgaan met signalen van huiselijk geweld of kindermishandeling; - toebedeling van verantwoordelijkheden aan de diverse personeelsleden bij de stappen; - specifieke aandacht voor bijzondere vormen van geweld; - specifieke aandacht voor de wijze waarop personeel moet omgaan met vertrouwelijke gegevens. (art 1.51a lid 1, 2, 3 en 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2a Besluit kwaliteit kinderopvang en De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. (art 1.51a lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen De houder handelt overeenkomstig de wettelijke meldplicht en bevordert de kennis en het gebruik ervan. (art 1.51b en 1.51c Wet kinderopvang en kwaliteitseisen 11 van 13
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : Doomijn peuterspeelzaal Bachlaan 158 Aantal kindplaatsen : 16 Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Ja Gegevens houder Naam houder : Travers Welzijn Adres houder : Koestraat 6 Postcode en plaats : 8011NK Zwolle Website : www.doomijn.nl KvK nummer : 41025128 Aansluiting geschillencommissie : Ja Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD IJsselland Adres : Postbus 1453 Postcode en plaats : 8001BL ZWOLLE Telefoonnummer : 038-4 281 686 Onderzoek uitgevoerd door : J de Lange Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : Zwolle Adres : Postbus 10007 Postcode en plaats : 8000GA ZWOLLE Planning Datum inspectie : 13-07-2017 Opstellen concept inspectierapport : 24-07-2017 Zienswijze houder : 28-08-2017 Vaststelling inspectierapport : 28-08-2017 Verzenden inspectierapport naar houder : 30-08-2017 Verzenden inspectierapport naar : 30-08-2017 gemeente Openbaar maken inspectierapport : 13-09-2017 12 van 13
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. 28-08-2017: Zienswijze Doomijn Doomijn kinderopvang is blij met de positieve beoordeling van de GGD inspectie en de observaties van het pedagogisch handelen van de pedagogisch medewerkers van PSZ Bachlaan 158. Ook in de toekomst zetten de medewerkers van Doomijn kinderopvang zich met plezier in om dezelfde kwaliteit en aandacht voor de kinderen te blijven bieden. Elly van Holland Manager kinderopvang en peuterspeelzalen 13 van 13