TS690/TS690ID. 8-14 & 2-38 zones Alarmcentrale. Installatie en programmering



Vergelijkbare documenten
INHOUD OVERZICHT LEC

TS680/TS680ID & 2-38 zones Alarmcentrale. Installatie en programmering

TS790/TS & groepen Alarmcentrale. Beheerdershandleiding

TS 400. Inbraak Alarmcentrale

TS790/TS & groepen Alarmcentrale. Installatie en programmering

T S INBRAAK ALARMCENTRALE

TSD402 LCD. 6 groepen alarmcentrale & spraak-alarmkiezer. Installatie en programmering

PUNT MET-LOK Installatie & Programmering

TS 410 INSTALLATIE & PROGRAMMERING. Inbraak Alarmcentrale

SD-1 PV+ PROGRAMMERING

Gebruikershandleiding

FLEXESS AQUA CODETABLEAU EN PASLEZER TC-CS200 CS VERGRENDELINGEN. t f MODELLEN CS200 SPECIFICATIES

Syncro AS. Analoge Brandmeldcentrale. Gebruikershandleiding. Man V1.0NL

Gebruikershandleiding CS-175 CS-275 CS-575 LED Codeklavier

InteGra Gebruikershandleiding 1

COPYRIGHT GARANTIEBEPERKINGEN

Verkorte Gebruiker Handleiding

FLEXESS TERRA CODETABLEAU EN PASLEZER TC-CS100 CS VERGRENDELINGEN. t f MODELLEN CS100 SPECIFICATIES

CP-508 GEBRUIKERS-HANDLEIDING

Installateurshandleiding

Syncro. Multi-loop Analoog adresseerbaar Brandmeldpaneel. Gebruikershandleiding. Issue 27 Feb fnv1.1. Product Manuals/Man-1057 Syncro User

Gebruikershandleiding. Brandmeldcentrale JUNO-NET EN54

SD1 ALARMKIEZER PROGRAMMERING

CENTRAAL CONTROLE PANEEL EC 6350 LCD

GEBRUIKERSGIDS CP-700 alarmcentrale

HANDLEIDING - LEVEL INDICATOR M A N U A L

VERKORT PROGRAMMEER OPSTART HANDLEIDING GALAXY G2-20 en G2-44+ CONCEPT 2015V1

FAQ en HANDLEIDINGEN. MEER HANDLEIDINGEN: kijk op faq.koba-groep.com

GEBRUIKERSHANDLEIDING. NetworX. Gebruikershandleiding

Gebruiker Handleiding Premier 24/48/88/168/640 INS479

GfS Day Alarm. Algemene omschrijving...p. 2. Montage handleiding en functies...p. 3. Instellingen van magneet contacten...p. 4

Gebruikershandleiding. Bedienpaneel MINI-REP

Het Keypad (met segmenten)

RUKRA REMOTE PSTN IO_04_NL ARTIKELNUMMER: RK-3000

FAQ en HANDLEIDINGEN. MEER HANDLEIDINGEN: kijk op faq.koba-groep.com

NL Manual GSM module RC-GBT8448BC V1.1. Handleiding GSM RC-GBT8448BC

AC ZONE ALARMCONTROLLER MET DEURBEL HANDLEIDING

Gebruikershandleiding CS-175 CS-275 CS-575 LCD Codeklavier

Handleiding AT1G Toegangscontrole Module. rev ver1

FLEXESS AQUA CODETABLEAU EN PASLEZER TC-CS200 CS VERGRENDELINGEN. t f MODELLEN CS200 SPECIFICATIES

ELVA Security

COPYRIGHT GARANTIEBEPERKINGEN

OPTISCHE-AKOESTISCHE BUITEN SIRENE/FLITSER SP-4002

AT1G rev Toegangscontrole Module AT1G Handleiding. thinks outside the box!

GEBRUIKERSHANDLEIDING 95EN

Gebruikershandleiding. Trigion Home Security

GEBRUIKERSHANDLEIDING

HAM841K ALARMCONTROLEPANEEL VOOR COMMERCIËLE EN RESIDENTIËLE TOEPASSINGEN

DA-SYSTEMS 6/14- COM. Gebruikershandleiding

Integratie van Net2 met een inbraakalarmsysteem

Handleiding GSM kiezer TKGSM-431 versie 13V1.2. Afmeting breedte circa 20,4 cm hoogte circa 14 cm.

installatiehandleiding Alarmlicht met sirene

Gebruiker Handleiding Premier 412/816/832 INS477

Montagevoorschriften

K-Steel deuropenermodule 1156/10 met numeriek toetsenbord

ADVISOR CD3401. Montage Handleiding. Software versie: vanaf V6.0. Kode: CD II /v6i Datum:

Ref: HANDLEIDING VAREL RLS. Enkel systeem. VAREL ALARM Tel:

TSD402 LCD. 6 groepen alarmcentrale & spraak-alarmkiezer. Gebruikershandleiding

DA SYSTEMS. Aplique. Gebruikershandleiding

Brandmeldpaneel FP800 Gebruikershandleiding

ATS2000 Controle Paneel Quick Reference Guide

LCD-gebruikersgids - standaard. Systeem gereed Aan:geef code. Systeem niet gereed Info:tikv - S. Systeem gereed Aan:geef code

TEXECOM Vocale Telefoonkiezer Installatie- & programmatiehandleiding

FP400-serie. Klassieke microprocessorgestuurde brandmeld- en detectiepanelen. Gebruikershandleiding

RD 3400 Audio Listen-in systeem

Installatiehandleiding

Beknopte handleiding NF3000 INHOUDSOPGAVE

Handleiding CL 163 codeslot

Gebruikershandleiding

INSTALLATIE INSTRUCTIES Alleen geschikt als permanente installatie, onderdelen genoemd in de handleiding kunnen niet buiten gemonteerd worden.

