België / Belgique / Belgien

Vergelijkbare documenten
INSTALLATIE- EN GEBRUIKERSHANDLEIDING

MODELlEN BTI 85 N BTI 100 N NEDERLAND WARMWATER VOORRAADTOESTELLEN

INSTALLATIE- EN GEBRUIKERSINSTRUCTIE

Nederland WARMWATER VOORRAADTOESTELLEN

Nederland WARMWATER VOORRAADTOESTELLEN

België / Belgique / Belgien

Nederland ELEKTRISCHE WARMWATER VOORRAADTOESTELLEN

INSTALLATIE- EN GEBRUIKERSINSTRUCTIE

INSTALLATIE- EN GEBRUIKERSINSTRUCTIE

INSTALLATIE - EN GEBRUIKERSINSTRUCTIE

INSTALLATIE - EN GEBRUIKERSINSTRUCTIES

Nederland ELEKTRISCHE WARMWATER VOORRAADTOESTELLEN

Nederland WARMWATER VOORRAADTOESTELLEN

Nederland WARMWATER VOORRAADTOESTELLEN

Nederland WARMWATER VOORRAADTOESTELLEN

Nederland WARMWATER VOORRAADTOESTELLEN

Twister Condenserende HR RVS boiler

Nederland WARMWATER VOORRAADTOESTELLEN VERHOOGDE TEMPERATUUR

Twister Condenserende HR RVS boiler

SENTRY ELEKTRISCHE BOILERS

INSTALLATIE- EN GEBRUIKERSINSTRUCTIE

Nederland WARMWATER VOORRAADTOESTELLEN

SGE. warmtewisselaar SGE - 40/60. Innovation has a name.

Technische fiche details Solidstone Fiche technique détaillée Solidstone. 1. Gewicht. De berekening van de gewichten gaat als volgt :

STORINGSHANDLEIDING GASGESTOOKTE LUCHTVERWARMERS

Oppervlaktereiniger. Nettoyeur de surfaces. Nederlands Gebruiksaanwijzing 2. Français Manuel d instructions (11/09)

SGE. warmtewisselaar SGE - 40/60. Innovation has a name.

Innovo. Volledig gesloten condenserende hoogrendements gasboiler IR /20-160/12-200/20-200/24-245/32-245/ /32-285/32-380

INSTALLATIE- EN GEBRUIKERSINSTRUCTIE

Innovo Volledig gesloten condenserende hoogrendement gasboiler

Innovo. Volledig gesloten condenserende hoogrendements gasboiler IR /20-160/12-200/20-200/24-245/32-245/ /32-285/32-380

BFM Gesloten industriële boiler

BFC Cyclone Condenserende hoog rendementboiler

IT - 300/400/500/600/750/1000 IT

Open haarden Feux ouverts

Nederland ELEKTRISCHE BOILERS

25/03/2014 Wijzigingen voorbehouden 1

SGE HR-Condenserende gas-zonneboiler met geïntegreerde

SGE. warmtewisselaar SGE - 40/60. Innovation has a name.

ADM. Atmosferische industriële boiler ADM - 40/50/60/80/90/115/135. Installatie-, Gebruikers- en Servicehandleiding. Innovation has a name.

Nefit Economy cv-boilers

RESERVOIR RONDO - TEMPO NOTICE DE MONTAGE - TECHNISCHE FICHE

GSR 130 FA. Adaptation à un autre gaz. 1. Changer les injecteurs des brûleurs

BAMBINO 70T BAMBINO 46T

STORINGSHANDLEIDING GASGESTOOKTE LUCHTVERWARMERS

P R AC H T I G E V L A M M E N I N E E N S L A N K O N T W E R P D E S B E L L E S F L A M M E S D A N S U N F OY E R S V E LT E

STORINGSHANDLEIDING GASGESTOOKTE LUCHTVERWARMERS

PROGRESSIEF SYSTEEM SYSTÈME PROGRESSIF

Handleiding rookgascondensor INHOUDSOPGAVE: WERKING. 1.1 Algemeen 1.2 Werking INSTALLATIE

Nederland nl. Installatie- en bedienings voorschriften Onderhoudsinstructies. Sentry electrische boilers ES30 ES40 ES50 ES65

INSTALLATIE VOORSCHRIFT

handleiding mode d emploi

OMBOUWINSTRUCTIES VOOR INSTRUCTIONS DE CONVERSION RELATIVES AUX MODÈLES DRU ART S2 NL FR DRU VERWARMING B.V. HOLLAND

Schiedel BEMAL Hulpstukken Accessoires

Nederland ELEKTRISCHE WARMWATER VOORRAADTOESTELLEN

Hulpstukken Accessoires BEMAL. Vaartstraat 64 B-3920 Lommel Tel.: Fax: URL:

Nederlands 11/10/06 GSR 330 N. Gasketel 30 C. Gebruiksaanwijzing.

Bedrukte envelop EA5 Enveloppes personnalisées EA5

GREENGAS PLUS TYPE CODE GAZ

Installatie van versie 2.2 van Atoum

OMBOUWINSTRUCTIES NL/BE VOOR INSTRUCTIONS DE CONVERSION FR/BE/LU/CH RELATIVES AUX MODÈLES: BERLIEN BREMEN DRU VERWARMING B.V. HOLLAND

Gebruiksaanwijzing HEETWATERAPPARAAT

Instano Gesloten condenserend hoogrendements doorstroomtoestel

KIT DE COMMANDE POUR BALLON A DISTANCE KIT BOILERREGELING VOOR BOILER OP AFSTAND

Gebruiksaanwijzing. Geisers. Met Thermische Terugslag Beveiliging (TTB) W KD PT

STE. Industriële electrische boiler Commercial electric storage water heater STE /1500/2000/2500/3000

EENLEIDINGSYSTEEM MET VOLUMETRISCHE DOSEERVENTIELEN SYSTÈME À LIGNE UNIQUE À DOSEURS VOLUMÉTRIQUES PNEUMATISCHE POMPEN POMPES PNEUMATIQUES

P 12. igas 170 highline P17. igas side P 17. igas side P 17. igas 225 window

Bedrukte envelop C5 Enveloppes personnalisées C5

4 Port USB Travel Charger with universal AC plugs

MONTAGEHANDLEIDING/NOTICE D INSTALLATION

Eco bedrukte envelop C4 Enveloppes ECO imprimées C4

BlueBurn CENTRALE VERWARMING OP PELLETS

Gasblokkenvuur serie - handbediening. Installatievoorschrift Gebruiksaanwijzing

Bedrukte envelop C4 Enveloppes personnalisées C4

Instano Gesloten condenserend hoogrendements doorstroomtoestel

DPM. The installer s choice cdvibenelux.com. Deurpositiecontact voor opbouwmagneten Contact de position de porte pour ventouse en applique NEDERLANDS

Handleiding voor ombouw van Aardgas naar Propaan

Geiser GWH11 COP... / GWH14 COP... / GWH18 COP... gebruiksaanwijzing (2015/04) NL

vanderbeyl IGB-200S, IGB-300S, IGB-500S Installatie- en montagehandleiding

GASGESTOOKTE LUCHTVERWARMERS

WIJ ZIJN IN-LITE. In deze stand ziet u de LED buitenverlichting van in-lite. Eenvoudig te installeren, veilig en energiezuinig.

Geiser GWH11 COH... / GWH14 COH... / GWH18 COH... gebruiksaanwijzing (2015/04) NL

DTXT5434 DTXT5434M DTXT5434P DTXT5434MP. The installer s choice cdvibenelux.com

Installatie- en bedieningsvoor schriften Onderhoudsinstructies. Sentry gasboilers SEN110 NL SEN150 NL SEN185 NL BW80 NL BW100 NL RSC150 NL RSC190 NL

Vaillant Onderdelen-Catalogus Vaillant Catalogue Pieces Détachées

MONTAGE INSTRUCTIES. INSCHROEFELEMENTEN (standaard)

SGS HR-Condenserende gas-zonneboiler

GEBRUIKERSHANDLEIDING

PIÈCES DE RECHANGE POUR BATTERIES DE TRACTION

NEDERLANDS. FRANçais

Bedrukte envelop EA4 Enveloppes personnalisées EA4

Remplacement de la pile sur FLAIR 22D ( version 2010) Vervangen van de batterij op FLAIR 22D (versie 2010) Distribution MT A votre service

SGE. warmtewisselaar SGE - 40/60. Innovation has a name.