Trigion Webportal Gebruiker

Gebruikershandleiding Inhoudsopgave. 1. Inleiding Verkorte gebruiksinstructie 4

HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER VAN DE CP-508AT CENTRALE

Installatie handleiding AlphaVision NG Proximity Lezer

CODEKLAVIER PROGRAMMATIE HANDLEIDING

VISONIC MAX-5 ALARMCENTRALE

NPS-16 Burenalarmeringssysteem

Het instellen van de ControlBox 3.0 moet worden uitgevoerd door gekwalificeerde mensen.

Inbedrijfstelling Morley-IAS DX Connexion

CL-80. Handleiding. Codeslot voor buiten en binnen 1. INTRODUCTIE 2. SPECIFICATIES 3. INSTALLATIE. 3.1 Monteren. 3.2 Draad diktes en draad invoer

ATP2S200. rev Toegangscontrole Module. Handleiding. thinks outside the box!

Personal tag. Personal tag. Drukknop of bewegingsdetector. TABEL 2 Samenvatting van de Programmeerfuncties

Update Magazine. Galaxy G3 Serie V5.5 Nieuwe versie release

RSC+ app for Android. AMAX panel 2100 AMAX panel 3000 AMAX panel 3000 BE AMAX panel Bediening/Gebruiker handleiding

RSC+ app for ios. AMAX panel 2100 AMAX panel 3000 AMAX panel 3000 BE AMAX panel Bediening/Gebruiker handleiding

Gebruikershandleiding

ADVISOR CD7201 CD95/ Manager Handleiding. Software versie: vanaf V

Ontvanger met GSM-transmissie GSM 700

Sinthesi Deuropenermodule

AC CES 700XR HANDLEIDING P. 02

Draadloze signaal overdracht. De communicatie tussen melders en centrale wordt radiografisch geregeld.

Handleiding GSM kiezer V2.03

FLEXESS TERRA EN AQUA CODETABLEAU EN PASLEZER TC-CS100/CS200 CS100/CS VERGRENDELINGEN. t f

Galaxy Dimension TOUCHCENTER Handleiding gebruiker

HANDLEIDING PROFIL Codepaneel

Jacobs Beveiliging bvba Pagina 1

installatiehandleiding Alarmlicht met sirene

HANDLEIDING CIFERO XT CODEKLAVIER

Een Net2 Entry Monitor configureren

DIN-RAIL UITBREIDING int-iors_nl 10/14

Transcriptie:

TS690/TS690ID 8-14 & 2-38 zones Alarmcentrale Installatie en programmering

INHOUD OVERZICHT Introductie------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 3 Alarmcentrale -------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 3 Systeemopbouw----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 3 Code-/afstandbedieningspanelen------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 4 Uitbreidingsmodule TS700 LEC--------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 4 Specificaties ---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 4 Kabels------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------ 4 Codepaneel netwerk ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 5 ID chip s (Biscuits) netwerk--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 5 Centrale installeren ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 6 Centrale (Behuizing) ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 6 Print lay-out----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 6 Opsteekconnector & Indicaties ---------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 7 Netspanning aansluiting------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 7 Accu aansluiten------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------ 8 Codepanelen --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 8 Codepanelen installatie procedure ----------------------------------------------------------------------------------------------------------- 9 Codepaneel speaker aansluiting-------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 9 Installateurs codepaneel -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------10 TS700 LEC installatie ---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 10-11 Bedrading van de zones -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------11 Bedrading ID lus (Loop) ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------12 Bedrading sirene/flitser ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------13 Voorbeeld bedrading zelfactiverende sirene----------------------------------------------------------------------------------------------13 Extra sabotagelus AUX TAMP --------------------------------------------------------------------------------------------------------------13 Externe luidspeaker -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------13 Opsteek DC-6 MODEM meldkamerkiezer-------------------------------------------------------------------------------------------------14 Opsteekkiezer DC54/58 ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------14 Printer aansluiten --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------14 Programmeerbare uitgangen -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------15 Controle!!Belangrijk!!---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------15 ID kabel controle ---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------16 Opstarten (Tevens resetten) ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------17 Extra controles------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------17 INSTALLATEURS MENU 1---------------------------------------------------------------------------------------------------------------18 O/P uitgangen programmeren (Panel Outputs) ------------------------------------------------------------------------------------------19 Digi-uitgangen programmeren (Digi outputs) ---------------------------------------------------------------------------------------------19 Digi-kanalen programmeren (Digi channels)----------------------------------------------------------------------------------------------20 Programmeerbare uitgang types ------------------------------------------------------------------------------------------------------- 20-22 Programmeer zones-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------23 Zone toevoeging ---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------24 Zone menu-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------25 Systeem timers ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------ 25-27 Systeem timers menu---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------28 Manier van inschakelen ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------28 1

INHOUD Systeemgegevens uitprinten--------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 29 Systeem configuratie programmeren ------------------------------------------------------------------------------------------------29-31 Systeem configuratie menu ---------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 31 Toevoegen / Verwijderen ID chip s (Biscuits)---------------------------------------------------------------------------------------- 32 Ga naar gebruikers menu 1 ---------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 33 Bekijk locatie-tekst---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 34 Omnummeren ID Chip s (Biscuits) ------------------------------------------------------------------------------------------------------- 34 RELEARN REQUIRED of RESET CONFIG,Opnieuw instellen hardware------------------------------------------------ 34 INSTALLATEURS MENU 2 ------------------------------------------------------------------------------------------------ 35 Bekijk status van zones --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 36 Stel klok in -------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 36 Stel datum in ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 37 Installateurscode wijzigen------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 37 Geluidssignaal programmeren ------------------------------------------------------------------------------------------------------------ 37 Samengestelde Shunt groep------------------------------------------------------------------------------------------------------------ 38 Print systeemlog------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 38 Configureer deelschakelingen ------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 39 Loggeheugen bekijken (menu) ------------------------------------------------------------------------------------------------------------ 39 Loggeheugen meldingen-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 40 Reset gebruikerscode 1 --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 41 Start terugbel procedure -------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 41 Speciale display teksten programmeren------------------------------------------------------------------------------------------------ 42 - Zone teksten - Eigen firmanaam - Alarmcentrale lokatie tekst Tekst toetsenbord----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 42 Modem opties ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------43-44 - Terugbel telefoonnummers - Modem password - Modem SITE nr Up & Downloading voorbereiding (5 stappen)----------------------------------------------------------------------------------------- 44 Opsteekkiezer DC-6 programmeren ----------------------------------------------------------------------------------------------------- 45 - Telefoonnummers, accounts, en kanalen - Testen opsteekkiezer - Reset opsteekkiezer(dc-6) Installateurscode resetten (Naar fabrieksstand) -------------------------------------------------------------------------------------- 46 Sleutelschakelaar -------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------46-47 Copyright Punt Security: Alle rechten zijn voorbehouden. Geen enkel deel van de hierin opgenomen informatie mag gereproduceerd of gekopieerd worden zonder vooraf gegeven schriftelijke toestemming door Punt Security. 2