Nefit EcomLine HR. Gebruikersinstructie. Nefit houdt Nederland warm

BFC Cyclone Condenserende hoog rendementboiler

Kortsluiting van de aanvoer- Defecte of niet (goed) aangesloten aanvoer- of retourtemperatuursensor. Geen doorstroming

SERVICEHANDLEIDING HD50i

F2555HE-N F3255HE-N F4055HE-N

Transcriptie:

BTI 65 België / Belgique / Belgien WARMWATERVOORRAADTOESTELLEN CHAUFFE-EAU A ACCUMULATEUR WARMWASSERSPEICHER Installatie-, Gebruikers- en Servicehandleiding Installation, User and Service Manual Installations-, Benutzer- und Wartungsanleitung Manuel d installation, Mode d emploi, Manual d entretien Manual de Instalación, Usuario y Servicio Manual de Instalação, Utilização e Manutenção Manuale Installazione, d uso e manutenzione Instrukcja Serwisu, Obsługi I Montazu Εγκατάσταση, Χρηστών και Εγχειρίδιο Σέρβις 0311862 4115 - Wijzigingen voorbehouden / Réserve de modifications /Änderungen vorbehalten. Innovation has a name.

Deel 1 Partie 1 Teil 1 : Nederlandstalig : Hollandais : Holländisch Lees eerst de installatievoorschriften alvorens het toestel te installeren. Lees de gebruikersinstructies alvorens het toestel te ontsteken. Het niet zorgvuldig opvolgen van deze instructies kan leiden tot explosiegevaar en/of brand en kan materiële schade en/of lichamelijk letsel veroorzaken. Het installeren én voor de eerste maal in bedrijf stellen dient te geschieden door een erkend installateur. De gassoort en waarden waarop het toestel standaard (af fabriek) is afgesteld, staan op de typeplaat vermeld. Het toestel mag alleen in een ruimte geïnstalleerd worden indien die ruimte voldoet aan de vereiste ventilatievoorschriften. A.O.SMITH ACCEPTEERT GEEN VERANTWOORDELIJKHEID VOOR GARANTIE, SERVICEVERLENING EN/OF PRODUKTAANSPRAKELIJKHEID IN GEVAL VAN ONGEAUTORISEERDE WIJZIGINGEN, PRODUKTMODIFICATIES OF REPARATIES. 2

INDEX PAGINA 1. ALGEMEEN...5 1.1 Toestelomschrijving...5 1.1.1 Verpakkingsmateriaal...6 1.1.2 Afvoeren...6 1.2 Technische beveiligingsapparatuur...7 1.2.1 Gasblok...7 1.2.2 Zuil...7 1.2.3 Werking van het toestel...8 1.2.4 Rookgasafvoerbeveiliging...8 1.3 Technische beschrijving...9 1.3.1 Maatvoering...9 1.3.2 Technische gegevens...11 2. VOOR DE INSTALLATEUR...13 2.1 Installatievoorschriften...13 2.1.1 Installatie...13 2.1.2 Wateraansluiting...13 2.1.3 Gasaansluiting...14 2.1.4 Rookgasafvoer...14 2.1.5 Rookgasafvoerbeveiliging...14 2.1.5 Trekonderbreker...14 2.1.6 Elektrische aansluiting...14 2.2 In bedrijf stellen...15 2.3 Demontage en montage van de zuil...15 2.4 Het instellen van de gasdruk...15 2.5 Temperatuurregeling...15 2.6 Onderhoud...15 2.6.1 Opofferingsanode...15 2.6.2 Reiniging...18 2.6.3 Ontkalking...18 2.6.4 Service onderdelen...18 2.7 Inlaatcombinatie...18 2.8 Gaslucht...18 2.9 Condensatie...18 2.10 Belangrijke waarschuwing...18 3. Voor de gebruiker...19 3.1 Gebruiksaanwijzing...19 3.2 Gebruik...19 3.3 Maatregelen bij storing...20 4. Garantie...21 4.1 Garantie algemeen...21 4.2 Garantie tank...21 4.3 Installatie- en gebruiksvoorwaarden...21 4.4 Uitsluitingen...22 4.5 Omvang garantie...22 4.6 Claims...22 4.7 Geen andere verplichtingen voor A.O.Smith dan in dit certificaat bepaald...22 5. Bijlage...23 3

4

1 ALGEMEEN 1.1 TOESTELOMSCHRIJVING Bouwwijze en uitrusting van het voorraadtoestel zijn volgens de Europese norm voor gasgestookte warmwatervoorraadtoestellen voor sanitair gebruik (EN89). Het toestel voldoet daarmee aan de Europese Richtlijn voor Gastoestellen en heeft daarom het recht de CEmarkering te dragen. Het is een open toestel zonder ventilator met een rookgasafvoerbeveiliging (categorie B 11BS ) Het voorraadtoestel is geschikt voor een werkdruk tot 8 bar. De tank is van plaatstaal en aan de binnenzijde glasslined. Tevens is de tank voorzien van een opofferingsanode als extra bescherming tegen corrosie. Een dikke, CFK-vrij, PU-isolatielaag bekleed met een stalen ommanteling voorkomt onnodig warmteverlies. Als het voorraadtoestel volledig met water gevuld is, dan staat het voortdurend onder waterleidingdruk. Bij het aftappen van warmwater uit het toestel wordt er direct weer koudwater toegevoegd. Voor een betere warmteoverdracht is in de vlampijp een wervelstrip ingebouwd. De rookgassen geven hun warmte af aan het water door straling en geleiding. De rookgassen worden via de trekonderbreker in de schoorsteen geleid. De afvoer van de rookgassen gebeurt door een natuurlijke, thermische trek (zie afbeelding 1). Om extra comfort te creëren kan bij lange leidingen een circulatieleiding met een circulatiepomp aangesloten worden. De circulatieleiding is op de koudwaterleiding aan te sluiten. 1 2 10 11 1. 2. Trekonderbreker Warmwater uitlaat 3. Isolatiemateriaal 4 4. Vlampijp 5 14 15 5. Glasslined tank 6. Gasblok en vonkontsteking 7. Zuil met complete besturing 8. Reinigingsopening 9. Ontstekingselectrode 10. Koudwater inlaat 6 16 11. TTB-resetknop 7 12. T&P-aansluiting 17 8 13. Staalmantel 14. Wervelstrip 15. Opofferingsanode 16. Aftapkraan 9 AOS 1120 17. Hoofdbrander Afbeelding 1 - doorsnede toestel 3 12 13 5

1.1.1 Verpakkingsmateriaal De verpakking beschermt het toestel tegen transportschade. Het gekozen verpakkingsmateriaal is milieu vriendelijk, recyclebaar en relatief makkelijk en milieuvriendelijk afgevoerd worden. 1.1.2 Afvoeren Oude afgedankte toestellen bevatten stoffen die moeten worden gerecycleerd. Houdt u bij het afvoeren van oude afgedankte toestellen rekening met de plaatselijke wetten met betrekking tot afvalverwerking. Verwijder uw oude toestel dan ook nooit samen met het gewone afval, maar lever het in bij een gemeentelijk inzameldepot voor elektrische en elektronische apparatuur. Vraag uw handelaar/ installateur, indien nodig, om inlichtingen. Het oude toestel moet buiten het bereik van kinderen worden opgeslagen. 6

1.2 TECHNISCHE BEVEILIGINGSAPPARATUUR 1.2.1 Gasblok Het toestel is voorzien van een gasblok dat de toevoer van gas naar de brander regelt. Het gasblok is voorzien van een veiligheidsklep, een gasklep en een branderdrukregeling (bij standaard aardgas afstelling). De stand van de veiligheids- en gasklep wordt geregeld vanuit de branderautomaat. Om een beter ontsteekgedrag te verkrijgen opent de gasklep vertraagd (softlite). Het gasblok is geschikt voor gassen uit de eerste, tweede en derde gasfamilie. De maximale ingangsdruk is 60 mbar. De automatische vonkontsteking zorgt ervoor dat de brander ontsteekt zodra er vraag is naar warmte. 1.2.2 Zuil De temperatuurregeling van het boilerwater is ondergebracht in de zuil die op de mantel van het toestel is gemonteerd. (zie afbeelding 2). Vanwege veiligheidsdoeleinden is het toestel voorzien van 2 thermostaten: een regelthermostaat regelbaar tussen 40 C en 80 C. en een veiligheidsthermostaat die schakelt bij 90 C. De zuil is uitgevoerd met een AAN/UIT knop (I/O). In stand I wordt het gasblok bestuurd op basis van de warmtebehoefte van de regelthermostaat. In stand O staat het toestel uit. A B 4 1 3 5 2 Afbeelding 2 - Bovenaanzicht zuil IMD 0392 A. Warmwater uitlaat B. Koudwater inlaat 1. Elektrische aansluiting 2. AAN/UIT schakelaar 3. Reset knop ontstekingsregelaar 4. Temperatuurregelknop 5. ECO reset knop 7

1.2.3 Werking van het toestel Normale bediening. Zodra er vraag is naar warmte moet een wachtperiode van 1 seconde overbrugd worden voordat de branderautomaat en het gasblok in werking komen. De ontstekingspen ontsteekt de waakvlam en de daarop volgende vlam wordt waargenomen door de ionisatie electrode. Zodra de waakvlam wordt waargenomen, wordt het ontsteken van de waakvlam gestopt en de hoofdgasklep wordt geopend. De hoofdbrander wordt door de waakvlam ontstoken. Het toestel is nu in werking. Wanneer de temperatuur van het water de ingestelde temperatuur heeft bereikt schakelt de thermostaat uit en het elektrisch signaal naar de brander automaat wordt verbroken. De gastoevoer is nu gesloten. Foutmelding ontsteking. Als de vlam niet ontsteekt binnen de vastgestelde veiligheidsperiode van 25 seconden wordt de automatische ontsteking buiten werking gesteld. Dit wordt weergegeven door het oplichten van de RESET-knop op de zuil. Het toestel moet handmatig worden gereset door de RESET knop in te drukken. Als de vlam dooft gedurende het normale proces wordt de startvolgorde opnieuw herhaald door de automatische ontsteking. Na opsporing van de oorzaak van de terugslag kan het toestel weer in bedrijf gesteld worden door de RESET knop in te drukken. Als deze storing zich herhaaldelijk voordoet, betekent dit dat de afvoer van de rookgassen niet probleemloos verloopt. Wij adviseren om dan door de installateur de oorzaak op te laten zoeken en deze te laten verhelpen. Belangrijk. Indien de boiler buiten bedrijf gesteld is door een storing, kan dit door de TTB veroorzaakt zijn. Dit is zichtbaar doordat de RESET knop op de TTB naar buiten gesprongen is. Het toestel kan weer in bedrijf gesteld worden door de RESET knop in te drukken. De TTB mag nooit buiten werking gesteld worden. Terugslag van rookgassen kan leiden tot vergiftiging. 1.2.4 Rookgasafvoerbeveiliging Het toestel is voorzien van een rookgasafvoerbeveiliging. De werking van de beveiliging berust op het principe van de Thermische Terugslag Beveiliging, kortweg TTB genoemd. Het doel van de TTB is te voorkomen dat de rookgassen van het toestel in de ruimte komen waar het toestel staat opgesteld, in plaats van via de rookgasafvoer naar buiten (terugslag). Bij het in werking treden van de TTB door opwarming van de voeler door de hete rookgassen wordt de gastoevoer afgesloten. 8

1.3 Technische beschrijving 1.3.1 Maatvoering De toestellen zijn geschikt voor een rookgasafvoerkanaal met een minimale diameter zoals aangegeven staat bij maat G. Maat BTI 65 A 1680 B 1510 D 520 E 655 G 100 K 340 M 1540 N 1540 R 295 S 1330 1 Koudwaterinlaat 2 Warmwateruitlaat 3 Gasaansluiting 4 Aftapkraan 5 T&P aansluiting 6 Reinigingsopening Alle maten zijn in mm aangegeven (afgerond op 10mm). 9

10 Afbeelding 3 - Afmetingen

1.3.2 Technische gegevens Toestel categorie: I2E+ en I3+ OMSCHRIJVING eenheid BTI 65 GEGEVENS AARDGAS : G20-20 mbar Nominale belasting (onderwaarde) kw 15,7 Vermogen kw 12,2 Voordruk mbar 20 Branderdruk mbar 20 Gasverbruik * m 3 /h 1,7 Diameter hoofdinspuiter mm 2,95 Diameter waakvlaminspuiter mm 0,56 / 0,41 Opwarmtijd ΔT = 45K min. 44 Stikstofdioxide emissie (NO 2 ) mg/kwh GCV 185 GEGEVENS AARDGAS G25-25 mbar: Nominale belasting (onderwaarde) kw 14,4 Vermogen kw 11,2 Voordruk mbar 25 Branderdruk mbar 25 Gasverbruik * kg/h 1,8 Diameter hoofdinspuiter mm 2,95 Diameter waakvlaminspuiter mm 0,56 / 0,41 GEGEVENS BUTAAN G30-30 mbar: Nominale belasting (onderwaarde) kw 15,9 Vermogen kw 12,3 Voordruk mbar 30 Branderdruk mbar 30 Gasverbruik * kg/h 1,3 Diameter hoofdinspuiter mm 1,90 Diameter waakvlaminspuiter mm 0,23 * Gasverbruik bij 1013,25 mbar en 15 C 11

OMSCHRIJVING eenheid BTI 65 GEGEVENS PROPAAN : G31-37 mbar Nominale belasting (onderwaarde) kw 15,1 Vermogen kw 11,7 Voordruk mbar 37 Branderdruk mbar 37 Gasverbruik * kg/h 1,2 Diameter hoofdinspuiter mm 1,90 Diameter waakvlaminspuiter mm 0,23 ALGEMEEN Inhoud liters 178 Wateraansluitingen ** - 3 /4" - 14 NPT Gasaansluiting - Rp 1 /2 Aftapkraan - 3 /4" - 14 NPT Anode - 3 /4" - 14 NPT Extra aansluiting (bv. voor circulatieleiding of T&P plug) - 3 /4" - 14 NPT Maximale werkdruk bar 8 Ledig gewicht kg 93 * Gasverbruik bij 1013,25 mbar en 15 C ** Voor een lekdichte verbinding kunnen op de NPT-aansluitnippels Europese koppelstukken gebruikt worden met pijpschroefdraad ISO 228/1 - G ¾ of ISO 7/1 ¾ OMSCHRIJVING eenheid BTI 65 Capaciteitsprofiel - XL Energie-efficiëntie klasse (Energielabel) - B Energie-efficiëntie % 62 Dagelijks elektriciteitsverbruik kwh 0.035 Dagelijks brandstofverbruik kwh GCV 34.168 Gemengd water 40 C (V40) ltr. 378 Ander Capaciteitsprofiel - - Energie-efficiëntie % - Dagelijks elektriciteitsverbruik kwh - Dagelijks brandstofverbruik kwh GCV - Gemengd water 40 C (V40) ltr. - Elektrische aansluiting VOEDINGSSPANNING Frequentie Minimaal elektrisch afgezekerd op 220 / 240 V AC 50 Hz 5 A 12

2. VOOR DE INSTALLATEUR 2.1 Installatievoorschriften Het toestel mag alleen in een ruimte geïnstalleerd worden indien die ruimte voldoet aan de vereiste landelijke en plaatselijke ventilatievoorschriften. De opstellingsruimte moet vorstvrij zijn of tegen vorst beveiligd zijn. Ten opzichte van de brandbare materialen dienen de volgende afstanden in acht genomen te worden: Zijkant van het toestel: 15 cm Achterkant van het toestel: 15 cm Voorkant van het toestel: 60 cm Trekonderbreker en afvoerbuis:15 cm rondom Bij hout- en kunststofvloeren dient het toestel op een vuurvaste ondergrond geplaatst te worden. Wanneer de boiler in een gesloten ruimte zonder vensters wordt geplaatst, dient voor toevoer van voldoende verse lucht te worden gezorgd. Onvoldoende luchttoevoer kan leiden tot brand, explosie of verstikking. Raadpleeg de landelijke en plaatselijke voorschriften. 2.1.1 Installatie De installatie dient te geschieden overeenkomstig de algemeen en plaatselijk geldende voorschriften van gas- en waterbedrijven en brandweer, door een erkend installateur. 2.1.2 Wateraansluiting De maximale toegestane bedrijfsdruk van het toestel bedraagt 8 bar. Koudwaterzijdig moet het voorraadtoestel van een afsluitkraan en een goedgekeurde inlaatcombinatie voorzien zijn. Tevens moet er een goedgekeurd reduceertoestel geplaatst worden bij een waterleidingdruk van meer dan 8 bar. De overdrukzijde van de inlaatcombinatie moet op een open waterafvoerleiding aangesloten worden (zie afbeelding 4). Isolatie van lange leidingen voorkomt onnodige energieverspilling. 1. Gaskraan 2. Afsluiter 3. Temperatuur- en drukventiel 4. Terugslagklep 5. Terugslagklep 6. Circulatiepomp 7. Aftapkraan 8. Drukreduceer 9. Overstortventiel A Gasleiding B Warmwaterafvoer C Koudwaterafvoer D Tappunten Afbeelding 4 - Aansluitschema 13