INTRODUCTIE De TS690 en TS690ID alarmcentrales zijn ontworpen om gebruikt te worden in middelgrote en grote installaties. De TS690 kan uitgebreid worden van 8 tot 14 zones, de TS690ID van 2 tot 38 zones (30 zones m.b.v. ID chip s & 8 m.b.v. codep. of LEC) Beide systemen bieden de mogelijkheid van Up- en Downloading op locatie of op afstand via de telefoonlijn. Beide systemen zijn in 3 verschillende gedeelten in te schakelen. Beide centrales bieden veel programmeerbare uitgangen en programmeeropties. De Standaard (Fabriek) installateurs code is 1234, de standaard gebruikerscode is 5678 ALARMCENTRALE De alarmcentrale is het middelpunt van het systeem, en heeft van zichzelf de volgende faciliteiten: 6 vrij programmeerbare zones Sirene (Bell) en Flitser(Strobe) uitgangen 3 vrij programmeerbare uitgangen, waarvan 1 potentiaal-vrij contact en 3 met de mogelijkheid max. 500 ma te schakelen. 8 vrij programmeerbare uitgangen met de mogelijkheid om maximaal 100 ma te schakelen. 8 vrij programmeerbare uitgangen voor bijbehorende opsteekkiezer voor de Meldkamer. Uitgang voor extra luidspeaker Alle systeemgegevens inclusief het 700 gebeurtenissen loggeheugen zijn opgeslagen in een niet uitwisbaar geheugen. 15 gebruikerscodes 7.0 Ah accu Bij TS690ID de mogelijkheid om 30 zones in één grote lus aan te sluiten m.b.v. ID chip SYSTEEMOPBOUW Figuur 1. TS690 & TS690ID systeemopbouw 3

CODE- / AFSTANDSBEDIENGSPANELEN Er kunnen op de TS690 & TS690ID maximaal 4 code /afstandbedieningspanelen aangesloten worden. 32 karakter LCD (TS900.REM) Het TS900.REM codepaneel heeft een (Verlicht) LC Display en een rubber (Verlicht) toetsenbord. Met gebruik van dit type codepaneel heeft men de mogelijkheid om tekst en namen te programmeren voor gebruikerscodes, deelschakelingen, actiemededeling, eigen firmanaam en Zones. Programmering en gebruik van het systeem is het eenvoudigst met een TS900.REM. 8 karakter LCD (TS790.STAR) Het TS790.STAR codepaneel heeft een (Verlicht) 8 karakter LC Display (Starburst) en een rubber (Verlicht) toetsenbord. Dit codepaneel biedt geen tekstmogelijkheden. 4 karakter LED (TS700.REM) Het TS700.REM codepaneel heeft een (Verlicht) 4 karakter LED Display en een rubber (Verlicht) toetsenbord. Dit codepaneel biedt geen tekst mogelijkheden. 2 LED s TS700.ARM Het TS700.ARM codepaneel heeft 2 LED s en een rubber (Verlicht) toetsenbord, en kan alleen gebruikt worden voor inschakelen (Ook deelschakelingen) en uitschakelen. De Function LED is vrij programmeerbaar. TS700 LEC De TS700.LEC uitbreidingsmodule verschaft 2 extra zones en 1 programmeerbare uitgang. SPECIFICATIES Zones: TS690 8 tot 14 Uitbreiding: TS700.LEC 2 zones TS690ID 2 tot 38 ID Chips (Biscuits) 30 zones (TS690ID) Uitgangen: 8 + 8 (via opsteekkiezer) Codepanelen: 32 karakter LCD 8 karakter Starburst LCD 4 karakter 7 segmenten LED 2 LED s Netspanning: 230V ±10% 50Hz ± 5% Voeding uitg.: 1.5 A Accu: 12 Volt 7 Ah Stroomverbruik: Centrale 110 ma (Normaal) 250 ma (In alarm) LCD codepaneel: 50 ma (Normaal) 60 ma (In alarm) STAR LCD codepaneel: 50 ma (Normaal) 60 ma (In alarm) LED codepaneel: 60 ma (Normaal) 70 ma (In alarm) ARM codepaneel 30 ma (Normaal) 40 ma (In alarm) LEC 30 ma (Normaal) 30 ma (In alarm) Afmetingen: Centrale 384 (B) x 312 (H) x 95 (D) mm. 4,9 KG. TS700.LEC 142 (B) x 82 (H) x 36 (D) mm. 213 gram. Omgevingstemperatuur: 0 tot 50 C KABELS Wanneer men kabels trekt, let dan op het volgende: - Gebruik zo veel mogelijk afgeschermde kabel. - Zorg ervoor dat de kabel van de detectoren en codepanelen zo min mogelijk parallel lopen met andere kabel (Kabels voor: Netspanning, telefoon, coax en computer e.d.). - Zorg ervoor dat de stroomvoorziening van de centrale op een zone komt in de meterkast, die niet per ongeluk uitgeschakeld kan worden. Voer de draad door het daarvoor bestemde invoergat in de behuizing. - In zeer grote installaties wordt aanbevolen, dat men, indien men met de draden grote afstanden moet overbruggen, een externe voeding gebruikt, om te voorkomen dat door de lengte van de draad een te groot spanningsverlies ontstaat (Gebruik de 519XB externe voeding). 4

CODEPANEEL NETWERK Voor het aansluiten van het codepaneel netwerk gebruikt men kabels met minimaal 6 aders. Men kan de codepanelen in een ketting of in een ster aansluiten. De totale kabellengte tussen de centrale en het laatste codepaneel mag de 100 meter niet overschrijden. De voeding voor de detectoren wordt voorzien door de A & B aansluitingen. ID CHIP S (BISCUITS)NETWERK Elke ID chip moet aangesloten worden op de 2-draads ID lus van de centrale. Behalve dat men op de juiste polariteit moet letten kan men de bedrading op elke manier met elkaar verbinden, zoals aangegeven in onderstaand figuur. BEKABELING Men kan met de ID chip s gebruik maken van 4 aderige kabels, waarvan 2 aders dienen voor de ID lus en 2 aders bestemde zijn voor de +/- 12 volt voedingsspanning van de detectors. Het juiste aantal ID chip s per totale lengte van een (Goede kwaliteit) kabel, is als volgt: Kabel lengte (Dikte 0,2mm) Aantal chip s tot aan einde kabel Plaats op de kabel waar men veel ruis verwacht de bijgeleverde condensator op het eindpunt van 40 meter 30 ID chip s (Biscuits) de "Loop" aansluiting!! Dit ter voorkoming van vals alarm op het systeem 60 meter 15 ID chip s (Biscuits) 100 meter 7 ID chip s (Biscuits) 150 meter 3 ID chip s (Biscuits) De weerstand van een kabel met dikte 0,2mm is ongeveer 8 ohm per 100 meter. Wanneer men een dikkere kabel gebruikt zullen de afstanden opnieuw berekend moeten worden, bijv. op kabel met een dikte van 0,4mm kan men op 80 meter lengte 30 ID chip s monteren daar de draadweerstand de helft is t.o.v. kabel met een dikte van 0,2mm. In praktijk blijkt het de beste methode om per te beveiligen gebied een aparte parallelle ID lus te maken i.p.v. 1 grote langgerekte lus. Om eventuele storingen te voorkomen, is het belangrijk dat men de kabel niet langs andersoortige kabel (Netspanning, telefoon of data e.d.), en dat men voor de ID lus niet aders gebruikt van dezelfde draad waarmee de codepanelen of signaalgevers zijn aangesloten op het systeem. Gebruik eventueel de bijgeleverde condensator om eventuele storingen op de "Lus" (Loop) te reduceren. Over het gehele systeem (alle lussen) mogen maximaal 3 condensators gemonteerd worden. 5

CENTRALE INSTALLEREN Enkele wenken: 1. Koppel bij het sluiten van de centrale na installatie, de aarde draad weer aan. 2. Vermijd dat de net spanningskabels langs of door de dezelfde opening lopen als de andere kabels. 3. Behandel de interne componenten met grote voorzichtigheid. 4. Monteer altijd zonder dat er spanning op de componenten staat. 5. Boor geen extra gaten in de behuizing. CENTRALE Behuizing TS690 PRINT LAYOUT TS690(ID) centrale Print 6

OPSTEEKCONNECTORS & INDICATIES JP1 JP2 JP3 JP4 JP5 VR2 U3 LED1 LED2 V FS1 FS2 FS3 PRINTER Deze 6-pins connector is bestemd voor aansluiten van de printer-interface, met de mogelijkheid een RS232 printer aan te sturen. ENGINEERS REMOTE Een installateurs-codepaneel kan tijdelijk hierop opgestoken worden, om zo de centrale op de plaats van montage te programmeren. DIGI-MODEM Gebruik deze connector voor het programmeren met de PC via de PC-interface, en eventueel voor het opsteken van een DC54/58/58M, Indien men de DC-6 modemkiezer NIET gebruikt. OOPSTEEK DC-6 MODEMKIEZER Op deze connector steek men de DC-6 modemkiezer, voor meldkamer doormelding en de mogelijkheid voor Up & downloading. Op de TS690M en TS690IDM is deze DC-6 modemkiezer standaard. FACTORY RESET Wanneer deze pinnetjes tijdens het aankoppelen van de netspanning worden kortgesloten, zullen alle gegevens in de centrale naar fabrieksinstelling gereset worden. Wanneer men de installateurscode is vergeten kan deze naar 1234 gereset worden door met de spanning aangekoppeld de 2 pinnetjes even kort te sluiten. SPEAKER VOLUME Met de potmeter is het mogelijk om het volume, van een aangesloten externe speaker, te regelen. Alarm signalen worden ten alle tijden weergegeven in vol volume. NOVRAMS Dit is geheugen voor het log-geheugen (700 gebeurtenissen). Eventueel kan het log-geheugen, d.m.v. het plaatsen van een extra NOVRAM, uitgebreid worden naar 1800 gebeurtenissen. BATTERY FAULT Wanneer de accu verkeerd aangesloten wordt (+ & - omgedraaid), of wanneer de accuspanning beneden de 4 Volt komt, zal deze LED oplichten. De LED zal pas uitgaan wanneer men de accu correct aansluit of de accu vervangt POWER ON Geeft aan dat er spanning (Netspanning of accu) op het systeem staat. SYSTEEM STROOMVERBRUIK Men kan berekenen hoeveel het stroomverbruik op het systeem is, door een spanningsmeter over deze weestand heen te zetten. (Gebruikmakend van een spanningsmeter die zeer lage spanning kan meten) Vermenigvuldig de meting met 10. Bijv. 70 mv = 700 ma. SIRENE/FLITSER ZEKERING Zekering staat in lijn met H/O+ aansluiting van de sirene/flitser uitgang af. VOEDINGSSPANNING (AUX 12V) ZEKERING Zekering staat in lijn met 12V (Auxiliary) aansluiting CODEPANELEN ZEKERING Zekering staat in lijn met de A van het codepaneel netwerk ID ID (CHIP) LUS LOOP Aansluitpunt voor lus met de ID chips. Deze lus heeft een kortsluitbeveiliging en is daarom niet voorzien van een zekering. Indien deze lus wordt kortgesloten zal het systeem dit weergeven op het display en terugkeren in zijn normale status indien de kortsluiting wordt opgeheven. NETSPANNING AANSLUITING De Netspanning moet aangesloten worden op het 3-polige aansluitblok, welke is gezekerd met een 315mA zekering. Zorg ervoor dat de centrale (indien mogelijk) op een eigen stroomgroep wordt aangesloten. 7