2.1.3 Gasaansluiting De gaszijdige installatie mag alleen geschieden door een erkend installateur en overeenkomstig de algemeen geldende voorschriften van gas-, elektriciteit- en waterleidingbedrijven (GAVO). 2.1.4 Rookgasafvoer Er mogen aan de rookgasafvoer géén veranderingen en/of omhullingen aangebracht worden. De tegen corrosie beschermde afvoerpijp moet minimaal dezelfde diameter hebben als de diameter van de trekonderbreker. Direct op de trekonderbreker moet verticaal een afvoerpijp geplaatst worden. Deze moet minimaal 50 cm lang zijn. Als men daarna een gedeelte horizontale afvoerpijp wil plaatsen moet deze met een opschot van minimaal 6 cm per meter naar de schoorsteen geleid worden. Verder moet de afvoerverbindingsbuis tussen trekonderbreker en het schoorsteenkanaal zo kort mogelijk gehouden worden. 2.1.5 Rookgasafvoerbeveiliging Het toestel is voorzien van een rookgasafvoerbeveiliging. De werking van de beveiliging berust op het principe van de Thermische Terugslag Beveiliging, kortweg TTB genoemd. De TTB is te herkennen aan de koperkleurige spiraal die aan de onderkant van de trekonderbreker bevestigd is. De spiraal is door middel van een capilairleiding verbonden aan een thermostaat. De bedrading van de thermostaat dient op het thermokoppelcircuit aangesloten te zijn. Belangrijk De T.T.B. mag nooit buiten werking gesteld worden. Terugslag van rookgassen kan leiden tot vergiftiging. Attentie! Instructie toevoeging voor de installateur. Montage van de Thermische Terugslag Beveiliging: 1. Verwijder de twee schroefjes uit de deksel; 2. plaats het steuntje (met de voorgemonteerde TTB) op de deksel; 3. zet het steuntje met de beide schroefjes vast; 4. maak de verbinding tussen de maleen female connectors op de deksel. 2.1.6 Elektrische aansluiting Alle elektrische aansluitingen moeten overeenkomstig NEN1010 en volgens de plaatselijk geldende voorschriften uitgevoerd worden door een erkend elektrisch installatiebureau. Het toestel moet middels een permanente elektrische verbinding op een voedingsspanning aangesloten worden. Tussen deze vaste verbinding en het toestel moet een dubbelpolige hoofdschakelaar met een contactopening van tenminste 3 mm geplaatst worden. De voedingskabel moet aders van minimaal 3* 1.0 mm 2 bevatten. De aansluitklemmen voor het elektrisch circuit zijn aangegeven met de symbolen, voor aarde, N voor de nul en L voor de fase. Controleer met behulp van een multimeter altijd of in de branderautomaat ook inderdaad de fase en de nul correct zijn aangesloten. Dit is noodzakelijk voor het functioneren van de vlamdetectie van het toestel. De voedingsspanning moet voldoen aan onderstaande eisen: Voedings- Frequentie Minimaal spanning elektrisch afgezekerd op 220 / 240 50 Hz 5 A VAC De maximale voeding is 25 W. Het elektrisch schema van alle aansluitingen is weergegeven in bijlage 1. 14

2.2 In bedrijf stellen Vullen van het toestel. 1.Monteer de aftapkraan en controleer of deze gesloten is. 2.Koudwaterkraan naar de boiler openen en alle kranen op warmwateraftappunten ter ontluchting openen. Het toestel is gevuld zodra op alle aftappunten koud water stroomt. 3.Alle kranen op warmwateraftappunten weer sluiten In bedrijf stellen. 1.Controleer of het toestel met water gevuld is en of de gasleiding naar de boiler open is. 2.De AAN/UIT schakelaar moet in de UIT stand staan. 3.Ontlucht de gasleiding door de druk meetnippel aan de instroomzijde van het gasblok te openen. Sluit de druk meetnippel zodra de gasleiding ontlucht is. 4.Controleer of de spanning juist is aan gesloten op het toestel, gebruik hier voor een multimeter. 5.Bij de eerste opstart van het toestel kan de branderautomaat in een rust positie staan, druk op de reset knop om de automaat te reseten. (Na handmatige reset zal een uitgebreide afloop/wacht periode zich voordoen) 6.Schakel de AAN/UIT schakelaar in de AAN stand. Zodra de waakvlam niet ontsteekt binnen 25 seconden zal de automaat de reset knop doen oplichten en moet deze worden gereset (wacht 15 seconden om een nieuwe resetpoging te ondernemen). Het kan mogelijk zijn dat u dit meerdere keren moet herhalen doordat er nog lucht in het gasleidingnet aanwezig is. 7.Controleer voordruk en branderdruk en indien noodzakelijk dient u deze bij stellen. Zie voor de juiste gegevens de tabel met technische gegevens. 8.Zet de temperatuurregelknop in de gewenste stand, bij voorkeur 60 C. (zie ontkalking). Zodra bij normaal gebruik de reset knop is ingedrukt zal het gasblok en de branderautomaat buiten werking treden, een nieuwe herstart zal plaatsvinden zodra de reset knop wordt geactiveerd. Buiten werking stellen Opmerking: De boiler mag alleen uitgeschakeld worden als er voor langere duur geen vraag is naar water, b.v. vakanties, anders moet de boiler gewoon in werking blijven. Het uitschakelen gebeurt door de AAN/UIT schakelaar in de UIT stand te zetten. Indien er vorstgevaar is dient de boiler in z'n geheel afgetapt te worden. Maak het toestel spanningsloos (stekker uit het stopcontact) en draai de gastoevoer dicht. Opmerking: 15

2.3 Demontage en montage van de zuil Demontage van de zuil (zie afbeelding 6). 1.Verwijder de schroef aan de voorzijde van de zuil. 2.Duw de zuil omhoog zodat de haakjes aan de onderzijde van de zuil vrij zijn van de bodem. 3.Trek de zuil aan de onderzijde voorzichtig naar u toe. 4.Haal de zuil in zijn geheel naar beneden zodat de bovenzijde vrij is. Montage van de zuil (zie afbeelding 6). 1.Plaats de top van de zuil onder de rand van het kolompaneel en duw hem zover mogelijk naar boven. 2.Plaats de haakjes in de branderopening en over de bodemrand. 3.Laat de zuil naar beneden zakken. 4.Plaats de schroef aan de voorzijde van de zuil. 2.4 Het instellen van de gasdruk De gasdruk wordt standaard ingesteld af fabriek. De volgende procedure moet in acht worden genomen zodra de gasdruk nagekeken of bijgesteld wordt. 1.Zet de boiler buiten werking door de hoofdschakelaar op UIT te zetten. 2.Sluit een manometer aan op de drukmeetnippel om de branderdruk te kunnen meten van het gasblok. 3.Zet de boiler aan en laat de brander ontsteken. 4.Bekijk de branderdruk. Indien noodzakelijk, stel de branderdruk opnieuw in. Met de klok meedraaien vergroot de gastoevoer, tegen de klok in draaien verkleint de gastoevoer. 5.Zet de boiler uit, verwijder de manometer en dicht de meetdruk af. 6.Neem het toestel in gebruik. IMD 0391 Afbeelding 6 - Demontage en montage van de zuil 16