ACCU AANSLUITEN Men moet op het systeem een 7 Ah accu aansluiten om zo een eventuele netspanning uitval op te kunnen vangen. Let goed op de polariteit! CODEPANELEN Men kan 4 type codepanelen (In elke willekeurige combinatie) op het systeem aansluiten, maar alleen de TS900.REM met 2 x 16 karakter LCD biedt de mogelijkheid om tekst te programmeren. TS900 REM LCD TS790 REM STAR LCD CODEPANEEL PRINT-LAYOUTS EN AANSLUITINGEN Alarmzones Elk codepaneel biedt 2 programmeerbare zones Luidspeaker volume Met deze potmeter kan men het volume regelen van de op het codepaneel aangesloten speaker (Alleen op TS900.REM LCD) LED activering (LED MIMIC) Wanneer deze jumper op Enabled staat zal de rode LED op het codepaneel oplichten wanneer de uitgang op het betreffende codepaneel (O/P) geactiveerd wordt. Adressering jumper (REMOTE ID) Met deze jumper bepaalt men de plaats (Adres) van het codepaneel in het systeem. (Dus ook de nummers van de 2 zones op dit codepaneel) Geluidscontrole (WARD SOUNDER CONTROL) Wanneer deze jumper op Disabled staat zal de speaker van het codepaneel op het zelfde moment signaal geven als de speakeruitgang van de centrale. Indien de jumper op Enabled staat zal de speaker van het codepaneel alleen signaal geven wanneer de speaker uitgang op de centrale en de uitgang op het betreffende codepaneel gelijktijdig actief zijn. Luidspeaker uitgang Dit aansluitpunt (Samen met aansluitpunt B ) kan men verbinden met een externe 16Ω luidspeaker (Alleen op TS900 REM LCD) Netwerk aansluitingen & O/P Deze aansluitstrip is bestemd voor de aankoppeling van het codepaneel op de alarmcentrale. Het aansluitpunt O/P is de programmeerbare uitgang van het codepaneel. Sabotage schakelaar Blokkering ENT druktoets Met behulp van het verplaatsen van de jumper kan men de ENT toets blokkeren ( Disabled ), om zo te voorkomen dat men in de programmeer menu s kan komen (Standaard staat deze toets op Enabled =aan) 8

CODEPANELEN INSTALLATIEPROCEDURE Zorg ervoor dat alle stroom (Netspanning en accu) is verwijderd voordat u met het aansluiten van de componenten begint. 1. Open de behuizing van het codepaneel met behulp van een schroevendraaier. Druk de 2 clips (Onder of boven) naar binnen, en trek de 2 delen uit elkaar. 2. Houdt de Achterkant van het codepaneel tegen de muur en teken de boorgaten af. (Boor, indien nodig, de benodigde gaten) Voer de kabel door de daarvoor bestemde openingen, en schroef de behuizing tegen de muur. 3. Sluit de draden aan op de juiste aansluitpunten (Op de centrale REMOTE NETWORKING ). 4. Plaats de I/D Selector (Adressering) jumper op de juiste positie. Geen enkel codepaneel mag op dezelfde adressering staan. TS690 I/D selectie Circuit (Zone) A Circuit(Zone) B Uitgang 1 07 08 5 2 19 10 6 3 11 12 7 4 13 14 8 ENG Geen Geen Geen TS690ID I/D selectie Circuit (Zone) A Circuit(Zone) B Uitgang 1 31 32 5 2 33 34 6 3 35 36 7 4 37 38 8 ENG Geen Geen Geen * Wanneer is gekozen voor "ENG zal het codepaneel functioneren als een installateurs-codepaneel, met de mogelijkheid om direct op de print van de centrale gestoken te worden om zo de centrale te programmeren. (Speciale kabel nodig). 5. Indien het codepaneel een ENT KEY (Enabled/disabled) heeft, kan men de extra functies op het betreffende codepaneel blokkeren. Wanneer de ENT toets is geblokkeerd (Disabled), kan men het systeem in- en uitschakelen, maar heeft men geen toegang tot de gebruikers (Programmeer) menu s. 6. Indien het codepaneel een Ward Sounder control jumper heeft. Kan dit gebruikt worden om de interne speaker van het codepaneel te laten reageren op het moment dat de programmeerbare uitgang actief is. Wanneer de jumper op de disabled positie staat, zal de interne speaker normaal reageren. Wanneer de jumper op de enabled positie staat zal de interne speaker alleen signaal geven wanneer de uitgang (O/P) actief is. Bijvoorbeeld: om te zorgen dat een bepaalde deelschakeling alleen uitgangssignaal geeft in het gebied, wat in deel ingeschakeld wordt (de andere gedeelten die niet ingeschakeld worden, ondervinden geen hinder van het signaal van de inschakelingen van andere gedeelten). Bijvoorbeeld: programmeer de uitgang als uitgangssignaal A = type 064 en plaats de jumper in de enabled positie, om te zorgen dat het codepaneel een signaal geeft indien deel A wordt ingeschakeld. 6. Let er bij het plaatsen van het codepaneel-frontplaat op, dat er geen draden verstrikt zitten in de veer van de sabotage schakelaar. CODEPANEEL SPEAKER AANSLUITING Men kan op het TS900 REM LCD codepaneel één externe 16Ω speaker aansluiten. Het signaal is gelijkend aan het signaal van de interne speaker in het codepaneel zelf. Het volume is in te stellen via potmeter VR1. 9