2.5 Temperatuurregeling Het toestel staat onder waterleidingdruk (maximaal 8 bar). Er wordt evenveel koud water toegevoerd, als er warmwater verbruikt wordt. Het gasblok schakelt automatisch de gastoevoer. Dat betekent dat de gastoevoer naar de hoofdbrander geopend wordt, wanneer de temperatuur van het water te laag is en weer gesloten wordt, als de ingestelde temperatuur bereikt is. Bij hoge watertemperaturen ontstaat er meer kalkafzetting in het toestel. Daarom wordt aanbevolen om de temperatuurregelknop in te stellen op 60 C omdat er dan minder kalkafzetting optreedt. 2.6 Onderhoud Het voorraadtoestel moet minstens éénmaal per jaar door een vakman getest en gereinigd worden, zodat een goede werking gegarandeerd is. 2.6.1 Opofferingsanode 1.De levensduur van de anode wordt bepaald door de kwaliteit en de hoeveelheid water die door het toestel stroomt. Het wordt daarom aanbevolen om ieder jaar de anode te laten controleren. 2.Stopkraan in de koudwatertoevoer leiding sluiten 3.Dichtstbijzijnde waterkraan openen zodat de waterdruk uit de boiler en leidingnet wegvalt. 4.Anode met passende sleutel los draaien. 5.Anode controleren en vernieuwen indien deze voor 60% of meer is aangetast. 6.Anode waterdicht inschroeven. Indien het noodzakelijk is de anode te vervangen moet deze altijd vervangen worden door eenzelfde exemplaar. Aan de hand van het toesteltype en het volledige serienummer kan het type anode vastgesteld worden. 17

2.6.2 Reiniging 1.Sluit de gastoevoer af en demonteer de brander nadat deze afgekoeld is. 2.Brander en waakvlamleiding van het gasblok losmaken. 3.Verwijder de complete branderset. 4.Brander met een zachte borstel schoonmaken. 5.Waakvlambrander controleren en eventueel schoonmaken. 6.Branderkamer, rookgaskanaal en de wervelstrip controleren en indien nodig reinigen. 7.In omgekeerde volgorde weer monteren. 2.6.3 Ontkalking Kalkvorming is afhankelijk van de watergesteldheid en behoefte. Daarnaast treedt bij hoge watertemperaturen meer kalkafzetting op in het toestel. Een temperatuurinstelling van 60 C wordt aanbevolen, zodat de kalkafzetting gering blijft. Ontkalking moet met geschikte middelen uitgevoerd worden. Voor uitgebreide informatie is een ontkalkingsinstruktie beschikbaar. 2.6.4 Service onderdelen Voor het bestellen van reserveonderdelen is het van belang het toestelmodel en het volledige serienummer van het toestel te noteren. Aan de hand van het toestelmodel en het volledige serienummer kunnen gegevens van reserve-onderdelen vastgesteld worden. 2.7 Inlaatcombinatie Door middel van ontlasten testen. Het water dient met een volle straal uit te stromen. Testen of de afvoerleiding open is en eventueel kalkresten verwijderen. 2.8 Gaslucht WAARSCHUWING. Direct de hoofdgaskraan sluiten. Géén vuur of licht ontsteken, géén elektrische schakelaars of bellen gebruiken. Ramen openen. Inspecteer grondig alle gasaansluitingen en schakel, indien de gaslucht zich handhaaft, het plaatselijk gasbedrijf of uw installateur in. 2.9 Condensatie Als het toestel met koud water gevuld is of als het warm water verbruik zeer hoog is, zal normaal gesproken condensatie van de rookgassen optreden aan de koude vlakken van de verbrandingskamer en de rookgasafvoerpijp. De waterdruppels zullen op de brander vallen, wat sissende geluiden tot gevolg kan hebben. Dit is een normaal verschijnsel dat zal verdwijnen zodra het toestel zijn bedrijfstemperatuur weer heeft bereikt. 2.10 Belangrijke waarschuwing Het toestel mag nooit met een gesloten koudwater toevoer in bedrijf genomen worden. 18

3. VOOR DE GEBRUIKER 3.1 Gebruiksaanwijzing Het installeren en voor de eerste maal in bedrijf stellen dient te geschieden door een erkend installateur. Vullen van het toestel 1.Monteer de aftapkraan en controleer of deze gesloten is. 2.Koudwaterkraan naar de boiler openen en alle kranen op warmwater aftappunten ter ontluchting openen. Het toestel is gevuld zodra op alle aftappunten koud water stroomt. 3.Alle kranen op warmwater aftappunten weer sluiten In bedrijf stellen. 1.Controleer of het toestel met water gevuld is en of de gasleiding naar de boiler open is. 2.De AAN/UIT schakelaar moet in de UIT stand staan. 3.Ontlucht de gasleiding door de drukmeetnippel aan de instroomzijde van het gasblok te openen. Sluit de drukmeetnippel zodra de gasleiding ontlucht is. 4.Controleer of de spanning juist is aangesloten op het toestel, gebruik hiervoor een multimeter. 5.Bij de eerste opstart van het toestel kan de branderautomaat in een rust positie staan, druk op de reset knop om de automaat te reseten. (Na handmatige reset zal een uitgebreide afloop/wacht periode zich voordoen) 6.Schakel de AAN/UIT schakelaar in de AAN stand. Zodra de waakvlam niet ontsteekt binnen 25 seconden zal de automaat de reset knop doen oplichten en moet deze worden gereset (wacht 15 seconden voor een nieuwe reset poging te ondernemen). Het kan mogelijk zijn dat u dit meerdere keren moet herhalen doordat er nog lucht in het gasleidingnet aanwezig is. 7.Controleer voordruk en branderdruk en indien noodzakelijk dient u deze bijstellen. Zie voor de juiste gegevens de tabel met technische gegevens. 8.Zet de temperatuurregelknop in de gewenste stand, bij voorkeur 60 C. (zie ontkalking). Opmerking: Zodra bij normaal gebruik de reset knop is ingedrukt zal het gasblok en de branderautomaat buiten werking treden, een nieuwe herstart zal plaatsvinden zodra de reset knop wordt geactiveerd. 3.2 Gebruik Het toestel staat onder waterleidingdruk (maximaal 8 bar). Er wordt evenveel koud water toegevoerd, als er warm water verbruikt wordt. Het gasblok schakelt automatisch de gastoevoer. Dat betekent dat de gastoevoer naar de hoofdbrander geopend wordt, wanneer de temperatuur van het water te laag is en weer gesloten wordt, als de ingestelde temperatuur bereikt is. Bij hoge watertemperaturen ontstaat er meer kalkafzetting in het toestel. Daarom wordt aanbevolen om de temperatuurregelknop in te stellen op 60 C omdat er dan minder kalkafzetting optreedt. 19

3.3 Maatregelen bij storing Storing Oorzaak Maatregel Gaslucht. Toestel is uit of ontsteekt niet Onvoldoende of helemaal geen warm water. Explosieve ontsteking. Branderautomaat in vergrendeling Rookgasafvoerbeveiliging heeft het toestel buiten bedrijf gesteld. Veiligheidsthermostaat is aangesproken Gastoevoer gesloten. Temperatuur te laag ingesteld. Rookgasafvoerbeveiliging, TTB, heeft het toestel buiten bedrijf gesteld. Veiligheidsthermostaat is aangesproken. Warmwatervoorraad is op. Oorzaak niet vast te stellen. Verkeerde voordruk en/of branderdruk. Vervuilde inspuiters. Ruikt u gas, direct de hoofdgaskraan sluiten, geen vuur of licht ontsteken, geen elektrische schakelaars of bellen gebruiken. Ramen openen. Neem direct contact op met uw installateur of het plaatselijk gasbedrijf. Branderautomaat resetten met behulp van de RESET toets op bovenzijde van de kolom. Het toestel in bedrijf stellen. Wanneer dit vaker voor komt, uw installateur waarschuwen. Water in het toestel af laten koelen en de watertemperatuur lager instellen (60 C). Veiligheidsthermostaat resetten met behulp van RESET knop. Gaskraan openen. Temperatuur te laag ingesteld. De TTB resetten en toestel in bedrijf stellen. Wanneer dit vaker voorkomt, uw installateur waarschuwen. Water in het toestel af laten koelen en de watertemperatuur lager instellen (60 C). Veiligheidsthermostaat resetten met behulp van RESET knop. Reduceer uw warmwater gebruik. Geef het toestel de tijd om water op te warmen. Toestel spanningsloos maken. Gaskraan sluiten en uw installateur waarschuwen. Juiste voordruk en/of branderdruk instellen. Inspuiters schoonmaken. Vlambeeld slecht. Verkeerde voordruk en/of branderdruk. Juiste voordruk en/of branderdruk instellen. Waterlekkage. Condensatie van (rook)gassen. Zie condensatie. Lekkage uit andere water toestellen of leidingen in de buurt. Spoor de oorzaak op. 20