INSTALLATEURS CODEPANEEL Normaal kan alle systeemprogrammering uitgevoerd worden op een van de gemonteerde codepanelen. Soms is het praktisch om het programmeren in de directe omgeving van de centrale te doen, d.m.v. een installateurs codepaneel die direct op de centrale opgestoken kan worden. Men heeft hiervoor een speciaal snoertje nodig. TS700 LEC installatie De TS700 LEC is een 2 zones uitbreidingsmodule met 1 vrij programmeerbare uitgang. Er kunnen op het systeem maximaal 3 LEC s op het REMOTE NETWORK gemonteerd worden, daar het systeem altijd minimaal 1 codepaneel nodig heeft. Zorg ervoor dat alle stroom (Netspanning en accu) is verwijderd voordat u met het aansluiten van de componenten begint. 1. Open de behuizing van de LEC door de clips (Boven/zijkant) naar binnen te drukken. Til daarna de deksel op. 2. Indien men de LEC in de centrale kast wil monteren kan men de print uit de behuizing halen, en deze met speciale isolerende plak (montage) voetjes in de centrale plaatsen. De sabotage schakelaar kan geblokkeerd worden door een jumper over de JP2 te plaatsen. 3. Voor montage van de LEC module gebruikt men de daarvoor bestemde schroefgaten. De draden kunnen op 2 plaatsen naar binnen gevoerd worden. 4. Verbind de LEC aansluiting(en) met de REMOTE NETWORK aansluiting op de centrale. 5. Plaats de I/D Selector (Adressering) jumper op de juiste positie. Geen enkele LEC mag op dezelfde adressering staan. Zet de I/D jumper nooit op NULL. ««Zie volgende pagina voor adresseringstabel»». 10

TS700 LEC installatie (vervolg) TS690 I/D selectie Circuit (Zone) A Circuit(Zone) B Uitgang 1 07 08 5 2 19 10 6 3 11 12 7 4 13 14 8 ENG Geen Geen Geen TS690ID I/D selectie Circuit (Zone) A Circuit(Zone) B Uitgang 1 31 32 5 2 33 34 6 3 35 36 7 4 37 38 8 ENG Geen Geen Geen BEDRADING VAN DE ZONES Alle zones kunnen dubbelpolig (Double Pole) of eindweerstand (End of Line) bedraad worden. Beide kunnen gelijktijdig in een systeem toegepast worden. DUBBELPOLIG Alarmcontact en sabotage(tamper)contact zijn in 2 aparte lussen aangesloten. De weerstand over een gehele lus (Alarm of sabotage) moet minder zijn dan 100 OHM. Het maximum aantal detectoren per zone is 10. N/O (Normaal open) apparatuur wordt aangesloten tussen de (kortgesloten) alarm lus en (kortgesloten) sabotagelus (Tamper). Wanneer een zone niet gebruikt wordt, kan men deze overbruggen (Z & T beide apart overbruggen) of programmeren als Not Used (Niet gebruikt). EINDWEERSTAND Over het alarmcontact moet een 4K7 weerstand geplaatst worden Een 2K2 weerstand moet gemonteerd worden, op een punt in de draad van de zone die het verst van de centrale verwijderd is. De weerstand over de gehele lus, met de eindweerstand (2K2) kortgesloten, moet minder zijn dan 100 OHM. Het maximum aantal detectoren per zone is 10. N/O (Normaal open) apparatuur wordt aangesloten op de buitenste aansluitingen van de zone. Wanneer een zone niet gebruikt wordt kan deze overbrugd worden(z & T beide apart overbruggen) of programmeren als Not Used (Niet gebruikt) Dubbelpolige aansluiting Eindweerstand aansluiting (End of Line) 11

BEDRADING ID LUS (ID loop) Elke ID chip (Biscuit) wordt geïdentificeerd d.m.v. van zijn eigen interne nummering, 01 tot en met 30, en bezit een eigen interne sensor welke constant gecontroleerd wordt (In de ID lus) door de centrale. Het onderstaande figuur geeft de standaard aansluiting van een ID chip (Biscuit) op een alarm en sabotage kontact weer. LET OP: Om een betrouwbare werking te garanderen, is het niet aan te raden dat men de draden aan de ID chip inkort of in elkaar twist! Wanneer de sabotage schakelaar wordt geopend, zal de ID chip uit de lus verdwijnen, waardoor een sabotage alarm onstaat op de centrale. indien het alarmcontact wordt geopend zal hierdoor de status van de ID chip veranderen, wat de centrale zal zien als een activering. ID CHIP (Biscuit) AANSLUITINGEN Het onderstaande figuur geeft een ID chip weer met de volgende aansluitingen. Gele draad ID lus (Loop) + Blauwe draad ID lus (Loop) - Witte draad Alarm contact schakeling AANSLUITEN ID CHIP (Biscuit) IN EEN PIR DETECTOR Het onderstaande figuur geeft de aansluiting weer van een ID chip in een standaard PIR. ID CHIP aansluiting PIR AANSLUITEN ID CHIP (Biscuit) IN EEN PANIEKKNOP & ROOKDETECTOR Het onderstaande figuur geeft de aansluiting weer van een ID chip in een standaard paniekknop en rookmelder. ID CHIP aansluiting paniekknop ID CHIP aansluiting rookdetector 12

BEDRADING SIRENE/FLITSER De volgende aansluitpunten zijn bestemd voor het aansluiten van een (Zelfactiverende) Sirene / flitser. H/O- H/O+ TR- STB- TRG- Dit aansluitpunt is de constante 0V voeding Dit aansluitpunt is de constante 12V voeding Dit aansluitpunt wordt gebruikt om samen met de H/O-, de sabotage lus te vormen voor de sirene. Indien men geen zelfactiverende sirene/flitser monteert, en dit aansluitpunt dus ongebruikt blijft, zal men een overbrugging moeten maken tussen H/O- & TR-. De centrale zal anders continu sabotagealarm geven. Dit aansluitpunt is een 0V geschakelde uitgang voor de flitser (500mAh @ maximaal). Verbind de andere pool van de flitser (Indien niet zelfactiverend) met de H/O+. Dit aansluitpunt is een 0V geschakelde uitgang voor de sirene (500mAh @ maximaal). Verbind de andere pool van de sirene (Indien niet zelfactiverend)met de H/O+. De TRG- kan op 2 manieren geprogrammeerd worden: SAB SCB In alarm schakelt de uitgang naar 0V. (Opkomende min) De uitgang verschaft een constante 0V, en valt weg in alarm (Afvallende min) VOORBEELD BEDRADING ZELFACTIVERENDE SIRENE EXTRA SABOTAGELUS AUX TAMP Dit aansluitpunt verschaft een extra aparte sabotagelus voor bijv. sabotagebeveiliging op: externe speaker, externe telefoonkiezer etc. Wanneer dit aansluitpunt niet gebruikt wordt, zal deze overbrugd moeten worden. EXTRENE LUIDSPEAKER Men kan tot 2 externe luidspeakers aansluiten op het systeem (Op aansluitpunten SPK+ & H/O-). Het speakervolume is instelbaar met potmeter VR1 SPEAKER VOLUME. 13

DC-6 DIGI-MODEM INSTALLATIE De TS690/690ID biedt de mogelijkheid om een DC-6 modem (Tevens meldkamerkiezer) op te steken op de print van de centrale, die inbellen met een PC op afstand in de centrale mogelijk maakt. men kan zo de centrale op afstand onderzoeken, programmeren en bedienen. Programmering geschiedt via het programmeermenu van de centrale (Zie verder in deze handleiding). Voordat men de kiezer wilt gaan opsteken op de print, houd dan rekening met het volgende: Installatie van de DC-6 mag alleen uitgevoerd worden door personen welke genoeg ervaring en technische kennis hebben. Uit veiligheidsoverwegingen mag het opsteken van de DC-6 alleen op de volgende manier worden uitgevoerd: Installatieprocedure: 1. Zorg ervoor dat alle stroom (Netspanning en accu) is verwijderd voordat u met het aansluiten van de DC-6 begint. 2. Haal de DC-6 uit de verpakking en druk de 4 pilaartjes in de daarvoor bestemde hoekgaten. 3. Houd de DC-6 recht boven de daarvoor bestemde plaats en druk deze op de connector, en druk de pilaartjes in de daarvoor bestemde openingen. (Druk stevig genoeg om de pilaartjes goed erin te klikken maar druk natuurlijk niet zo hard dat dit schade toebrengt aan de apparatuur) 4. Sluit de telefoonlijn aan op A & B en koppel alle randapparatuur aan op A1 & B1. 5. Sluit de netspanning en accu (Indien nodig) weer aan. 6. Programmeer de DC-6 d.m.v. het programmeermenu 2 optie C. OPSTEEK DC-54/58 MELDKAMER KIEZER Het is mogelijk om een (alternatieve) DC54 of DC58 meldkamerkiezer (Indien men geen DC-6 gebruikt). direct op te steken op de print van de centrale, om zo de alarmcentrale aan te sluiten op een meldkamer. Bij de DC-54/58 wordt een speciaal opsteekkabeltje geleverd, die men op connector JP3 DIGI MODEM kan aansluiten. De DC54/58 moet met een installateurs-codepaneel geprogrammeerd worden. (Programmeren via het eigen systeemmenu is niet mogelijk) PRINTER AANSLUITEN Op de TS690/690ID is het mogelijk om een RS232 printer aan te sluiten. Men heeft hiervoor een speciale adapter nodig die op de PRINTER (JP1) connector gestoken kan worden. De volgende instelling op de printer zijn nodig, om deze goed te laten werken: Baud Rate = 4800 Parity = None Start Bits = 1 Stop Bits = 2 Data Bits = 8 DTR = Normal Indien de instellingen goed staan, kan men de systeemconfiguratie en het geheugen log uitprinten. Wanneer men de printer aangesloten laat, zal deze elke nieuwe gebeurtenis, zoals te zien in het geheugenlog uitprinten. 14

PROGRAMMEERBARE UITGANGEN De TS690/690ID heeft zeer veel programmeerbare uitgangen, die zeer veel verschillende dingen kunnen schakelen. De functie van elke uitgang is volledig vrij te programmeren. (Zie verder in deze handleiding) De centrale(zelf) heeft 3 vrij te programmeren uitgangen: [1] Potentiaal vrij wisselkontakt, Schakelt maximaal 1 Amp. [-2] Schakelt naar 0V (-VE) @ 500 ma max. [+3] Schakelt naar 12V (+VE) @ 500 ma max. Ook elk codepaneel of LEC-uitbreidingsmodule heeft een vrij te programmeren uitgang (In totaal ook 4): [O/P] Schakelt naar 0V (-VE) @ 100 ma max. CONTROLE!! BELANGRIJK Indien men het systeem heeft gemonteerd, dient men voordat men de spanning op het systeem zet, zich ervan te gewisse dat: 1. Alle aansluitingen correct (Volgens deze handleiding) zijn gemaakt (Dus A op A en B op B etc.). 2. Ongelijksoortige kabel niet langs elkaar lopen (Bijv. geen 220 Volt kabel langs 12 volt kabels) 3. De totale kabellengte en kabel weerstand het maximaal (Zoals beschreven) niet overschrijd. 4. De netspanning niet per ongeluk uitgeschakeld kan worden, 5. De kabel niet beschadigd is na doorvoer door de metalen behuizing van de centrale. 15