4. GARANTIE Indien correct en tijdig ingevuld, geeft dit certificaat de eigenaar van een door A.O.SMITH Water Products Company B.V. te Veldhoven, Nederland (hierna A.O.SMITH ) geleverde boiler, recht op de hierna omschreven garantie waartoe A.O.SMITH zich jegens de eigenaar verbindt. 4.1 Garantie algemeen Indien binnen één jaar na de oorspronkelijke installatiedatum van een door A.O.SMITH geleverde boiler, na onderzoek en ter uitsluitende beoordeling van A.O.SMITH, blijkt dat een deel of onderdeel, met uitzondering van de tank, niet of niet juist functioneert ten gevolge van fabricage- en/of materiaalfouten, zal A.O.SMITH dit deel of onderdeel vervangen of repareren. 4.2 Garantie tank Indien binnen 3 jaar na de oorspronkelijke installatiedatum van een door A.O.SMITH geleverde boiler, na onderzoek en ter uitsluitende beoordeling van A.O.SMITH, blijkt dat de stalen glasslined tank lekt ten gevolgen van roest of corrosie vanuit de waterzijdige kant, zal A.O.SMITH een volledig nieuwe boiler van gelijkwaardige grootte en kwaliteit ter beschikking stellen. Op de ter vervanging beschikbaar gestelde boiler zal een garantie worden gegeven voor de duur van de resterende garantieperiode van de oorspronkelijk geleverde boiler. In afwijking van het in artikel 2 bepaalde geldt, dat de garantieduur van 3 jaar op de stalen glasslined tank wordt teruggebracht naar één jaar na de oorspronkelijke installatiedatum indien gefilterd, onthard water door de boiler stroomt of daarin achter blijft. 4.3 Installatie- en gebruiksvoorwaarden De in artikel 1 en 2 bedoelde garantie geldt uitsluitend indien aan de volgende voorwaarden is voldaan: a) de boiler is geïnstalleerd met inachtneming van zowel de installa tie-voorschriften van A.O.SMITH geldend voor het specifieke model als de plaatselijk geldende installatie- en bouwverordeningen, voorschriften en regelingen van overheidswege; b) de boiler blijft geïnstalleerd op de oorspronkelijke installatieplaats; c) er wordt uitsluitend drinkwater gebruikt, dat te allen tijde vrij kan circuleren, terwijl de tank vrij is van schadelijke ketelsteen- en kalkaanslag (gebruik van een afzonderlijk geïnstalleerde warmtewisselaar voor indirecte verwarming van zout of corrosief water verplicht); d) de tank wordt door middel van preventief onderhoud gevrijwaard van kalkafzetting; e) de boilerwatertemperaturen zijn niet hoger dan de maxima aangegeven in het instructiemateriaal; f) de waterdruk en/of warmtebelasting is niet groter dan de maxima aangegeven op de typeplaat van de boiler; g) de boiler is geplaatst in een niet corrosieve atmosfeer of omgeving; h) de boiler is voorzien van een door de daartoe bevoegde instantie goedgekeurde drukontlastklep van voldoende capaciteit, niet groter dan de werkdruk als aangegeven op de boiler en eventueel ook van een door de daartoe bevoegde instantie goedgekeurde temperatuur- en drukontlastklep, die gemonteerd is overeenkomstig de installatievoorschriften van A.O.SMITH die van toepassing zijn op het specifieke model en voorts met inachtneming van de plaatselijke voorschriften en regelingen van overheidswege; 21

i) de anodes worden vervangen en vernieuwd indien en zodra deze voor 60% of meer zijn opgelost. 4.4 Uitsluitingen De in artikel 1 en 2 bedoelde garantie geldt niet: a) indien de boiler door een van buiten komende oorzaak beschadigd is; b) in het geval van misbruik, verwaarlozing (met inbegrip van bevriezing), verandering, onjuist en/ of afwijkend gebruik van de boiler en wanneer gepoogd is lekken te repareren; c) indien verontreinigingen of andere deeltjes in de tank hebben kunnen stromen; d) het watergeleidingsvermogen minder is dan 150 micro Siemens/cm en/of de hardheid van het water minder is dan 6 DH; e) indien ongefilterd, gerecirculeerd water door de boiler stroomt of in de boiler opgeslagen wordt; f) indien gepoogd is zelf een defecte boiler te repareren. 4.7 Geen andere verplichtingen voor A.O.SMITH dan in dit certificaat bepaald Met betrekking tot haar boilers respectievelijk de ter vervanging geleverde (delen of onderdelen van de) boilers, wordt door A.O.SMITH geen andere garantie of waarborg gegeven dan de garantie zoals uitdrukkelijk in dit certificaat verwoord. A.O.SMITH is krachtens de gegeven garantie of anderszins niet aansprakelijk voor schade aan personen of zaken, veroorzaakt door (delen of onderdelen respectievelijk de stalen glasslined tank van) een door haar (tervervanging) geleverde boiler. Deze garantie geldt voor de volgende modellen: BTI 65 NB/PB 4.5 Omvang garantie De verplichting van A.O.SMITH krachtens de gegeven garantie gaat niet verder dan kosteloze levering af magazijn Veldhoven van de te vervangen delen of onderdelen respectievelijk boiler. Vervoers-, arbeids-, installatie- en andere met de vervanging verband houdende kosten komen niet voor rekening van A.O.SMITH. 4.6 Claims Een claim gebaseerd op de gegeven garantie moet worden gedeponeerd bij de handelaar bij wie de boiler is gekocht of bij een andere handelaar die de produkten van A.O.SMITH verkoopt. Het onderzoek van de boiler bedoeld in de artikelen 1 en 2 zal plaatsvinden in een laboratorium van A.O.SMITH. 22

5 Bijlage Aansluitschema BTI modellen 220-240V AC 50 Hz U K 4 4 11 12 2 1 B H 4 11 12 1 M 6 2 11 12 2 5 P 2 1 2 2 4 3 2 1 4 K L M P Q R N L A B C D E F G H I N 3 1 1 2 4 4 4 6 2 5 R V W 3 3 3 3 G C D E L N F 2 1 3 2 4 4 12 11 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 N L' L S A X T 1 = bruin A = Ontstekingscontroller M = Ontstekingsreset 2 = blauw B = AAN/UIT schakelaar N = Kroonsteenstrip 3 = geel/groen C = Waakvlambrander P = Kroonsteenstrip 4 = zwart D = Ontstekingselectrode R = Aardingsstrip 5 = wit E = Ionisatie-electrode S = Connector 6 = rood F = Transformer vlamdetection * T = Gasblok G = TTB U = Kroonsteenstrip H = Control thermostaat V = Tank K = ECO W = Mantel * = In optie leverbaar X = Basisplaat zuil 23

Deel 2 Partie 2 Teil 2 : Franstalig : Français : Französisch Lisez tout d abord les consignes d installation avant d installer l appareil, et le manuel d utilisation avant d allumer l appareil. Si ce mode d emploi n est pas scrupuleusement suivi, un risque d explosion et/ou d incendie pouvant provoquer des dégâts matériels et/ou des blessures pourraient survenir. L installation et la première mise en service de l appareil doivent être effectuées par un installateur agréé. Le type de gaz et les valeurs standard sur lesquels l appareil est réglé (départ usine) sont indiqués sur la plaquette signalétique de l appareil. L appareil doit uniquement être installé dans un endroit où les conditions sont conformes aux prescriptions requises de ventilation. A.O. SMITH DÉCLINE TOUTE RESPONSABILITÉ EN MATIÈRE DE GARANTIE, DE SERVICE APRÈS-VENTE ET/OU DE RESPONSABILITÉ EN CAS D ADAPTATIONS, DE MODIFICATIONS DE PRODUIT OU DE RÉPARATIONS NON-AUTORISÉES. 24