ID KABEL CONTROLE (Alleen TS690ID) Voordat men het systeem opstart, is het aan te raden dat eerst de volgende tests uitgevoerd worden: 1. Ontkoppel de 2 draden van de ID lus ( ID LOOP + & ID LOOP ) van de aansluitstrip van de centrale 2. Meet met behulp van een multimeter de weerstand tussen deze 2 draden. Indien de weerstand beneden de 1KΩ (Ohm) ligt, duidt dit op een eventuele sluiting of ander defect in de bekabeling. Dit moet eerst hersteld worden voordat men verder gaat. De exacte weerstand die men meet, zal natuurlijk afhangen van het aantal ID chip s(biscuit) die zijn opgenomen in de lus, en de exactheid van de multimeter. De weerstandswaarden zouden er ongeveer als volgt uit moeten zien: Aantal Detectors /ID chips Weerstand (Ohm) 1 90 K 10 8,5 K 20 4,5 K 30 2 K 3. Met de ID lus nog steeds ontkoppelt van de centrale, gebruik dezelfde multimeter om de weerstand te meten tussen de volgende draden: a) ID + draad & 0V aansluitpunt b) ID + draad & +12V aansluitpunt c) ID + draad & aarde aansluiting d) ID draad & 0V aansluiting e) ID draad & +12V aansluiting f) ID draad & Aarde aansluiting In alle gevallen zal de multimeter een open lus(oneindig grote weerstand) aan moeten geven. Elke andere meting duidt op een draadfout en zal onderzocht moeten worden. 4. Sluit bij de centrale de draden van de ID lus kort. (Knoop ze even bij elkaar) 5. Aan elk eind van een ID lus (Punten A, B en C, in het onderstaand voorbeeldschema), meet de weerstand tussen de 2 ID lus draden (Op de ID chip de gele en blauwe draad). De gemeten weerstand moet minder dan 20 Ω (Ohm) zijn. Een gemeten weerstand van meer dan 20 Ω (Ohm) zal onderzocht moeten worden daar dit kan duiden op een slechte verbinding. Een gemeten weerstand van meer dan 2 K Ω (2000 Ohm) wordt normaliter veroorzaakt door een open (Dus niet normaal gesloten) lus. 6. Koppel de draden (Opnieuw) aan de centrale. Gebruik na het opstarten de SLOW SCAN optie om op elke ID chip apart de voltage te meten. 16

Waneer men de centrale voor de eerste keer opstart: OPSTARTEN (TEVENS RESETTEN) 1. Sluit met een kleine schroevendraaier de 2 pinnetjes, FACTORY RESET, kort om ervoor te zorgen dat de centrale opstart met zijn standaard fabrieksinstellingen. 2. Schakel de netspanning in, houdt de pinnetjes nog ± 3 sec. gesloten, en verwijder de schroevendraaier. 3. Controleer of de Power LED brandt op de centrale print 4. Controleer of de codepaneel(en) in het display Panel Lid Tamper of geven. De interne codepaneel- en externe speakers zullen signaal geven. 5. Toets de standaard installateurscode (1234) in om het signaal te stoppen. 6. Sluit indien nodig de accu aan. Wanneer men klaar is met het opstarten van de centrale: EXTRA CONTROLES 1. Schakel de netspanning uit, en meet de voltage (DC) op elk codepaneel, controleer of de spanning hoger is dan 11 Volt, wanneer het systeem alleen door de accu gevoed wordt. (De accu dient natuurlijk wel enigszins opgeladen te zijn) 2. Schakel de netspanning weer in en meet de voltage (DC) tussen de aarde (van de netspanning kabel) en de AUX +12V en tussen de aarde en de 0V. In beide gevallen mag de gemeten voltage niet hoger dan 1 volt zijn. Indien de voltage hoger is dan 1 Volt, zit er ergens een isolatiefout tussen de aarde en andere draden. 3. Met gebruikmaking van een voltmeter (DC) kan men meten over het testpunt V op de print van de centrale of het totale stroomverbruik met maximum van 1.0 A (TS690) of 1.5 A (TS690ID) niet overschreden wordt. (Zie pagina 7) 4. Herhaal de test (Van 3) in een alarmsituatie en verzeker u ervan dat het totale stroomverbruik de 1.0 A (TS690) en 1.5 A(TS690ID) niet overschrijd. 17

INSTALLATEURS MENU 1 (ENGINEERS MENU 1) Installateurs menu 1 (Engineers menu 1) is de eerste van de 2 menu s, die start na het intoetsen van de installateurscode. Men kan deze menu s verlaten door op ESC te drukken. Het systeem keert dan terug in de ruststand, maar de codepanelen zullen de melding Engineer-on-site geven. Deze melding verdwijnt wanneer er een geldige gebruikers code wordt ingetoetst, of wanneer men het installateursmenu verlaat via het gebruikers menu 1 (User menu 1). Wanneer men het installateursmenu selecteert zullen alle sabotagelussen buiten werking zijn. Na een fabrieks-herstart of een spanning-reset, zal het display RELEARN REGUIRED of RESET CONFIG weergeven nadat men het het installateursmenu verlaat. Deze boodschap verwijdert men d.m.v. het opnieuw instellen van de ID chip s menu 1 - optie A en opnieuw instellen alle hardware menu 1 - optie C De standaard (Fabriek) installateurscode is 1234, de standaard gebruikerscode is 5678. 18

O/P UITGANGEN PROGRAMMEREN (Panel Outputs) Uitgangen 1-3 (4 wordt overgeslagen)op de centrale en 5-8 op de codepanelen kunnen volledig vrij geprogrammeerd worden volgens de tabel op pagina 20-22. DIGI-UITGANGEN PROGRAMMEREN (Digi Output) De 5 digi-uitgangen kunnen volledig vrij geprogrammeerd worden volgens de tabel op pagina 20-22. Het is tevens mogelijk om de werking van de uitgangen om te keren (Afvallende min i.p.v. opkomende min), zie systeem configuratie programmeren op pagina 30. 19