SOMMAIRE PAGE 1. GENERALITES...27 1.1 Description de l appareil...27 1.1.1 Matériel d'emballage...28 1.1.2 Mise au rebut...28 1.2 Dispositifs de sécurité technique...29 1.2.1 Bloc gaz...29 1.2.2 Coffret de commande...29 1.2.3 Fonctionnement de l appareil...30 1.2.4 Sécurité d évacuation des fumées...30 1.3 Description technique...31 1.3.1 Dimensions...31 1.3.2 Spécifications techniques...33 2. INSTRUCTIONS POUR L INSTALLATEUR...35 2.1 Directives d installation...35 2.1.1 Installation...35 2.1.2 Raccordement hydraulique...35 2.1.3 Raccordement gaz...36 2.1.4 Evacuation des fumées de gaz...36 2.1.5 Sécurité d évacuation des fumées...36 2.1.6 Connexion électrique...36 2.2 Mise en service Remplissage de l appareil...37 2.3 Démontage et remontage du coffret de commande...38 2.4 Réglage de la pression de gaz...38 2.5 Régulation de température...39 2.6 Entretien...39 2.6.1 Anode de magnésium...39 2.6.2 Nettoyage...39 2.6.3 Détartrage...40 2.6.4 Pièces de rechange...40 2.7 Grouppe de sécurité...40 2.8 Odeur de gaz...40 2.9 Condensation...40 2.10 Avertissement important...40 3. MODE D EMPLOI DE L UTILISATEUR...41 3.1 Mode d emploi...41 3.2 Utilisation...41 3.3 Dépistage des anomalies...42 4. GARANTIE...43 4.1 Garantie générale...43 4.2 Garantie de la cuve...43 4.3 Conditions d installation et d utilisation...43 4.4 Réserves...44 4.5 Limites de la garantie...44 4.6 Réclamations...44 4.7 Pas d autres obligations pour A.O. Smith que celles définies dans le présent certificat...44 5. ANNEXE...45 25

26

1. GENERALITES 1.1 Description de l appareil La construction et l équipement du chauffe-eau à accumulation sont régis par la norme européenne des chauffeeau à accumulation au gaz à usage sanitaire (EN 89). L appareil satisfait ainsi aux directives européennes pour les appareils à gaz et est en droit de porter le label de la CE. C est un appareil ouvert sans ventilateur, pourvu d un anti-refouleur (catégorie B 11BS ). Le chauffe-eau à accumulation est conçu pour recevoir une pression de 8 bars. La cuve est en tôle d acier et thermovitrifiée intérieurement. Une anode de magnésium offre une protection supplémentaire contre la corrosion. Une épaisse couche isolante de p.u. revêtue d une enveloppe en acier évite les pertes de chaleur inutiles. Lorsque le chauffeeau est complètement rempli d eau, il se trouve constamment sous pression du réseau d eau. L eau chaude prélevée de l appareil est directement remplacée par le même volume d eau froide. Une chicane placé dans le conduit de chaleur garantit une meilleure transmission de chaleur. Les fumées de gaz transmettent leur chaleur à l eau par rayonnement et conduction. Les fumées sont évacuées par tirage thermique naturel (fig.1), et ce avec un coupe-tirage par la cheminée. Si l on a affaire à de longues canalisations, il est conseillé de monter une boucle de circulation avec pompe. La boucle de circulation est à raccorder à la conduite d eau froide. 1 2 3 10 11 12 13 14 4 5 15 1. Coupe-tirage 2. Sortie d eau chaude 3. Isolant 4. Conduit de chaleur 5. Cuve thermovitrifiée 6. Bloc de gaz et allumage 7. Coffret de commande 8. Orifice de nettoyage 9. Electrode d allumage 10. Arrivée d eau froide 11. Bouton de réinitialisation de l anti-refouleur thermique 12. Raccord T&P 13. Enveloppe extérieure en acier 14. Chicane 15. Anode de magnésium 16. Robinet de vidange 17. Brûleur principal 6 7 8 9 Figure 1 - Coupe transversale de l appareil 16 17 AOS 1120 27

1.1.1 Matériel d'emballage L'emballage protège le dispositif contre les dommages durant le transport. Le matériel d'emballage sélectionné est écologique, recyclable et peut être mis au rebut assez facilement et écologiquement. 1.1.2 Mise au rebut Les dispositifs anciens et usagés contiennent des substances devant être recyclées. Tenez compte de la législation en vigueur relative au traitement des déchets lors de la mise au rebut des dispositifs anciens et usagés. Ne mettez jamais au rebut votre ancien dispositif avec les ordures ménagères. Apportez-le plutôt à une déchetterie municipale pour les équipements électriques et électroniques. Si nécessaire, informez-vous auprès de votre revendeur /installateur. Rangez l'ancien dispositif hors de portée des enfants. 28

1.2 Dispositifs de sécurité technique 1.2.1 Bloc gaz Le chauffe-eau à accumulation est pourvu d un bloc gaz qui assure l arrivée du gaz vers le brûleur. Le bloc gaz comprend une soupape de sécurité, une soupape de gaz et un régulateur de pression du brûleur d'allumage (réglage standard sur gaz naturel). La position des soupapes de sécurité et de gaz est réglée à partir de l automate brûleur. Pour obtenir un meilleur comportement d allumage, la soupape de gaz s ouvre avec un certain retard (softlite). Le bloc gaz convient pour les gaz des trois premières catégories de gaz. La pression maximale d entrée est de 60 mbar. A L allumage automatique veille à ce que le brûleur s allume dès que le système requiert de la chaleur. 1.2.2 Coffret de commande La régulation de température du chauffeeau se situe dans le coffret disposée sur l enceinte de l appareil (voir figure 2). A des fins de sécurité, l appareil est équipé de 2 thermostats: un thermostat de réglage avec une plage de 40 à 80 C et un thermostat de sécurité, lequel est sollicité à 90 C. La colonne est équipée d un bouton MARCHE/ARRET (I/0). En position I, le bloc gaz est sollicité en fonction des besoins énergétiques du thermostat de réglage. En position 0, l appareil est hors service. B 4 1 3 5 Figure 2. Vue de dessus du coffret de commande 2 IMD 0392 A. Sortie eau chaude B. Entrée eau froide 1. Alimentation électrique 2. Interrupteur MARCHE/ARRET 3. Bouton de réinitialisation (RESET) pour régulateur d allumage 4 Régulateur de température 5 Bouton de réinitialisation aquastat de sécurité 29

1.2.3 Fonctionnement de l appareil Commande normale Au cas où la chaleur est requise, une période d attente d une seconde doit être observée avant que l automate brûleur et le bloc gaz ne soient sollicités. L'électrode d allumage allume le brûleur d'allumage et la flamme produite doit être détectée par l électrode d ionisation. Une fois la flamme détectée, l'electrode d allumage est arrêté et le clapet de gaz principal ouvert. Le brûleur principal est allumé par le brûleur d'allumage. L appareil fonctionne. Une fois que la température d eau préréglée est atteinte, le thermostat est mis hors service et le signal électrique vers l automate brûleur interrompu. L arrivée de gaz est fermée. Message d erreur d allumage Si la flamme ne s allume pas dans la période de sécurité fixée à 25 secondes, l allumage automatique est mis hors service. Dans ce cas, le bouton RESET du coffret s allume. L appareil devra ensuite être réinitialisé en appuyant sur le bouton RESET. Si la flamme s éteint pendant la procédure normale, répéter celle-ci dans l ordre indiqué. Si cette anomalie se représente à plusieurs reprises, ceci signifie qu il y a des problèmes d évacuation des gaz. Dans ce cas, nous vous conseillons de demander à votre installateur de déterminer la cause et d y remédier. Important Si le chauffe-eau tombe en panne, cela peut être dû à l enclenchement de l anti-refouleur thermique. Dans ce cas, le bouton RESET sur le thermostat est sorti. On remet l appareil en marche en appuyant sur le bouton RESET. Il ne faut jamais mettre le dispositif d anti-refoulement thermique hors service, car le refoulement des fumées de gaz peut occasionner des intoxications. 1.2.4 Sécurité d évacuation des fumées L appareil est pourvu d une évacuation des fumées, dont le fonctionnement repose sur le principe de Sécurité Refoulement Thermique (SRT). Ceci prévient la propagation des gaz dans la pièce où est placé l appareil au lieu d être évacués vers l extérieur. L anti-refoulement est sollicité par l échauffement du détecteur suite à l arrivée des gaz chauds et coupe alors l'alimentation du 923. Une fois détectée la cause de cette anomal, l appareil peut être remis en marche en appuyant sur le bouton de réinitialisation RESET du thermostat de fumées 30

1.3 Description technique 1.3.1 Dimensions Les appareils sont conçus pour une évacuation des fumées d un diamètre minimal mentionné à la cote G. Dimensions BTI 65 A 1680 B 1510 D 520 E 635 G 100 K 340 M 1540 N 1540 P 210 R 295 S 1330 1 Entrée eau froide 2 Sortie eau chaude 3 Raccord de gaz 4 Robinet de purge 5 Raccord T&P Toutes les mesures sont mentionnées en mm (arrondies à 10 mm). 31

32 Figure 3 - Dimensions

1.3.2 Spécifications techniques Catégorie d appareil : I2E+ en I3+ DESCRIPTION unité BTI 65 DONNEES GAZ NATUREL G20-20 mbar Débit calorifique nominal kw 15,7 Puissance utile kw 12,2 Pression amont mbar 20 Pression aval mbar 20 Consommation de gaz* kg/h 1,7 Diamètre injecteur principal mm 2,95 Diamètre injecteur veilleuse mm 0,56 / 0,41 Temps de réchauffement ΔT=45 K min. 44 Émissions d Oxydes d Azote (NO 2 ) mg/kwh GCV 185 DONNEES GAZ NATURAL G25-25 mbar: Débit calorifique nominal kw 14,4 Puissance utile kw 11,2 Pression amont mbar 25 Pression aval mbar 25 Consommation de gaz* kg/h 1,8 Diamètre injecteur principal mm 2,95 Diamètre injecteur veilleuse mm 0,56 / 0,41 DONNEES BUTANE G30-30 mbar Débit calorifique nominal kw 15,9 Puissance utile kw 12,3 Pression amont mbar 30 Pression aval mbar 30 Consommation de gaz* kg/h 1,3 Diamètre injecteur principal mm 1,90 Diamètre injecteur veilleuse mm 0,23 * Consommation de gaz pour 1013,25 mbar à 15 C 33

Spécifications techniques Catégorie d appareil : I2E+ en I3+ DESCRIPTION unité BTI 65 DONNEES PROPANE G31-37 mbar Débit calorifique nominal kw 15,1 Puissance utile kw 11,7 Pression amont (G31) mbar 37 Pression aval (G31) mbar 37 Consommation de gaz (G31)* kg/h 1,2 Diamètre injecteur principal (G31) mm 1,90 Diamètre injecteur veilleuse (G31) mm 0,23 GENERALITES Capacité utile kw 178 Raccordement eau** kw 3 /4" - 14 NPT Raccordement gaz mbar Rp 1 /2 Robinet de purge mbar 3 /4" - 14 NPT Anode kg/h 3 /4" - 14 NPT Raccordement supplémentaire*** mm 3 /4" - 14 NPT Pression maximale de service mm 8 Poids à vide min. 93 * Consommation de gaz pour 1013,25 mbar à 15 C ** Pour obtenir un raccordement hermétique, on peut utiliser sur les raccords NPT des accouplements européens, avec filetage ISO 228/1- G ¾ ou ISO 7/1 - Rp ¾ *** (par ex. pour boucle de circulation ou bouchon T&P) DESCRIPTION unité BTI 65 Profils de Soutirage - XL Class d'efficacité Énergétique (Étiquette d Énergie) - B Efficacité Énergétique % 62 Consommation Journalière d Électricité kwh 0.035 Consommation Journalière de Combustible kwh GCV 34.168 d Eau Mitigée à 40 C (V40) ltr. 378 D'Autres Profils de Soutirage - - Efficacité Énergétique % - Consommation Journalière d Électricité kwh - Consommation Journalière de Combustible kwh GCV - d Eau Mitigée à 40 C (V40) ltr. - Connexion électrique Tension d alimentation Fréquence Fusible minimum 220 / 240 V AC 50 Hz 5 A 34

2. INSTRUCTIONS POUR L INSTALLATEUR 2.1 Directives d installation L appareil ne peut être installé dans le local prévu à cet effet qu à la condition que ce local satisfasse aux normes nationales et locales concernant la ventilation. L endroit doit être à l abri du gel ou conçu pour être à l abri du gel. En raison de la présence de matières inflammables, il convient de respecter les distances suivantes: Côté de l appareil: 15 cm Arrière de l appareil:15 cm Avant de l appareil: 60 cm Coupe-tirage et tuyau d évacuation: 15 cm tout autour En présence de sols en bois ou en matière plastique, il convient de placer l appareil sur une base en matériau réfractaire. Si le chauffe-eau doit être placé dans un local fermé sans fenêtres, il faut assurer une arrivée d air frais en suffisance. Une arrivée d air insuffisante peut causer incendie, explosion ou asphyxie. Consultez les normes nationales et locales à ce sujet. 2.1.1 Installation L installation doit être effectuée par un installateur agréé, conformément aux normes générales et locales en vigueur des compagnies du gaz et des eaux ainsi que des sapeurs-pompiers. 2.1.2 Raccordement hydraulique La pression de service maximale de l appareil est de 8 bars. Pour l eau froide, le chauffe-eau doit être pourvu d un robinet d arrêt général et d un groupe de sécurité approuvé. En outre, il faut placer un réducteur de pression approuvé lorsque la pression dans la conduite d eau excède les 8 bars. Le côté surpression du groupe de sécurité doit être raccordé à un tuyau d écoulement ouvert (fig.4). Isolez les longues conduites pour éviter le gaspillage d énergie. 1 Robinet de gaz 2 Robinet d arrêt 3 Soupape de température et de pression 4 Clapet anti-retour 5 Clapet anti-retour 6 Pompe de circulation 7 Robinet de vidange 8 Réducteur de pression 9 Groupe de sécurité A Conduite de gaz B Sortie eau chaude C Entrée eau froide D Points de puisage Figure 4 - Schéma du raccordement 35

2.1.3 Raccordement gaz Le raccordement au gaz ne peut être effectué que par un installateur agréé, conformément aux normes générales en vigueur des compagnies du gaz, de l électricité et de l eau. 2.1.4 Evacuation des fumées de gaz On ne peut apporter aucune modification ni mettre d enveloppe au conduit d évacuation des fumées. Le conduit protégé contre la corrosion doit avoir au moins le même diamètre que celui du coupe-tirage. Le conduit d évacuation doit être placé verticalement, directement sur le coupe-tirage. Ce conduit doit avoir au moins 50 cm de long. Si l on veut ensuite installer une section horizontale, il faut l incliner d au moins 6 cm par mètre vers l'appareil. Le conduit de raccordement entre le coupetirage et la cheminée doit être aussi court que possible. 2.1.5 Sécurité d évacuation des fumées L appareil est pourvu d une évacuation des fumées, dont le fonctionnement repose sur le principe de Sécurité refoulement thermique (SRT). Cette S.R.T. est identifiable à la spirale cuivrée fixée au bord inférieur du coupetirage. La spirale est raccordée à un thermostat au moyen d une conduite capillaire. Le câblage du thermostat doit être raccordé au circuit du thermocouple. Important: Il ne faut jamais mettre le dispositif d anti-refoulement thermique hors service, car le refoulement des fumées de gaz peut occasionner des intoxications. Attention: Instruction supplèmentaire pour l installateur. 3. fixez le petit support à l aide des deux vis; 4. réalisez le raccordement entre les connecteurs mâle et femelle sur le couvercle. 2.1.6 Connexion électrique Toutes les connexions électriques doivent être conformes à la norme NEN1010 et être réalisées selon les prescriptions locales en vigueur par un société d installation électrique agréé. L appareil doit être raccordé par une connexion permanente à une tension d alimentation. Entre cette connexion fixe et l appareil, un interrupteur bipolaire avec contact d au moins 3 mm doit être prévu. Le cordon d alimentation doit être constitué de conducteurs d au moins 3* x 1,0 mm². Les bornes de raccordement pour le circuit électrique portent les symboles de terre ( ), de neutre (N) et de phase (L). Contrôlez toujours avec un détecteur de tension si, dans l automate brûleur, la phase et le neutre ont été correctement raccordés. Ceci est nécessaire pour s assurer du bon fonctionnement de la détection de flamme. A remarquer que la tension d alimentation doit répondre aux normes suivantes: Tension Fréquence Fusible d alimenta- minimum tion 220 / 240 50Hz 5A VAC La cansommation est de 25 W au maximum. Le schéma électrique général est représenté à l annexe 1. Montage du Thermostat de fumes: 1. Enlevez les deux vis du couvercle; 2. placez le petit support (avec la SRT prémontée) sur le couvercle; 36